• No results found

i Tussen Vecht en Eem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "i Tussen Vecht en Eem"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TVE 30

e

jrg. nr. 4, december 201 2

Tussen Vecht e n Ee m

Tijdschrift voo r regional e geschiedeni s

'Sefaap Srfar&r

•t

Balthasar Bekker , een duivelse dominee

1 T-

De buitenplaats Steevlied in Baarn Katholiek

Katholiek en protestant in Loosdrecht

"s>-

'Betxffn:

i

V.

(2)
(3)

TVE 30e jrg. nr. 4, december 2012

Tussen Vecht en Eem

Tijdschrift voor regional e geschiedenis

Een van de excursies tijdens de Open Dag van TVE ging naar Loenen; zie p. 307 e.v.

Uitgegeven doo r de Stichting Tussen Vecht en Eem

(4)

Hans Mou s

Een duivelse domine e aa n de Vecht - Balthasar Bekke r i n Loenen en Weesp Robbert Ja n van der Maa l

Het hui s Steevlied i n Baar n Gerard Draije r

De katholieke n i n 'de Loosdregten'

263

274

onder protestants bestuur 289 Interview met Anton Cruysheer 302

Verslag Open Da g TVE 307

Archiefnieuws 310

Boekbesprekingen

• Wer k aan de winkel 311

• Wees p 1940-194 5 313

Agenda 315

InhOUCl Nogmaal s buitenplaatsen, maar oo k

schuilkerken, heksen en opgravinge n

Het themanumme r ove r historisch e buitenplaat - sen i s goed ontvangen . D e redactie ontvin g vee l positieve reacties , zowel w a t betreft d e vorm als w a t betref t d e inhoud. I n dit nummer staa n ook twee artikele n di e ove r buitenplaatse n gaan : Robert Ja n van der Maa l schrijf t ove r he t ver - dwenen hui s Steevlie d i n Baarn . Wi e straks zij n auto parkeer t bi j de firma Nijhof , wee t da n dat hij o p historisch e gron d staat . Jori s Cammel - beeck doe t versla g van de Open Da g van TVE op 6 oktobe r jongstleden . Hierbi j ston d he t them a historische buitenplaatse n centraal , zowe l i n de lezingen al s bij de excursies.

Maar e r kome n oo k ander e o n d e r w e r p e n aan b o d . Gerard Draijer schrijf t ove r d e verhou- ding tusse n katholieke n e n protestante n i n Loosdrecht i n d e period e 1578-1840 . Beid e Loosdrechten staa n n u bekend al s streng calvi - nistische gemeenten , maa r da t wa s i n d e eer - ste eeu w n a de Alteratie n o g wel even anders .

Er staa t i n di t n u m m e r oo k ee n artike l ove r dominee Balthasa r Bekke r i n Loene n e n Weesp.

De vij f jare n da t hij aan de Vecht w o o n d e (1674 - 1679) vormde n ee n rustperiode tusse n zij n Frie - se jare n e n de tij d da t hij in Amsterda m w o o n - de. I n di e laatst e period e w e r d hi j beroem d door zij n boe k D e betoverde weere/d , waari n hi j afrekende m e t allerlei vormen va n bijgeloof .

Naar aanleidin g va n he t zestigjari g bestaa n van d e afdelin g Naerdinclan t va n d e Archeolo - gische Werkverenigin g Nederlan d interviewd e Joris Cammelbeec k d e voorzitter , Anton Cruysheer. Anton i s voor onz e lezer s gee n onbe - kende. Hi j vertelt ove r he t werk va n Naerdinclan t en van de vrijwilligers di e hierbij betrokke n zijn .

Ik hoop , da t d e leze r aa n d e han d va n di t n u m m e r wee r vaa k za l denken : w a t leuk , da t wist i k n og niet.

Hans Mou s Illustratie omsla g voo r (inzet) : Fran s Francken: Heksenkeuken (ca. 1600). Balthasar Bekker schreef in 1691 he t boek De betoverde weereld, waarin hij uiteenzet dat heksen niet bestaan; zie p. 263 e.v.

© TVE 2012. Alle rechte n voorbehouden . Niet s ui t deze uitgav e ma g worden verveelvoudigd , opgeslage n i n een geautomatiseerd gegevensbestand , of openbaar gemaakt , i n enige vor m o f op enige wijze , hetzi j elektronisch , mechanisch, doo r fotokopieën , opnamen , o f enig e ander e manier , zonde r voorafgaand e schriftelijk e toestem - ming van de uitgever. D e uitgever heef t ernaa r gestreef d d e rechten van de illustraties volgen s wettelijk e bepa - lingen te regelen. Degene n di e desondanks mene n zeker e rechte n t e kunnen doe n gelden , kunnen zic h alsno g tot de uitgever wenden .

262 TV£ 30e j'rg. 201 2

(5)

Een duivelse dominee aan de Vecht - Balthasar Bekke r in Loenen en Weesp

(1674-1679) candera

HansMous Het valt ongelijk veel lichter iemants boeken te verbieden dan te wederleggen.

(B. Bekker, Ondersoek en antwoord van Balthasar Bekker, Amsterdam 1693) Vorig jaar kregen bestuursleden en redacteuren van JVE een rondleiding in het Gemeentemuseum van Weesp. In een van de vitrines zagen we twee penningen ter ere van Balthasar Bekker.

1

Uit het bijschrift blijkt, dat hij enkele jaren predikant in Weesp is geweest. Toenmalig hoofdredacteur Henk Michielse en ik keken elkaar aan: dat is stof voor een artikel in TVE.' We weten immers, dat Balthasar Bekker niet de eerste de beste was. Hij is vooral bekend geworden door zijn boek 'De betoverde weereld' (1691) . D/t boek heeft immers een grote rol gespeeld in het ondermijnen van het heksengeloof. Bovendien is hij vanwege dit boek door de kerkenraad van Amsterdam uit zijn ambt gezet. Maar we weten niets over zijn verblijf in onze regio.

Heeft hij hier ook opvallende dingen gedaan of geschreven? Dat moest worden uitgezocht.

Het leve n van Balthasar Bekke r Friesland

Balthasar Bekke r i s i n 163 4 gebore n i n Metsla - wier (Friesland) . Zij n vade r wa s predikan t e n afkomstig ui t Bielefeld. Bekker studeerd e i n Groningen e n Franeker , aanvankelij k filosofie, later theologie . N a de voltooiing va n zij n studi e werd hi j recto r va n d e Latijns e schoo l i n Frane - ker, ee n functi e waari n hi j zic h nie t o p zij n ge - mak voelde. Hi j accepteerde da n ook graa g ee n beroep naa r Oosterlittens (Friesland ) i n 1657. In 1666 wer d hi j predikan t i n Franeker , waa r hi j ook les gaf aan studenten.

In d e zeventiend e eeu w beston d e r i n de Re- publiek ee n heftige strij d tussen voor- en tegen- standers va n d e ideeë n van Descartes . Descar - tes geldt al s d e grondlegge r va n he t rationalis - me i n d e nieuwer e wijsbegeerte . Hi j beargu - menteerde, da t j e allee n to t war e kenni s kun t komen doo r midde l va n systematisc h denken . Zintuiglijke waarneming is immers vaak bedrieg-

lijk. Slechts methodisch e twijfe l ka n ons tot wa - re inzichte n brengen . Descartes maakte ee n strikt onderschei d tussen lichaam en ziel, tussen materie e n geest . Daarme e legd e hi j d e basi s voor ee n mechanisch wereldbeeld: men ging op den duu r d e wereld zie n al s een soor t uurwerk , waarin natuurwette n i n plaat s va n toeva l d e gang va n zake n bepaalden . Di e wette n ko n j e analyseren e n gebruike n o m d e natuu r t e be - heersen. D e strij d tusse n voor - e n tegenstan - ders va n he t cartesianism e (d e ideeë n van Des - cartes) speelde zowe l o p d e universiteite n al s binnen de Gereformeerde Kerk . In sommige ker - kelijke kringen werd he t rationalism e als een ge- vaar voo r he t geloo f beschouwd : twijfel e n ge- loof konde n niet samengaan.

In 166 8 verdedigd e Bekke r he t cartesianism e voor d e synod e va n Friesland . Hi j betoogd e daarbij, da t geloo f e n red e twe e zake n ware n die elk hun eigen werkterrein hadden . Ze sloten elkaar nie t ui t e n geen va n beid e wa s onderge - schikt aa n d e ander : Go d is so wel d'Auteu r der

TVE^oejrg. 201 2 263

(6)

Portret van Balthasar Bekker (schilderij uit 173 2 van Pieter van Gunst naar een portret van Arnoud van Ha-

Reden als der Openbaringe. Allee n d e red e ko n geldige uitspraken doen over natuurlijke zaken.

Tegenstanders va n he t cartesianism e ui t ultra - orthodoxe hoe k vonde n da t d e filosofie onder - geschikt was aan de theologie. Ze vreesden da t de opvattinge n de r cartesiane n erto e zoude n leiden, da t oo k d e bijbe l lang s d e meetla t de r rede geleg d zo u worden . Gezeg d moe t wor - den, da t Bekke r d e scheidin g tusse n red e e n openbaring nie t consequen t toepaste . Z o ga f hij als (redelijke) verklaring voor sommig e won - deren i n de bijbel , dat d e schrijver o p dez e ma- nier moeilijk e zake n duidelij k wild e make n aa n eenvoudige mensen.

Vanuit ultrarechtzinnig e hoe k werde n Bek - kers opvattinge n verdach t gemaakt . Dez e aan - vallen werde n allee n maa r sterke r n a d e publi - catie van De Vaste Spyze der Volmaakten (1670) , een catechismus die volgens zijn tegenstander s in strij d wa s me t d e gereformeerd e geloofs - leer. Dez e tegenstander s kwame n tege n he t boek i n he t gewee r e n Bekke r reageerd e hie r niet consequen t op : he t en e momen t ga f hi j

toe e n kwa m me t aanpassingen , he t volgend e moment probeerd e hi j zij n tegenstander s va n zijn gelijk te overtuigen.

De theologisch e facultei t va n Franeke r bracht ee n negatief advie s over he t boe k uit e n Gedeputeerde State n va n Frieslan d verbode n verdere verspreiding . Pa s i n 167 5 wer d he t boek (n a verschillend e wijziginge n e n toevoe - gingen) alsno g goedgekeur d doo r d e synod e van Leeuwarden . Bekke r ha d d e uitkoms t nie t afgewacht. He t conflic t ha d he m z o aangegre - pen, da t hi j een beroe p naa r Loene n aanvaard - de. Hi j spra k va n he t beroep na Loenen, dat my doen regh t als uit den Hemel quam. Maa r Fries - land was nog niet klaar met hem : in 1676 verbo- den Gedeputeerd e State n o m Bekke r ooi t no g te nominere n voo r ee n leerstoe l aa n de Frane - ker universiteit. Waarschijnlijk i s er rond di e tijd geprobeerd o m hem daar een aanstelling te be- zorgen. Knutte l vermoed t zelf s da t dez e po - ging afkomsti g wa s ui t d e hoe k va n Albertin e Agnes, d e weduw e va n d e Fries e stadhoude r Willem Frederik . D e nominati e gin g naa r ie - mand anders , maa r blijkbaa r hadde n Gedepu - teerde State n zo' n afkee r va n Bekker , da t z e hem alsnog dit Berufsverbot oplegden .

Amsterdam

In Loene n i s hi j maa r twe e jaa r geweest . I n 1676 aanvaardd e hi j ee n beroe p naa r Weesp . Hier blee f hi j tot ein d 1679 , toen hi j een beroe p naar Amsterda m accepteerde . Daa r publiceer - de hi j i n 168 3 zij n boe k Ondersoe k van de bete- keningeder kometen. I n d e jaren 1680 , 1681 en 1682 waren e r komete n aa n d e heme l versche - nen. Di t ha d geleid tot angs t bi j grote groepe n mensen. Me n vreesde da t dez e komete n voor - boden waren van naderend onheil . Bekker gin g in zijn boek tegen deze opvatting in.

In 1691 publiceerde hi j het eerst e deel van De betoverde weereld. I n dit boe k onderzocht Bek - ker allerlei vormen va n toverij aa n de han d va n de bijbel en van de rede. Hij toonde aa n dat to- verij een heel oud verschijnsel was. In zijn eigen tijd werd no g in brede kringen aan dit verschijn- sel geloo f gehech t (Bekke r zel f spra k va n oud- wijfsche fabelen). Me n dach t da t toveri j moge -

264 TVE 30e jrg. 2012

(7)

Erepenning van Bekker uit 1692.

lijk was , doordat d e duive l invloe d o p mense n kon uitoefenen. Ook in de Gereformeerde ker k werd dit toen door velen geloofd. Volgens Bek - ker wa s di t geloo f strijdi g me t d e christelijk e leer. D e duive l la g immer s sind s d e zondeva l geketend i n d e hel . Wi e dach t da t d e duive l over bovennatuurlijk e krachte n beschikt e e n die o p d e men s losliet , dee d Go d tekort . Oo k de bijbe l boo d gee n basi s voo r di e opvattin g over d e mach t va n d e duivel . Waar da t we l z o leek te zijn, was ze verkeerd geïnterpreteerd o f zelfs verkeer d vertaal d vanui t he t Hebreeuws . Men meint dat het de Schrift is die 't on s seit ; het gene wen geloofd dat in de Schrift staat, om dies wille dat men 't al geloofde eer men wist of 't daar in stond of niet. D e concret e gevalle n van toverij, hekserij en waarzeggerij di e Bekke r besprak, wis t hi j allemaa l ee n rationel e verkla - ring te geven. Het geloof i n de werking van d e duivel verklaard e Bekke r ui t vooroordee l e n schrik, misleidin g doo r d e zintuigen , gebrekki - ge kennis van de natuur en bedrog.

De betoverde weereld leidd e tot grot e beroe - ring binne n d e Gereformeerd e kerk . Bekke r werd erva n beschuldigd dinge n te verkondige n die i n strijd me t d e ware geloofslee r waren . Hij werd e r zelf s va n beschuldig d ee n aanhange r van Spinoz a te zijn . Di t betekend e da t Bekke r

., >•*"*""

voor atheïs t wer d uitgemaakt . Hi j zou daarme e een vijan d va n he t christelijk e geloo f zijn . I n 1692 werd hi j uit zij n ambt geze t e n werd he m ook d e toegan g to t he t avondmaa l ontzegd . De magistraat van Amsterdam lie t he m niet val- len: hi j behiel d zij n traktement . D e State n va n Holland stelde n ee n beslui t o m D e betoverd e weereld t e verbiede n voortdurend uit , ondank s alle aandran g va n d e synod e o m to t ee n ver - bod over te gaan.

In d e negentiend e eeu w kree g Bekke r d e naam ee n voorlope r va n d e Verlichting t e zijn . Knuttel noemd e he m d e bestrijde r van he t bij - geloof. Maa r hedendaags e onderzoeker s al s Van Slui s zette n vraagteken s bi j dez e interpre - tatie. He t geloo f i n hekse n wa s i n on s lan d i n de zeventiende eeu w al flink o p zijn retour. He t laatste heksenproce s wa s i n 1614 . Bekker s te - genstanders keerde n zic h oo k nie t tege n zij n verwerping va n he t heksengeloof , maa r tege n de manie r waaro p hi j d e bijbe l gebruikt e o m zijn standpunten t e beargumenteren . Van Sluis denkt da t Bekker s karakte r vee l mee r ee n ver - klaring vormt voo r d e verbitterde aanvalle n o p hem da n zijn standpunten. Hi j slaagde e r onbe- doeld in om zijn tegenstanders voortduren d o p de kas t t e jagen . Uiteindelij k heef t di t to t zij n val geleid.

TVE 30e jrg. 2012 26 5

(8)

Balthasar Bekke r i s i n 169 8 overlede n o p zij n buiten in Jelsum (Friesland).

Loenen

Bekkers beroe p naa r Loene n gin g nie t zonde r slag o f stoot . D e kerkenraa d va n Loene n ko n het niet eens worden ove r een voordracht. Ver- volgens wer d hi j voo r ee n voldonge n fei t ge - steld doo r Anthoni e va n Lynden , heer va n Kro - nenburg en Loenen. Hij liet weten dat hij op ba- sis van zijn patronaatsrech t (rech t o m ee n pre- dikant t e nomineren ) ee n man sou bestellen d/e goet was en verzocht d e kerkenraad o m zic h er verder nie t me e te bemoeien . I n juli 1674 meld- de hi j dat hi j Bekke r ha d begiftigt met de pasto- rije tot Loenen.2

Dat d e (katholieke ) hee r va n Kronenbur g zich juis t i n 167 4 me t d e aanstellin g va n ee n nieuwe predikan t bemoeide , i s begrijpelijk . Bekker wa s d e opvolge r va n domine e Johan- nes Kickius. Dez e ha d zic h verze t tege n d e ka - tholieke kerkdienste n di e sind s 165 2 i n ee n schuurkerk bi j Loene n werde n gehouden . Ee n schuurkerk di e tot stan d was gekomen me t be- hulp va n d e hee r va n Kronenburg . Oo k verde r had ds. Kickius de overheid trachten aa n te zet- ten to t maatregele n tege n paepsch e stout/ghe- den, som s me t succes . E r zij n gee n aanwijzin - gen dat Bekke r di t belei d heef t voortgezet . Ui t Bekkers Reisbeschrijvin g ui t 168 3 blijk t da t hi j de katholiek e gebruike n herhaaldelij k bespot - te, maar zeker zo vaak met katholiek e geestelij- ken (zelfs met jezuïeten) in gesprek raakte .

De kerkenraa d va n Loene n verzett e zic h te - gen he t optrede n va n Van Lynden , maa r d e classis Amsterda m (waa r Loene n onde r viel ) bewoog de kerkenraad tot toegeven . Op 14 ok- tober 167 4 wer d Bekke r i n Loene n bevestig d door de Amsterdamse predikan t L e Maire.

In 1693 schreef Bekker , dat ee n van de lede n van d e classi s Amsterdam, Laurentiu s Homma , zich al s enig e tege n zij n beroe p naa r Loene n had verzet. Hi j zou bang zijn geweest, dat daar - mee d e invloe d va n he t cartesianism e binne n de classi s Amsterda m vergroo t zo u worden .

Homma kome n w e late r no g tegen , al s he t over he t beroe p va n Bekke r va n Wees p naa r Amsterdam gaat .

Opmerkelijk is , dat Bekke r ee n van de weini- ge predikanten i n Loenen was die al elders pre- dikant ware n geweest . Verrewe g d e meest e predikanten di e dez e gemeent e vóó r 175 0 be - diend hebben , waren proponent . Da t i s een af - gestudeerde theoloo g di e no g nie t al s predi - kant gefunctioneer d had , maa r we l beroepe n kon worden. I k vermoed da t d e gemeente va n Loenen z o weini g aanzie n genoot , da t z e e r meestal nie t i n slaagd e o m ieman d ander s da n een proponen t t e beroepen . Proponente n hoefde me n trouwen s minde r t e betale n da n ervaren dominees .

Hierboven i s a l gezegd , da t Bekke r zij n be - roep naa r Loene n al s ee n geschen k ui t d e he - mel zag. Maar hi j besefte ook , dat dit geschen k een keerzijd e had . I n 167 9 lie t hi j aa n d e Am - sterdamse predikan t Va n Nieuwenhuise n we - ten, da t hi j zij n vertre k vanui t Franeke r (een e vermaarde Stad ) naa r Loene n (ee n Dorp ) be - schouwde al s ee n verlagin g va n zij n status . E n niet allee n zij n aanzie n gin g ero p achteruit : hi j maakte immer s ee n overstap tot veel kleindere gemeinte en minder inkomen. Maa r n a all e con - flicten i n Frieslan d wenst e hi j sijne dagen...

voortaan in vrede te slijten. Hi j beseft e da t hi j zich daarvoor wel rusti g moest houden . In 1679 schreef hi j dat hi j sinds zijn vertrek ui t Franeke r met mond en penne gesweegen had . Tussen 1670 en 1683 zijn er inderdaad geen geschrifte n van zijn hand gepubliceerd.

Dat Bekke r i n Loene n i n inkome n achterui t ging, kwa m nie t allee n doorda t Loene n vee l kleiner wa s da n Franeker . I n 167 4 was Loene n er namelij k slech t aa n toe . Twe e jaa r eerde r (tijdens he t 'Rampjaar' ) hadde n d e Franse n e r flink huisgehouden . D e Hervormd e gemeent e was begi n 167 2 naa r Amsterda m gevluch t e n bleef daa r tot d e aftoch t va n d e Franse n (ein d 1673). He t kastee l Kronenbur g wer d doo r d e Fransen beze t e n voo r ee n groo t dee l ver - woest. Ook het dorp i s niet aan plundering ont - komen. Kerk , pastorie e n kosteri j hadde n daar - bij blijkbaa r schad e opgelopen . I n 167 4 liete n

266 TVE 30e jrg. 2012

(9)

Loenen aan de Vecht. Et s uit 1745 .

yCct Ï2><?rp ZOJBXEJT, nercns

ran- .. *'7t'swer~/5cfjé !i) /fvemenmtra. Jj-sfyï/lafft ae TROEVEN arcc u: /fctmfiióuar/,

Hendrick Ockhuijsen , kerkmeester , e n Tijme n Sijmonsz, ouderling , aan d e classi s Amsterda m weten da t de gemeente d e kosten van de repa- ratie nie t ko n opbrengen. Zij verzochten d e ge- meente t e ontlaste n va n haa r aandee l i n he t traktement va n d e predikant . D e classi s wee s dit verzoe k af , maa r besloo t d e gemeent e we l een/gen penningen t e schenken.3

Over Bekker s contacte n i n Loene n i s nie t veel bekend . Zijn hoogleraa r ui t Groningen , Ja- cobus Alting, heeft he m i n 1675 no g i n Loene n opgezocht. E n Bekke r wisseld e verze n ui t me t Dirk Schelte , juwelierhoude r va n d e Ban k va n Lening i n Amsterdam. Schelt e wa s ee n vermo - gend man , die i n Baambrugg e d e buitenplaat s Scheltevegt (late r Bassenho f genaamd ) bezat . Schelte i s beken d geworde n al s d e make r va n koddige gedichte n e n gelegenheidsverzen . Hi j ging zowe l me t Bekke r al s me t Homm a om .

Bekker kende hem waarschijnlijk via de Amster- damse kerkenraad: Schelte was daar diaken. Hij stuurde in 1676 Bekker het volgende vers:

Heer Bekker, hier 's een vriend, die my iets wil bewyze,

('t Gee n ik niet denke n kan) in 't Boek de Vaste Spyze,

Ey'. zoo gy 't heen en weer ter leen wat mis- sen kund,

Geeft Toonder dezer 't mee, als gy 't my zoo langgund.

Een andere kee r heef t Bekke r he m d e volgen - de uitnodiging gestuurd:

Myn Heer, en Vriend, Lees of 't u dient

Lust 'et u, van Schelte-Vegt, Eens naar Nigtevegt te gaan, Langs de Vegtse wil'ge laan, En met zand verhoogde paan,

TVE^oejrg. 2012 267

(10)

Laurent/us Hommo. Ets van Johan Stalvoort.

Zonder vegten, zonder slaan, Als het noenmaal is gedaan, En uw maag by my te laan, Met een sober moesgeregt;

Zoo verwagt ik u tot mijnent . Laat myn bidden u bewegen, En myn hoope niet verlegen, Gaan we dan, op 's Weeren wegen,

£n wy kouten eens ter degen, Dat ons d' Hemel-leidsman zegen, Tot die rys ben ik genegen, Kuilenburg wag t my tot zynent.

Mij, dien gij kend, En tot uw wend.4 B. BekkerV.D.M.S.T.

Na alle commoti e ron d he t beroe p va n Bekke r lijkt zij n eigenlijke verblij f i n Loene n rimpelloo s verlopen t e zijn . D e jaren i n Loene n e n Wees p gelden al s jaren di e Bekke r i n all e rus t aa n zij n studie e n zij n gezi n heef t kunne n wijden . I n Loenen werd zij n zoon, Henricus Bekker , gebo-

ren. Ui t he t hierbove n geciteerd e ver s e n ui t Bekkers reisbeschrijvin g van 1683 kun je opma- ken, da t ee n va n Bekker s activiteite n i n d e Vechtstreek he t make n van wandelingen i s ge- weest. Voor ee n rusteloz e gees t wa s di t onge - twijfeld nie t voldoende . A l sne l moe t hi j ont - dekt hebben , da t Loene n t e klei n voo r he m was.

Weesp

Lang heef t Bekke r nie t i n Loene n gestaan . A l na twe e jaa r (du s i n 1676 ) wer d hi j beroepe n naar Weesp , wel k beroe p hi j accepteerde . Hi j werd daar op 12 juli 1676 bevestigd.

Zoveel voete n i n d e aard e al s zij n beroe p naar Loene n had , zo rimpelloo s verlie p zij n be- roep naar Weesp. De kerkenraad berie p Bekke r met algemen e stemme n n a ee n eerst e voor - dracht va n veertie n name n e n ee n nader e voordracht va n vier . Oo k d e magistraa t va n Weesp e n d e classi s Amsterda m stemde n di - rect me t he t beroe p in . D e verhouding tusse n magistraat e n kerkenraa d wa s i n Wees p we l anders da n i n Loenen . I n Weesp ware n d e ka - tholieken a l i n 162 1 ui t he t stadsbestuu r ver - dwenen. Bovendie n ware n divers e burgemees - ters en schepenen lid van de kerkenraad.

Net al s Loene n ha d Wees p t e lijde n geha d van de oorlog tegen Frankrijk . D e stad ha d ee n belegering doorstaa n e n o p he t omliggend e platteland hadde n d e Franse n flink huisgehou - den. E r moeste n voo r d e talrijk e weze n flinke uitgaven worden gedaan. Zeker de helft va n de vele katholieke n wa s n a 167 2 ui t Wees p ver - trokken, omda t z e aangezien werde n voo r col - laborateurs me t d e Fransen . Dit betekende ee n klap voo r d e economie : noga l wa t bierbrou - wers bijvoorbeel d ware n katholiek . Omda t he t stadsbestuur kra p bi j kas zat, had men er bij de kerkenraad o p aangedronge n o m d e beroeps - procedure zo kort mogelij k te houden, hetgeen dus ook gebeurde .

Is er ove r Bekker s jare n i n Loene n a l weini g bekend, ove r zij n jare n i n Wees p z o mogelij k nog minder . I n Wees p ware n e r steed s twe e

268 TVE 30e/'rg. 2012

(11)

Plattegrond van Weesp door Blaeu (ca. 16S0).

predikanten tegelijk . Bekker s colleg a wa s Aegi- dius d e Raedt , ee n ma n di e algemee n gelief d was. Ho e de relatie tussen D e Raedt e n Bekke r was, blijk t ui t ee n geschrif t da t jare n late r ge - publiceerd werd , toe n he t rumoe r ron d Bek - kers boe k D e betoverd e weereld ee n hoogte - punt bereikte . He t geeft on s tegelijk ee n inkijk - je in d e manie r waaro p Bekker s tegenstander s toen te werk gingen. Zij zochten rusteloo s naa r informatie waarme e hi j zwartgemaak t ko n worden, ongeveer o p d e manier waarop di t te- genwoordig i n d e Amerikaans e politie k ge - beurt. Twe e va n Bekker s tegenstanders , d e Nieuwendamse predikan t Va n de r Hoogh t e n de Amsterdamse procureu r Lansman , probeer- den i n 1692 aan te tonen , dat D e Raedt (di e in- middels overleden was) Bekker van ketterij had verdacht. D e Raed t zo u volgen s he n bi j d e be - vestiging va n Bekke r i n Weesp i n ee n pree k a l verdenkingen ove r de rechtzinnigheid van Bek - ker hebbe n uitgesproken . Eers t wer d d e zoo n van D e Raedt onde r dru k geze t o m t e zeggen ,

dat zij n vade r Bekke r a l verdach t ha d gevon - den. Toen deze zich niets daarvan ko n herinne - ren, probeerde n z e D e Raedt s zwager , Aren t Haak, to t d e gewenst e uitspraa k t e bewegen . Tevergeefs. Haa k vertelde : da t ik met Do. de Raadt seer gemeensame ommegang gehad had- de, en dat ik menigmaal met he m van Do. Bek- kers ommegang met hem gesprooken hadde, onder welk gesprek hy mijn seide, dat hy noit met een sijner broederen, waar mede hy om- gang gehad hadde, vrediger, nog minsamer ver- keerd hadde als met Do. Bekker, en dat hy ge- loofde, dat 'er weinige waren, die wisten he t goed verstand dat Do. Bekker in de Codgeleert- he/'d hadde'. Bovendie n heef t Bekke r n a he t overlijden van De Raedt diens plaats waargeno- men o m d e weduwe va n D e Raedt e n haar kin - deren aan voldoende inkome n te helpen.

De jaren da t Bekke r predikan t i n Weesp wa s (1676 to t e n me t 1679 ) heeft hi j nie t allee n i n Weesp doorgebracht . I n 1678 werd hi j namelij k tijdelijk veldpredike r e n heef t i n di e functie el f

TVE 30e jrg. 2012 269

(12)

weken bi j he t lege r i n d e Zuidelijk e Nederlan - den doorgebracht , waa r hi j onde r ander e d e slag bi j Saint-Denis (14 augustu s 1678 ) mee - maakte.

Van Weesp naa r Amsterda m

In 1679 werd Bekke r naar Amsterdam beroepen.

Dit beroep zorgde weer voor veel beroering.

In Amsterdam wa s ee n deel de r predikante n ultrarechtzinnig, ee n ande r dee l na m ee n wa t vrijzinniger standpunt in . Elk nieuw beroe p leid - de to t onverkwikkelijk e taferelen , waarbi j oo k de stedelijk e overhei d betrokke n raakte . Im - mers el k beroe p ha d d e goedkeurin g va n d e magistraat nodi g en die weigerde nogal eens in te stemme n me t d e benoemin g va n ee n ultra - rechtzinnige predikant . I n de tij d da t Bekke r i n Weesp stond , kwamen d e tegenstanders over - een o m ee n ein d t e make n aa n dit soor t tone - len. Di t leidd e to t he t zogenaamd e Amster - dams vredesverdrag (1677). Alle betrokken pre - dikanten erkende n eikaar s rechtzinnigheid , men beloofd e o m broederlij k me t elkaa r o m t e gaan en geen verdachtmakingen mee r te uiten.

Tenslotte spra k me n a f o m allee n no g perso - nen van ee n moderaet en vreedsaem humeur t e beroepen.

De ultraorthodoxe Homma , die zich al verzet had tege n Bekker s koms t naa r Loenen , pro - beerde n u o m Bekker s eventuel e koms t naa r Amsterdam bi j voorbaa t a l onmogelij k t e ma - ken. Hi j wild e he m i n he t vredesverdra g late n uitsluiten. Dit is hem niet gelukt .

In 167 9 kwa m e r wee r ee n vacatur e i n Am - sterdam. Bekke r wer d doo r ee n aanta l predi - kanten voorgedragen , maa r Homm a keerd e zich hie r fe l tegen . In de woorde n va n Bekker : my eerst see r prijsende in alles wat een Pre- dikant met eeren wese n magh ; maar seggende dat h y met reden noch van onreghtsinnighei d verdacht hield . Bekke r boo d Homm a aa n ee n conferentie tusse n he n beide n t e houde n i n aanwezigheid va n ee n zesta l ander e predikan - ten, va n wi e Homm a e r dri e zo u aanwijze n e n Bekker d e dri e andere . Aldu s gebeurde . D e

conferentie duurd e dri e dage n e n dreigd e o p een mislukkin g ui t t e lopen . Pa s n a onderteke - ning van een akte doo r Homm a e n Bekke r wa s de koge l doo r d e kerk . Bekke r ha d hierbi j doo r het sto f gemoeten : i n d e akt e erkend e hi j da t Homma nie t zonde r rede n bezwaa r ha d ge - maakt tege n enkel e punte n i n d e geschrifte n van Bekker ; tevens stemd e Bekke r eri n toe o m voortaan geen Theologisc h geschrif t t e sullen uitgeven sonde r voorgaande Visitatie en Appro- batie des E. Classis.

Op 1 december 167 9 werd Bekke r n u werke - lijk naa r Amsterda m beroepe n e n daa r o p 3 1 december bevestigd . Hi j vertrok ui t Wees p o p een we l hee l ongelukki g moment : o p 2 maar t 1679 was zij n collega Aegidius d e Raed t overle - den. D e Raedts opvolger, Henricu s van Olphen, werd kor t n a Bekker s beroe p (i n decembe r 1679) naa r Alkmaa r beroepen . Wees p heef t daardoor ee n kleine twee maande n geen predi- kant gehad.

1695

Is hierme e he t verhaa l ove r Balthasa r Bekke r en de Vechtstreek verteld ? Nog niet helemaal.

Op 2 5 december 169 5 (dus n a alle commoti e rond Bekker s boe k D e betoverde weereld ) be - zocht Bekke r d e kerkenraa d va n Weesp . Hi j vertelde, da t hi j va n alle s geprobeer d ha d o m de kerkenraa d va n Amsterda m erto e t e bewe - gen o m he m wee r to e t e late n to t he t avond - maal. Alle s tevergeefs . Oo k ee n attestati e waardoor hi j elder s aa n he t avondmaa l ko n deelnemen, werd he m geweigerd. Hi j liet twe e brieven zie n o m zij n verhaa l t e onderbouwen . Hij verzoch t n u d e kerkenraa d va n Wees p o m toelating to t he t avondmaa l i n d e ker k va n Weesp di e hi j ontrent de y/i jaren tijds na zijn vermogen hebbend e bediend nog wel zo veel ge- negenheid te hemwaarts achte te hebben... Hi j veronderstelde da t d e kerkenraa d va n Amster - dam tegenove r he m n u we l ee n ande r stand - punt zo u innemen en oogluikend zo u toestaan, dat hi j in Weesp aa n het avondmaal zo u aanzit - ten. Maa r hi j ha d d e Amsterdammer s schrifte -

270 TV£3oejrg. 2012

(13)

lijk beloof d o m nie t buite n he n o m ergen s aa n het avondmaa l dee l t e nemen . Hi j verzocht d e kerkenraad va n Weesp da n ook o m z o spoedi g mogelijk hierove r contac t o p t e neme n me t Amsterdam.

De kerkenraad va n Wees p antwoordd e he m dat nie t alleenlick sij, maer oo k d e gansche ge- meente hunder stad, na alle kenniss e d/ e sij daerom hadden, hem met volkoomene gene- gentheid en blijschap aen des Heeren Taefel sou- den willen ontfangen. Me n was ook zeer bereid- willig om zijn zaak in Amsterdam te bepleiten.

Namens d e Weespe r kerkenraa d onderna - men ouderlin g Sijmo n va n Paddenburg h (tevens burgemeeste r va n Weesp) e n domine e Johannes Brandolphu s de rei s naa r Amster - dam. Paddenburgh kend e Bekke r ui t de tijd da t deze predikan t i n Weesp was: in die tijd was hi j al ettelijk e kere n burgemeeste r geweest . Brandolphus wa s d e opvolge r va n Bekke r i n Weesp. Daarvoo r wa s hi j predikan t i n Nieuw - Lekkerland geweest . I n een boekj e da t i n 185 9 vanuit bevindelijk e krin g gepubliceer d werd , wordt dez e domine e ee n vijand van ware gods- vrucht genoemd . Hi j zo u verantwoordelij k zij n voor d e grot e onkund e e n ongodsdienstighei d van d e bewoner s va n Nieuw-Lekkerland . D e schrijver wi l hierme e zeggen , dat Brandolphu s niet ultrarechtzinni g was.

De kerkenraad va n Amsterdam lie t d e Wees- pers weten , da t me n bli j wa s da t Bekke r zic h niet onttro k aa n het gezag van de Amsterdam- se kerkenraad. Maar i n Weesp wa s Bekke r aa n het verkeerde adres: hij had zijn verzoek aan de kerkenraad va n Amsterda m moete n richten . De kerkenraa d va n Wees p kree g ee n vee g ui t de pan : d e raa d ha d Bekke r nie t moge n zeg - gen, da t hi j he m graa g zo u toelaten . Hierove r had Weesp niets te vertellen.

Paddenburgh e n Brandolphu s keerde n du s onverrichter zake terug . Z e liete n Bekke r we - ten, wa t d e kerkenraa d va n Amsterda m ge - zegd had . Hi j antwoordde , da t hi j he n dankt e voor hu n inspanning , maa r da t hi j d e zaa k n u maar wild e late n voor wa t z e was. Hi j zou zic h alsnog va n he t avondmaa l onthoude n e n zij n ziel in lijdzaamheid bezitten .

Aanbidding van de duivel. In: J. Tinctor, Tractatus contra sectum valdensium (vijftiende eeuw).

De betekenis van Loenen en Weesp voor Bekker

Bekkers biograa f Knutte l spreek t va n jaren va n ongestoorde arbeid , waari n hi j d e rus t von d waarnaar hi j al zo lan g had gehunkerd. Ander e schrijvers zeggen , dat hi j deze jaren aan de stu - die e n aa n zij n gezi n heef t gewijd . He t klink t alsof Bekke r va n ee n heerlij k ouderschapsver - lof va n vij f jare n heef t genoten . Dach t Bekke r hier zelf ook zo over?

Bekker na m n a zij n vertre k naa r Amsterda m (in 1679 ) e e n ambivalent e houdin g aa n tegen - over zijn verblijf i n de Vechtstreek. We zagen al eerder da t hi j he t beroe p naa r Loene n al s ee n geschenk ui t de hemel betitelde. Maar ook zie n we iet s va n berusting . Hi j legde zic h erbi j nee r dat hie r zij n nieuwe , e n mogelij k zij n laatste , werkplek was : hi j zo u hie r geruste/i/ k zijn kerk- hof gemaakt hebben . Als hi j in de opdracht va n De betoverd e weereld schrijft , da t zij n vrou w hem daarhee n volgde, alsse haren man getrouw

TVE 30e jrg. 2012 271

(14)

was, om soet e n suur me t he m t e meugen , da n klinkt da t also f Loene n zij n ballingsoor d was.

En tegelijk betiteld e hi j d e oversta p va n Fries - land naa r d e Vechtstree k al s ee n degradatie . Hij zag zijn verhuizing naa r Loene n al s een ver - laging van zij n status (van eene vermaarde Stad naar een Dorp!). Intellectuee l ha d Loene n he m weinig te bieden. Bekker voelde no g steeds (en waarschijnlijk steed s meer ) d e aantrekkings - kracht va n een grote sta d en van ee n academi- sche omgeving . Al s hi j zeg t da t d e Heer e de s oogstes genadig e belieft hadde, mij noch over Weesp tot Amsterda m t e roepen, da n klink t da t duidelijk al s ee n veranderin g te n goede . D e plaatsen aa n d e Vech t ware n i n feit e t e klei n voor hem, Amsterdam trok onweerstaanbaar .

Bovendien ha d hij door te zwijge n en door i n ballingschap t e gaa n nie t bereikt , da t e r ee n einde kwa m aa n het 'gedoe'. I n 1676 was e r de actie va n Gedeputeerd e State n va n Frieslan d tegen ee n eventuele benoemin g va n Bekke r i n Franeker e n in 1677 probeerde Homm a he m bi j voorbaat ui t t e sluite n va n ee n beroe p naa r Amsterdam.

Loenen e n Weesp kome n nauwelijk s voo r i n Bekkers geschrifte n va n n a 1679 . Toe n hi j i n 1683 ee n rei s doo r d e Nederlanden , Engelan d en Frankrij k maakte , hiel d hi j ee n reisversla g bij. Daari n vergelijkt hi j plaatsen e n riviere n di e hij tegenkomt me t he m bekende plaatse n en ri- vieren in de Republiek . Hi j noemt hieri n Loene n drie kee r (meesta l gaa t he t da n no g ove r d e Vecht) en Weesp éénmaal. Maar Naarde n kom t negen kee r voo r e n Maarsse n vij f keer . I n he t vierde dee l va n D e betoverd e weere/ d noem t Bekker ee n groot aanta l voorbeelden va n tove- narij e n bijgeloo f di e hi j zel f i s tegengekomen . Bijna a l dez e voorbeelde n kome n ui t Frieslan d of ui t Amsterdam , nie t ee n ui t Loene n o f Weesp. Al s hi j tusse n 167 4 e n 167 9 a' onder - zoek gedaa n heef t voo r D e betoverde weereld, dan valt dat nu niet meer vast te stellen.

Het lijkt erop dat Bekke r in Loenen en Weesp heeft zitte n zwijge n e n zic h verbijten . E r i s niets da t ero p wijst , da t dez e jaren van belan g zijn gewees t voo r zij n ontwikkeling . He t enig e wat w e kunne n constateren , i s dat hi j zic h be -

zighield me t zij n herderlijke taken, met dichte n en met wandelen. En met zijn gezin.

Er i s éé n passag e i n D e betoverd e weerel d waarin Wees p word t genoemd . He t bied t ee n mooi plaatje van het gezin Bekker in deze rusti - ge jaren. Bekker vertelt ove r ee n jongen i n Fra- neker di e hi j tegenkwam , toe n hi j daa r predi - kant was . D e jongen beweerd e toe n da t hi j i n contact me t d e duive l stond . Maar i n 167 4 ver- klaarde hi j da t hi j n u doo r d e duive l geplaag d werd, omda t h y s/c h to t Go d bekeer d had . Hi j begon i n verschillend e huize n t e preke n e n t e catechiseren, totdat d e predikante n zij n vade r verzochten he m daarmee te laten ophouden.

Hy quam by my tot Weesp in 't derde jaar na mijn vertrek van Franeker. (so lang duurt noch d'historie ) eers t klagende dat hem de predikanten hinderden in sijnen yver om Co- des woord en wonderen te melden; (hy was nu meer dan 10. jaren oud) en vraagde of my docht dat sy behoorlijk deden? Ik seide datter order in de kerk moest wesen ; dat ik de predikanten beter kende dan dat sy hem in 't goede souden hindere n wanneer 't met order wierd gedaan: maar dat ik om er grondig af te spreken eerst self eens horen moest hoe dat hy dede. Hy toonde sich daar seer genegen toe: en hadde self al enige goeluiden d'oren jeukerig gemaakt om ook daar by te zijn. Doch ik en liet dat niet toe:

maar wilde dat hy d'eerste proef voor my en mijne huisvrow maar alleen doen soude.

Ik leide hem den groten Bybel voor; maar hy en sagh er niet eens in: neep meest de ogen toe en maakte sulke n misselike n e n belac- chelijk gebaar; dat self mijn soon do e noch een suigeling en op de armen sijner moede r eerst lan g en vreemd op de predikant geke- ken hebbende op 't lest na my en sijne moe- der s/end e lachte ; e n ons , di e ' t quaa d ge- noegh va n selve n hadde n t e swaarder maakte ons daar over in te houden (De be- toverde weereld, deel IV, hoofdstuk IK, § 21).

Met dan k aa n de hee r J. Vree voor zij n hul p e n advies.

272 TVE3oejrg. 201 2

(15)

Noten Literatuur

1. He t zij n twe e penninge n di e geslage n zij n i n op - dracht van voorstanders va n Bekker . Beid e zijn ui t 1692, ee n jaa r n a d e verschijnin g va n he t eerst e deel va n D e betoverde weere/d . D e eerst e i s va n de hand van I. Boskam en heeft al s tekst: 'Wi e ge- makkelijk gelooft , word t gemakkelij k bedrogen' . Afgebeeld aa n de ene kant Bekker , aan de ander e kant d e waarheid, de duive l e n ee n nar . D e twee- de i s gemaak t doo r I. van Dishoecke . Ero p staa t een gedich t va n H . Mie r Kz. : D/ t i s dien schrift doorleerde BEKKER/Die n He/7 en Toovery ondekker / Die hoe getrapt, getergt, noch stil/Zich onderwerp t zyns Heeren wii/Een Man gesont in leer en leven/

Hoe meer verdrukt, hoe meer verheven.

2. I n het archie f va n d e Heerlijkhei d Kronenbur g be - vindt zic h een afschrift va n het verslag van de ker- kenraadsvergadering waari n d e zaa k iet s ander s wordt voorgesteld . Volgen s di t afschrif t dee d d e kerkenraad ee n nominati e va n vie r personen , ui t wie Bekke r me t algemen e stemme n gekoze n werd.

3. Pa s in 169 6 slaagd e d e hee r va n Kronenbur g eri n om d e State n va n Hollan d t e bewege n to t ee n aanvulling va n he t traktemen t va n d e predikan t te Loenen . Het was metee n oo k een forse aanvul- ling: d e State n dede n 15 0 gulden boveno p d e bij - drage va n 25 0 gulde n va n Kronenburg . Bekke r moet i n zijn tijd flink tekort zij n gekomen.

4. Kuilenbur g wa s d e Nichtevegts e domine e Joan van Cuylenborch . Bekke r i s nie t helemaa l duide - lijk: wordt he t sobe r moesgerech t n u bi j hemzel f thuis (te mijnent) o f bi j dominee Va n Cuylenborc h (Kuilenborg wag t my to t zynent). Verde r krij g i k niet d e indruk , da t e r i n Bekke r ee n groo t dichte r verloren i s gegaan.

Bronnen

Stadsarchief Amsterda m (Archie f kerkenraa d en Archief classi s Amsterdam) .

Archief Hervormd e Ker k Wees p (Archie f ker - kenraad).

Utrechts Archie f (Archie f Heerlijkhei d Kronen - burg).

A J . va n de r Aa , Nieuw biographisch antholo- g/'sch, en crit/sch woordenboe k van

Nederlandse dichters. Eerst e dee l A-B , Amster - dam 1844 .

Balthasar Bekker , Beschrijvin g van de reis door de Verenigde Nederlanden, Engeland en Frank- rijk in het jaar 1683 . Naar he t handschrif t uit - gegeven e n toegelich t doo r Jacob va n Sluis, Leeuwarden 1998 .

Idem, D e betoverde weereld (he t vierd e boek) , A m s t e r d a m 1693 .

Idem, Omstandig berigh t va n Balthasa r Bekker , S.T.D. Predikan t t o t Amsterdam , Van sijne particuliere Onderhandelinge met D . Laurenti - us Homma, sal. ged. in sijn leven mede Predi- kant aldaar. Beneffens d'ontdekte lagen van Everhardus van der Hooght , E n Jacob Lans- man tegen denselven, Amsterda m 1693 . J. van Dam , Het leven en sterve n van Petru s van

der Velden , Nieuwpoor t 1859 .

Diverse auteurs , 'Lezinge n gehoude n o p ee n studiedag ove r Balthasa r Bekker' , in: It Beaken, Tydskrift fan de Fryske Akademy, jrg . 58,1996.

W.P.C. Knuttel , Balthasar Bekker, de bestrijder van he t bijgeloof, De n Haa g 1906 . S. van de r Linde , 100 0 jaar dorpsleven aan de

Vecht. Loenen aan de Vecht 953-1953 , Loenen , 1954-

Jacob va n Sluis (uitg. ) Bekkeriana, Leeuwarde n 1994.

Gertjan Verhag e e n Kee s d e Kruijter , 'Vervolging va n d e rooms-katholiek e bevol - king', in : Vechtkron/ek, 2001.

Aukje Zondergeld-Hamer , Geschieden/' s van Weesp. Van prehistorie tot de moderne tijd, Weesp 1990 .

Idem, Ee n kwestie van goed bestuur . Twe e eeu- wen armenzorg in Weesp (1590-1822) , Hilver - sum 2006 .

TVE^oejrg. 201 2 273

(16)

Het hui s Steevlied in Baarn

Geschiedenis van een verdwenen buitenplaats

Robbert Jan van der Maal In het noordwesten van de gemeente Baarn is in de tweede helft van de

negentiende eeuw de meeste bebouwing gesloopt en niet vervangen. Naast het bekende huis Drakenburg bleef ook de buitenplaats Steevlied dit lot niet bespaard.

Steevlied moet een grote buitenplaats geweest zijn, te oordelen naar onder meer de maatschappelijke positie van de bewoners door de eeuwen heen en

beschrijvingen van inboedels. De bewoners behoorden allen tot de hogere sociale klassen en waren veelal actief als koopman of bestuurder. Desondanks is er maar weinig geschreven over de geschiedenis van deze buitenplaats. Uit dit artikel zal blijken, dat deze geschiedenis nauw verbonden is met die van het huis Eemlust in Eemnes, boerderij Ravestein, kasteel Groeneveld, kasteel Drakenburg, villa Rusthoek en de burgemeestersfamilie Laan.

Gemeentearchivaris J.C.F , baro n d'Aulni s d e Bourouill heef t ron d 1900 uit he t archief va n he t gerecht Baar n d e nodig e aantekeninge n ge - maakt me t betrekkin g to t Steevl/ed . Oo k blijk t dat d'Aulnis toegan g gehad heeft tot he t huisar - chief va n kastee l Groeneveld . D e aantekeninge n van d'Aulni s zij n ee n belangrijk e bro n gewees t voor meeste r Pluim s standaardwerk ove r de ge- schiedenis van Baarn.1

Door uitvoeri g onderzoe k i n he t Utrecht s Ar - chief, het Stadsarchief Amsterdam, het archief van de familie Taets van Amerongen e n nader genea- logisch onderzoek naar de bewoners is het nu mo- gelijk de geschiedenis van het huis Steevlied en zijn bewoners te reconstrueren. De aandacht i s hierbij uitgegaan naa r de zeventiende to t e n met d e ne- gentiende eeuw. Nader onderzoek naar de ontgin- ningsgeschiedenis van de Baarnse venen en kadas- traal onderzoe k za l mee r informati e verschaffe n over d e periode s daarvoo r e n daarn a e n over d e bij Steevlied behorende huizen en landerijen.

Het hui s Steevlied Ligging van Steevlied

De kave l waaro p he t hui s Steevlie d gestaa n heeft, strekt e zic h ui t vana f d e huidig e Oud e

Amsterdamse Straatwe g to t aa n d e Gooiers - gracht, d e gren s tusse n d e provincie s Utrech t en Noord-Holland . Te n noorde n wer d hi j be - grensd door ee n strook grond met daaro p boer - derij D e Catoenbaal, di e to t aa n d e gren s me t Eemnes liep . D e zuidgrens wer d gevorm d doo r de huidig e Zandheuvelweg . Tussen he t aa n d e zuidzijde gelege n Drakenburg, da t direc t aa n Groeneveld grensde , e n d e Zandheuvelwe g la g nog ee n perceel : D e Langenhoef. Dich t aa n d e weg ston d tusse n Steevlie d e n D e Langenhoef de herber g D e Steenkamer. He t hui s Steevlie d lijkt bi j bestuderin g va n ee n kadasterkaar t ui t 1832 e n ee n recent e luchtfot o gestaa n t e heb - ben waa r n u d e parkeerplaat s va n Nijho f is . Hieruit blijk t da t d e we g naa r Eemne s late r i n westelijke richtin g verlegd is.

Bij he t hui s hoorde n ee n oranjerie , ee n tuin - manswoning, ee n stal , ee n koetshui s e n d e boerderijen (Klein ) Steevlie d e n D e Zandheuvel.

De oranjeri e e n tuinmanswonin g werde n ron d 1960 gesloopt . Boerderi j De Zandheuvel bestaa t nog steeds.

Oudste vermeldingen

De grot e buitenhuize n aa n d e later e postwe g van Amsterdam o p Arnhem,2 zoal s Soestdijk e n Groeneveld, dateren uit de zeventiende eeu w e n

274 TVEjoejrg. 201 2

(17)

werden doo r rijk e Amsterdamse koopliede n ge - bouwd. D e ridderhofsta d Drakenburg beston d al i n d e veertiend e eeuw . Afgaan d o p d e naa m Stee-vlied, vluch t ui t d e stad , ligge n ee n date - ring i n d e zeventiend e eeu w e n d e herkoms t van de bouwheer/bewone r ui t ee n stad voor d e hand. I n dez e period e verruilde n vel e gegoed e kooplieden e n regente n i n de zome r d e drukk e en stinkende sta d voor d e frisse luch t e n de stil- te van de bekoorlijke Baarns e bossen. Deze bos- sen ontstonde n pa s doo r aanplantin g voo r d e jacht i n d e zeventiend e eeuw , daarvoo r wa s e r een veengebied.

De eerst e vermeldin g va n Steevlied dateer t van 1642 . Het betref t ee n tekening doo r Corne- lls van Nooi t va n ee n stu k land , toebehorend e aan d e hee r Joha n va n Wickevoort , groo t 6 3 morgen e n 29 3 Stichts e roeden.3 I n d e boede l van dez e Ja n va n Wickevoort , waarva n i n 167 9 een inventari s opgemaak t werd , bevonden zic h in he t kantoo r eenige betaelde reeckeningen van 1640 to t 167 8 indui/ s raeckende de saecken e n hui/shoudinge o p Steevliet.4 He t i s aannemelij k dat Va n Wickevoor t d e eerst e bewone r e n bouwheer va n Steevlied was . Mogelijk wer d he t huis da n i n 164 0 gebouwd . Nie t lan g daarvoor , in 1626, behoorde d e grond no g toe aan de heer van Drakenburg , toe n ee n gedeelt e erva n te n westen va n D e Zandheuvel i n erfpach t wer d overdragen.5 De omgeving stond beken d als het 'wilde veen'.

De kaar t ui t 164 2 laa t weliswaa r d e omvan g en grenze n va n he t lan d zien , maa r geef t nau - welijks detail s ove r he t huis . Di t i n tegenstellin g tot ee n kaart van het erf D e Langenhoef uit 1685, die vergezeld gaa t va n twee aquarelle n va n he t huis.6 Ook later e kaarte n geve n weinig informa - tie ove r ho e he t hui s erui t zag . Gemeentearchi- varis d'Aulni s schree f da t mevrou w Laan - Leuveling Tjeen k twe e mooi e stereotoop platen van he t hui s bezat . Helaa s i s nie t beken d waa r deze vroege foto's zij n gebleven.

Een indru k va n d e omvan g va n he t hui s krij - gen w e ui t d e boedelbeschrijvin g va n notari s Pieter Stric k van 1679 : het hui s omvatte d e gro- te Sael, de salet, de met goudlee r behange n da - gelijkse eetkamer , he t voorhui s e n portaa l me t

Foto van omstreeks i960 gemaakt door M.C. de Haan met in het midden de oranjerie en tuinmanswoning van Steevlied.

trap, de grote hoekkame r aa n de noordzijde, de rode hoekkamer , d e studiekamer , d e gang , d e kamer bove n d e keuke n aa n d e noordzijde , d e benedengang, de provisiekamer, d e keuken, het kantoor, d e kelder , d e kleerzolder , he t melk - huis, de paardenstal en het wagenhuis .

De familie Van Wickevoort Jan van Wickevoort

Jan van Wickevoort wer d i n 1593 te Amsterda m geboren e n o p 4 oktobe r va n da t jaa r gedoop t in d e luthers e kerk . Zij n vader , Casper va n Wic- kevoort, wa s me t zij n ouders n a de val van Ant- werpen naa r Amsterda m gekome n e n wa s ee n vermogend lakenkoopma n i n d e Amsterdams e Warmoesstraat. Dez e straat was in die tijd, toe n de grachtengorde l no g nie t bestond , d é ple k waar d e rijk e Amsterdammer s woonden . Ja n woonde daa r i n he t hui s D e Kleijne Wolff, waar Het Moorke n uithing . Di t wa s he t tweed e hui s ten noorde n va n d e Papenbrugstee g e n wa s i n 1598 door zij n vader gekocht.7 Daarvoor , i n zij n jongste jaren , woond e hi j hoogstwaarschijnlij k in dezelfd e straa t o p d e hoe k va n d e Armstee g in ee n gehuur d huis , D e Morriaan, waa r zij n grootvader woonde . Di t hui s wer d mogelij k o p 19 jun i 159 7 getroffe n doo r ee n grot e brand , waarbij ee n groot aanta l huize n i n dat dee l va n de straat verwoest werd.8

Jan trouwde i n 1620 met Elisabet h Ruland e n zij krege n el f kinderen , van wi e e r ach t volwas - sen werden. Zij bleven i n De Kleijne Wolf wonen ,

TVE30ejrg. 2012 275

(18)

Foto van omstreeks 1960 gemaakt door M.C de Haan van de boerderij Klein Steevlied.

waar hi j in 1631 voor d e 200e penning werd aan - geslagen voo r ee n gescha t vermoge n va n f36.000.9 Van Wickevoort handeld e met divers e kooplieden e n familielede n i n compagni e ove r de hel e werel d e n wa s bewindhebbe r va n d e West-Indische Compagnie.10

Na het overlijde n va n zij n vader i n 1634 koch t Jan in 1636 he t hui s i n de Warmoesstraat ui t d e onverdeelde boede l voo r f 24.800. " He t overlij - den va n zij n vade r i s mogelijk oo k he t momen t geweest, da t Ja n genoe g middele n kree g o m een hofsted e buite n d e stad te kopen , zoals zo- veel rijke Amsterdammers deden . Zo'n hofsted e of buitenhui s wer d i n princip e nie t permanen t bewoond. Doorgaan s wer d i n d e period e va n mei tot oktobe r 'buiten ' gewoond . He t wa s ge- bruikelijk da t me n bi j d e zomerverhuizin g naa r de buitenplaat s ee n dee l va n d e meubele n e n het linnengoe d meenam.12 Steevlie d wa s i n di e tijd bereikbaa r pe r koet s e n waarschijnlij k pe r schuit vi a d e Ee m en de Drakenburgergracht . I n de eerste jaren op Steevlied zal het lan d nog ver- der in cultuur gebracht zijn . Uit de kaart van Van Noort ui t 164 2 blijk t da t 3 4 va n d e 6 2 morge n land beston d ui t huevelkens , plaghlant, wtgegra- ven veen ende vullingh.

Tussen 165 5 e n 167 0 trouwde n vie r va n Jan s acht kinderen . Casper e n Jacoba huwde n beide n met telge n ui t d e rijk e suikerbakkersfamili e Pelt . Anna trouwde met een voor ons onbekend geble- ven heer en Pieter huwde een dochter van burge- meester Huydecoper , waarmee hi j een plaats bin - nen de Amsterdamse elite veroverd had.

In apri l 166 7 wa s Ja n 7 5 jaa r e n met kranck- heijt en swackheijt der lichaeme [...] besocht.' 3

Zijn echtgenote wa s i n 1664 al overleden. Waar- schijnlijk kwa m hi j door zij n gebrekkige gezond - heid o p ee n gegeven momen t nie t mee r i n Am- sterdam, want i n 167 5 bi j de poorterinschrijvin g van zoo n Piete r word t te n onrecht e vermel d dat dien s vade r overlede n is!14 Piete r e n Joha n junior zulle n d e zake n i n Amsterda m zij n gaa n waarnemen e n d e ongehuwd e dochter s Elisa- beth en Catharin a ware n ongetwijfel d belas t met d e zor g voo r hu n vade r e n hu n geestelij k gehandicapte zuste r Constantia.

De bezetting van het Eemlan d door d e Frans e troepen va n Lodewij k XIV in 1672-167 3 za l ee n angstige tij d o p Steevlied gewees t zijn . Indie n zijn gezondhei d he t heef t toegestaan , za l Ja n met zij n ongehuwd e kindere n naa r Amsterda m gevlucht zijn . He t huisgeldregiste r voo r Baar n geeft o p enkel e plaatse n aa n da t huize n doo r de Franse n zij n verwoest . Steevlie d heef t d e oorlog overleefd , maar e r is wel schad e opgelo - pen: de inventaris ui t 167 9 vermeldt i n de provi- siekamer ee n oud eiken kastje da t door d e Fran- sen om stucke n i s gebroocken. Verder e schad e van vernieling , plunderin g o f brandstichtin g i s mogelijk afgekocht.15 Ook op een andere manie r deed d e oorlo g zic h voo r Ja n va n Wickevoor t gelden: o p 7 jun i 167 2 kwa m d e buurma n va n Drakenburg, luitenant-admiraa l Wille m Joseph baron van Cent om bij de Slag bij Solebay.16

In 1675 werd de heer Van Wickevoort me t dri e dochters, drie maagden en twee knecht s aange- slagen voor f 24 familiegeld, ee n n a d e Tachtig- jarige Oorlo g ingevoerd e belasting. 17 D e dri e dochters moete n Elisabeth, Catharina e n Con - stantia zijn . Jan (junior) za l in de Warmoesstraa t de zaken waargenomen hebben .

De laatste jare n va n zij n leve n schijn t Ja n van Wickevoort d e Oud e blin d gewees t t e zijn . Ui t getuigenverslagen wete n wi j da t hi j i n di e tij d ook d e hofsted e Middelhout i n Haarle m al s huurder bewoonde , waa r me n he m menichmo - len door sijn dienaar hebben sien lijden ende nooijt alleenigh heengaen e n waa r hi j oo k d e lu- therse kerk bezocht.18

Op 1 1 jul i 167 8 overlee d d e bijn a 8 5 jaar oud e Van Wickevoor t t e Eemnes,19 denkelij k o p zij n buitenplaats, maa r hi j werd i n Amsterdam i n de

276 TVE 30e jrg. 2012

(19)

Fragment van de kaart van Steevlied door Cornell' s van Noort, 1642. Collectie TvA, inv.nr. 919

MïJddvt

Un-iJtUtte-

0 OjLCm

Nieuwezijds Kape l begrave n in het gra f van zijn grootvader Jori s Rendorp . Me t zij n echtgenot e had hi j op 1 0 november 166 2 een testament ge - maakt o p d e langstlevende , waarbi j all e zeve n dan i n leven zijnde kindere n e n de kinderen va n de vooroverlede n oudst e zoo n Gaspa r to t erf - genaam werden benoemd , ieder voo r ee n acht - ste deel . D e verder e verervin g va n he t erfdee l van d e jongste dochter , Constantia , werd direc t geregeld e n d e goedere n i n Baar n diende n on - verdeeld t e blijve n to t haa r overlijden . Hierui t kunnen wi j concludere n da t zi j minde r valid e was. O p 2 2 januar i 167 6 maakt e Ja n va n Wic - kevoort ee n aanvulling op dit testament . Hi j be- paalde da t d e gehele boede l tot tie n jaar na zijn overlijden onverdeel d moes t blijve n e n i n bezi t zou zijn bij de vier ongehuwde kinderen : Jan, Eli- sabeth, Catharina e n Constantia . Dez e vier zou - den el k f49.60 0 al s bruidsscha t ontvange n e n de ander e kindere n ee n eerde r bepaald e aan - vulling to t f 30.000 . Jan s vermoge n moe t du s op zij n mins t f 320.00 0 bedrage n hebbe n e n daarmee behoord e hi j to t d e rijkst e Nederlan - ders van de Gouden Eeuw.20

De boedel , inclusie f Steevlied, blee f du s on - verdeeld. Steevlied werd vana f da t momen t be -

woond doo r d e vie r ongehuwd e kinderen . Ui t de inventari s va n d e inboede l di e bi j he t overlij - den opgemaak t is , blijkt da t ee n groot dee l va n de administrati e i n Baar n la g e n da t ee n dee l van he t hui s i n d e Warmoesstraa t verhuur d werd. Kennelij k wa s het mogelij k o m oo k vanui t het afgelegen Baar n zaken te regelen.

De erfgenamen van Jan van Wickevoort

Op 1 januari 1685 maakten Johannes, Elisabeth en Catharina va n Wickevoort , wonend e t e Baarn , hun testament. Zi j benoemden d e twee langstle - venden tot universee l erfgenaam , met vruchtge - bruik voor hun zuster Constantia.21 Deze trad nie t op al s testateu r i n di t testament . Zi j moe t nie t lang na het opstellen ervan overleden zijn.

Van 168 7 to t 169 3 lage n d e erfgename n va n Jan van Wickevoort e n Elisabeth Ruland me t el- kaar i n d e clinch . Op 1 1 jul i 168 8 wa s d e termij n voor he t onverdeel d late n va n d e boede l ver - streken, zodat me n tot verdelin g ko n overgaan.

De stiefvade r va n d e kindere n va n Gaspa r va n Wickevoort, Henrico a Möinichen, betwistt e echter d e ontvangs t va n d e f30.00 0 huwelijks - goed e n wilde inzag e i n de administratie va n de boedel. Hij was in 1676 in Kopenhagen i n het hu-

TVE 30e jrg. 2012 277

(20)

weiijk getrede n me t Mari a Pel t e n wa s lijfart s van konin g Christian V va n Denemarken e n Noorwegen. Mari a Pel t was me t haa r twe e kin - deren ma r Kopenhage n vertrokken , waa r haa r zuster Anna Pel t al woonde.22 Ee n procedure bi j het Ho f va n Utrech t wa s he t gevolg . He t i s on- duidelijk waaro m d e executeur s va n he t testa - ment, Piete r e n Johan , de gan g va n zake n trai - neerden. A Möinichen reisd e diverse malen naar Nederland maa r slaagd e e r nie t i n de gewenst e inzage t e krijgen . Hi j wendd e zic h vervolgen s tot d e Nederlands e ambassadeu r i n Denemar - ken, Godart Adriaa n baro n va n Reed e van Ame- rongen, di e probeerd e t e bemiddele n bi j raads- heer mr . Everar d Bekker . Uiteindelij k schree f zelfs konin g Christian een brief aa n het Hof . He - laas beva t he t bewaard e dossie r va n d e rechts - zaak niet de afloop van de zaak.

Jan va n Wickevoor t junio r wa s schou t va n Eemnes-Binnen en verantwoordelijk voo r he t in- nen va n divers e belastinge n i n Eemne s e n i n Baarn. Hi j overlee d ongehuw d tusse n 169 6 e n 1702. Vanaf september 170 2 komen Catharina e n Elisabeth als erfgename n va n Ja n regelmati g voor i n d e handelinge n va n d e vergaderinge n van het gerecht va n Baarn . Zij waren nalati g he t familiegeld ove r ee n aanta l jare n t e voldoen , dat Van Wickevoor t i n zij n functi e al s gader - meester van Baarn had geïnd.23

Elisabeth overleed omstreek s 170 5 e n Catha - rina blee f al s erfgenaam achte r o p Steevlied. Zij maakte i n 170 7 te Amsterda m ee n nieu w testa - ment o p waari n haa r broe r Piete r e n zu s Jaco- ba universel e erfgename n waren . I n 171 1 werd de nalatenscha p va n Catharin a onde r voor - waarde va n inventari s aanvaard , hetgeen door - gaans beduid t da t d e schulde n i n d e erfeni s groter kunne n zij n da n d e bezittingen . O p 8 maart 171 3 vond vervolgen s te r verhaa l va n d e schuld aa n he t gerech t Baar n ee n openbar e verkoping plaat s va n d e nagelate n roerend e goederen.24

Zeker tot e n met 171 8 werd e r een proce s ge- voerd tussen het gerecht van Baarn en de erfge- namen van Catharina,25 vermoedelijk no g steeds over he t familiegeld. Piete r va n Wickevoort, be - windhebber de r West-Indisch e Compagnie ,

machtigde al s mede-erfgenaam hierto e o p 12 ju- ni 171 2 Jacob Woertma n om t e procedere n te - gen schout , burgemeeste r e n gerech t alsmed e geërfden va n Baarn.26 Ui t ee n akt e va n 2 0 sep- tember 171 8 blijk t da t Jacob a Pelt , dochte r va n Jacoba Pelt-va n Wickevoort, e n haar aangehuw - de nee f Henri Samue l Crommelin , schoonzoon van Piete r va n Wickevoort , a l jare n procedeer - den ove r d e boede l e n nalatenscha p va n groot - ouders Ja n van Wickevoort e n Elisabeth Ruland en over di e va n Jan, Elisabeth e n Catharina va n Wickevoort.27

Kennelijk hadde n d e erfgename n va n Piete r van Wickevoort , di e i n 172 1 overleed , n a all e procedures he t voll e eigendo m va n Steevlied verkregen, wan t o p 1 5 me i 172 7 transporteer - den zi j seeckere Hofstede genaemt Steevliet , be- staende in een heerenhuijsinge, stal en koetshuis met twee bouwhuijsen d'een e annex de Heeren- huijsingen en d'andere agter op de Santheuve l met d e tuijn, boomgaard, angels, allees, en al het verdere getimmer en plantages mitsgaders d'annex we// , bouw en boslanden groot bij gissin- ge omtren t sest/ g a seventig mergen o p Piete r van Lingen . D e belendinge n ware n d e Hog e Weg te n oosten , d e Hollandsch e Radin g te n westen, d e hee r Geor g Roeter s me t d e hofste - de Langenhoe f e n DeSteenkamer te n zuide n e n de hofsted e D e Catoenbaal te n noorden.28 D e kwitantie me t d e verkoopprij s i s nie t bewaar d gebleven.

De verkoop va n Steevlied betekend e nie t da t de famili e ui t d e buur t verdween . D e inmiddel s verworven onroerend e goedere n i n d e buurge - meente Eemne s werde n aangehouden ; wi j treffen Piete r van Wickevoort e n zijn nakomelin- gen Crommeli n late r aa n o p he t hui s Eemlust . Eemlust i s waarschijnlij k doo r Ja n va n Wic - kevoort d e jong e aangekoch t o f gebouwd . Ge- zien zij n functi e va n schou t e n gadermeeste r van Eemne s wa s he t mogelij k mee r gepas t i n Eemnes t e wonen . W e kunne n slecht s gisse n waarom d e famili e nie t o p Steevlied blee f wo - nen. He t hui s wa s mogelij k inmiddel s wa t ver - vallen e n minde r comfortabe l da n he t modern e Eemlust.

278 TVE30ejrg. 2012

(21)

Fragment van een situatiekaart van het gebied tussen Pijnenburg en de Zuiderzee uit 1662 door R. Ruysch. Coll. Ar- chief Eemland, Stadsarchief Amersfoort, inv.nr. K19-5, nr. 034.

& I

-»i«.v* 1

a

yw£**?*54

Nieuwe eigenaar s Van Lingen

De nieuw e eigenaar , Piete r va n Lingen , wa s schout va n Muide n e n een zoon van Willem va n Lingen, vice-president schepen va n Oud - Loosdrecht.29 Hi j wa s i n 171 7 gehuw d met Jo - hanna Becquer, dochte r va n d e Muidens e sche - pen en burgemeester Joha n Quirijn Becquer , ui t welk huwelij k dri e kindere n werde n geboren.30 Over d e nieuw e eigenaa r e n zij n famili e wete n wij nie t veel . Piete r i s vermoedelijk enkel e jare n na d e aankoop overleden . Mogelij k heef t d e fa- milie he t hui s nooi t bewoon d e n wer d he t ver - huurd.

Op 3 0 jun i 173 6 verkoch t Johanna Becquer Steevlied cum annexi s aan jonkvrouw e Magda - lena d u Boi s de Chaillo u voo r ƒ 10.000. D e over - dracht von d pa s plaat s bi j akte van 2 5 augustus 1740, waarin Jan van Veeren optrad al s gemach- tigde va n zij n schoonzu s Johanna Becquer t e Amsterdam.31 Uit de machtiging blijk t da t o p die datum he t restan t va n ee n lenin g va n ƒ 4.000 ontvangen is,32 waardoor he t transport blijkbaa r mogelijk is geworden. De buitenplaats wer d we l al eerder da n in 1740 betrokken doo r d e nieuw e eigenaar. Gezie n d e omschrijvinge n va n Stee - vlied in de transportaktes, lijkt het of er in de pe-

f

riode Van Linge n weini g verander d i s aa n he t pand en bijbehorende gronden.

Van Alendorp - Du Bois de Chaillou van Alendorp Magdalena d u Boi s de Chaillou kwa m ui t ee n fa- milie va n militairen . Haa r vader , Laurens du Bois, heer va n Chaillou , was ne t al s haa r groot - vader va n moederszijde , jonkhee r Joha n Frede - rik van Alendorp, kapitei n i n Staatse dienst . Vrij- wel zeke r hebbe n familiebande n dez e jonk - vrouw naa r Baar n gebracht. Haa r moede r Mag - dalena Elisabeth van Alendorp, haar oom, Johan Adolf va n Alendorp, en haar achternicht Magda - lena Louise va n Alendorp woonde n namelij k ook i n Baarn , o p d e nabijgelege n hofsted e Ra- vesteln. Daa r za l zi j zel f du s denkelij k eers t ge - woond hebben .

Oom Joha n Adolf va n Alendorp, hee r va n Oudegein, was van 1702-1704 burgemeester va n Baarn.33 Hi j kocht Ravestei n i n 1694 van Jacomi- na van Beeck.34 He t i s onduidelijk wa t Va n Alen- dorp naa r Baarn bracht .

Op 2 8 oktobe r 172 8 maakt e Joha n Adolf va n Alendorp, kanunni k i n het kapitte l van St. Marie te Utrecht , zij n testamen t op . Zij n echtgenote , Maria Machtel d Croock , wa s a l overleden . Hi j vermaakte aa n zij n zuste r Magdalen a Elisabeth van Alendorp, douairièr e d u Boi s de Chaillo u e n

TVE 30e jrg. 2012 279

(22)

Detail van de kadasterkaart uit 1832 van de Gemeente Baarn, sectie C. Hierop staan De Catoenbaal (nr. 23), Steevlied (nr. 26), Klein Steevlied (nr. 31), De Langenhoef (nr. 28) en Drakenburg (nr. 97).

bij haar vooroverlijden haa r twee dochters , jonk- vrouwen Louise e n Magdalena d u Boi s d e Chail- lou (die du s i n 1736 Steevlied kocht) d e inboede l van Ravestein . Zij n zu s kree g oo k he t vruchtge - bruik ove r d e verder e nalatenschap . To t enig e universele erfgenaam benoemd e hi j Johan Adolf du Boi s d e Chaillou , zijn zuster s zoonszoon , on- der de voorwaarde da t deze zijn naam en wapen zou voeren . Wille m Verweij33 di e o p D e Catoen- baal woonde, wer d al s executeur va n he t testa - ment aangewezen . Van Alendorp overleed op 72 -jarige leeftij d o p 2 3 oktobe r 172 9 o p sij n plai- sierplaets Ravestey n onder den gerechte van Baarn en werd te Utrecht begraven .

De verhuizing van Magdalen a d u Boi s de Chail- lou van Ravestein naar he t nabijgelege n Steevlie d lijkt ingegeve n doo r ee n bran d di e Ravestein i n 1736 in de as had gelegd. Uit de resoluties van de Gedeputeerde State n va n Utrech t va n 3 0 apri l 1737 blijk t namelij k da t aa n haar , al s vruchtge - bruikster va n d e nagelate n goedere n va n haa r oom, vrijstellin g wer d verleen d va n betalin g va n het huis - en haardstedengeld.36 D e datum van de brand va n Ravestei n wijs t erop , da t d e daterin g van de huidige boerderij in de tweede helft van de achttiende eeuw juist is.37

Magdalena d u Boi s maakt e 1 6 juni 1745 , zie k t e bedde liggende, haar testament op.38 Zij legateer- de aa n haa r nich t jonkvrouw e Magdalen a Louise van Alendor p a l haa r huisraad , inboede l e n kle - ding. Tot enig e universel e erfgenaa m benoemd e zij haa r nee f jonkhee r Joha n Adolf du Boi s d e Chaillou van Alendorp, die inmiddels de naam van zijn oudoom bi j de zijn e had gevoegd. D e erfenis omvatte het huis Steevlied en kennelijk ook de na- bijgelegen (herbouwde ) hofsted e Ravestein . He t testament wa s med e onderteken d doo r getuig e Jan de Rooi j die ook op Steevlied woonde. Onge- twijfeld is dit dezelfde Jan de Rooij die in 1766 met zijn zuster Marritj e d e boerenwoning direct naas t Steevlied bewoond e e n lan d o p D e Zandheuvel huurde van Jan Lucas van der Dussen.39

Magdalena overlee d nie t lan g daarna e n wer d begraven t e Eemnes-Binne n o p 1 juli 1745 . Haa r achternicht Magdalen a Louise va n Alendorp werd daar op 27 april 1746 begraven.40 De laatste was waarschijnlijk tegelijkertij d me t haa r achter - nicht van Ravestein naar Steevlied verhuisd.41

De nieuw e eigenaa r va n Steevlied , Joha n Adolf baron d u Boi s d e Chaillo u va n Alendorp , werd gebore n o p 2 3 oktober 1723 . Blijkens cor - respondentie me t zij n nee f Simon Petrus baro n

280 TVE^oejrg. 2012

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

werk en scherven-rapen (wat enkele weken later onder zijn leiding reeds voor een eerste keer gebeurde door een groep leden van de NJBG)j dhr Kolker wees

's Maandaghs den 11,de Loopgraven zeer voortgezet zijnde,stelde Don Francisco d 'Augourt o , Luytenant G e ­ neraal van de Spaanse Ruytery (Commandeerende de

Deze voelde echter niet veel voor koudlak-aardewerk noch voor de heer M.Honigh en verbond aan zijn terugkeer in de fabriek te Huizen de voorwaarde, dat hij een

(Met zijn halfbroer Jan zal hij te veel in leeftijd verschild hebben.) Nog als knaap is het sterk aangegrepen door de dood van zijn halfzuster Emmitje (nauwelijks 20

Toen men het later weer trachtte te reinigen, bleek het bloedbevlekte niet meer te verwijderen te zijn, zo wordt ons door de oude kroniekschrijver medegedeeld.

Hilversum 3 July 1826 Ten gevolge van het verzoek door den heer Hent- meester van Zijne Koninklijke Hoogheid den heere Prinse van Oranje te Zoestdijk gedaan,

In de tijd van pastoor Hilhorst woonden er nog geen millionairs in ons dorp. Men krijgt de indruk, dat het vrijwel voor iedereen zuinig leven was. Toch wilde

Er kwam geen beweging meer in,want Vos weigerde tolgeld te betalen en tolbaas Kauderer gesteund door de marechaussee weigerde de tolboom te openen als er niet