• No results found

TUSSEN VECHT EN EEM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "TUSSEN VECHT EN EEM"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TUSSEN VECHT EN EEM

Centrale Organisatie van Vrienden van de Historie

van het Gooi en Omstreken

(2)

I

(3)

Tussen Vecht en Eem , Jaargang_^2,___afl^,___april__197_2 • DE DORPSKERK VAN LAREN

In het verleden heeft de oude dorpskerk van Laren nooit veel de aandacht getrokken. Een poging tot sa­

menvattende beschrijving van de geschiedenis van het eenvoudige bouwwerk is tot nu toe nauwelijks onderno­

men. In het hierna volgende opstel willen wij proberen in deze leemte te voorzien.

Vermoedelijk stond de oudste kerk van het Gooi op een hoogte tussen Laren en Hilversum, thans bekend als het Janskerkhof. Over het ontstaan van de oude bede- plaats doen verschillende verhalen de ronde.')

Vanuit alle Gooise dorpen liepen door het vrijwel nog woeste gebied paden naar de hoogte, waar alle gelovi­

gen van de streek ter kerke gingen. De situatie is enigszins te vergelijken met een nog bestaande in Zuid- west-Drente. Daar ligt temidden van bouwlanden, bos­

sen en woeste gronden een kerk, die sedert mensenheu­

genis het geestelijk middelpunt vormt tussen de dorpen Havelte, Uffeite, darp en Eursinge.

In de l^de eeuw nam de bevolking van het Gooi toe en langzamerhand kregen alle dorpen een eigen kerkge­

bouw. Het laatste schijnt Laren aan de beurt te zijn geweest. Dat lag ook wel voor de hand, want het dorp lag het dichtste bij het Janskerkhof en wat betekende vroeger een kwartier of twintig minuten lopen ?

Op de zogenaamde Ronde kaart van Gooiland staat het dorp Laren nog weergegeven zonder kerk. Bij het Janskerkhof staat eveneens ’Laren’ vermeld.2) Op die kaart staan wel de torens van Eemnes-Buiten, Nieuw- Loosdrecht en Loenen, die tot stand kwamen tussen 1500 en 1520. De kerk van Laren zou er dus omstreeks 1520 niet gestaan hebben. Dit klopt wonderwel met het op­

schrift, dat in de meest oostelijke balk van het thans nog resterende kerkgedeelte vermeldt:

"Ons lambts 1 5 2 1 mr lubbïs X V CXXI", hetgeen in­

houdt, dat Lambertus en meester Lubbertus in 1521 de kerk bouwden. Helaas is het inschrift slecht zicht­

baar, omdat het aan de onderzijde van de balk is aan­

gebracht en het klankbord boven de preekstoel er vlak

onder hangt. TVE.2-^1

(4)

De kerk bestond in de late middeleeuwen uit een zeer kort koor aan de oostzijde, bestaande uit één recht muurvlak begrensd door twee steunberen (één travee) en een driezijdige sluiting en een iets hoger schip van zes traveeen lengte (waarvan de meest wes­

telijke korter is dan de andere) en een toren, be­

staande uit twee geledingen met een vierkante platte­

grond, overgaande in een open derde lid met achthoe­

kige plattegrond. De zijden, die uit het vierkant op­

rijzen, zijn wat breder dan de afschuiningen, zodat de doorsnede van de klokkeverdieping geen gelijkzijdige achthoek is. Dit manifesteert zich ook in de galmga­

ten: twee in een brede zijde en één in een smallere afschuining. De toren werd gedekt door een achtzijdige

spits, waarvan de voet schuil ging achter een gemet­

selde borstwering. In het vlakke onderste lid is aan de westzijde een spitsboognis, waarin de ingang, die toegang geeft tot een ruimte met gemetseld kruisge­

welf. De onderste twee meter van de toren werden ge­

metseld in een rode steen, daarna overgaand in een gelere. Deze soort verschillen komt in de middel­

eeuwen meer voor. Het was vaak moeilijk van een zelf­

de steenveld of uit eenzelfde gebied bakstenen te betrekken.

Het schip van de kerk kon betreden worden vanuit het torenportaal, door een ingang aan de zuidzijde en één aan de noordzijde, beide in de vierde travee van het westen gerekend. De vensters, die de kerkruimte verlichtten, werden verdeeld door een gemetselde stijl, die zich in de spitsboog in tweeën splitste.

De openingen waren bezet met glas in lood.

De ruimte werd overdekt door een kap, die een houten tongewelf omspande. Deze gewelfvorm is in de delen van ons land, waar de bodem weinig betrouwbaar was, zeer gebruikelijk, maar op de zandgronden zijn ook stenen gewelven toegepast. 3)

Het arme Laren had vermoedelijk geen geld genoeg om een ingewikkeld stenen gewelf te betalen. De trek- balken aan de voet van de kap kregen steutelstukken, muurstijlen en kromme korbelen daartussen, die tesamen dienden om de stijfheid van muren en kap te waarbor­

gen. De sleutelstukken werden volgens gotische tra- TVE.2-^2

(5)

ditie versierd met zogenaamde peerkralen.. De trekbal- ken, nog steeds aanwezig, zijn onregelmatig van vorm Ze zullen met het andere kaphout uit het Gooyersbos ten zuidoosten van Hilversum gehaald zijn. In die tijd was het gebruikelijk, dat men het hout ging halen in één van de stapelplaatsen van eiken balkhout, behalve als men het in de buurt voorhanden had. De daksporen en het wagenschot voor het gewelfbeschot zullen de bouwers in Amsterdam hebben gekocht. Daar was het ge­

zaagde hout in grote hoeveelheden voorradig, k )

Het dak zal met leien gedekt zijn geweest.

Op de bovenbeschreven wijze komt de kerk nog voor op een gravure van H.Spilman uit het midden van de l

8

de eeuw. Aan de zuidzijde beeldde de graveur voor de ingang een portaaltje af met ernaast nog een aanbouw met een schoorsteen op het dak, vermoedelijk dus de consistoriekamer.

Inmiddels was er met de kerk nog wel het één en ander gebeurd. De woelingen van de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog zullen aan het dorp en het gebouw niet geheel zijn voorbijgegaan. Hoewel de ver­

woestingen elders in het land veel groter zijn geweest dan in het Gooi, 5) moet er toch wel schade zijn ge­

weest.De kerk van het naburige Eemnes-buiten heeft zelfs ernstige schade gehad. De herbouw nam in de moeilijke jaren rond l600 geruime tijd in beslag. In l

6

l

8

bepaalden de Staten van Holland, dat zij de her- stelkosten van de kerk te Laren zouden voldoen, omdat de dorpelingen niet in staat waren de kosten bijeen te brengen. Voorwaarde was, dat het gebouw voor eigen rekening moest worden onderhouden. Wat er toen her *• steld is weten we niet precies. De kap van de kerk bezit nu nog vele middeleeuwse onderdelen, zodat we moeten aannemen, dat die niet vernieuwd werd. Alleen van de torenspits weten we, dat die wel vernieuwd werd .

Inmiddels was in

1586

de kerk op het Janskerkhof afgebroken omdat ze heimelijk door de katholieken werd gebruikt.

De overgang naar de Reformatie had voor gebouw en gemeente natuurlijk gevolgen. In l605 werd Blaricum kerkelijk gescheiden van Huizen en bij Laren gevoegd.

TVE.2-^3

(6)

Het predikantenbord boven de dichtgemetselde zuider- deur getuigt daar nog van. Blijkens datzelfde bord deelden Laren en Hilversum van 1590 tot l605 hun predikant. Omstreeks 1738 werd het bord vergroot en bood ruimte tot 1865.

De kerk kreeg in de loop van de 17de eeuw nieuw meubilair, een preekstoel op een rijkversierde voet, volgens reformatorisch gebruik omgeven door een doophek, dat het jaartal 1672 draagt. De plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders kregen een tweetal speci­

ale banken, de zogenaamde herebanken. Er waren overi­

gens in de oude kerken veel minder banken dan er in de 19de eeuw in zijn gekomen. Er werd namelijk regel­

matig in de kerk begraven en daarvoor waren zware banken een groot obstakel. Vaak bracht men zelfs zijn eigen stoel van huis mee.

Daar het priesterkoor van de middeleeuwse kerk in de reformatorische dienst geen functie meer had kwam het buiten gebruik. De preekstoel kreeg een plaats aan de westzijde van de kerk bij de toren, zodat juist andersom werd gekerkt als voor de Reformatie. Het koor komt nog voor op een gravure, die H.Spilman in 1739 van de kerk maakte. Toen in 1817 de straatweg naar Naarden werd aangelegd moet het koor reeds zijn verdwenen, omdat de weg gedeeltelijk de plaats van het oude koor inneemt.

In 1 8 ^ werd het kerkgebouw uitwendig geheel ge­

pleisterd en naar de mode van die tijd aan de oostzij­

de voorzien van een ingangspartij in een mengeling van neoklassictische en neogotische vormen, geflan­

keerd door twee zware pinakels op de hoeken aan de zuid- en noordzijde. De vensters kregen gietijzeren ramen. Het dak was gedekt met leien. De toren, eigen­

dom van de burgelijke gemeente, bleef ongepleisterd en kon bij een restauratie in 1917 eenvoudig hersteld worden. Inwendig werd er vermoedelijk weinig aan het gebouw veranderd. De preekstoel stond tegen een wand, die éen travee vanaf de toren dwars onder het houten tongewelf was geplaatst. Tegen de noord- en zuidmuur stond een herebank en daartussen was het 17de eeuwse doophek opgesteld. Zo trof in 1922 de heer W.Schee­

pens , bouwkundige van het Rijksbureau voor de Monu- T VE.2-kk

(7)

mentenzoyg, de kerk aan, toen hij de eerste voorberei­

dingen trof om tot restauratie van het gebouw te ge­

raken. (In 1912 werd nog over afbraak gesproken). Hoe Monumentenzorg over de kerk dacht kan blijken uit een

advies van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg aan de minister van Onderwijs, kunsten en Wetenschap­

pen van 1923: 'Uit architectuur-historisch oogpunt is het kerkje, welks mooie toren vroeger met Rijkssubsi­

die werd gerestaureerd, van uiterst gering belang.

Onaanzienlijk en klein (het meet niet meer dan 20 x 6,80 M), en zóó uiterst sober behandeld, dat eenig opmerkelijk detail nauwelijks valt aan te wijzen, kan het zelfs bezwaarlijk een "monument" worden genoemd, tenzij dan in dien zeer ruimen zin, waarin elk voort­

brengsel van menselijk kunnen een gedenkteken kan wor­

den geheeten'. Toch vond men behoud wenselijk, omdat het gebouwtje inwendig charme bezat en het deel uit­

maakte van één van de mooiste dorpsgezichten van ons land.

De leiding van het werk had de architect van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg H.Onnes, de stuwen­

de kracht in de kerkvoogdij was jhr. AE.van Humalda van Eysinga. De restauratie begon in februari 1926 en was klaar in december van hetzelfde jaar.

Het hele gebouw werd ontpleisterd en voorzien van een nieuwe mantel van oude baksteen. Drie vensters, dichtgemetseld met klei nere bakstenen, werden weer geopend. De ingang onder de toren werd weer bruikbaar gemaakt en de oostelijke toegang verdween. De kansel kreeg een plaats tegen de oostmuur, weer omgeven door doophek en herebanken. Het dak kreeg nu pannen in plaats van leien. De kerk kreeg een nieuw orgel bij de toren, waartoe één der trekbalken aan de voet van de kap moest worden weggenomen. Waar het oude l8de eeuw- se kabinetorgel is gebleven is ons niet bekend. De ruil is sleacht bevallen, want in 19^ 8 kwam weer een nieuw orgel, gebouwd doorde firma Spanjaard in Alk­

maar .

De architekt Onnes, wiens ƒ 2000.- honorarium door het Rijk bij de ƒ 1000.- subsidie werden geteld, mocht van de kerkvoogdij een boek uitkiezen. Hij vroeg Viollet le D u e ’s 'L'Histoire d !architecture' maar kreeg de

T VE.2-^5

(8)

gehele kapitale 'Dictionnaire'. In de brief van jhr.

van Eysinga, waarmede dit werk werd aangeboden, ein­

digt aldus:

:Vanavond was de Heer Hosang bij me met nog ande­

ren en speelden sjoelebak. De Heer Hosang is lid van de gemeenteraad geworden'. Welk een zalige tijd !

De restauratie, begroot op ƒ 21.000.- kostte ƒ 26.705*- Het Rijkssubsidie werd van ƒ 1000.- op ƒ 2500.- gebracht. De gemeente Laren droeg ƒ 5000.- bij

In 19M4-- 'i+5 had men plannen aan de noordzijde van de kerk een dwarsarm aan te bouwen, wat gelukkig niet is doorgegaan. In 1952 wilde men het doophek wegnemen, maar van dit voornemen werd afgezien ne bezwaren van de Rijkscommissie voor de Monumenten­

zorg. In i960 gingen er weer stemmen op het doophek te laten verdwijnen, maar het staat er nog steeds ...

Eind 1 9 6 5 deelde het gemeentebestuur mede, aan het ministerie van C.R.M. dat aan de gemeente een klokkenspel, bestaande uit 38 klokjes, zou worden geschonken, dat op 10 maart 1966 in gebruik zou wor­

den genomen. De ministeriele goedkeuring werd ver­

kregen op 29 maart 1966.

Zo staat daar de eenvoudige dorpskerk temidden van het bruisende leven van de tweede helft van de 20ste eeuw, juist ^50 jaren oud. Het is geen inte­

ressant gebouw, maar de eeuwen schreven hun geschie­

denis in dit Erfdeel der Vaderen.

Met het voorgaande is die geschiedenis op papier vastgelegd.

Amsterdam, Kerstmis 1971 H.JANSE

Hoof dar chit eet b . d .Rijks diens tv . d .Monumentenzorg.

Voetnoten.

1. J . D . C .v.Dokkum, Het Gooi, Amsterdam 1921, 12^-126.

H.Blink, Ons Heerlijk Vaderland, Rondom de Zuiderzee, Amsterdam z.j. (1907). 121-123 W.J.Rust, De Gooise Dorpen, Amsterdam 19^3, 8 2. A.C.J.de Vrankrijker, Stad en Lande van Gooi­

land, Bussum 1968, afb.2

3- H.Janse, Stads- en dorpskerken in Noord-Hol- land, Zaltbommel 1969, 25-26

TVE.2-46

(9)

H . J a n s e , B o u w e r s en bouwen i n h e t v e r l e d e n , Z a l t b o m m e l 1 9 6 5 , 37-*+*+

3» H . J a n s e , De l o t g e v a l l e n d e r N e d e r l a n d s e k e r k ­ g e b o u w e n , Z a l t b o m m e l 1 9 6 9 , 6 *4- 7 7 .

EEN PRENT HERKEND { j

. L a n d s chap___op_ de z . g . K a a r t v a n P e r k . De i n 18*4-5 u i t g e g e v e n l a n d k a a r t v a n G o o i l a n d , d i e op i n i t i a t i e f en o n d e r l e i d i n g v a n n o t a r i s A l b e r t u s P e r k d o o r e e n a a n t a l s a m e n w e r k e n d e d e s k u n d i g e n i s v e r v a a r d i g d , b e v a t - n a a r h e t l i j k t a l l e e n a l s v e r s i e ­ r i n g - mede e e n g e t e k e n d l a n d s c h a p j e , d a t b l i j k b a a r a l s t y p i s c h G o o i s b e d o e l d i s , m a a r d a t - t e n m i n s t e i n d e t w i n t i g s t e eeuw - n i e t m e e r g e l o c a l i s e e r d k o n w o r ­ d e n . D r . d e V r a n k r i j k e r h e e f t i n zijn b i j s c h r i f t bij de j o n g s t e h e r - u i t g a v e v a n d e z e k a a r t t e n m i n s t e v e r o n d e r ­ s t e l d , d a t d e t e k e n a a r zijn f a n t a s i e i n r u i m e m a t e h e e f t l a t e n w e r k e n , hij z i e t e r n . 1 . " e e n s t e r k v e r ­ e e n v o u d i g d k i j k j e op zijn w o o n p l a a t s " (d . i . H i l v e r s u m ) i n . H e t v o o r k o m e n v a n t w e e k e r k t o r e n s én t w e e m o l e n s op de a f b e e l d i n g z a l w e l a a n l e i d i n g t o t d e z e v e r o n d e r ­ s t e l l i n g g e g e v e n h e b b e n .

V e r s c h i l l e n d e o v e r w e g i n g e n en w a a r n e m i n g e n h e b b e n mij o v e r t u i g d , d a t wij h i e r n i e t t e ma ken h e b b e n me t h e t u i t z i c h t op é é n d o r p , m a a r op t w e e d o r p e n , en w e l v a n d e h o o g t e bij h e t J a n s k e r k h o f op L a r e n en B l a r i c u m m e t d e W a r a n d a b e r g e n op de a c h t e r g r o n d . Een z ó v é r u i t z i c h t was t o e n n . 1 . n o g m o g e l i j k , omd at d e a k k e r s r o n do m de d o r p e n ( d e z . g . e n g e n ) , a l s o o k d e d a a r w e e r omheen l i g g e n d e h e i d e , n o g g e h e e l , o f v r i j w e l g e h e e l b o o m l o o s w a r e n . En z o g e z i e n v o r m t d e z e t e k e n i n g n i e t z o m a a r e e n m i n o f m e e r w i l l e k e u r i g e v e r s i e r i n g v a n b e d o e l d e k a a r t , m a a r p a s t zij g e h e e l i n de o p z e t d a a r ­ v a n , n . 1 . h e t v a s t l e g g e n v a n de b e s t a a n d e t o e s t a n d , d i e w e l d r a i n g r i j p e n d z o u v e r a n d e r e n . Wat t o c h was h e t g e v a l ?

I n 1 8 5 6 en 18*43 h e e f t d e z . g . v e r d e l i n g v a n d e h e i ­ d e en w e i d e n v an G o o i l a n d p l a a t s g e h a d . D a a r b i j zijn de e r f g o o i e r s , d i e t e v o r e n a l l e e n h e t g e b r u i k s r e c h t b e ­ z a t e n , v o l l e d i g e i g e n a a r g e w o r d e n v a n de w e i d e n en

TVE.2-*4-7

(10)

.affl -V -. .

y3£Ï3fc !**?

V

V ; ■ > • '■ :

< ~<

7Tt.--.

'J & f *?■*■•'■

2» ^

' . . X •

M m a

gassas*

•*£§*5 10^

S * P P ?

^ js ? c v '.P <

H!

**W’ v-’r* >0<’ 'i

S c A a i t / t ' t i / i / a i j COC.

icce~

P

J n ■

v a n e e n d e e l v a n de h e i d e , t e r w i j l D o m e i n e n , t e v o r e n a l l e i g e n a a r v a n g e n o e m d e g r o n d e n , h e t r e s t a n t v a n de h e i d e gendom v e r w i e r v e n . D i t l a a t s t e d e e l i s v e r v o l g e n s v e r k o d e e l s a a n p a r t i c u l i e r e n , d i e m e e s t t o t b e b o s s i n g zijn ov d i e z e l f d e tijd w a r e n h i e r en d a a r o o k a l a k k e r s v e r k o c h t bou w, e e n p r o c e s , d a t w e l d r a h a n d o v e r h a n d z o u t oeneme;

r e i n e n r o n do m d e z e v i l l a ' s w e r d e n b e p l a n t , z o d a t o ok de m e t o p g a a n d g e b o o m t e b e d e k t w e r d e n . N o t a r i s P e r k m o e t i:

z i e n h e b b e n , d a t d o o r é é n e n a n d e r z o w e l h e t g , e b r u i k va:

o o k h e t l a n d s c h a p i n g r i j p e n d z o u d e n v e r a n d e r e n . B lijk e n s h e e f t hij v e e l v a n d a t l a n d s c h a p g e h o u d e n en z o i s h e t r o n d e r s t e l l e n , d a t hij de t o e s t a n d , d i e op h e t p u n t s t o n d -

(11)

« a s

- i .

- v i

1

•V tH 'O /-. t ( l '! t

m a a r b l o o t v o l l e e i - I g r o t e n -

; g a a n . I n

>r v i l l a - )e t e r - l e t t e r t i j d

a l v o o r - i g r o n d a l s

d a g b o e k i j k t e v e r -

v e r d w i j n e n ,

2a

m

(12)

heeft willen vastleggen.

Voor het nader bewijs van de juistheid van mijn ver­

onderstelling maak ik in de eerste plaats gebruik van de ligging van de kerktorens en molens van Laren en Blaricum. De twee torens (die van de Hervormde Ker­

ken) en de molen van Laren bestaan nog en zijn gemak­

kelijk op de kaart te vinden. De molen van Blaricum heeft - blijkens de eerste topografische kaart (van 1850, schaal 1 : 50-000) - gestaan aan de noordwest- zijde van de Schapendrift op de hoek van de eerste en tweede Molenweg (zie schets naast het plaatje).

Vanaf het Janskerkhof moet men deze gebouwen indertijd gezien kunnen hebben in de volgorde, zoals zij op de tekening voorkomen, n.1. (van links naar rechts)

eerste de toren van Blaricum, dan die van Laren, ver­

volgens de Larense molen en tenslotte die van Blari­

cum. Links achter de Blaricumse toren zien wij de Wa- randabergen, die naar rechts afhellen. Op de voor - grond akkers, die destijds inderdaad tot aan het Jans­

kerkhof doorliepen. De bomen rechts op de voorgrond zouden die rondom het kerkhof kunnen zijn. De tekenaar zou zich ongeveer opgesteld kunnen hebben op de klei­

ne hoogte ten noordwesten van de weg naar Hilversum tussen restaurant La Provence en de manege. (Bij het kruisje op de schets.) Dat enkele details niet geheel met deze voorstelling van zaken overeen te brengen zijn, mag, dunkt mij, géén bezwaar vormen; tenslotte is een tekenaar geen fotograaf.

De tekening is door mij vergeleken met andere oude prenten, in het bijzonder met die, welke afgebeeld zijn in Enklaar en de Vrankrijker's Geschiedenis van Gooi­

land j dit heeft mij geen aanleiding gegeven mijn opvat­

ting te wijzigen.

Hilversum, jan.1972 P.W.DE LANGE.

TVE.2-50

(13)

Ter gelegenheid van de oproep tot medewerking aan de Erfgooiers-manifestatie in Singer Laren van afgelopen winter kreeg mevr.B.J.Sierksma- Zeeff spontaan het onderstaand opstel aangebo­

den (geschreven door een dame 'op leeftijd' uiteraard). Het werd samengesteld ter gelegen­

heid van een opstellenwedstrijd binnen een'boe- rinnenbond' en bekroond. Het lijkt de Redaktie leuk, deze spontane uiting van historische do­

cumentatie op te nemen, vooral in de hoop dat meerderen zich erdoor aangespoord zullen zien,

ook eens iets van hun eigen 'geschiedenis' vast te leggen.

HET GEZIN VAN GROOTMOEDER

Als ik over grootmoeder ga vertellen, dan gaan mijn gedachten terug naar de vorige eeuw, want onze over­

grootvader werd geboren in l8oA, in het mooie Gooise dorp Laren, daar trouwde hij en in ,J+3 werd grootmoe­

der als oudste van vijf kinderen uit 't huwelijk gebo­

ren .

Haar moeder was vroeg gestorven en zodoende kreeg zij al vroeg de huishoudelijke plichten te vervullen. Haar vader overlegde met haar er een beetje zuinig van te leven, om de huur bij elkaar te sparen. Maar ’ergens' was hij zelf ondeugend, want op zekere dag viel e r ’n buidel met geld uit de nok naar beneden, met de com­

plete huur erin.

Grootmoeder trouwde op haar 30e jaar.Grootvader was veehouder en handelaar. Zij ging in Laren wonen, maar na 5 of 6 jaar verhuisde het gezinnetje een kwartier lopens buiten het dorp. Zij hadden boerderij en land in huur van een der welgestelde families uit n naburig dorp. Hoe dankbaar en gelukkig voelden zij zich, toen het eens hun eigendom werd.

Het gezin van onze grootouders leefde er in een oase van heerlijkheid, tussen wuivende korenvelden, groen, en bloemen, de druivewingerd groeide pal in de zon langs de zijgevel omhoog.

TVE.2-51

(14)

In het gezin van grootmoeder heerste een blije, op­

gewekte en gastvrije sfeer, 's Middags, als de werk­

zaamheden het toelieten en het handwerk ter hand kon worden genomen, werd er menig minnelied en bal­

lade gezongen. Doordat grootvader in de handel zat had hij veel connecties met andere mensen, en die waren altijd van harte welkom; bij de gesprekken die volgden kwam menigmaal de fles op tafel.

Het dorp telde in die dagen nogal wat seminaristen en die gingen tijdens de vakantie ook graag naar de boerderij ' op ' t zevenend".

's Winters kwamen er 's avonds veel dorpsgenoten en bekenden een poosje buurten; gezellig zaten zij rond de platte buiskachel.

Het eten werd nog gekookt in een pot die aan een koperen ketting boven het open vuur hing. 's Zon­

dags werd er meestal een pot soep gekookt, en rijst met boter en suiker toe. Dan liet grootmoeder de kinderen uit arme gezinnen in de buurt een pannetje soep bezorgen.

Sinterklaas werd niet vergeten. Grootvader had de gewoonte, als de kinderen nog wakker te bed lagen, met een ketting te rammelen en 'Ho, paard5 te roe­

pen, buiten voor het slaapkamerraam.

De vader van mijn grootvader was op zijn oude dag bij zijn dochter komen inwonen; zo lang hij kon werkte hij bij mooi weer nog op de korenakkers, maar als het een beetje ver voor hem was om heen en terug te lo­

pen voor het eten, dan gingen de kleinkinderen hem een warm hapje brengen. Intussen had hij dan bramen geplukt.

Als hij 's morgens uit de Mis kwam ontmoetten de kin derem hem als zij naar school gingen en met zijn wan­

delstok deed hij dan van 'pief-paf-poef' J Hij was nog zouaaf geweest bij de paus: vandaar dat schieten Toch waren de kleinkinderen er wel bang voor en al gauw liepen ze een straatje om, zodat hij 's avonds vragen moest waar wij gebleven waren . . .

Zoals in elk gezin waren ook hier minder aangename dagen. Uit get gezin van onze grootmoeder werden 12 kinderen geboren, waaronder een paar tweelingetjes.

Maar door de toen nog heersende grote kindersterfte TVE 2.52

(15)

zijn er slechts vijf opgegroeid tot volwaardige mensenj op latere leeftijd moesten zij nog een dochter van 22 jaar afstaan.

Grootmoeder droeg een muts met zilveren oorijzer en grote bloedkralen met gouden slot om haar hals, en zilveren gespen op haar schoenen. Ook haar dochters kregen met 'aannemen'3 de Gooise kap met zilveren ijzer dat op latere leeftijd werd verwisseld voor goud.

Ook is er nog wel wat te vertellen over het Kopperen, in de vastenavondtijd. Dan was er menig huis waar een gezellige avond werd gegeven voor meisjes en jongens onder elkaar, onder toezicht van de ouders. Maar er werd nog weleens van vrijer gewisseld. Onze moeder trouwde met een jongen die niet uit Laren kwam, maar het werd toch een goed en gelukkig huwelijk.

Met weemoed en dankbaarheid jegens mijn ouders eindig ik, want ik hoor het moeder nog zeggen: Ik heb pas plezier als jullie plezier hebt .*

Mevr.Van der Tol-Andriessen, Holl .Ankeveen ^>1, 1 s Graveland.

JAN TABAK

Het aan de Rijksweg no.1 gelegen hotel, dat de naam draagt van Jan Tabak, is niet het eerste horecabedrijf met deze naam.

In het kort volgt hier het verhaal, hoe het huidige hotel aan zijn naam kwam.

Jan Jacobsz Toebaxman zag in l6Al het levenslicht.

Hij was drankhandelaar (flessiaan) te Bussum. Toen om­

streeks 1685 door de nieuwe vestingwerken in Naarden de postweg naar Utrecht en Amersfoort verlegd werd - tot dan toe dóór Bussum, nu oostelijker daarvan - vroeg Jan toestemming een logement aan deze nieuwe weg te mogen beginnen. Op 17 mei 1687 kreeg hij de ge­

vraagde permissie. Het nieuwe logement kreeg de naam

’Sandbergen’ , waarschijnlijk vanwege het vrij geacciden­

teerde terrein achter het logement, dat nog niet af­

gezand was.

In 1701 stierf Jan en zijn zoon (?) piet volgde hem op. Na deze werd weer een Jan Tabak eigenaar van het

TVE 2-53

(16)

logement, maar deze Jan zag al spoedig meer verdien­

sten in het krijgsvak en werd soldaat. Sindsdien werd 'het huys genaamd Sandbergen, synde de van ouds ver- maerde herberg van Jan Tabak' na aanvankelijk ver­

huurd te zijn, per veiling diverse malen verkocht.

Bij het beleg van de vesting Naarden in l8l3 werd het bij een uitval van de Fransen in brand gestoken; de belegeraars, de Hollanders, voltooiden het vernie­

lingswerk. In 1826 laat majoor P.F.de Seijff, plaat­

selijk Artilleriecommandant van Naarden, op een ver- dergelegen stuk grond een nieuw logement bouwen, dat hij 'Zandhoeve' noemt.

Door de bestrating van de Amersfoortseweg in 1815, was de weg een belangrijke route in de verbindingen

tussen Amsterdam en Oost-Nederland. Ook J.W.Leenders een herbergier, wil van het 'drukke* verkeer profi­

teren en koopt in 1829 een stuk grond in de nabijheid van Zandhoeve en laat er eveneens een logement bou­

wen, dat hij 'Nieuw Jan Tabak* noemt. Nadat een brand dit logement enkele jaren later verwoest heeft,koopt majoor De Seijff de grond met de ruine voor ƒ 2 50.-

op. ') Ook aangrenzende stukken grond worden gekocht;

in de belastingkohiers wordt het geheel omschreven als 'grond en aanleg tot vermaak'.

De heer A.Bredius, sinds 1825 eigenaar van de hofste­

de 'Oud-Bussem ', koopt omstreeks het midden van de vorige eeuw het logement en laat het nog steeds

'Zandhoeve' geheten gebouw in 1851 voor ƒ 2000.- opknappen.

In 1858 brandt 'Zandhoeve' af en Dhr.Bredius laat op dezelfde plaats nu een buitenverblijf bouwen, dat echter in 1866 weer als hotel 'Jan Tabak' ingericht wordt.

Sindsdien werd het een drukbezocht en geliefkoosd oord, dat vooral na de komst van de Gooise Stoomtram in 1882 voor de Amsterdammers goed te bereiken was.

') In het boekje uit de serie "Beeldende Kunst en Bouwkunst in Nederland" over de Bussumse architect K.P.C.de Bazel (door A.W.Reinink;A dam 1965) staat op blz.12 een ontwerp voor een gevel voor hotel

"Nieuw Jan Tabak", welk ontwerp echter nooit is uitgevoerd. Of dit voor verbouwing van het be- TVE 2-54

(17)

In 19^5 werd het hotel,nadat de in het hotel geleger­

de Duitse militairen reeds vertrokken waren, bescho­

ten, maar kort daarna weer hersteld en in gebruik ge­

nomen .

J.V.M.OUT, Eemnes.

Gegevens: Archief !Oud-Bussem"

De Vrankrijker: De hist.v .d .vesting Naarden.

Een Toevluchtsoord voor den reisenden man.

(Uitg.Jan Tabak).

ENKELE ARCHIVALIA INZAKE LOOSDRECHT

Nu de 'Open Dagen8 in nieuw- en Oud-Loosdrecht de ge­

schiedenis van de plaats in ruime kring onder de aan­

dacht gebracht hebben, lijkt het gemotiveerd er op te wijzen, dat er verschillende archivalia zijn, waarin gegevens omtrent de plaats voorkomen, doch die niet berusten, hetzij in het rijksarchief te Utrecht, hetzij in het gemeentearchief. Dit hangt samen met het feit, dat Loosdrecht tot aan de franse tijd onder Holland resorteerde; eerst in l8l9 is het definitief bij U- trecht gevoegd. Op volledigheid kan onderstaande lijst overigens geen aanspraak maken.

1. De zestiende eeuwse z.g. penningkohieren. Deze be­

vatten voor de jaren 15^3»15^ »1553> 1556 en 1561 de namen van de eigenaren van landbouwgronden (soms ook van huizen), enige omschrijving van het perceel en de aanslag. (Alg. Rijksarchief , den Haag, arch.Staten van Holland vóór 1372, resp.nos.284, 488, 690, 1020 en 1339)

2 . Het kohier van de 200ste penning van 1631- Dit be­

vat de namen van de personen met een vermogen van ƒ 1000 en hoger en de aanslagen. (Gem.Arch.Amsterdam;

Loosdrecht behoorde tot het kwartier van Amsterdam).

Van dit kohier is een door J.G. en P.J.Frederiks be­

werkte publicatie (uitgave v.h K o n .Oudheidkundig Ge­

nootschap) in 1890 verschenen.

staande Jan Tabak of voor de bouw van een nieuw hotel bedoeld was, staat echter niet vermeld.

(vervolg van hiernaast) TVE 2-55

(18)

j5. H e t k o h i e r v a n h e t r e d r e s d e r v e r p o n d i n g op de h u i z e n v a n 1 7 3 2 . D i t b e v a t de namen v a n d e e i g e ­ n a r e n , d e o m s c h r i j v i n g v a n h e t p e r c e e l , d e h u u r w a a r ­ d e en d e o u d e en d e n i e u w e a a n s l a g . ( A . R . A . , a r c h . F i n a n c i e v a n H o l l a n d , o n d e r n o . 5 02 i / z d e d o r p e n v a n h e t k w a r t i e r v a n A m s t e r d a m ) .

k. H e t k o h i e r v a n d e p e r s o n e l e q u o t i s a t i e ( o f f a m i - l i e g e l d ) v a n 1 7 ^ 2 . D i t b e v a t d e namen v a n d e p e r ­ s o n e n m e t e e n g e r a a m d i n k o m e n v a n ƒ 600 e n h o g e r , de h u u r w a a r d e v a n h e t d o o r h e n b e w o o n d e h u i s , h e t a a n ­ t a l d i e n s t b o d e n , p a a r d e n en b u i t e n p l a a t s e n , e n d e a a n s l a g . Soms o o k h e t b e r o e p . ( A . R . A . , a r c h . r e k e n k a ­ m e r t e r a u d i t i e , o n d e r n o . 38 i / z h e t k w a r t . v . A ’ d a m ) .

L i j s t v a n a a n t a l l e n b e l a s t e f a b r i e k e n en a n d e r e b e d r i j v e n v a n 1 7 9 6 / 7 s a f z o n d e r l i j k v o o r Oud- en N i e u w - L o o s d r e c h t . ( A . R . A . , C o l l e c t i e G o l d b e r g , n o . ^ 5 p . 2 * 0 .

6 . K o h i e r v an d e q u o t i s a t i e v a n l 8 0 9 ( h e f f i n g v a n ƒ 3 m i l l i o e n ) . D i t b e v a t d e namen v a n d e a a n g e - s l a g e n e n ) t o t z e l f s d i e n s t b o d e n t o e ) en d e a a n s l a g .

( A . R . A . , F i n a n c i ë n a r c h . 1 7 9 8 - 1 8 1 3 , n o 85 1 i / z h e t d e p a r t e m e n t A m s t e l l a n d 1 s t e k w a r t i e r . )

2 - R e g i s t r e c i v i q u e v a n l 8 l l . D i t b e v a t d e namen v an d e s t e m g e r e c h t i g d e b u r g e r s , h u n b e r o e p e n g e b o o r ­ t e d a t u m . ( R . A . H a a r l e m ) .

I n d i t v e r b a n d k a n v e r d e r v e r w e z e n w o r d e n n a a r e n ­ k e l e p u b l i c a t i e s , n . 1 . d e b e l a s t i n g e n q u e t e s v a n 1 ^ 9 ^ e n 1 5 1 ^> w a a r v a n de u i t g a v e b e w e r k t i s d o o r R . F r u i n ( u i t g . r e s p . i n 18 7 6 en 1 8 6 6 d o o r d e Mij d e r N e d e r l . L e t t e r k u n d e ) ; en J . G . v a n D i l l e n ' s a r t i k e l o v e r d e v o l k s t e l l i n g v a n 1 6 2 2 i n H o l l a n d i n h e t E c o n . H i s t . J a a r b o e k v a n 1 9 ^ 0 .

P.W.DE LANGE, H i l v e r s u m .

TVE 2 - 5 6

(19)
(20)

Redactie-secr.: Drs B.G.J.Elias, Elpermeer 20^ - A'dam.

2e secr.: J.V.M.Üut, Raadhuislaan 87 - Eemnes Dagelijks bestuur van de Stichting "Tussen Vecht en Eem"

Voorzitter: U.L. van der Aa, Amsterdam

Secretaris: Kl.Sierksma, Brink 36 - Muiderberg.

tel. 029^2-1^70.

Penningmeester: L.Steinhauzer , Gooiersgracht 1^+1,Laren.

"I Bankrekening (ten name van de Stichting) Amro Bank Laren NH, postrekening van de --- bank 27^7^6 .

Minimumbijdrage voor begunstigers ƒ 2 0 .- per jaar,

(inci.periodiek)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

's Maandaghs den 11,de Loopgraven zeer voortgezet zijnde,stelde Don Francisco d 'Augourt o , Luytenant G e ­ neraal van de Spaanse Ruytery (Commandeerende de

Deze voelde echter niet veel voor koudlak-aardewerk noch voor de heer M.Honigh en verbond aan zijn terugkeer in de fabriek te Huizen de voorwaarde, dat hij een

(Met zijn halfbroer Jan zal hij te veel in leeftijd verschild hebben.) Nog als knaap is het sterk aangegrepen door de dood van zijn halfzuster Emmitje (nauwelijks 20

meter van de komplete kring niet worden vastgesteld Veel fragmenten werden ook gevonden van platen.. Vooral, hier is de verscheidenheid in afmetingen

Hilversum 3 July 1826 Ten gevolge van het verzoek door den heer Hent- meester van Zijne Koninklijke Hoogheid den heere Prinse van Oranje te Zoestdijk gedaan,

In de tijd van pastoor Hilhorst woonden er nog geen millionairs in ons dorp. Men krijgt de indruk, dat het vrijwel voor iedereen zuinig leven was. Toch wilde

Er kwam geen beweging meer in,want Vos weigerde tolgeld te betalen en tolbaas Kauderer gesteund door de marechaussee weigerde de tolboom te openen als er niet

logen die het land teisterden niet voorbij. Te Overmeer werd een aantal huizen geplunderd en verbrand, hofsteden werden kaalgeslagen en de hele streek werd onder water gezet toen