/ I
TUSSEN VECHT EN EEM
Centrale Organisatie van Vrienden van de Historie
van het Gooi en Omstreken
m m r
ALBERTUS PERK
______ 1 7QE-1 880
Notaris te Hilversum.
TVE
k-l+5TVE
^-^+6
TUSSEN VECHT EN EEM - Jaarg.^-, af 1.2 - Juli 197^
Een tweetal herdenkingen vonden deze dagen plaats, waarbij de redaktie van TVE even stil wil staan.
Enkele maanden terug werd op folkloristische wijze door de vroede vaderen van Hilversum het feit her
dacht, dat de gemeente 550 jaar als zelfstandige gemeente bestond: enkele weken terug werd met een tentoonstellingstrein en enkele evenementen in Hil
versum en Baarn het eeuwfeest van de "Gooilijn" van de spoorwegen herdacht.
Bij gelegenheid van het jubileum van de grootste ge
meente van het Gooi heeft de redaktie gemeend dit
"Hilversum-nummer" te moeten laten verschijnen.
De mede-oprichter van onze stichting, dhr. P.W. de LANGE, hebben we bereid gevonden om dit nummer met artikelen van zijn hand te vullen. Wij hopen hiermee een gepaste en voor onze lezers interessante bij
drage in de festiviteiten te hebben geleverd.
Redaktie . HILVERSUMS OUDE KERKTOREN WEER IN ERE HERSTELD In het laatst van 1971 is - mét de kerk aan de Kerkbrink - de oude toren afgebrand. Eerst omstreeks anderhalf jaar later besloot de gemeenteraad tot herbouw. Dit werk is nu onlamgs gereed gekomen en daarmede is het oudste gebouw ter plaatse behouden.
Hoé oud het precies is,valt moeilijk te zeggen. Men neemt aan,dat de bouw plaats vond in de tweede helft van de vijftiende eeuw,dus tussen 1^50 en 1500, of zo ruwweg 500 jaar geleden.
Wij hebben geprobeerd ons een beeld te vormen van de toestand hier in die tijd en ons in te denken in de bedoelingen van 'de bouwers.
Hilversum zal toen een dorpje van hoogstens 100 huizen geweest zijn^rondom omgeven door zijn bouwlan
den (de engen) en betrekkelijk achteraf gelegen in he het open,golvende,heidelandschap. De weinig vrucht
bare grond leverde maar een armelijk bestaan op, dat bovendien bij herhaling bedreigd werd door misoogsten
TVE k-k7
en oorlogsgeweld. Gelukkig had men hier ook andere bronnen van inkomsten; bijverdiensten,die voor de be volking zelfs belangrijker waren dan de landbouw.
Deze bestonden enerzijds in het winnen van turf, verkregen door het afgraven van de hoge venen, die destijds nog overal in de omgeving voorkwamen. (Hier
aan herinneren van de vroegere namen van de Emma- straat en het begin van de Soestdijkerstraatweg:
Veeneind en Veendrift.) Deze turf zal wel in hoofd
zaak bestemd geweest zijn voor levering aan de inwo
ners van Naarden. De zuidelijkste poort van die stad, waarbij twee wegen uit dit deel van het Gooi samen
kwamen (zie de plattegrond van Jacob van Deventer, af geheeld in jaargang II (1972) van dit tijdschrift op blz.
139
),heette destijds de Turfpoort lOok een andere,belangrijke bron van inkomsten had met Naarden te maken. Daar bestond namelijk een i n dustrie,de weverij van wollen lakens,die in de b e schouwde periode tijden van grote bloei gekend heeft.
Men kwam daar handen te kort en zo werden verschil
lende eenvoudige bewerkingen, zoals het spinnen en kaarden van de ruwe wol,door de fabrikanten in de naburige dorpen uitbesteed.. Aan dit loonwerk namen - hier en elders - mannen zowel als vrouwen deel. In een belastingenquête van enige tijd iater lezen we, dat er er te Hilversum geen man was, of "hij en spint ende caerdt wolle als een wijf". Maar tevens - en dit alleen van Hilversum - "Ende en hadde Naerden geen draperie (d .w. z .lakenweverij) , zij mosten omme broot gaen (d . w . z .: bedelen)" . Hier was men kennelijk voor zijn bestaan méér dan in de andere dorpen van de Naardense industrie afhankelijk. Dit klopt in zo
verre,dat uit de oudste koptiendenregisters - van omstreeks dezelfde tijd - blijkt,dat de gemiddelde oppervlakte bouwland per eigenaar hier extra klein was. (Weinig meer dan de helft van die van alders.) De behoefte aan genoemde bijverdiensten zal hier dus het grootst geweest zijn. Maar dat betekent,dat men van de bloei van de Naardense industrie ook meer ge
profiteerd zal hebben.
Dit maakt het begrijpelijk,dat Hilversum ten tijde van de bouw van de toren - dank zij die bloei - een .
TVE if-48
periode van betrekkelijk snelle ontwikkeling beleef
de. Bij het begin van de vijftiende eeuw was het nog niet meer dan een,onder Laren behorende,buurtschap.
Weinig later werd echter de (al aanwezige) kapel verheven tot parochiekerk met een eigen pastoor. En weer wat later kreeg Hilversum ook een eigen dorps
bestuur. Bovendien stond hier vóór het midden van de eeuw al een korenmolen, wat betekende,dat men zijn graan niet meer te Naarden behoefde te laten malen.
Zo is Hilversum in de loop van de vijftiende eeuw de andere dorpen eerst op zij en tenslotte voorbij ge
streefd. In de "sciltalen" (een balsting) van 1514 is het aangeslagen voor 125 pondjgeen van de andere dorpen echter voor meer dan 75 pond.
Nu zou het ongetwijfeld onjuist zijn hieruit af te leiden,dat de Hilversummers een zekere welvaart ge
noten. Het bleven kleine heideboertjes,die onafge
broken en hard hebben moeten ploeteren em met be
hulp van. genoemde bijverdiensten het hoofd boven water te houden. En dit alles binnen een samenleving van een - naar de maatstaven van tegenwoordig - ongelofelijk simpele structuur. Er was meer één kerk, waartoe allen - vanzelfsprekend - behoorden. Die kerk nam in het dorpsleven de vooraanstaande plaats in. De taken van het burgerlijk bestuur immers waren nog tot het allernoodzakelijkste beperkt \ in hoofd
zaak tot de handhaving van de openbare orde en de (alleen lagere) rechtspraak. Zowel het rythme van het dagelijks leven als dat van de jaargetijden was ten nauwste verbonden met het kerkelijke leven.
Bovendien: als het burgerlijk bestuur alle volwas
sen mannen bijeen riep voor overleg over belangrijke zaken (de buurspraak), geschiedde dit in,of vóór de kerk. En het eerste raadhuisje (het rechthuis) is naast de kerk gebouwd,niet omgekeerd.
Is het wonder,dat de Hilversummers,die in betrek
kelijk korte tijd hun buurtschap hadden zien uitgroei
en tot een zelfstandig dorp,een eigen kerktoren wilden hebben,evenals de andere dorpen ? Een toren, die - bij alle eenvoud van vorm - zich toch enigs
zins van de andere dorpstorens onderscheidde,zodat TVE 4-49
men d a a r a a n h e t d o r p a l op g r o t e a f s t a n d z o u k u n n e n h e r k e n n e n . Een t o r e n b o v e n d i e n , d r a g e r v a n de d o r p s k l o k k e n , d i e i n wijde o m t r e k h e t zo e v e n g e n oemde r y t h m e z o u d e n k u n n e n u i t d r a g e n .
En zo h e e f t d i e a r m e , p l o e t e r e n d e b e v o l k i n g - a l l e n i n b e g r e p e n w a a r s c h i j n l i j k h o o g s t e n s 5 0 0 a 600 z i e l e n d e t e l l e n d e - de m i d d e l e n b i j e e n g e b r a c h t v o o r d e bouw v a n d e z e t o r e n . Een d a a d v a n g e m e e n s c h a p s z i n , d i e n ó g r e s p e c t a f d w i n g t .
P . W . d e L a n g e , h i l v e r s u m
EEN STUK HILVEESÏÏMSE GESCHIEDENIS
gespiegeld in de levensbeschrijvingen van enige leden van het veerschippersgeslacht PERK.
Verschillende leden van deze tak van het aloude erfgooiersgeslacht Perk hebben in de geschiedenis van de plaats een belangrijke rol gespeeld. Ander
zijds hebben de plaatselijke omstandigheden in hoge mate er toe bijgedragen hen daartoe in staat te stel
len. Er kan hier van een wisselwerking gesproken worden.
Tot goed begrip worden de levensbeschrijvingen voorafgegaan door een korte aanduiding van de ge
schiedenis van de plaats, die meer bewogen geweest is dan men van een achteraf gelegen heidedorp zou verwachten. Een beknopte genealogie van deze tak van het geslacht besluit dit artikel.
Zuiver agrarisch zijn de middelen van bestaan van Hilversum al niet meer geweest sinds de veertiende eeuw, toen te Naarden de lakenindustrie tot ontwik
keling kwam. Sindsdien werd in alle omliggende dor
pen voor deze industrie wol gekaard en gesponnen.
Te Hilversum,waar de boerenbedrijfjes over het alge
meen nóg kleiner waren dan in de andere Gooise dor
pen,is dit loonwerk relatief van de meeste beteke
nis geweest. En zo heeft de plaats waarschijnlijk ook het meest geprofiteerd van de grote bloei van deze Naardense industrie tijdens de vijftiende en het be
gin van de zestiende eeuw. Dit heeft tal van Hil
versummers in de gelegenheid gesteld tot het ver
werven van weidegrond in de,óm het Gooi gelegen veenstreken (Loosdrecht,Kortenhoef,Ankeveen), waar
mede enige compensatie werd verkregen voor de be
zwaren,die voor Hilversum verbonden waren aan het gebruik van de - op grote afstand gelegen - gemene weiden, de meentgronden.
Zo was de situatie nog tijdens het tweede kwart van de zeventiende eeuw,toen een groep Amsterdamse kooplieden-regenten begonnen met het gereedmaken van de westelijke rand van de Hilversumse heide voor
TVE 4-51
de aanleg van hun buitenplaatsen (het latere 's Gra- veland). Hiervoor werden vaarten gegraven om het zand af te voeren. En in aansluiting daaraan zou ook een vaart in de richting Hilversum moeten komen.
Dit plan van deze Amsterdammers is ongetwijfeld op
gezet met de bedoeling om (in termen van déze tijd) het reservoir van goedkope,met textielwerk vertrouw
de , arbeidskrachten te ontsluiten,dar destijds te Hil
versum (maar ook elders in het Gooi) voorkwam.
Na omstreeks 1650 is hier dan ook een weefindus
trie tot ontwikkeling gekomen.waardoor het karakter van het dorp radicaal is veranderd,zowel quantita- tief als qualitatief. De omvang van de bevolking is in de tweede helft van de zeventiende eeuw en de
eerste helft van de achttiende eeuw meer dan ver
drievoudigd, voor een belangrijk deel door vestigin
gen van elders. Aanvankelijk maakte men hier uitslui
tend ongeverfde wollen lakens,in loon voor Amster
damse kooplieden. In de loop van de eerste helft van de achttiende eeuw is een toenemens aantal Hil
versummers overgegaan tot het vervaardigen voor eigen rekening van andere producten (eerst z.g.Hil- v e r s u m s ,zowel gestreept als effenj vervolgens ook tapijten uit koehaar .later ook andere). Zo ontstond hier dus een aparte stand van zelfstandige onderne
mers, de z.g.fabrikeurs. Ondanks herhaalde - waar
onder ernstige - tegenslagen heeft deze industrie tot aan de Franse tijd gebloeid. Dit in tegenstelling met,onder meer,die te Naarden,die na een lang kwij
nend bestaan praktisch geheel te niet gegaan was.
Omstreeks l800 waren er hier 76 fabrikeurs met in totaal ruim 500 getouwen (op een bevolking van ca.
3^00 zielen). In wijde omtrek - tot in Amersfoort toe - werden hulpwerkzaamheden in loon voor de Hil- versumse industrie verricht. Met deze economische ontwikkeling en bloei is een culturele gepaard ge
gaan. De Franse tijd met o.m. zijn gebrek aan grond
stoffen heeft aan dit alles een eind gemaakt. Daar
na heeft het heel lang geduurd voor er - op econo
misch gebied - weer van werkelijk herstel sprake kon zijn. Tot zover dit overzicht.
TVE k-52
CORNELIS GERBERDEN PERK alias CRUYFF (I)
(de nummers verwijzen naar de genealogie) In zijn tijd is de vaart van 's Graveland in de richting Hilversum gereed gekomen tot aan de toen
malige grens tussen beide plaatsen; dicht bij de - nóg aanwezige - Stenenbrug. Wanneer precies is niet bekend ;inieder geval tussen l6^>k en I65O. In laatst genoemd jaar heeft hij van het stadsbestuur van Am
sterdam concessie weten te verwerven voor de exploi
tatie van een geregelde beurtvaartdienst op Amster
dam. Mogelijk voer hij al eerder. Ofschoon met deze vaart de waterweg Hilversum nog maar genaderd was tot op ca. een half uur gaans (langs een zandweg en over de heuvel!),betekende dit toch een grote ver
betering vergeleken met de oude toestand,toen de waterweg alleen te Naarden - op een afstand van an
derhalf uur gaans - bereikbaar was. Nog ongerekend de belemmeringen,die het stadsbestuur aan dergelijk verkeer in de weg legde.
In ieder geval blijkt enkele jaren later,dat er te Hilversum weefgetouwen in bedrijf gekomen zijn. In I65O is tevens een begin gemaakt met het verlengen van de vaart in de richting van het dorp. Dit werd gaandeweg moeilijker ,omdat men,al doende,in steeds hoger gronden terecht kwam. De vaart kwam daarmee in een soort van ravijn te liggen: het z.g. Gooise gat. In de zeventiende eeuw is daarmede een voorlo
pig eindpunt bereiktster plaatse,waar nu Vaartweg en Gijsbrecht van Amstelstraat samen komen. Dit zal Cornells Gerberden wel niet meer beleefd hebben.
(Hij droeg het veer in 1662 over aan zijn kinderen).
Vermoedelijk gebeurde het nog vóór 1672.
Zijn werk bracht hem doorlopend in aanraking, zowel met de bevolking van het eigen dorp als met de Am
sterdamse opdrachtgevers en anderen. Het ligt voor de hand,dat de bemiddelende functie van hem en zijn opvolgers niet beperkt bleef tot het vervoer van personen en goederen.
JAN C0RNELIS2 PERK (II,a)
Van hem is uiterst weinig rechtstreeks bekend. In
TVE 4- 53
zijn tijd zal echter de doorgraving van de vaart tot zijn voorlopig eindpunt tot stand gekomen zijn en te
vens een eerste begin gemaakt zijn met de aanleg van het havencomplex bij dat eindpunt (met het buurtje
"aan de Vaart"),dat door zijn zoon geperfectioneerd zou worden. Daar hebben alle opvolgende schippers gewoond totdat Jan Jams IV (in verband met zijn taak als dorpsbestuurder) "de al te woelige vaart" ver
laten heeft voor een huis in de kern van het dorp.
In zijn tijd als schipper (1662-1700) heeft het
weversbedrijf hier wortel geschoten en zich zo krach
tig ontwikkeld,dat men ter plaatse handen te kort kwam en een bevolkingsstroom van elders naar hier inzette,die zeker tot omstreeks het midden van de volgende eeuw heeft aangehouden.
JAN JANZ PERK (DE OUDE) (III,a) - (ca.1668-17^5) Van hem is meer bekend. Hij was een krachtige fi
guur vol ondernemingsgeest en met doorzettingsver
mogen; een leidende persoon in deze voor Hilversum zo belangrijke tijd; vurig, en - blijkbaar - niet al
tijd even geduldig en voorzichtig voorstander van de nieuwe ontwikkelingen,waardoor hij zich bij her
haling het ongenoegen van de meer behoudende ele
menten op de hals gehaald heeft.
Hij verwierf concessie voor het afgraven van de hoge gronden aan weerszijden van de vaart,waardoor zand gewonnen werd en dorre heide door cultuur
grond vervangen werd. Het havencomplex breidde hij uit door het laten graven van drie z.g. insteekha- vens aan de zuidzijde. Aan één van de gebouwen,die hij "aan de Vaart" heeft laten bouwen .herinnert nog een fraaie gevelsteen uit 1 7 0 7 met het opschrift
"In d'Perk-Haanse veerschuyten", die nu ingemetseld is in een zijgevel van een villa ter plaatse.
(In die tijd voer men,behalve op Amsterdam,ook al op Utrecht). Verder haaft hij langs de zandweg naar het dorp (nu de Vaartweg) bomen laten planten.
Geen overbodige luxe,als men bedenkt,dat de veer
schuiten dikwijls bij nacht en ontij vertrokken of aankwamen en de kaïns op verdwalen op de open heide TVE
d a n n i e t g e r i n g w a s . Ook h e e f t hij - u i t e i g e n b e u r s - e e n m u u r t j e r o n do m h e t bij d e k e r k g e l e g e n k e r k h o f l a t e n b o u w e n , w a a r d o o r h e t m o g e l i j k wer d om h o n d e n en v e e d a a r v a n t e w e r e n . D r . d e V r a n k r i j k e r w i js t i n "De g e s c h i e d e n i s v a n G o o i l a n d " op zijn v a a r d i g h e i d i n h e t o p s t e l l e n v a n r e k e s t e n a a n d e a u t o r i t e i t e n , w a a r d o o r hij d e z e n a a r zijn h a n d z o u h e b b e n w e t e n t e z e t t e n . En w e l t e e i g e n b a t e . D i t l a a t s t e z a l hem o n g e t w i j f e l d w e l n i e t g e h e e l v r e e m d zijn g e w e e s t , m a a r d a a r n a a s t d i e n t e r op g e w e z e n t e w o r d e n , d a t hij s t e l l i g v e e l - en op v e l e r l e i g e b i e d - i n h e t a l g e m e e n b e l a n g g e d a a n h e e f t { é n , d a t hij z e l f bij a l zijn b e m o e i i n g e n p e r s a l d o w e i n i g b a a t g e v o n d e n h e e f t . Bij zijn doo d b l e e k zijn n a l a t e n s c h a p m e t g r o t e s c h u l d e n b e l a s t . ( D i t was d e s t i j d s a a n D r . d e V r . n i e t b e k e n d ) . O n d e r d e z e l a s t zijn zijn z o o n en k l e i n z o o n l e v e n s l a n g g e b u k t g e g a a n . E e r s t a a n zijn a c h t e r k l e i n z o o n J a n J a n s z IV z o u h e t g e l u k k e n d i e s c h u l d g e h e e l a f t e d o e n .
I n zijn t i jd v a l t d e o p k o m s t v a n de w e v e r i j v o o r e i g e n r e k e n i n g . H e t p r o d u c t b e s t o n d a a n v a n k e l i j k u i t g e m e n g d e w e e f s e l s v a n l i n n e n e n k a t o e n ( w e l b o m b a zijn g e n o e m d ) , d i e d e s t i j d s h i e r t e l a n d e a l g e m e e n b e k e n d w e r d e n a l s " H i l v e r s u m s " , h e t z i j e f f e n o f g e s t r e e p t .
JAN JANSZ PERK (DE JONGE) ( i v , b ) - ( c a . l ? 0 3 - 1 7 7 2 ) Hij i s l a n g n i e t zo s t e r k op de v o o r g r o n d g e t r e d e n a l s zijn v a d e r . ' W aa rs c hi j nl i jk was hij e e n m i n d e r k r a c h t i g e f i g u u r , m a a r hij z a l zijn v a d e r o v e r t r o f f e n h e b b e n w a t zijn a l g e m e n e o n t w i k k e l i n g b e t r e f t .
H e t i s o . m . b e k e n d , d a t hij a l s j o n g e l i n g n a a r P a r i j s g e s t u u r d i s t e r v o l t o o i i n g v a n zijn o p v o e d i n g . Ook h e e f t hij z i c h a l s l a n d m e t e r be kw aa md . Hij s c h i j n t
" g e s c h r i f t e n " n a g e l a t e n t e h e b b e n . w a a r v a n s l e c h t s é é n g e d i c h t t o t o n s geko men i s .
I n zijn t i jd v a l t h e t d o o r t r e k k e n v a n d e v a a r t t o t a a n h e t p u n t , w a a r n u d e H o n d e b r u g l i g t . V e r d e r h e t i n i t i a t i e f t o t en d e o n t w i k k e l i n g v a n d e w e v e r i j v a n k o e h a a r t a p i j t e n . T e n s l o t t e d e g r o t e b r a n d v a n 1 7 6 6 , w a a r b i j e e n d e r d e v a n h e t d o r p i n d e a s g e l e g d w e r d . En - v e r m o e d e l i j k - o o k h e t b e g i n v a n d e v e r p l a a t s i n g
TVE i+-55
van de opdrachten van de Amsterdamse kooplieden naar Tilburg,waar nóg goedkoper gewerkt kon worden.
JAN JANSZ PERK III (V,a) - (1733-1779)
Ook hij heeft een goede opvoeding genoten. Maar hij lijkt de minst geslaagde figuur uit de reeks van
veerschippers. Hij schijnt neiging tot melancholie ge
had te hebben. Een persoon met visie is hij stellig niet geweest. Aan zijn kinderen heeft hij niet de op
voeding gegeven,die hij zelf genoten had. Zijn be
trekkelijk vroege dood heeft zijn oudste zoon voor grote problemen geplaatst.
Het lijkt nuttig in dit verband het begrip "goede opvoeding" uit die tijd wat nader te preciseren. In de eerste plaats omvatte het de kennis van de fran
se taal (misschien ook nog van andere), verder uit- teraard - het is de eeuw van de Aufklarung - van de natuurwetenschappen,maar ook een zekere vaardigheid op het gebied van de schone kunsten (tekenen,dich
ten,musiceren) . Waarschijnlijk heeft in die tijd ook het gebruik van het bijhouden van een dagboek ingang gevonden. Dat dit alles Hilversum niet onberoerd heeft gelaten, blijkt o.m. uit de veroordeling van iemand,die huisvesting verleend had aan een roomse
"franse meester". (Het geven van onderwijs was al
leen toegestaan aan gereformeerden). Blijkbaar kon zo'n "meester" hier een bestaan vinden.
Verder verdient hier genoemd te worden zijn tijdge
noot Hendrik de Blinde (l728-l8lO),die als een voor
aanstaand Hilversums intellectueel uit die tijd te beschouwen is. Zijn vader heeft zich,van elders k o mende, te Hilversum gevestigd en is hier met een oud-katholiek meisje getrouwd. En zo is hun zoon ook gedoopt,maar later blijkt hij gereformeerd gewor
den te zijn. Omtrent zijn opleiding en beroep is niets bekend. Hij was niet onbemiddeld. Toen de secretaris van het dorp door achteruitgang van zijn gezichts
vermogen zijn ambt niet meer zélf kon blijven vervul
len,heeft hij (H.d.B.) heem daarbij jarenlang geas
sisteerd. Uit bewaard gebleven aantekeningen blijkt zijn ruime belangstelling. Toen in 1767 een nieuwe predikant hier zijn intrede deed,heeft hij hem door TVE ^-56
zijn d o c h t e r s e e n g e d i c h t l a t e n a a n b i e d e n . B l i j k b a a r s p e e l d e hij f l u i t , w a n t m e t d a t i n s t r u m e n t i s hij d o o r zijn k l e i n z o o n , de k u n s t s c h i l d e r J a n v a n R a v e n s - waaij , a f g e h e e l d . Van zijn t w e e d o c h t e r s t r o u w d e d e e n e m e t d e f a b r i k e u r C o r n e l i s v a n R a v e n s w a a i j en d e a n d e r e m e t d e o u d s t e z o o n v a n J a n J a n s z P e r k I I I , n . 1 . :
JAN JANSZ PERK I V ( l a t e r o o k w e l DE OUDE g e n o e m d )
( v i , i ) ~ (1758-1823)
Met hem v e r t o o n t d e r e e k s v e e r s c h i p p e r s w e e r e e n o p g a a n d e l i j n . I n z e k e r o p z i c h t k a n hij z e l f s d e b e l a n g r i j k s t e p e r s o o n v a n d e z e h e l e t a k v a n h e t g e s l a c h t genoemd w o r d e n . Zijn v a d e r h e e f t h e m , z 5 v a n d e d o r p s s c h o o l (bij m e e s t e r D e k k e r t e ' s G r a v e l a n d ) , bij z i c h i n h e t b e d r i j f g e n o m e n . B e r s t a l s j a g e r t j e op h e t j a a g p a d v o o r d e t r e k s c h u i t , t o e n hij g r o t e r g e w o r d e n w a s , a l s s c h i p p e r s k n e c h t " z o n d e r e n i g e a n d e r e b e l o n i n g d a n k o s t en i n w o n i n g " . Ma a r hij m o e t e e n l e e r g i e r i g e k n a a p g e w e e s t z i j n . V o l g e n s d e o v e r l e v e r i n g z a t hij - z o d r a h e t w e r k h e t e v e n t o e l i e t - a l t i j d m e t zijn n e u s i n de b o e k e n . Wie hem bij d i e z e l f s t u d i e l e i d i n g g e g e v e n h e e f t , i s n i e t b e k e n d , m a a r h e t l i j k t w a a r s c h i j n l i j k , d a t d i t H e n d r i k d e B l i n d e g e w e e s t i s , d i e l a t e r zijn s c h o o n v a d e r z o u w o r d e n . Nog v ó ó r hij 21 j a a r was g e w o r d e n . v e r l o o r hij zijn v a d e r en kwam hij v o o r d e z w a r e t a a k t e s t a a n , d e l e i d i n g op z i c h t e nemen v a n e e n " v e r a c h t e r d " b e d r i j f en t e v e n s t e z o r g e n v o o r d e o p v o e d i n g v a n zijn j o n g s t e b r o e r ( C o r n e l i s , t o e n n o g m a a r 9 j a a r ) . Waarbij a l s v e r z w a r e n d e o m s t a n d i g h e i d e e n b e l a n g r i j k e , n o g v a n zijn o v e r g r o o t v a d e r a f k o m s t i g e , s c h u l d . Toen h e e f t hij g e t o o n d w a t hij w a a r d w a s . Hij h e e f t d e s t u d i e e r a a n g e g e v e n en zijn s c h o u d e r s e r o n d e r g e z e t , d a a r b i j a l s p o e d i g b i j g e s t a a n d o o r zijn - r u i m 7 j a a r o u d e r e - e e r s t e v r o u w , e e n d o c h t e r v a n H e n d r i k de B l i n d e . Hij s l a a g d e e r n i e t a l l e e n i n h e t b e d r i j f w e e r r e n d a b e l t e m a k e n , m a a r o o k m e t t e r t i j d d i e o u d e s c h u l d g e h e e l a f t e d o e n . Da a r m e e h e e f t hij z i c h b l i j k b a a r de a c h t i n g en w a a r d e r i n g v a n zijn m e d e d o r p e l i n g e n v e r w o r v e n , w a n t zij h e b b e n hem - o n d a n k s d a t zijn b e d r i j f hem d a a r t o e w e i n i g g e l e g e n h e i d l i e t - e e n p l a a t s i n
TVE k- 5 7
het dorpsbestuur ingeruimd. Waarschijnlijk in verband hiermede is hij van de buurt "aan de Vaart;' naar het dorp verhuisd. In 1793 verloor hij zijn vrouw.; een jaar daarop hertrouwde hij met een oude "jeugdliefde1' uit 's Graveland. Toen in 1795 de Fransen in het land gekomen waren,is de oude dorpsregering afgezet en vervangen door een nieuwe,door de burgerij geko
zen. Nu bestond destijds de bevolking voor verreweg het grootste deel uit katholieken en oud-katholie- ken,die van de regering uitgesloten geweest waren.
Onze Perk is de enige van de vroegere bestuurders geweest,die in de nieuwe regering gekozen werd.
Daartoe zal zeker bijgedragen hebben,dat hij,bij de komst van de franse troepen in het dorp,door be
kwaam en slagvaardig optreden had weten te voorko
men,dat de kerk door hen in beslag genomen werd.
Die eerste jaren zijn voor de nieuwe regering verre van gemakkelijk geweest. Lang niet alle functionna- rissen bleken voor hun taak berekend. En zo zien wij Perk - die zich daarbij eerst recht in zijn element gevoeld moet hebben - gaandeweg meer naar voren treden. Nadat enige voorgangers successievelijk ge
faald hadden .aanvaardde hij in l803 het secretariaat van het dorp. Dit omvatte destijds ook wel taken,die eigenlijk tot het notariaat behoorden. Dit is voor hem aanleiding geweest,om zich - toen reeds ruim kO
jaar - te gaan toeleggen op de studie voor dat ambt met het resultaat.dat hij in l80^ als notaris kon worden aangesteld. Als zodanig heeft hij tot ieders voldoening tot zijn dood gefungeerd. Blijkbaar kwam deze werkkring meer met zijn persoonlijke aanleg en neiging overeen dan de schipperij. Het secretariaat had hij in l8ll moeten opgeven;volgens de franse wetgeving was het niet verenigbaar met het notari
aat. Veel van het bovenstaande is ontleend aan be
waard gebleven fragmenten van dagboekaantekeningen van zijn hand. Ten dele zijn deze te vinden in een uittreksel uit de dagboeken van hem en zijn zoon Albertus,overgeschreven door zijn kleindochter Emma
(één van de ongetrouwd gebleven dochters van laatst- genoemde)ij anderdeels in een in 1891/2 door zijn TVE *+-58
kleinzoon Krijn Perk Vlaanderen geschreven familie
boek Vlaanderen-Perk-Doets. Voor dit laatste is o.m.gebruik gemaakt van dagboeken van nog oudere
voorouders *
Het lijkt hier de plaats om enige aandacht te geven aan de in genoemde handschriften overvloedig voorkomende uitingen van riligieuse gevoelens.
Voor ons twintigste-eeuwers is het niet steeds ge
makkelijk deze uitingen geheel te volgen. Ik zal proberen iets aan te geven van de,er aan ten grond
slag liggende,opvattingen en gevoelens. Zelf spreekt Jan Jansz IV ergens van "het opgehelderd Christendom"5 daarin klinkt de Aufklarung van de l8e eeuw na. Stellig legde hij zelf weinig nadruk op overgeleverde dogma1's en gebruiken. Toen zijn tweede vrouw begraven moest worden,heeft hij dat ge
daan * s morgens in alle vroegte met alleen zijn bei
de zoons en zijn schoonzoon. Van - niet slechts pas
sieve- verdraagzaamheid jegens andersdenkenden ge
tuigt een stamboom van zijn geslacht van zijn hand, waarop — bovenaan — de teksten van twee gezangen uit de liederenbundel van de doopsgezinden voorkomen.
Bijzonder treffend - in onze ogen - is de grote plaats van het "hiernamaals" in de voorstellingen en ge
dachten,die bovendien — alweer in onze ogen — soms sterk "aards" getint lijken. Hierbij moet zeker in acht genomen worden,dat er toen -veel meer dan te
genwoordig- vele mensen jong of in de kracht van hun leven stierven. Wat is natuur lijker dan dat de achtergeblevenen in gedachten met hen bleven mee
leven. Met de hoop op hereniging later. Uit het dagboek van Albertus,die toch waarlijk geen dromer was,maar midden in het volle leven stond,blijkt dui- delijk,dat hij in zijn schaarse ogenblikken van rusti- gebezinning graag in gedachten met zijn "dierbare doden verkeerde. In dit licht mogen wij vermoedelijk ook zien de uitgesporken wens van vele leden van dit geslacht om - waar zij ook heen getrokken waren - op de begraafplaats te Hilversum (dus naast hun fa
milieleden begraven te worden.
TVE A -59
KRIJN JANSZ PERK (IV,
2)
'(176O-I83D
Na de dorpsschool (ook die te !s Graveland) door
lopen te hebben is ook hij door zijn vader bij zich in het bedrijf g e n omen,maar later in de leer gedaan bij een bakker. En maatschappelijk gezien heeft hij het praktisch nooit verder gebracht- Maar - als zijn oude
re b r o e r - h e e f t hij kans gezien door zelfstudie ver
der te ontwikkelen. Zo is er een moment gekomen, waarop hij de bakkerij vaarwel zegde om aan de school van zijn jongere broer Cornells te Amsterdam gods
dienstonderwijs te gaan geven. Daar is hij echter maar kort gebleven,want onverwacht kwam zijn vroegere p a
troon (te Eemnes) te overlijden. Op verzoek van de weduwe is hij daarheen teruggekeerd om haar te helpen bij de leiding van het bedrijf en de opvoeding van de, nog k l e i n e ,kinder e n . Daar is hij ook verder gebleven, ook nog toen die kinderen volwassen geworden waren.
Zijn persoonlijke invloed is echter niet tot Eemnes beperkt gebleven. Hij stond doorlopend in correspon
dentie met zijn broers en anderen (ten dele in
dichtvorm) en heeft vele gedichten geschreven, waar
van een gedeelte is uitgegeven. Zijn petekind Krijn Perk Vlaanderen heeft een levensbeschrijving van hem nagelaten,die mogelijk van diens eigen hand is,maar misschien ook teruggaat op een origineel van Alber- tus Perk.
CORNELIS JANSZ PERK (VI,3) (l?70-l8l3)
Nog een schoolkind, toen zijn vader overleed, heeft hij door de zorg van zijn broer Jan een degelijker op
voeding genoten dan zijn beide oudere broers. Hij heeft zich te Amsterdam voor onderwijzer kunnen be kwamen. Daar was hij eerst hoofd van een Nutsschool
en later - na het diploma Engels verworven te heb
ben - hoofd van een "instituut voor jongelieden, vooral jongeheren uit de Oost-Indië" (zoals Krijn Perk Vlaanderen schrijft). Hij moet uitgesproken
eigen opvattingen op paedagogisch gebied gehad h e b ben. O.m.gaf hij zijn leerlingen gelegenheid eventu
ele bijzondere aanleg te tonen en te ontwikkelen.
TVE *+-60
N a zijn vroege dood heeft zijn weduwe de leiding van het instituut overgenomen5 daarin bijgestaan door de Heer Ridderhof,die later haar schoonzoon zou worden, Ook hij (cornelis Perk) heeft vele gedichten geschre
ven,waarvan een deel is uitgegeven.
JAM JANSZ PERK V (of DE JONGE), ook wel genoemd ZWARTE JAN P ERK (VII,l) (1781-1826)
Vergeleken met zijn, zoveel jongere , half broer Alber- tus is van zijn prestaties betrekkelijk weinig bekend,.
Dit kan slechts ten dele verklaard worden door zijn korter leven en kinderloosheid. Vermoedelijk heeft verschil in karakter hier een rol gespeeld. Als be gaafde zoon van een hoog in aanzien staande vader leek hij voor een belangrijke rol in het dorpsleven voorbeschikt. Dit werd nog onderstreept door zijn huwelijk met een dochter van de rijke (zo niet de rijkste) fabrikeur Rijk Jacobsz Das. Dit verklaart zijn "omzwaaien" van de schipperij naar het fabri- keursschap. Men ontkomt echter niet aan de indruk, dat hij op dat nieuwe terrein geen succes heeft k u n nen boeken. In later jaren dreef hij een winkel in hoeden en mode-artikelen. V an zijn levendige geest en kunstvaardigheid getuigen vele gedichten,waaron
der sommige,die ook nu nog het lezen waard zijn
(bijv.één op zijn pleegdochtertje Emmitje Vlaanderen).
Het kinderloze echtpaar had al eerder een meisje Habermehl bij zich in huis genomen, één van de wees
kinderen van de vroegere waard uit het Bonte Paard (later het Hof van Holland)^ deze trouwde - nijg bij zijn leven - met de fabrikeurszoon Lourens Keers en zou de stammoeder worden van de predikantentak van dat geslacht.
GEERTJE JANS PERK (VII,2) (17 8 A - I 8 2 D Ook zij trouwde in een f abrikeursf amilie ,n .1. met Lourens Cornelisz Vlaanderen,een jonge weduwnaar.
Het verhaal gaat, dat hij haar al vóór zijn eerste h u welijk zou gevraagd hebben,maar dat zij hem toen heeft af gewezen, omdat hij in haar ogen te weinig blijk ge
geven had van een ernstige levensopvatting. Uit hun TVE A
-61
huwelijk zijn negen kinderen geboren,van wie er vier jong overleden. Toen zij beiden - enkele maanden na elkaar - zelf in de kracht van hun leven overleden, is haar broer Albertus opgetreden als voogd over de
jongen wezen,die bij verschillende familieleden zijn ondergebracht. Waarschijnlijk vielen beiden als
slachtoffer van de tbc,die later ook in het gezin van haar broer Albertus gewoed heeft. Van haar be
staat een door Jelgershuis getekend portret als jong meisje. Van haar schoonvader Cornelis'Lourensz Vlaanderen (alis Dove Kees) bestaat een portret als
oude man.
ALBERTUS JANSZ PERK (VII,'O (1795-1880)
Over hem zou een boek te schrijven zijn. In dit k a der wordt volstaan met een betrekkelijk korte karak
teristiek.
Als jongste kind van zijn vader en enig (en laat) kind van zijn moeder was er alle aanleiding om te verwachten,dat zijn karakter van jongsaf voorgoed bedorven zou zijn. Dat hiervan niets blijkt, integen
deel, wijst op wijze zelfbeheersing van zijn ouders.
Maar ook overigens heeft hij veel "meegehad"? zowel aan karakter en verstandelijke aanleg,als aan het milieu,waarin hij opgroeide. Na de dorpsschool door
lopen te hebben heeft hij zich verder kunnen bekwa
men op de school van zijn ook Cornelis te Amsterdam tot hij,met 1 5 jaar.door zijn vader bij zich op het notariskantoor genomen werd. Te Amsterdam zal hij hebben leren tekenen en dichten. Vooral wat dit laatste betref t ,heef t hij grote vaardigheid bereikt, die hem zijn leven lang is bijgebleven. Op het k a n toor van zijn vader kwam hij eerst recht in zijn ele
ment, want hij deelde diens belangstelling en aanleg voor o.m. geschiedenis. Het moet voor de vader een grote voldoening geweest zijn om zijn zoon leiding te geven bij een ontwikkeling,die hem zelf in zijn jeugd was onthouden. Tot de gunstige omstandigheden mag ook genoemd worden, dat - toen hij zich eenmaal vol
doende bekwaamd had - bij herhaling juist op tijd ambten openvielen,waarin hij van die bekwaamheid kon TVE k - 6 2
doen blijken. Vóór het zover was,heeft hij nog gelegen
heid gehad in Den Haag op één van de ministeries een zekere tijd werkzaam te zijn. Dit zal niet alleen zijn gezichtskring verruimd hebben,maar hem ook aan nut
tige relaties geholpen hebben. Later zou hij die nog op veel ruimer schaal aanknopen. Uit de door hem na
gelaten papieren blijkt,dat hij bijna op elk van de vele terreinen, waarvoor hij zich interesseerde, con
tacten gezocht heeft met de voornaamste figuren uit die tijd.
Van de successievelijk door hem beklede ambten e.d.
zijn te noemen:
1815- l8l6 klerk-agendarius a/h Ministerie van Fin.
1816- I85I gemeente-ontvanger van Hilversum I816-I852 gemeente-secretaris van Hilversum I82O-I87I notaris aldaar
182^-1836 hoofdopzichter van Domeinen voor Gooiland I828-I88O secretaris van Stad en Lande van Gooiland 1836-18^3 agent van Domeinen voor Gooiland (bevor
dering wegens bijzondere verdiensten; in 18^3 agentschap opgeheven)
18^0-1871 lid v/d Provinciale Staten van Noordholl.
l853-l880 lid van de Raad v/d gemeente Hilversum 185^-1880 wethouder van Hilversum.
Met de aanvaarding van het dorpssecretariaat,het notariaat en de functie bij Domeinen trad hij in de voetsporen van zijn vader,die dit nog grotendeels heeft mogen beleven. Met zijn benoeming tot secreta
ris van Stad en Lande kreeg hij gelegenheid zijn vleu
gels wijder uit te slaan, zij het op een hem zeer ver
trouwd gebied. Deze benoeming betekende trouwens de bevestiging van het feit,dat Naarden (wiens secre
taris tot die tijd steeds die functie had waargeno
men) door Hilversum overvleugeld was. Een nog rui
mer gebied kwam tot zijn taak te behoren met zijn lid
maatschap van Provinciale Staten. Ook als zodanig zal hij nuttig werk verricht hebben. Zijn belangstel
ling schijnt echter toch wel hoofdzakelijk de eigen streek betroffen te hebben,op welk gebied hij gaande weg zich een inzicht en ervaring verworven had,die destijds door niemand geëvenaard werd. Toen na de in-
TVE ^-63
voering van de gemeentewet het notariaat niet meer verenigbaar was met het secretariaat en het ontvan
gerschap van de gemeente,heef t hij deze laatste twee functies neergelegd,doch niet dan nadat twee zoons van hem daarin benoemd waren. (Een derde zoon heeft hem later als notaris opgevolgd). Door dit aftreden kwam voor hem zelf de weg vrij tot het lidmaatschap
van de raad,dat hij vrijwel onmiddellijk daarna ver
wierf. (Vele jaren eerder was hij ook al eens tot raadslid verkozen,maar toen is hij niet toegelaten wegens de onvereenigbaarheid met zijn gemeentefunc- ties.) En reeds het volgende jaar werd hij wethouder.
Sindsdien heeft hij in de zaken van het dorpsbestuur zijn persoonlijkheid ten volle kunnen laten gelden.
Al zal de praktijk wel niet zo veel verschild hebben met zijn invloed, toen hij”nog maar;' ambtenaar was.
In, of in nauw verband met deze functies is hij bij herhaling voor bijzondere taliën komen te staan. Zo in het notariaat voor bemoeiingen met de invoering van het kadaster en later voor die met de invoering van het burgerlijk wetboek. Als gemeentesecretaris is hem aan het eind van zijn loopbaan opgedragen het ontwerpen van de plaatselijke verordeningen,die de nieuwe gemeentewet voorzag. Om dit te kunnen doen heeft hij bij bijzondere beschikking dat secretariaat nog een jaar met zijn notariaat kunnen combineren.
Als secretaris van Stad en Lande heeft hij een be
langrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van de nieuwe regelingen,die een eind gemaakt hebben aan de eeuwenlange strubbelingen tussen Domeinen
(eerder de Grafelijkheid) als blote eigenaar van de Gooise heiden en weiden enerzijds, en de erfgooiers, verenigd in Stad en Lande van Gooiland,als gebrui
kers van die gronden anderzijds. Voortaan behoorde een gedeelte er van in volle eigendom aan Domeinen (die dit vervolgens aan particulieren verkocht heb
ben) en de rest ten volle aan Stad en Lande. Toen zich in verband met de voorbereiding van deze schei
ding verschil van mening bleek voor te doen om
trent bepaalde juridische aspecten, heeft Perk van Stad en Lande opdracht ontvangen terzake een rap
port uit te brengen. Dit is een bijzonder gelukkige
TVE
k-èkk e u s g e w e e s t . I m m e r s d e g e s c h i e d e n i s v a n p l a a t s en s t r e e k was e e n v a n d e o n d e r w e r p e n . w a a r v o o r hij v a n j o n g s a f g r o t e b e l a n g s t e l l i n g g e t o o n d h a d , e e n b e l a n g s t e l l i n g , d i e hij m e t zijn v a d e r gem ee n h a d . D i t was n i e t z o v r e e m d , w a n t i & de e e r s t e d e c e n n i a v a n d e n e g e n t i e n d e eeuw m o e s t e e n n o t a r i s w e l o v e r h e e l w a t h i s t o r i s c h e k e n n i s b e s c h i k k e n , o m d a t hij bij zijn w e r k h e r h a a l d e l i j k t e ma ken k r e e g m e t v e r h o u d i n g e n g e b a s e e r d op r e g e l i n g e n u i t d e t i jd v a n d e r e p u b l i e k en z e l f s d a a r v ó ó r .
Van d i e k e n n i s h e e f t P e r k - v o o r a l v o o r d i e t i jd - e e n u i t s t e k e n d g e b r u i k g e m a a k t i z e k e r a l s men i n a a n m e r k i n g n e e m t , d a t hij t o c h e i g e n l i j k e e n l e e k op d i t g e b i e d w a s . De g e s c h i e d e n i s was d e s t i j d s n o g m a a r n a u w e l i j k s o n d e r w e r p v a n w e t e n s c h a p p e l i j k e b e m o e i i n g g e w o r d e n . Eeuwen l a n g h a d d e n d e b e o e f e n a r e n z i c h - e n k e l e u i t z o n d e r i n g e n d a a r g e l a t e n - b e p e r k t t o t h e t v r i j w e l k r i t i e k l o o s c o m p i l e r e n v a n d e i n h o u d v a n o u d e r e g e s c h r i f t e n . Nog n i e t zo l a n g t e v o r e n was v o o r h e t e e r s t de e i s g e s t e l d t e r u g t e g r i j p e n t o t d e e i g e n l i j k e b r o n n e n en o o k d e z e k r i t i s c h t e b e k i j k e n . D e ze m e t h o d e h e e f t P e r k h i e r g e v o l g d . I n zijn
" V e r s l a g o m t r e n t d e o o r s p r o n g en d e n a a r d d e r g e - b r u i k s r e g t e n op d e h e i d e n en w e i d e n v a n G o o i l a n d "
( 1 8 4 2 ) h e e f t hij a l l e b r o n n e n , w a a r u i t d e z e r e c h t e n b l i j k e n , v o l l e d i g g e p u b l i c e e r d , m a a r b o v e n d i e n g e - t r a c h t d e i n h o u d e r v a n t e b e g r i j p e n u i t d e o m s t a n d i g h e d e n en o p v a t t i n g e n u i t de tijd v a n h u n o n t s t a a n . Op z i c h z e l f a l h e e l i e t s b i j z o n d e r s , m a a r i n d e z e p o g i n g t o t b e g r i p i s hij b o v e n d i e n - o o k n o g n a a r h e t h u i d i g e i n z i c h t - i n h o o f d z a a k u i t s t e k e n d g e s l a a g d .
Zijn v e r d i e n s t e v o o r d e s t r e e k g e s c h i e d e n i s b l e e f n i e t h i e r t o e b e p a a l d . I n d e l o o p d e r t i j d e n w i s t hij
t a l v a n b e l a n g r i j k e d o c u m e n t e n t e v e r w e r v e n m e t de b e d o e l i n g z e v o o r h e t n a g e s l a c h t t e b e w a r e n . D a t d i t d o e l l a t e r n i e t a l t i j d b e r e i k t i s , i s e e n a n d e r e k w e s t i e . H e t b e l a n g r i j k s t e en o m v a n g r i j k s t e was w e l h e t a r c h i e f v a n d e e r f m a a r s c h a l k e n v a n G o o i l a n d , g e w o o n l i j k h e t k o p t i e n d e - a r c h i e f g e n o e m d . Hij v on d o o k e e n a f s c h r i f t v a n L a m b e r t u s H o r t e n s i u s '
" Op k o m s t en o n d e r g a n g v a n N a a r d e n " ( i n h e t l a t i j n ) , w i s t d e r u s t e n d e p r o f e s s o r P e e r l k a m p b e r e i d t e v i n -
TVE k - 6 $
den deze tekst te vertalen en heeft een en ander (tekst én vertaling) na diens overlijden uitgegeven, voorzien van uitvoerige "nalezingen en bijvoegsels"
van zijn eigen hand. (1866) Daarin heeft hij zijn gro
te kennis van de Gooise historie,ook op detailpun
ten ,neergelegd. Na de heideverdeling van I8V5 heeft hij het initiatief genomen tot, en materiaal ver
schaft voor de samenstelling van een kaart van het Gooi,waarin vele bijzonderheden uit vroeger tijd zijn opgenomen. In dit verband verdient ook zijn daadwer
kelijke belangstelling voor de praehistorie van de streek genoemde te worden.
Op tal van andere gebieden is hij actief geweest.
Hij was - meer of minder - betrokken bij de aanleg van de straatweg van Ss Graveland over Hilversum naar Soestdijk (de eerste verharde weg,die Hilver
sum aandeed) en van die van Bussum naar Huizen,als
ook bij het doorgraven van de Gooise vaart van de plek, waar nu de Hondebrug ligt, tot bij de Haven
straat met een los- en laadplaats aan het einde (zoveel dichter bij het dorp). Eveneens bij de pogin
gen- tot realisering van de plannen van Mr.F.J.van de Wall' ter verbinding van de V e c h t , enerzijds met de E e m ,anderzijds met de Zuiderzee bij H Ux Z e n ,waar een haven zou komen. Hiervan is tenslotte alleen de haven van Huizen tot stand gebracht. In de buurt van de Noodweg en de Hollandse Rading vindt men nog de grotendeels dichtgegroeide restanten van de - niet verder doorgevoerde - eerste graverijen. Hij heeft het wegenplan ontworpen voor het villapark op de Trompenberg (toen nog een gedeelte van het akkerland (de eng) rondom het dorp. Hij heeft,toen de mogelijkheden van het gebruik van kunstmest b e kend w e r d e n ,geijverd voor de toepassing daarvan in deze streek. Hij heeft,samen met J h r .Mr.Backer (zijn opponent inzake de rechten van de erfgooiers), na de eerste heideverdeling van 1836 de Maatschappij ter bevordering van Cultuur in Gooiland opgericht met het doel gronden te verwerven om die te laten verbeteren,wat tevens de werkgelegenheid ten gode zou komen. Dit doel is maar in zeer beperkte mate
TVE Jf-66
bereikt;na enkele jaren is de Mij geliquideerd.
O.m.de begroeiing ter weerszijden van de Nieuwe
Crailose weg is door haar toedoen tot stand gekomen.
Ook op cultureel gebied heeft hij grote activiteit ontplooid. Hij was een van de oprichters en later jarenlang voorzitter van de plaatselijke afdeling van het "Nut" , waarvoor hij tal van lezingen, over de meest verschillende onderwerpen,heeft gehouden.Ook vormde hij met een kleine groep belangstellenden in historie en litteratuur uit Hilversum en !s Grave- land enige tijd de letterkundige kring "Oud-Hol- landsch". Hij heeft - overigens tevergeefs - poging
en gedaan om tekeningen naar de gewelfschilderingen in de Naardense kerk gepubliceerd te krijgen. En dan spreek ik nog niet van zijn belangstelling voor de geestelijke stromingen van zijn tijd,waarvan o.m.
zijn correspondentie met verschillende vooraanstaan
de figuren (o .m.Mr .H. J.Koenen i/z het Réveil) blijk geeft.
Tot besluit nog het een en ander over zijn per
soonlijk leven. Hij heeft zich steeds sterk gebonden gevoeld én met zijn familie én met de streek van zijn inwoning.
Zijn familie: van het gezin,waarin hij is opge. - groeid,hebben vooral zijn beide ouders en zijn half
zuster Geertje veel voor hem betekend. (Met zijn halfbroer Jan zal hij te veel in leeftijd verschild hebben.) Nog als knaap is het sterk aangegrepen door de dood van zijn halfzuster Emmitje (nauwelijks 20 jaar geworden en van zijn oom Cornells, wiens school hij nog maar kort te voren verlaten had.Ruim tien jaar later - hij was toen al een gevestigd man, maar nog niet getrouwd - stierven binnen korte tijd
zijn moeder en zijn zuster Geertje met haar man en twee jaar later ook zijn vader. Omstreeks die tijd heeft hij zijn vrouw gevonden. Evenals verschillende van zijn voorvaders had hij die niet in het eigen dorp gezochts maar deze keer toch wel heel ver weg, n.1. uit de omgeving van Nijmegen Zij was een zuster van de verloofde van een vriend, de jonge predikant Schregardus. Zijn vader oordeelde (blijkens diens dagboek)als volgt over haar: "Mij beviel zij in alle
TVE ^-6?
opzigten als aanstaande vrouw van mijnen zoon
,
alleenlijk haar uiterlijk in de wijze van kleeding bestaande,was mij wel bevallig,doch wat boven onzen stand." Met haar is hij negen jaar getrouwd geweest, in welke tijd zij zes kinderen hebben gekregen. Haar overlijden heeft hem diep getroffen,maar spoedig vond hij in een jongere zuster van haar een tweede vrouw en moeder voor de verweesde kinderen. Dit tweede huwelijk heeft *+8 jaar geduurd; hun zijn acht kinderen geboren. Enkele jaren na zijn tweede huwe
lijk overleden hun zuster en zwager Schregardus kort na elkaar. Hun twee,toen nog zeer jonge,wezen heb
ben Albertus en zijn vrouw bij zich in huis genomen.
Eén van beiden is later met zyn zoen Jan getrouwd.
Intussen begon ook in het eigen gezin de dood weer toe te slaan. Weliswaar is slechts één van zijn kinderen zeer jong overleden,maar alle vier doch
ters uit zijn eerste huwelijk stierven als jonge vrouw en meest na lang lijden. Van de twee getrouwde dochters,die na een bevalling lijdend werden, is be
kend,dat tbc de oorzaak is geweest. Ook de gezond
heid van zoon Eert heeft bij herhaling reden tot ernstige bezorgdheid gegevenjhij is echter tenslotte nog zeer oud geworden. Een laatste ernstige slag
trof hem en zijn gezin in
186
^ met de dood van de jongste dochter,slechts16
jaar oud.Het Gooi: hij wandelde - voorzover zijn drukke werk dat toeliet - graag en veel. Zo keerde hij wel,na
een drukke dag met houtveilingen in de buurt van Naarden,*s avonds te voet naar huis terug ging.
Een beschrijving van de wandeling van Hilversum naar de Lage Vuursche heeft hij laten drukken en is her
drukt in Heek1 s Jaarboekje van 1906. Ergens in zijn dagboek treffen wij de ontboezeming aan: "Zou er ooit wel iemand zó veel van deze streek gehouden hebben als ik ?" En dan te bedenken,dat juist door zijn toedoen een begin gemaakt is met allerlei grote veranderingen,die op de duur het aanzien van het Gooi ernstig zouden aantasten S
TVE
k-68
FRAGMENT GENEALOGIE PERK (Hilversum)
(zonder de zeer jong overledenen) (jaartallen zonder plaatsnaam betreffen Hilversum) I CORNELIS GEREERDEH,alis CRUYFF
schipper van het veer sinds I65O (of vroe
ger) tot 1662 II , a JAN CORNELISZ
samen met zijn zuster en zwager schipper van 1662 tot 1700
b LIJSBET CORNELISDR
x Lambert Jansz Haan,overl.vóór 1708 II I , a JAN JANSZ, DE OUDE. ca.l668-17A5
x l) Jaap je Rijkse Nagel
x 2 ) A'dam 17^J-eMaria Angenis (of Agatha) Damans,wed Bartholomeus Maas samen met zijn neef Jan Lambertsz Haan (overl.
1738) schipper van 1700 tot 1738,daar
na met Abraham Portengen tot I7A2 b GEERTJE JANSE, overl.na 172^f
x Claas van der Heyden
IV, a CORNELIS JANSZ, overl.Ternate I7AI schipper in dienst van de V.O.C.
b JAN JANSZ,DE JONGE, ca.1703-1772
x vóór 1729 Jannetje Welbergen (of ter Wel
berg) ,geb.Ankeveen,overl.1775 - sinds 1722 derde schipper,sinds 17^2 tot 1769 deelge
noot
c AALTJE JANSE, overl. Ankeveen vóór 17^-2
x 1) 1722 Jacob Cornelisz Kol,Ankeveen 1099- vóór 1730
x 2 ) Ankeveen 1730 Willem Jacobsz van Vliet (hij hertr.Barber van Akooy)
V, a JAN JANSZ I I I .1733-1779
x l) Emmitje Soetbrood, Loosdrecht 1735.1775 x 2) 1775 Gerritje van Doorn,overl.1780
schipper sinds 1769
TVE k
-69
b CLARA ( o f KAATJE) JANSE, o v e r l . v ó ó r 1 7 8 7 x 1 7 6 2 P i e t e r B o s d a m , c a . 1 7 3 9 - 1 Ö 2 2 (hij h e r t r . H i l l e t j e H o o g l a n d ) s c h i p p e r v a n h e t v e e r . V I , 1 JAN JANSZ I V . o f DE OUDE, 1 7 3 8 - 1 8 2 3
x l ) 1 7 8 0 M i e t j e d e B l i n d e , 1 7 5 1 - 1 7 9 3 x 2 ) ' s G r a v e l a n d 1 7 9 ^ M a r i a J o h a n n n a v a n
d e r V e l d e , ' s G r a v e l a n d 1 7 5 5 - 1 8 2 1 s c h i p p e r , l a t e r d o r p s s e c r e t a r i s e n n o t a r i s 2 KRIJN JANSZ, 1 7 6 0 - E e m n e s 1 8 3 1
ongehuwd ; b a k k e r t e Eemnes 3 CORNELIS JANSZ, 1 7 7 0 - A ' d a m 1 8 1 3
x A : dam l 8 0 1 E l s j e F r e r i c h s , A 'da m 1 7 8 2 - Weesp 1 8 5 9 - o n d e r w i j z e r , l a t e r h o o f d v a n e e n i n t e r n a a t t e A 'd a m
V I I , a k i n d e r e n v a n J a n J a n s z I V:
u i t h e t e e r s t e h u w e l i j k :
1 JAN JANSZ V , o f DE JONGE ( o o k Z w a r t e J a n ) , 1 7 8 1 - 1 8 2 6
x l 8 0 1 M a r r i t j e Rij kse Das , 1 7 7 8 - 1 8 2 9
a c h t e r e e n v o l g e n s s c h i p p e r , f a b r i k e u r , a d j u n c t - m a i r e ( l 8 l l ) en w i n k e l i e r
2 GEERTJE JANSE, 1 78 *f *l 82 1
x 1 8 0 9 L o u r e n s C o r n e l i s z V l a a n d e r e n , 1 7 8 1 - 1 8 2 1 , wedr v . M a r r i t j e v a n W a v e r e n , f a b r i k e u r ; d e j o n g s t e z o o n u i t d i t h u w e l i j k , Krijn P e r k V l a a n d e r e n ( I 82 O - I 8 9 8 ) , o o k f a b r i k e u r , i s de s c h r i j v e r v a n h e t f a m i l i e b o e k V l a a n d e r e n - P e r k - D o e t s .
3 EMMETJ E JANSE, 1 7 8 6 - 1 8 0 7 u i t h e t t w e e d e h u w e l i j k if ALBERTUS JANSZ, 1 7 9 5 - 1 8 8 0
x 1 ) B e e k bij Nijmegen 1 8 2 3 A n t o n e t t a C a r o l i n a v a n P u t t e n , B e e k l 8 ( ) i f - l 8 3 2
x 2 ) B e e k 1 8 3 2 M a r i a A n t o i n e t t a v a n P u t t e n , B e e k 1 8 0 8 - I 8 8 6 , z u s t e r v a n d e e e r s t e v r o u w
TVE if - 70
o.m.gemeente-secretaris en -ontvanger,
notaris,opzichter (later agent) van Domeinen secretaris van Stad en Lande van Gooiland, enz.enz.
b kinderen van Cornells Jansz (alle geboren te Amsterdam):
1 ALIDA CORNELIA, 1 8 0 2 - 's Graveland l88l ongehuwd
2 JOHANNES, l8 0 3 - A ;dam 1 8 6 8
x A'dam 1835 Maria Henriette Praetorius, A'dam lSo^f-A'dam 1878
commissionnair te Amsterdam
3 JEANETTE PHILIPPINE, l8 0 8 - ‘s Graveland 1883 x Weesp l8 A8 Gijsbertus Marinus Ridderhof, Dordrecht l8 l? - ,wed v.Anna Catharina Henderina Beddigs
instituteur te Amsterdam
^ Mr.CORNELIS HENDRIK, l8lO-Weesp 1856
x A'dam Ï83I Emilie Sophie Beth, Si.Peters
burg 1 8 2 0 “ ,wed v.Jacob Rabé advocaat te Amsterdam
VIII a kinderen van Albertus Jansz:
uit het eerste huwelijk
1 MARIA JOHANNA, l8 2 A-Bladel 1855
x 1853 Ds.Elie Johannes Francois van Dissel, Zutphen 1 8 2 7 -Eindhoven 1 9 2 2 , hij hertr.
Elisabeth Cornelia Meijer predikant en linnenfabrikant 2 ALBERTA CAROLINA, I825-I85O
ongehuwd
3 JAN, I 8 2 6 - I 9 H
x i860 Antoinetta C.Schregardus, Schiedam 1830-
gemeente-ontvanger van Hilversum
k
SOPHIA HERMINA, l8 2 7 -0 1 deboorn 1856 x 1852 Ds.Karel de LanoyTVE
k-71
5 ALBERTUS, 1829-1913 ongehuwd
gemeente-secretaris van H sum, later bankier 6 JOHANNE PHILPPINA, l831-l86l
ongehuwd
uit het tweede huwelijk 7 MARIA LOUISA, 1835-191?
ongehuwd van haar vader
copi'iste van fragmenten van het dagboek 8 EMMA GEERTRUIDA, 1837-1917
ongehuwd haar grootvader en vader copi'iste van fragmenten v .d .dagboeken van 9 KAREL J A K , 1839-1912
x Zaandam 1869 Aagje (of Agatha) Dekker Koog a/d Zaan 1 8 A 5 - 1 9 H
notaris te Hilversum.
1° ALBERTA MARIA, 18^1-192^
x 1862 Coenraad Jacob Teiwninck, Leiden ca.
1838-
11 COHNELIS EGBERT, l8*f3-l893 Arnhem
x Haarlem l886 Jkvr.Dido Cecilia Agatha Strick van Linschoten,overl.Arnhem 1893 burgemeester van Anna Paulowna
12 GEORGE DIEPERIK, 18^5-Oisterwijk 1925 x Hamburg 1872 Anna Catharina Adolphina Mohrmann
koopman te Oisterwijk, mede-oprichter van de Ver.tot behoud van Natuurmonumenten.
Ik
MARIA CAROLINA SOPHIA, l8*+8-l86^- o -
P.W.De Lange Hilversum.
TVE ^-72
Redactie-secr.: Drs B.G.J.Elias, Elpermeer 2 0 4 -A'dam J.V.M.Out, Raadhuislaan 87 - Eemnes Dagelijks bestuur v.d. Stichting "Tussen Vecht en Eem"
Voorzitter: O.L.van der Aa, Amsterdam Secretaris: Dr W.R.Wybrands Marcussen
Rooseveltlaan 191 A'dam - tel.020-446458 Kl.Sierksma - D.G.Krijnen Penningm. : L.F.Steinhauzer, Postbus 60 Laren.
Bankrekening (ten name v.d.Stichting) AMRO Bank Hilversum
postgironummer van de bank 32750 Minimumbijdrage voor begunstigers ƒ 20.- per jaar ____________________________ _______ (incl.periodiek)