• No results found

Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 2 juni 2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 2 juni 2022"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het college van burgemeester en schepenen

Besluit

2022_CBS_06119 OMV_2021042496 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het veranderen van een academisch ziekenhuis (IIOA + SH) ( inclusief het ontwerp project-MER PR3332) - met openbaar onderzoek - Corneel Heymanslaan , 9000 Gent - Advies

Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 2 juni 2022 Zijn aanwezig bij de beslissing van dit punt:

de heer Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter

de heer Filip Watteeuw, schepen; mevrouw Tine Heyse, schepen; mevrouw Astrid De Bruycker, schepen; de heer Sami Souguir, schepen; de heer Bram Van Braeckevelt, schepen; mevrouw Isabelle Heyndrickx, schepen; mevrouw Evita Willaert, schepen; de heer Rudy Coddens, schepen

mevrouw Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; de heer Luc Kupers, adjunct- algemeendirecteur

Bevoegd: Filip Watteeuw Betrokken: Tine Heyse

Juridisch kader

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.

De beslissing wordt genomen op grond van:

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen geeft ongunstig advies.

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

Universitair Ziekenhuis Gent OI met als contactadres Corneel Heymanslaan 10, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2021042496) ingediend bij de deputatie op 29 oktober 2021.

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:

• Onderwerp: het veranderen van een academisch ziekenhuis (IIOA + SH) ( inclusief het ontwerp project-MER PR3332)

• Adres: Corneel Heymanslaan 10, 9000 Gent

• Kadastrale gegevens: afdeling 8 sectie H nrs. 498P3, 498N3, 498Y3, 498T3, 498V3, 498X3,

(2)

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 2 februari 2022.

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 2 februari 2022.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

De deputatie heeft op 5 mei 2022 een wijzigingsverzoek aanvaard en stuurt op 6 mei 2022 een nieuwe adviesvraag aan het college van burgemeester en schepenen.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 19 mei 2022.

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit.

Wijzigingsverzoek Historiek van de aanvraag

02/02/2022: volledigheidsbewijs en adviesvraag aan het college van burgemeester en schepenen

24/03/2022: ongunstig advies van het college van burgemeester en schepenen wegens negatief brandweeradvies

25/04/2022: gemeenteraadsbeslissing inzake zaak van de wegen (verplaatsen buurtweg) 29/04/2022: indiening wijzigingsverzoek

05/05/2022: deputatie aanvaardt wijzigingsverzoek en stuurt op 06/05/2022 een nieuwe adviesvraag aan het college van burgemeester en schepenen.

Inhoud wijzigingsverzoek

Het wijzigingsverzoek gaat in op de opmerkingen gemaakt inzake de hemelwaterhuishouding uit het advies van Stad Gent. Er zijn een aantal verduidelijkingen in het dossier aangebracht en er zijn een aantal afwijkingsnota’s toegevoegd aan het dossier om de afwijkingen qua

hemelwaterhuishouding (groendaken en herbruik hemelwater) en de relatie met de reeds vergunde toestand op de site te duiden.

Naar aanleiding van een vraag van het Vlaams Energie-agentschap omtrent de inhoud van de energiestudie werd eveneens een aangepaste versie van de energiestudie opgemaakt.

Voor wat betreft de opmerkingen uit het ongunstig brandweeradvies werden geen

aanpassingen in voorliggend wijzigingsverzoek uitgevoerd. Dit ongunstig brandweeradvies blijft bijgevolg behouden (zie verder)

Procedure

In het Omgevingsvergunningendecreet is het principe van de wijzigingslus voorzien (art.30 van het omgevingsvergunningsdecreet), waarbij de bouwheer binnen de lopende procedure

wijzigingen kan aanbrengen aan zijn aanvraag, vb. om tegemoet te komen aan externe adviezen.

Aangezien de bijgevoegde stukken geen essentiële wijziging van het project, noch van de

(3)

ingediende plannen tot gevolg hebben, is geoordeeld dat de wijziging geen afbreuk doet aan de bescherming van de mens of het milieu of aan de goede ruimtelijke ordening.

Deputatie oordeelde dat de wijzigingen kennelijk een schending van de rechten van derden met zich mee kunnen brengen waardoor deze aanleiding geven tot de organisatie van een tweede openbaar onderzoek. Vermits er reeds een termijnverlenging werd toegepast in het kader van de aanleg van wegen, kan conform artikel 32 van het Omgevingsvergunningsdecreet geen tweede termijnverlenging doorgevoerd worden. Bijgevolg is er ook geen termijnverlenging voor deze aanvraag tot omgevingsvergunning.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De bouwplaats betreft de campus van UZ Gent. Deze zorgcampus bevindt zich ten zuiden van de kernstad, geflankeerd door de woonwijken van Steenakker en Ottergemsesteenweg en aan de zuidzijde afgesloten door de infrastructuurbundel E17-B401. Aan de noordzijde sluit de site aan op de groenklimaatas De Pintelaan. Ten westen takt de campus aan op de Corneel Heymanslaan waar zich twee rotondes bevinden. De campus wordt op vandaag volledig ingenomen door het Gentse Universitaire ziekenhuis en UGent met verzorgingsgebouwen, onderwijsfaciliteiten en ondersteunende diensten. De campus UZ Gent wordt momenteel gekenmerkt voor een

fragmentatie van ziekenhuisgebouwen. De verschillende ziekenhuisgebouwen zijn ondergronds met elkaar verbonden voor de logistieke stromen, en ook bovengronds op verdieping +01 is er een campusader die zorg voor een connectie voor bedlegerige patiënten. Centraal tussen de 2 grote ziekenhuisgebouwen UZ1 en UZ2 situeert zich een grote bovengrondse parking voor bezoekers en patiënten. Binnen het project bevindt zich het beschermd monument 'Kapel van het Universitair Ziekenhuis Gent'.

Het UZ Gent gaat komende jaren samen met de UGent zijn ziekenhuiscampus reorganiseren en transformeren, met als belangrijkste projecten de realisatie van een gecentraliseerde

nieuwbouw van ca. 75.000 m² (bovengrondse m²), een nieuw bovengronds parkeergebouw, de optimalisatie van de mobiliteit en de aanpak van de buitenruimtes. UZ Gent/UGent startte hiervoor met de opmaak van een masterplan waarvan op 6 mei 2021 akte werd genomen door het college van burgemeester en schepenen. Het masterplan gaat uit van een centrale zorgzone waarbij alle zorg- en ziekenhuisfuncties in het centrum van de campus worden geclusterd met als doel een hogere efficiëntie, kortere loopafstanden en een sterkte onderlinge verbondenheid.

Door de compacte centrale zorgzone ontstaat er plaats aan de randen van de site voor ondersteunende functies. Tussen deze afgebakende zorgzones wordt een verbindende groenzone gepland die maximaal wordt onthard.

Het masterplan zet in op duurzame mobiliteit met het STOP- principe als leidraad. Er wordt een fijnmazig netwerk van paden doorheen de campus gepland. Het parkeren wordt geclusterd en gecompacteerd in drie parkeerclusters: een centrale ondergrondse parking voor

patiënten/bezoekers, een parkeergebouw aan de zuidoostelijke zijde en een derde

parkeercluster onder de noordoostelijke ontwikkelingszone. De logistiek wordt gebundeld in één logistiek gebouw van waaruit de verder verdeling via een ondergronds tunnelsysteem over de campus kan gebeuren (muv de onderzoeksgebouwen aan de oostzijde). Het masterplan moet gelezen worden als een strategisch document met richtinggevende waarde. Het is een

inhoudelijk kader voor de ontwikkelingen van het UZ Gent en de UGent in de toekomst.

De nu voorliggende aanvraag geeft uitvoering aan een belangrijk deel van het masterplan en omvat verschillende werken, gelegen op de ziekenhuissite van UZ Gent:

1. Centraal ziekenhuisgebouw

(4)

De centrale nieuwbouw wordt ingeplant tussen UZ1(Henri Van De Velde) en UZ2 en zal bestaan uit 3 ondergrondse bouwlagen en 7 bovengrondse bouwlagen. Het wordt opgebouwd volgens sokkelmodel waarbij de onderste 3 bouwlagen worden ingericht als medische sokkel. Bovenop deze sokkel wordt het beddenhuis gepland met 632 meerdaagse bedden. De footprint beslaat ca. 220 m op 120 m.

Het centrale ziekenhuisgebouw zal volgende opdeling krijgen:

- 3 ondergrondse verdiepingen met een bezoekers- en patiëntenparking voor 1722 wagens en 44 plaatsen voor motorfietsen, een fietsenstalling voor 1750 fietsen en kleedruimtes voor personeel. In deze ondergrondse lagen worden ook de logistieke en technische tunnels ondergebracht die de centrale nieuwbouw en later de volledige campus bedienen. De inrit voor gemotoriseerd verkeer wordt voorzien vanaf de kleine rotonde op de Corneel Heymanslaan.

- Een medische sokkel van 3 verdiepingen met volgende functies:

o Centrale / publieke functies zoals onthaal, publiek restaurant en publieke ruimte (zorgstraat en publieke straat)

o Kritische en medisch technische functies zoals spoed (incl.

huisartsenwachtpost en urgentiepsychiatrie), medische beeldvorming en radiotherapie

o Kankercentrum (bevat dagziekenhuis oncologie en polikliniek oncologie) o Dagziekenhuizen (chirurgisch en internistisch dagziekenhuis)

o Interventioneel platform, met alle operatie- en behandelzalen) o Intensieve zorgen

o Academische straat, met zorggebonden administratie en internaatsfuncties o Technische ruimtes voor de medische sokkel

- Een beddenhuis van 3,5 bouwlagen, waar alle verpleegeenheden (m.u.v. pediatrie, revalidatie en psychiatrie) zullen gecentraliseerd worden.

- Technische ruimtes voor het beddenhuis.

Met het nieuw centraal ziekenhuisgebouw wordt er getracht te gaan naar een leesbare en compacte zorgpool met korte, werkbare looplijnen voor patiënten en personeel. De verschillende looplijnen worden zo veel mogelijk verticaal opgesplitst als volgt:

- De publieke straat (gelijkvloers – oost-westoriëntatie) fungeert als inkomzone en is zowel aan de oost- als aan de westzijde toegankelijk. Deze straat wordt opgeladen met een diversiteit aan publieke functies en begeleidt de diverse gebruikersstromen tot in het hart van het ziekenhuis.

- De zorgstraat (gelijkvloers – noord-zuidoriëntatie) fungeert als een publieke

verbindende as tussen UZ1 en UZ2 en wordt geladen met een diversiteit aan functies die de zorg en het welzijn van de patiënt ondersteunen. Het zijn functies en diensten die de bezoeker/patiënt tevens begeleiden en voorbereiden in zijn zorgtraject.

- De beddenstraat op de 1ste verdieping zorgt voor de verbinding tussen UZ1 en UZ2. Op deze beddenstraat worden alle beddenliften geënt zodat het steeds mogelijk is van eender welk punt in het ziekenhuis naar een ander te gaan met een bed, waardoor in de publieke- en zorgstraat te allen tijde beddenverkeer vermeden wordt.

- De academische straat op de 2de verdieping is een straat op maat van het personeel van UZ Gent en UGent, waar samenkomen voor overleg en kennisdeling, opleiding en bijscholing centraal staat. Deze straat verbindt zowel ruimtelijk als organisatorisch, de

(5)

organisatie van de zorg, de opleiding en het onderzoek binnen het Universitair Ziekenhuis Gent en de onderwijsinstellingen op deze campus (UGent).

Op het kruispunt van de publieke straat en de zorgstraat start het atrium dat, zowel op de gelijkvloerse verdieping als op alle bovenliggende verdiepingen een verticaal oriënterend en verbindend element vormt doorheen de centrale nieuwbouw.

Aan de noordzijde van de nieuwbouw wordt een fietsdoorwaadbaarheid voorzien in oost-west richting. Deze doorsteek biedt toegang tot de fietsenstalling voor personeel en kan eveneens worden ingezet als fietsdoorsteek, weliswaar onder controle van het ziekenhuis. De fietsers bereiken via een hellende boulevard rechtstreeks onder het ziekenhuis de fietsenstallingen.

Deze fietsboulevard geeft aan beide zijden van de centrale nieuwbouw aansluiting op de geplande fietsinfrastructuur op de site.

De medische sokkel is opgevat als een groot blok over 3 verdiepingen met een kroonlijsthoogte van 14 m, waar met regelmaat openingen in gemaakt zijn. Deze openingen worden, afhankelijk van de achterliggende functie ingevuld met een raam, een nis of als opening.

De gelijkvloerse verdieping is meer open getrokken naar het voorplein toe, om interactie aan te gaan met het plein, de bezoekers en de omgeving, en om het publieke karakter te accentueren.

Langs beide zijden van de publieke straat is de toegang geaccentueerd: langsheen de zijde van de Corneel Heymanslaan wordt gewerkt met een massieve wand op de verdiepingen +01 en +02 met het logo van het ziekenhuis, zodat een anti-chambre gecreëerd wordt achter de voorgevel.

Op de eerste verdieping worden aan deze zijde daktuinen gecreëerd achter een open gevelstructuur (terrassen voor intensieve zorgen hebben op die manier meer privacy).

Aan de andere zijde (zijde Steenakker) wordt de gevel van de sokkel op drie plaatsen mee naar binnen geplooid samen met de functionele invulling. Hierdoor ontstaan naast de patio voor de inkom ook gelijkvloerse tuinen voor enerzijds de oncologische patiënten en anderzijds een publiek terras voor het bezoekersrestaurant. Aan de zijde van Steenakker wordt een verbindend element van een galerij toegevoegd, dewelke zorgt voor een fysieke en droge verbinding tussen de bestaande gebouwen en de centrale nieuwbouw.

Centraal in het gebouw worden 4 patio’s ingebracht die elk met hun eigen karakter ingevuld zullen worden.

Het beddenhuis, dat zich als teruggetrokken volume situeert bovenop de sokkel die wordt voorzien van een daktuin, krijgt eenzelfde vormentaal als de sokkel. Ook hier worden de openingen in de gevel ingevuld naargelang de functie en is er een variëteit van transparante delen, gesloten nissen en openingen. De technische ruimtes worden mee opgenomen in de gevelarchitectuur. De kroonlijsthoogte van het beddenhuis bedraagt 32,90 m. De bijkomende technische laag brengt de totale hoogte van het gebouw op 34,12 m.

Naar materialisatie wordt er gekozen voor een baksteengevel met een witgele kleur. De balustrade wordt uitgevoerd in goudkleurig staal en het buitenschrijnwerk in goudkleurig/wit aluminium.

2. Radiotherapie, nooddiesels en koelcentrales

Aansluitend aan de centrale nieuwbouw komt een annex gebouw waarin de dienst

radiotherapie wordt ondergebracht. Dit zal gebouwd en in gebruik genomen worden voor de finalisatie van de bouw van de centrale nieuwbouw. Na realisatie van de centrale nieuwbouw zal

(6)

de dienst radiotherapie aansluiting krijgen op de zorgstraat, en zo ook de connectie maken met alle ziekenhuisgebouwen.

Dit gebouw zal bestaan uit 3 bovengrondse bouwlagen, waarvan de gelijkvloerse bouwlaag de consultatie- en behandelruimtes omvat, en de 2 bovenliggende verdiepingen zorggerelateerde administratie en technische ruimtes. De kroonlijsthoogte bedraagt 14 m, met een balustrade hierboven brengt dit de totale hoogte op 15 m.

Samen met de bouw van radiotherapie zal ook een volume met 1 ondergrondse bouwlaag en een hoogte van 17 m. Binnen dit bouwvolume worden 2,5 bouwlagen ondergebracht met hierin de koelcentrales en nooddiesels voor de site. Deze zullen zorgen voor de nodige koeling in de nieuwe gebouwen en de nooddiesels verzekeren dat de essentiële ziekenhuisfuncties ten allen tijde voorzien worden van stroom. Het centraliseren van alle koelcentrales op de site is een essentieel onderdeel van het rationaliseren van het energieverbruik van het ziekenhuis. Deze centralisatie laat toe een warmte-koudenet te implementeren voor het ziekenhuis waarmee 30 tot 40% van de warmtebehoefte gerecupereerd kan worden uit de restwarmte van medische en data infrastructuur op de site.

Op het gelijkvloers wordt hier een galerij voorzien met een hoogte van 4,25 m hoog die doorloopt in de galerij voor het centrale ziekenhuisgebouw. De galerij wordt in wit architectonisch beton uitgevoerd en de gevels in grijs genuanceerd parement.

3. Logistiek gebouw

Het logistiek gebouw wordt aan de zuidelijke kant van de site ingepland, zodat alle logistieke bewegingen zich in de zuidelijke rand van de site kunnen organiseren, en daardoor de centrale zorgzone zo min mogelijk zullen belasten.

Het logistiek gebouw zal bestaan uit 1 ondergrondse laag en 4 bovengrondse bouwlagen, en zal volgende opdeling krijgen:

- Ondergrondse verdieping die aansluit op het logistieke interne netwerk van de campus.

- Bovengrondse verdiepingen met logistieke functies zoals magazijn, apotheek, centrale sterilisatie-afdeling en de administratie die bij deze functies hoort.

Het logistiek gebouw is 23,83 m hoog ten opzichte van de vloerpas en wordt uitgevoerd in grijs genuanceerde architectonische betonpanelen. Het buitenschrijnwerk wordt in goudkleurig aluminium uitgevoerd, net als de balustrades. Het gebouw is 46,50 m breed en 103,50 m diep.

Aan de zuidelijke kant van het logistiek gebouw worden de laad- en los-kades ingericht en zal ook het milieupark komen te liggen. Dit sluit aan op de logistieke ontsluitingsweg. In deze zone worden een aantal groene zones uitgesneden in de verharding.

Op het nieuw aan te leggen milieupark wordt daarnaast een volume opgetrokken om radioactief en risicohoudend medisch-afval op een geconditioneerde manier tijdelijk op te slaan. Dit volume meet 18,75 m op 26,74 m. De hoogte van dit volume bedraagt 5,15 m ten opzichte van het maaiveld.

4. Sloop

De aanvraag omvat een aantal sloopwerken:

- De campusader heeft momenteel de functie om patiënten van UZ1 naar UZ2 te brengen. Deze as wordt overgenomen door de beddenstraat in het nieuwe ziekenhuis.

De campusader zal dan ook afgebroken worden van zodra de beddenstraat in gebruik genomen kan worden. De openingen waar de campusader momenteel ent op de bestaande gebouwen zullen dicht gemaakt worden.

(7)

- Parkeergebouw

Het huidige parkeergebouw, dat zich centraal tussen UZ1 en UZ2 bevindt, zal afgebroken worden om plaats te maken voor het centrale nieuwbouwproject. Deze afbraak zal niet starten vooraleer er gezorgd is voor voldoende alternatieve

parkeerplaatsen op de site.

Enerzijds zal de nieuw te bouwen ondergrondse parking in 2 fasen gebouwd worden, waarbij er in een eerste fase de noordelijke helft gerealiseerd zal worden. Na de voltooiing van deze eerste fase zal deze in gebruik genomen worden, en pas nadien zal het bestaande parkeergebouw afgebroken worden. Beide delen van de ondergrondse parking onder de centrale nieuwbouw én de sloop van dit parkeergebouw maken onderdeel uit van voorliggende aanvraag.

Anderzijds zullen er elders op de site tijdelijke parkings ingericht worden, deze vormen onderdeel van afzonderlijke omgevingsvergunning.

- Restaurant K1

Slopen van de aanbouw aan K1, waar een deel van de verbruiksruimte van het huidige restaurant in zit. Door de sloop van deze aanbouw, komt het UZ1 gebouw weer zuiver te staan, en kan de fietsstraat gerealiseerd worden.

De openingen in de gevel ter hoogte van het restaurant zullen hersteld worden na afbraak van de aanbouw ter hoogte van het restaurant naar analogie met het bestaande schrijnwerk.

In de centrale nieuwbouw wordt een nieuw publiek restaurant gepland, aan de zijde Steenakker.

- Verpleegafdeling Vijverpark, tuinhuis en container unit

Het modulair blok Vijverpark, dat zich nu voor K2 bevindt zal gesloopt moeten worden in functie van de bouw van het centrale nieuwbouwziekenhuis.

Samen met het modulair blok Vijverpark zal een tuinhuis en een container unit, die zich net naast het modulair blok bevinden, gesloopt worden.

- Overkapping

De overkapping centraal op de site, die momenteel zorgt voor een droge verbinding vanaf het bovengronds parkeergebouw naar de ziekenhuisgebouwen UZ1 wordt gesloopt.

- Logistiek gebouw K12F

Op de plaats van het toekomstig nieuw logistiek gebouw staat momenteel een gebouw dat onderdak geeft aan de afdelingen UPSIE en eetstoornissen en ondergronds een deel van het magazijn huisvest. Dit deel van het gebouw K12F zal gesloopt worden om het nieuw logistiek gebouw te kunnen realiseren. Het betreft hier dus een gedeeltelijke sloop van het gebouw K12F. Deze functies zullen tijdelijk elders op de campus worden ondergebracht om na het voltooien van de centrale nieuwbouw en logistiek gebouw hierbinnen hun definitieve plaats te vinden.

- Verharding

De verhardingen in de zone van de nieuw op te trekken constructies, alsook in de zone van de aan te leggen omgevingsaanleg rondom de nieuwe gebouwen worden gesloopt.

- Bluswaterreservoirs

Centraal op de site zit één van de blusreservoirs. Deze zal gesloopt worden om de centrale nieuwbouw te realiseren en de functie zal overgenomen worden door een nieuw blusreservoir.

(8)

Een tweede bluswaterreservoir bevindt zich op de positie van het toekomstige inrittencomplex naar de ondergrondse parking. Dit bluswaterreservoir zal gesloopt worden en de functie zal mee opgenomen worden in een nieuw bluswaterreservoir.

- Te rooien bomen

Om de centrale nieuwbouw en het logistiek gebouw te kunnen realiseren, dienen op de campus bomen gerooid te worden. Voor de gerooide bomen wordt er gekeken naar een compensatie elders op de site. Deze worden aangeduid op het bijgevoegde bomenplan en zullen mee worden opgenomen in een omgevingsvergunningsaanvraag voor de omgevingsaanleg.

5. Infrastructuur en omgevingsaanleg - Buurtweg (Chemin n°84)

De huidige Chemin n°84 loopt op dit moment over de bouwsite en door diverse

gebouwen, waaronder ook de geplande nieuwbouw. De buurtweg is niet meer zichtbaar op het terrein maar wordt met deze aanvraag verplaatst naar een locatie rond de gebouwen (ten noorden van UZ1) om zo wel degelijk een openbare fietsverbinding te vormen over de UZ-site die aansluit bij de route vanuit de Ottergemse Dries – via het Frédéric Thomaspad – naar Steenakker.

Er werd een rooilijnplan toegevoegd aan het dossier voor de verplaatsing van deze buurtweg. Het nieuwe tracé loopt over bestaande verharding.

- Bluswaterreservoir

Bouw van een nieuw bluswaterreservoir ter hoogte van K5 met een inhoud van 300 m³ ter vervanging van de 2 gesloopte reservoirs.

- Verharding

Rondom het centrale nieuwbouwproject en het logistieke gebouw worden nieuwe verhardingen aangelegd om de gebouwen te laten functioneren.

- Doorrit ambulances

Om de volledige operationele werking van het ziekenhuis te verzekeren tijdens de bouwwerken zal het urgent spoedverkeer omgeleid worden. Voor deze omleiding is het noodzakelijk enkele bouwkundige werken uit te voeren ter hoogte van de

verbindingsgang tussen K12A en K12F.

De buitenaanleg aansluitend op de centrale nieuwbouw en het logistiek gebouw wordt het onderwerp van een afzonderlijke omgevingsvergunningsaanvraag. Hierin wordt eveneens het verplaatsen van de tramhalte tot voor het K1-gebouw opgenomen.

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten Het betreft het veranderen van een academisch ziekenhuis (IIOA).

Via voorliggend dossier worden volgende zaken aangevraagd:

* Centrale nieuwbouw + ondergrondse parking (nieuw)

Op de site van het UZ Gent zal een centrale nieuwbouw gebouwd worden die een groot deel functies zal samentrekken die nu nog verspreid op de site staan. De nieuwbouw komt op de middenzone tussen de twee helften van het ziekenhuis (UZ 1 & UZ 2) waar op vandaag parkeerinfrastructuur ligt. De centrale nieuwbouw zal de twee helften van het ziekenhuis verbinden om zo tot één aangesloten ziekenhuis te komen.

* Logistiek gebouw (nieuw)

(9)

Mee met de centrale nieuwbouw is in het masterplan de behoefte gedetecteerd voor het bouwen van een nieuw logistiek gebouw dat voor een centralisatie van de (logistieke) functies dient te zorgen.

* Energiegebouw met radiotherapiebunkers (nieuw)

Een technisch gebouw voor de nooddiesels en een koelcentrale.

Verschillende radiotherapiebunkers.

Gelet dat bovenstaande zaken voornamelijk kaderen in een interne verhuisoperatie en niet in het bij creëren van nieuwe diensten zullen de wijzigingen op milieuvlak zich voornamelijk situeren op de technische installaties die gekoppeld zijn aan de nieuwe gebouwen (transformatoren, stookinstallaties, bemaling, ...).

Daarnaast wordt er ook nog een regularisatie gevraagd voor de lozing van het bedrijfsafvalwater op de lozingspunten LP1 Arduinstraat, LP3 Zwembad en LP5 De Pintelaan.

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek Omschrijving Hoeveelheid

3.2.2°a) lozen van huishoudelijk afvalwater (niet afkomstig van woongelegenheden) zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, in een lozingspunt gelegen in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan (meer dan 600 m³/jaar) | Toevoeging van lozing huishoudelijk afvalwater afkomstig van de centrale nieuwbouw met een max. debiet van 8,6 m³/u - 137 m³/dag - 33.333 m³/jaar op de openbare riolering Arduinstraat | klasse 3 | Verandering

8,6 m³/uur

3.4.3° lozen, zonder behandeling in een

afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat al dan niet één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (meer dan 100 m³/u) | - Regularisatie LP1 Arduinstraat: 160 m³/u - 750 m³/dag

- Regularisatie LP3 Zwembad: 30 m³/u - 400 m³/dag

- Schrapping LP5 De Pintelaan als lozingspunt bedrijfsafvalwater | klasse 1 | Verandering

-120 m³/uur

12.1.1.2°b) wisselspanning opwekken met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt | 4 dieselgroepen met een totaal vermogen van 4.000 kVA (4x 1.000 kVA) | klasse 2 | Nieuw

4000 kVA

12.2.1° transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA | - Verwijderen van 2 transformatoren (2x 400 kVA gebouw K4 en P7)

- Toevoegen van 21 nieuwe transformatoren (18x 400 kVA en 3x 1.000 kVA) | klasse 3 | Verandering

9400 kVA

(10)

12.2.2° transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA | Toevoegen van 4 nieuwe transfo's (4x 1.250 kVA) | klasse 2 | Verandering

5000 kVA

12.3.1° accumulatoren: vast opgestelde batterijen waarvan het product van de capaciteit, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000 | Toevoegen van:

- Centrale UPS 85.000 VAh

- Decentrale UPS 800.000 VAh | klasse 3 | Verandering

885000 VAh

16.3.2°b) koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (meer dan 200 kW) | Toevoegen van verschillende koelinstallaties, warmtepompen met een totaal elektrisch vermogen van 1.775 kW:

- 2 compressie koelmachines (2x 350 kW) - 1 compressie koelmachine (1x 165 kW) - 1 warmtepomp (1x 100 kW)

- 13 adiabatische koelers (13x 60 kW)

- 1 drycooler free-cooling (1x 30 kW) | klasse 2 | Verandering

1775 kW

17.3.2.1.1.2° ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3: gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton | Toevoegen van 36,65 ton (44.000 l) opslag van diesel in 4 dubbelwandige bovengrondse houders van elk 11.000 l. | klasse 2 | Verandering

36,65 ton

31.1.3° stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5000 kW | Toevoegen van 4 dieselgroepen met een totaal vermogen van 4.000 kW (4x 1.000 kW) | klasse 1 | Verandering

4000 kW

43.3.2° stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines 50 MW of meer | Toevoegen van 4 dieselmotoren met een totaal vermogen van 4.000 kW (4x 1 MW) | klasse 1 | Verandering

4 MW

43.4. installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval

opmerking: Er kan overlapping zijn met rubriek 2.3.4, 31.1, 43.1, 43.2 en 43.3. | Toevoegen van 4 dieselmotoren met een totaal vermogen van 4.000 kW (4x 1 MW) | klasse 1 | Verandering

4 MW

49.2. ziekenhuizen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap met toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2008 houdende coördinatie van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen | Veranderingen aan een ziekenhuiscomplex | klasse 2 | Verandering

1

ziekenhuiscomplex

53.2.2°b)2° bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van

onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde 476000 m³/jaar

(11)

watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1° met een netto opgepompt debiet van meer dan 30 000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder maaiveld

| Bronbemaling in kader van de stedenbouwkundige werken met een max. jaardebiet van 476.000 m³/jaar | klasse 2 | Nieuw

Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:

6.5.1° | 1 verdeelslang, gekoppeld aan de gasolietank van 1.200 liter (1.020 kg). | 1 verdeelslang 9.4.1.a)1.1° | Een stal met plaatsen voor maximum 20 varkens ouder dan 10 weken (animalaria inzake behandeling en huisvesting van proefdieren). | 20 plaatsen

9.6.a)1° | Een stal met plaatsen voor maximum 20 schapen (animalaria inzake behandeling en huisvesting van proefdieren). | 20 plaatsen

9.7.a)3° | Diverse animalaria voor in totaal 34.720 dieren, waaronder 20 konijnen, 100 cavia’s en/of hamsters, 200 ratten en 34.400 muizen (animalaria inzake de kweek, behandeling en huisvesting van proefdieren voor in hoofdzaak ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen in functie van wetenschappelijk onderzoek). | 34720 plaatsen 12.1.2.2°b) | 4 dieselgroepen met een totaal vermogen van 7.700 kW (1.100 kW en 3x 2.200 kW).

| 7700 kW

12.3.2° | Diverse vaste batterijladers met een totaal vermogen van 48,6 kW. | 48,6 kW

15.1.1° | Een stelplaats voor 20 voertuigen, andere dan personenwagens. | 20 aantal voertuigen 17.1.2.1.3° | De maximale opslag van 20.000 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten. | 20000 liter

17.1.2.2.3° | De maximale opslag van 66.515 liter gassen in vaste houders, zijnde:

- argon in een houder met een waterinhoudsvermogen van 949 liter;

- lachgas in een houder met een waterinhoudsvermogen van 3.200 liter;

- zuurstof in 3 houders met een waterinhoudsvermogen van respectievelijk 2.237 liter, 10.780 liter en 20.010 liter;

- stikstof in 3 houders met een waterinhoudsvermogen van respectievelijk 1.948 liter, 10.940 liter en 11.000 liter;

- koolstofdioxide in 2 houders met een waterinhoudsvermogen van respectievelijk 2.101 liter en 3.350 liter. | 66515 liter

17.3.1.1° | De maximale opslag van 100 kg diverse ontploffingsgevaarlijke producten in verplaatsbare recipiënten. | 100 kg

17.3.2.1.2.1° | De maximale opslag van 4.100 kg diverse overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (GHS02) in verplaatsbare recipiënten. | 4,1 ton

17.3.2.2.2°b) | De maximale opslag van 5.000 liter diverse ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 (GHS02) in verplaatsbare recipiënten. | 5 ton

17.3.2.3.1°b) | De maximale opslag van 500 kg diverse overige brandgevaarlijke stoffen (GHS02) in verplaatsbare recipiënten. | 500 kg

17.3.3.1°b) | De maximale opslag van 2.000 kg diverse oxiderende stoffen (GHS03) in verplaatsbare recipiënten. | 2 ton

17.3.4.2°b) | De maximale opslag van 15.000 kg diverse bijtende stoffen (GHS05) in verplaatsbare recipiënten. | 15 ton

(12)

17.3.5.2°b) | De maximale opslag van 4.500 kg diverse giftige stoffen (GHS06) in verplaatsbare recipiënten. | 4,5 ton

17.3.6.2°b) | De maximale opslag van 35.000 kg diverse schadelijke stoffen (GHS07) in verplaatsbare recipiënten. | 35 ton

17.3.7.2°b) | De maximale opslag van 5.100 kg diverse op lange termijn gezondheids- gevaarlijke stoffen (GHS08) in verplaatsbare recipiënten. | 5,1 ton

17.3.8.2° | De maximale opslag van 10.000 kg diverse voor het aquatisch milieu gevaarlijke stoffen (GHS09) in verplaatsbare recipiënten. | 10 ton

19.3.1°b) | Diverse toestellen voor het mechanisch behandelen en vervaardigen van artikelen uit hout met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 51 kW. | 51 kW

24.3. | Diverse laboratoria, met lozing van afvalwater. | 36 laboratoria

29.5.2.1°b) | Diverse toestellen voor het mechanisch behandelen van metalen (in werk- en therapiehuizen) met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 74 kW. | 74 kW

32.8.1.1°b) | Een zwembad in het revalidatiecentrum met een oppervlakte van 225 m². | 225 m² 32.8.1.3° | Twee therapiebaden. | 2 therapiebaden

35. | Een mortuarium met maximum 40 plaatsen. | 1 mortuarium

39.1.1° | 1 stoomgenerator met een individuele waterinhoud van 500 liter en 4 sterilisatoren met een individuele inhoud van 2x 73 liter en 2x 75 liter; totaal: 796 liter. | 796 liter

39.1.3° | 7 stoomgeneratoren met een individuele waterinhoud van 3x 20.000 liter, 28.200 liter en 3x 26.367 liter; totaal: 167.301 liter. | 167301 liter

39.2.1° | Eén autoclaaf met een totale waterinhoud van 2.873 liter. | 2873 liter

39.2.2° | Diverse stoomvaten en autoclaven met een totale waterinhoud van 24.095 liter. | 24095 liter

39.4.2° | Diverse warmtewisselaars met een totale waterinhoud van 40.200 liter. | 40200 liter 43.1.3° | Diverse stookinstallaties met een totaal nominaal thermische ingangsvermogen van 51.779 kW (3x 24 kW, 27 kW, 40 kW, 4x 56 kW, 80 kW, 90 kW, 3x 100 kW, 2x 147 kW, 2x 196 kW, 2x 230 kW, 2x 300 kW, 2x 400 kW, 2x 480 kW, 590 kW, 3x 6.000 kW, 3x 7.000 kW en 7.850 kW. | 51779 kW

46.2°b) | Diverse wasmachines met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 167,2 kW. | 167,2 kW

51.1.3° | Genetisch, gemodificeerde organismen: inrichting van maximum risiconiveau 3 - oppervlakte laboratoria 4.261,05 m². | 4261,05 m²

51.2.2° | Pathogene organismen: inrichting van maximum risiconiveau 3 - oppervlakte laboratoria 3.026,21 m². | 3026,21 m²

53.8.3° | Een grondwaterwinning uit 15 putten van ca. 40 m diep en een maximum debiet van 450 m³/dag en 145.000 m³/jaar (HCOV: 0800). | 145000 m³/jaar

55.1.2° | 36 verticale boringen met een diepte tot 150 m in functie van een BEO-veld (boorgatenergieopslag). | 150 m diepte ten opzichte van het maaiveld

57.4. | Een helikopterhaven in functie van de aan- en afvoer van transplantatie-organen en patiënten. | 1 helikopterhaven

Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:

Omschrijving

art.4.2.5.1.1 §1 en §2:

* voor debieten > 50 m3/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat) of > 100 m3/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat): de

(13)

plaatsing van debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen.

* Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient de in § 1 voorgeschreven bemonsteringsapparatuur steeds in werking te zijn volgens de voorschriften van de constructeur, en in die zin dat er te allen tijde een 24-uur debietsproportioneel mengmonster kan worden genomen, om toe te laten de in art.

4.2.6.1. beschreven controlebemonstering uit te voeren.

art.4.2.5.3.1 §2:

* Aanvullend aan de in § 1 voorgeschreven metingen, moet de exploitant van een inrichting die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater loost van meer dan 50 m3 per uur, de als dusdanig in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit vermelde parameters meten overeenkomstig het meetprogramma beschreven in bijlage 4.2.5.2.

Motivatie:

Voorliggende omgevingsvergunningaanvraag voorziet een regularisatie van de lozing van bedrijfsafvalwater via LP1 Arduinstraat. Onderstaande geregulariseerde debieten worden aangevraagd voor LP1:

* 160 m³/u

* 750 m³/dag

Gelet op het heel sporadisch optreden (spui koeltorens) van dit uurdebiet op jaarbasis, dat het gemiddelde van de metingen (= 4 m³/u), het 90-percentiel van de metingen (=6 m³/u) en het 95- percentiel (= 9 m³/u) beduidend onder 50 m³/u vallen, wordt er een afwijking aangevraagd voor de debietsproportionele monstername en voor de metingen die gekoppeld zijn aan lozingen >

50 m³/u.

Voorstel:

Gelet op het heel sporadisch optreden van het uurdebiet BA bij LP1 Arduinstraat dienen er geen debietsproportionele monstername en metingen conform art.4.2.5.1.1 §1 en §2 en art.4.2.5.3.1

§2 op dit lozingspunt uitgevoerd te worden.

2. HISTORIEK

Volgende meest recente vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

Omgevingsvergunningen

* Op 08/02/2018 werd een vergunning afgeleverd voor de uitbreiding van een

onderzoeksgebouw met kantoren en een verbindingsgang naar het naastgelegen gebouw (OMV_2017009397).

* Op 31/05/2018 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het plaatsen van 7 modulaire units op de campus van het uzgent in functie van de inrichting van een

huisartsenwachtpost (OMV_2017010284).

* Op 07/06/2018 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het veranderen door wijziging van een universitair ziekenhuis (OMV_2018031727).

* Op 09/06/2018 werd een stilzwijgende weigering afgeleverd voor het uitvoeren van rioleringswerken, de realisatie infiltratie en bufferbekkens, optimalisatie van het bestaande open bufferbekken kant e17., het bouwen van 1 pompstation voor bedrijfsafvalwater en 1 pompstation voor regenwater, herstel bestaande wegenis thv de rioleringssleuven, het rooien van bomen en de renovatie van bestaande pompstations (OMV_2017010271).

* Op 21/06/2018 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het rooien van bomen (OMV_2018017202).

(14)

* Op 15/11/2018 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het uitvoeren van rioleringswerken en grondwerken, rooien van bomen en renovatie bestaande pompstations (OMV_2018089606).

* Op 06/12/2018 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het plaatsen van 3 externe evacuatietrappen en het slopen van een ambulancesas aan gebouw k5

(OMV_2018104963).

* Op 10/01/2019 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het rooien van 10 bomen en het heraanplanten van nieuwe bomen (OMV_2018121943).

* Op 28/02/2019 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van een fietsenstalling (OMV_2018145405).

* Op 19/12/2019 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het veranderen van een universitair ziekenhuis: het oprichten van een nieuw onderzoeksgebouw na het slopen van het bestaande labogebouw (blok b) (OMV_2019096385).

* Op 30/01/2020 werd een aktename afgeleverd voor het exploiteren van een bemaling bij het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel op de campus van het uz gent

(OMV_2019160903).

* Op 27/08/2020 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het slopen van het bestaande blok b en het oprichten van een nieuw onderzoeksgebouw en het rooien van bomen (OMV_2020012462).

* Op 22/10/2020 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het rooien van 12 bomen (OMV_2020088400).

* Op 04/02/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de uitbreiding van een onderzoeksgebouw mrb2 met kantoren en verbindingsgang naar naburig onderzoeksgebouw mrb1 (OMV_2020138267).

* Op 04/02/2021 werd een aktename afgeleverd voor het exploiteren van een bronbemaling voor aanleg gescheiden riolering fase 1 (OMV_2021008766).

* Op 18/03/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de regularisatie van het rooien van bomen in het kader van rioleringswerken en de aanvraag verplaatsen en vellen van bomen (OMV_2020171743).

* Op 08/04/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de aanleg van een therapeutische tuin voor de kinder- en jeugdpsychiatrie van het uzgent (OMV_2021019365).

* Op 10/11/2021 werd een aktename afgeleverd voor het exploiteren van een nieuwbouw opgericht ter vervanging van het bestaande blok b voor diverse onderzoeksgroepen (OMV_2021163109).

* Op 18/11/2021 werd een aktename afgeleverd voor de exploitatie van een bronbemaling in functie van een nieubouwproject gebouw b van het ugent (OMV_2021168732).

* Op 13/01/2022 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het plaatsen van tijdelijke modulaire units als uitwijklocatie voor de cleanroom van de apotheek op de campus van het uzgent (OMV_2021147095).

De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.

BEOORDELING AANVRAAG 3. EXTERNE ADVIEZEN

Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid. Volgende externe adviezen werden reeds uitgebracht:

(15)

Ongunstig advies van Brandweerzone Centrum op 9 maart 2022 met kenmerk 033703-023/MN:

‘NEGATIEF ADVIES, het project voldoet niet aan de minimale eisen inzake brandveiligheid.’

Voorwaardelijk gunstig advies van FARYS op 29 maart 2022 en op 9 mei 2022 met als kenmerk AD-22-194.

Voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 15 februari 2022:

zie omgevingsloket

Gunstig advies van Agentschap Wegen en Verkeer afgeleverd op 16 februari 2022 met kenmerk AV/411/2022/00193:

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0145021 van 0.9 +45 tot 1.3 +10):

a. De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.

b. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant langsgracht + 1 meter.

c. Publiciteit: geen BESLUIT

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

Voorwaardelijk gunstig advies van Fluxys afgeleverd op 9 februari 2022: zie omgevingsloket Voorwaardelijk gunstig advies van ASTRID-veiligheidscommissie op 8 februari 2022:

Noodzaak van een ASTRID-indoorradiodekking: JA

Gezien het ziekenhuis en logistiek gebouw voldoen aan meerdere criteria dient er overal indoordekking aanwezig te zijn.

Voorwaardelijk gunstig advies van Infrabel NV op 7 februari 2022 en op 6 mei 2022:

Ingevolge uw aanvraag in het omgevingsloket nr. 2021042496 kunnen wij u melden dat Infrabel geen principiële bezwaren heeft bij bovenvermelde aanvraag, van UZ Gent voor het masterplan heeft als doel de functies op de campus te verbinden en naar elkaar toe te brengen en ruimte te geven voor nieuwe ontwikkelingen in de Corneel Heymanslaan 10, 9000 GENT.

Ter info: de veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden m.b.t. bouwaanvragen dienen strikt te worden nageleefd

Gunstig advies van Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen op 28 februari 2022 met kenmerk 4.002/44021/983.1:

(16)

De aanvraag betreft bouw- en sloopwerken op de ziekenhuissite van het UZ Gent. Op deze site bevindt zich de als monument beschermde Kapel van het Universitair Ziekenhuis Gent. Deze werd op 03-06-2019 beschermd omwille van de historische, architecturale en artistieke waarden.

De aangevraagde handelingen hebben geen impact op de beschermde kapel.

Deze handelingen krijgen dan ook een gunstig advies omdat ze geen afbreuk doen aan de bescherming.

Gunstig advies van Agentschap Natuur en Bos op 10 maart 2022 met kenmerk 22-202959.

Voorwaardelijk gunstig advies van VMM, Kern Adviseren Grondwater en Afvalwater op 23 maart 2022 met kenmerk KAGA/BG/TD/359/48078: zie omgevingsloket.

Voorwaardelijk gunstig advies van VMM, Team Advisering Grondwater op 27 april 2022 met als kenmerk OVL-02277-A:

De entiteit van VMM bevoegd voor grondwateradvisering verleent voorwaardelijk gunstig advies voor de bemaling (rubriek 53.2.2b2) voor een termijn van 3 jaar vanaf de opstart van de

bemaling en een debiet van max. 2.500 m³/dag en 476.000 m³/jaar, als volgt verdeeld:

- Bemaling voor fietshelling en tunnels in grondlaag L3: max. 264 m³/d en 22.700 m³/j uit filters in de Quartaire Aquifersystemen (HCOV 0100) en het grondwaterlichaam

CVS_0100_GWL_1 en een verlaging tot 4,3 mTAW

- Bemaling bouwput binnen waterremmende wand in grondlaag L5: max. 1.230 m³/d en 313.000 m³ (bruto te onttrekken) uit filters in de Ieperiaan Aquifer (HCOV 0800) en het grondwaterlichaam CVS_0800_GWL_2 en een verlaging tot -3,5 mTAW.

- Spanningsbemaling in grondlaag L7 ter voorkoming opbarsten bouwputbodem: max.

1.440 m³/d en 335.000 m³ (bruto te onttrekken) uit filters met filterstelling tussen -9 en - 17 mTAW in de Ieperiaan Aquifer (HCOV 0800) en het grondwaterlichaam

CVS_0800_GWL_2 en een verlaging tot 0 mTAW.

voor een project gelegen aan de Corneel Heymanslaan 10 te Gent, mits naleving van de

algemene en de sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM en onderstaande bijzondere voorwaarden:

- De start- en stopdatum van de bemaling wordt gemeld aan VMM via het mailadres grondwater.ovl@vmm.be met vermelding van het projectnummer (OMV_2021042496).

- De bouwput voor de kelder wordt uitgevoerd met een waterremmende wand met aanzetdiepte op minstens 17,1 m onder maaiveld (-6.8 mTAW). Een hydraulische weerstand van min. 580 dagen moet gegarandeerd worden.

- De bemaling kan pas opstarten na overleg met de bodemsaneringsdeskundige betrokken bij OVAM-dossier 3281 i.v.m. de impact van de bemaling op de

(rest)verontreiniging in grondwater. De aanbevelingen van deze evaluatie door de erkende bodemsaneringsdeskundige moeten gevolgd worden.

- Maximum 10 % van het opgepompte gespannen bemalingswater van zowel de

spanningsbemaling als aan de basis van de bouwput (bemaling in L5 en L7) mag geloosd worden in oppervlaktewater. Minimum 90 % van dit bruto opgepompte bemalingsdebiet moet geretourneerd worden in dezelfde watervoerende laag of hergebruikt worden.

- Het totale debiet van het bemalingswater dat nuttig gebruikt wordt op de eigen site ter (gedeeltelijke) vervanging van de bestaande grondwaterwinning op de site mag niet meer dan 145.000 m³/jaar bedragen.

- De debietmeters moeten zo geplaatst worden dat het opgepompte debiet, het

geretourneerde debiet en het debiet van hergebruik kan afgeleid worden. De stand van

(17)

elke debietmeter wordt genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

o In de eerste week van elke fase en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal.

o Voor de overige periode: maandelijks.

- De bemalingspompen worden gestuurd op het grondwaterpeil in de peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.

4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN 4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).

In de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn de voorzieningen toegelaten, welke gericht zijn op het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. Woongelegenheid kan toegestaan worden voor zover die noodzakelijk is voor de goede werking van de inrichtingen (artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-

gewestplannen en de gewestplannen). Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk

uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

De UZ Campus ligt in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'THEMATISCH RUP GROEN' (Definitief vastgesteld door de Gemeenteraad op 28 september 2021), in zone voor park – UZ- site De Pintepark en zone voor bos – UZ-site zuid. De aangevraagde werken worden buiten deze zones uitgevoerd.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2. Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3. Verordeningen Algemeen bouwreglement

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het algemeen bouwreglement,

stedenbouwkundige verordening van de stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en gewijzigd bij besluiten van de deputatie van 29 mei 2008,

23 oktober 2008, 19 augustus 2010, 4 oktober 2012 en 17 juli 2014, zevende wijziging van kracht op 20 december 2020.

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement met uitzondering van artikels 12-14: aspecten hemelwater (zie waterparagraaf).

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening

(18)

inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (zie waterparagraaf).

Gewestelijke verordening toegankelijkheid

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

Gewestelijke verordening voetgangersverkeer

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

4.4. Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg en gewestweg.

4.5. Archeologienota

Het dossier bevat een archeologienota (ID

https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/18547). Deze nota is bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 14/05/2021. De archeologienota beveelt verder onderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van een proefsleuvenonderzoek aan.

5. WATERPARAGRAAF

De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:

Hemelwater

Algemeen geplande toestand (volgens afwateringsnota) Omgevingsaanleg

Verharding is waterdoorlatend of kan plaatselijk afwateren naar onverharde omgeving/ondiepe wadi’s (62023 m²).

Gebouwencomplex BU1-BU2 (energiegebouw)-Radiotherapie en koelcentrale/nooddiesels Plat dak: 23475 m²

Plat dak met groendak: 15300 m² (opp is inclusief looppaden!) Verharding: 6655 m²

Groendaken, platte daken en verharding sluiten aan op hergebruiksysteem (zie verder).

Gebouwencomplex BU3 - Logistiek gebouw, loading docks en recyclagepark Plat dak: 2018 m²

Plat dak met groendak: 2979 m² Verharding: 3305 m²

Groendaken, platte daken en verharding sluiten aan op hergebruiksysteem (zie verder).

Hergebruiksysteem/buffersysteem

Op de site zijn/zullen er 3 regenwaterreservoirs die in verbinding (zullen) staan.

*bestaand 56 Tubao buizen met d3000 mm ter hoogte van Poli1:

-hergebruik gedeelte: 600 m³

(19)

-buffer (ook in leidingen) met vertraagde lozing naar de De Pintelaan: 944 m³ -aangesloten (bestaande) oppervlaktes:

*gewoon dak: 8 100 m² (kapel, P1-P6, K5)

*verharding: 22 000 m²

-hergebruik: 40 m³/dag of 14 823 m³/jaar voor koeltorens die vervangen zullen worden en voorzien worden van koelwater vanuit BU1- BU2. Het beschikbare water zal

doorgepompt worden.

*nieuwe buffertank thv energiegebouw

-hergebruik gedeelte: 1340 m³ (volume in het midden)

-volume voor sprinklerinstallatie: 540 m³ (volume voorzien onderaan- geen hergebruik) -buffer (+leidingen) met vertraagde lozing boszone aan de Arduinstraat: 600 m³ (bovenaan)

-aangesloten (nieuwe) oppervlaktes:

*gewoon dak: 23475 m² *groendak: 15300 m²

*verharding: 6655 m²

-hergebruik: 29 m³/dag of 10 588 m³/jaar (sanitair -967 bedden), op termijn wordt hergebruik opgedreven met hergebruik van de bestaande gebouwen (1726 m³/jaar- 110 bedden)

*nieuwe buffertank thv logistiek gebouw.

-hergebruik gedeelte: 875 m³

-buffer (+ leidingen) met vertraagde lozing boszone aan de Arduinstraat: 304,5 m³ -aangesloten oppervlaktes:

*nieuw dak: 2018 m²

*nieuw groendak: 2979 m²

*nieuwe verharding: 3305 m²

*bestaande verharding 7008 m² (K12F)

*bijkomende bestaande zone (daken en verharding) 34700 m² (afkoppelingszone personeelsparking/ INF- en Cateringgebouw en auditorium) -hergebruik: er is geen extra aanwijsbare gebruik – volumes beschikbaar voor energiegebouw, is verbonden via persleiding

In de MER wordt dan weer vermeld: Het hemelwater dat niet kan worden gebruikt, zal via een overstort worden afgevoerd naar het waterbos achteraan de site. Hetzelfde geldt voor de overstort van de groenblauwe daken, niet aangesloten op de buffers voor hergebruik en het hemelwater van de verhardingen dat niet in de omliggende groenzones kan worden

geïnfiltreerd. Dit spreekt bovenstaande gegevens tegen.

Sloop campusader en parkeergebouw, tijdelijke doorsteek spoed Regularisatie

Een deel van de riolering werd nog niet gescheiden aangelegd zoals voorzien.

Zone 2: Vanwege moeilijke interne afkoppeling van het blok K1-K2-K3 werd dit voor deze gebouwen niet doorgevoerd.

Zone 1: Om budgettaire redenen wordt voor de zone 1 voorlopig geen verder werk gemaakt van afkoppeling of hergebruik van regenwater. Op middellange termijn zullen deze gebouwen conform het masterplan verdwijnen en vervangen worden.

(20)

Toetsing aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) en het algemeen bouwreglement van de stad Gent (ABR) inzake hemelwater:

Gescheiden stelsel

De bouwheer voorziet voor de nieuwbouwgedeelten een privaat gescheiden afvoerstel van afval- en hemelwater.

Een deel van de bestaande riolering werd nog niet gescheiden aangelegd zoals voorzien was.

Hier wordt een regularisatie voor aangevraagd (zie hierboven).

Voor zone 1 kan hiermee akkoord gegaan worden aangezien de gebouwen op termijn vervangen zullen worden.

Voor zone 2 wordt geen oplossing voorzien. De afkoppeling dient minstens opgenomen worden bij verbouwing van blokken K1-K2-K3.

Verharding

Een deel van de verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen/ of kan afwateren naar de omgeving.

Het geheel van waterdoorlatende verharding en fundering dient blijvend een even goede doorlatendheid te hebben als een reguliere infiltratievoorziening. Er mag geen enkele vorm van versnelde waterafvoer aanwezig zijn (geen drainageleidingen, goten, afvoerkolken (andere dan noodafvoer-/overstortkolken), hellingen, …).

Verhardingen of overdekte constructies moeten afvloeien naar een voldoende grote onverharde oppervlakte (op eigen terrein) waar natuurlijke infiltratie kan plaatsgrijpen. De onverharde oppervlakte moet minimaal 1/3 van de oppervlakte van de verharding of constructie zijn.

De verhardingen mogen geen opstaande boordstenen bevatten.

Natuurlijke infiltratie mag niet leiden tot wateroverlast bij derden.

Hemelwaterput en groendak

Volgens de principes van het ABR moeten alle platte en licht hellende daken (hellingsgraad tot 15°) die niet gebruikt worden voor de opvang en hergebruik van hemelwater als groendak aangelegd worden. Op die manier worden toch inspanningen geleverd om water zoveel mogelijk vast te houden aan de bron met een verbetering van de waterhuishouding als gevolg.

Gebouwen met een andere hoofdbestemming dan wonen zijn vrijgesteld van de verplichting tot plaatsing van een groendak, voor het gedeelte van de totale dakoppervlakte waarvoor het nuttig gebruik is aangetoond.

In de aanstiplijst hemelwater wordt geduid: het nuttig hergebruik wordt eerst toegerekend aan de aangesloten schuine en bestaande platte daken en pas nadien aan de nieuwe platte daken.

Zowel het MER, als de verschillende bijlagen bij het aanvraagdossier bevatten nog heel wat onzekerheden:

In de MER staat bv vermeld, de verdere opvolging van het hemelwatergebruik is aangeraden, ook voor een beter zicht op de deelverbruiken en deellozingen te hebben. Dit is ook van belang om te evalueren of het te verwachten potentieel ook optimaal wordt benut en de te verwachten grond- en leidingwaterbesparing ook in de praktijk wordt gerealiseerd.

Doorheen de verschillende documenten worden verschillende getallen voor bv. inhoud regenwaterputten, oppervlaktes daken, enz. vermeld waardoor het moeilijk is om de toekomstige situatie af te toetsen aan de vigerende waterwetgeving.

De gegevens worden gebaseerd op de nota afwateringssituatie globale site UZ Gent, aangevuld met info uit het MER.

(21)

Voor hergebruik zal er een volume beschikbaar zijn van in totaal 2815 m³ = 600 m³ (Poli1) + 1340 m³ (energiegebouw) + 875 m³ (logistiekgebouw). Alle onttrokken water zal voor de hygiënisatie via een ultrafiltratie passeren.

Volgens de afwateringnota zal het water hergebruikt worden voor het sanitair (sanitair -967 bedden, met mogelijke uitbreiding met 110 bedden) en koeltorens/water (40 m³/d).

In het MER wordt er nog extra gesproken over hergebruik voor de daktuinen (9 855 m³/jaar) en omgekeerd osmose installatie (5 007 m³/jaar). Na overleg wordt bevestigd dat dit hergebruik niet meegerekend wordt het betreft de filter voor hergebruik en een niet structureel jaarrond hergebruik.

Er wordt opgemerkt dat er gerekend wordt voor de nieuwbouw met 967 bedden, terwijl er in de verantwoordingsnota aangegeven wordt dat er in centrale ziekenhuis 632 bedden aanwezig zullen zijn. Er wordt na overleg bevestigd dat het aantal bedden in het centraal gebouw 632 bedraagt.

Daarnaast staat in de MER dat er voor kritische afdelingen voorlopig geopteerd wordt, omwille van hygiëneredenen (aerosolvorming), om geen hemelwater te gebruiken voor toiletspoeling.

Hoeveel bedden er in rekening gebracht kunnen worden voor hergebruik is niet duidelijk.

Daarnaast is het hergebruik voor onderhoud/schoonmaak niet opgenomen in de berekeningen.

Hoeveel het aangetoond nuttig hergebruik voor de site zal zijn is bijgevolg zeer onduidelijk!

Er wordt verder gerekend met een gemiddeld hergebruik voor sanitair van 29 m³/d of 10588 m³/jaar en 40 m³/d of 14823 m³/jaar voor koelinstallaties zoals opgenomen in de

afwateringsnota. Het hergebruik van 69 m³/dag of 2070 m³/maand kan voorzien worden uit het beschikbare volume van 2815 m³.

Voor een aangetoond hergebruik van (totaal) 2070 m³ wordt 41 400 m² van de aangesloten oppervlaktes vrijgesteld voor de aanleg van een groendak volgens het ABR.

Op de bestaande en nieuwe hemelwaterputten zijn zeer veel oppervlaktes aangesloten.

Om tegemoet te komen aan de principes van het ABR kan het hemelwater volledig aangeleverd worden door de dakoppervlakte van bestaande gebouwen (8100 m² + 21800 m²) en bestaande verhardingen (22000 m²+ 7008 m² + 12900 m²).

Dit betekent dat alle nieuwbouwen dienen voorzien te worden van een groendak.

Dit betekent voor:

• Gebouwencomplex BU1-BU2 (energiegebouw)- Radiotherapie en

koelcentrale/nooddiesels, het voorziene gewone plat dak van 23475 m² als groendak dient aangelegd.

• Gebouwencomplex BU3 - Logistiek gebouw het gewone plat dak van 2018 m² dient aangelegd als groendak.

Na overleg werd door de bouwheer een nota toegevoegd aan het dossier met een

gemotiveerde aanvraag tot afwijking plaatsen groendak op de bovenste verdiepingen van het gebouwencomplex BU1-BU2 en BU3 en het radiotherapiegebouw (inclusief lager gelegen dag).

De motivatie meldt de plaatsing van PV-panelen op deze daken. De afwijking kan aanvaard worden op voorwaarde dat de panelen geplaatst worden aan een maximale densiteit (hoge energetische opbrengst). Mogelijks komt het lage dak van het radiotherapie niet in aanmerking voor het plaatsen van PV-panelen (schaduw). Dit dak dient dan aangelegd te worden als groendak.

(22)

De groendaken moeten zo opgebouwd worden dat ze begroeid kunnen worden met planten en waar er onder de planten een buffervolume voorzien is van minimaal 35 l/m².

De hemelwaterput moet voorzien zijn van een operationeel pompsysteem dat hergebruik mogelijk maakt. Bij voorkeur wordt eveneens een systeem voorzien dat bij een tekort aan hemelwater automatisch overschakelt op leidingwater. De omschakeling gebeurt in functie van een niveaumeting in de hemelwaterput. Bij een tekort wordt leidingwater gebruikt uit een

‘buffertank’. Op die manier kan er geen hemelwater in het leidingwatercircuit terechtkomen en wordt de hemelwaterput niet gevuld met leidingwater, waardoor het volledige volume van de put beschikbaar blijft voor de opvang van hemelwater.

De overloop van de hemelwaterput en het groendak dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening.

Infiltratievoorziening (GSV)

De infiltratievoorziening dient gedimensioneerd te worden op volgende verharde oppervlakten.

Nieuwe verharde oppervlakten (9960 m²) + groendak/2 (18279 m²/2) + (platte dakopp) 25493 m² bestaande verharding nog niet aangesloten op voorziening (14000 m²) - 60 m²

(hemelwaterput met hergebruik) = totaal 58532,5 m². Deze oppervlaktes betreffen een verduidelijking opgenomen in het wijzigingsverzoek waarbij ook de bestaande, nog niet aangesloten verharding mee in beschouwing wordt genomen.

Via de aanstiplijst vraagt de bouwheer om de infiltratievoorziening te mogen verkleinen door het hoge hergebruik. Gezien de hemelwater tanks reeds gevuld worden door bestaande dakoppervlakte en verhardingen en de onduidelijkheid van het hergebruik kan het verkleinen van de infiltratievoorziening niet toegestaan worden.

De infiltratievoorziening dient een inhoud te hebben van 1463,3 m³ en een oppervlakte van 2341,28 m².

Volgens de aanstiplijst wordt een infiltratievoorziening met de dimensies: volume 917 m³ en infiltratieoppervlakte 1126 m² voorzien. Volgens de afwateringsnota wordt een

infiltratieoppervlakte van 739 m² en een volume van 461 m³ voorzien.

Er wordt volgens deze informatie niet voldaan aan de GSV.

We zijn het er mee eens dat de dimensies en het concept van de infiltratievoorziening(en) best gebaseerd kunnen zijn op de verhardingen van de gehele site. Dat bij een hoog structureel hergebruik er een mindering van de te voorziene dimensies van de infiltratievoorziening kan toegestaan worden.

Het dossier bevat echter tal van onzekerheden en is niet consequent in het gebruik van getallen voor bepaalde oppervlakten of volumes die dan weer wel, dan weer niet zijn aangesloten op een voorziening.

Het wijzigingsverzoek remedieert nog onvoldoende deze onduidelijkheden in het dossier.

Conform de milderende maatregel uit het MER en de afwateringsnota dient er gelijktijdig met de aanvang van voorliggend project een evaluatie/monitoring en aanpassingen (optimalisatie, uitbreiding) te gebeuren aan het ‘waterbos’ zodat de infiltratiecapaciteit verhoogd wordt. Of

(23)

men minstens kan rekenen met infiltratiewaarden voor het ‘waterbos’ die een correcte inschatting zijn.

Ook op de site dient, desnoods ondergronds, gekeken te worden naar infiltratiemogelijkheden.

Het MER en bijkomende info meldt immers dat uit de infiltratieproeven blijkt dat de ondergrond geschikt is voor infiltratie (inclusief inbouw veiligheidsfactor).

Tijdens de verdere uitwerking van het masterplan moet op site niveau telkens opnieuw de berekening gemaakt worden of de bestaande en nieuwe infiltratievoorzieningen in hun geheel voldoen aan de GSV voor de gehele site. De aftoetsing dient steeds te gebeuren aan de meest recente cijfers (verharding maar ook ontharding) en de conclusies van de monitoring/evaluatie en eventuele aanpassingen aan het ‘waterbos’.

Er wordt voor het aspect infiltratie eveneens verwezen naar het advies van VMM (watertoets), Farys en de Vlaamse Waterweg. De eindbeslissing of het project de watertoets kan doorstaan ligt bij de vergunningverlenende overheid.

6. GEMEENTERAAD

De aanvraag omvat de verplaatsing van een gemeenteweg (buurtweg ‘Chemin nr. 84’). De gemeenteraad heeft hierover op 25 april 2022 een beslissing genomen. De beslissing is voorwaardelijk gunstig.

7. OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 februari 2022 tot 19 maart 2022.

Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

Er werd een Informatievergadering georganiseerd op 23 februari 2022.

Naar aanleiding van het wijzigingsverzoek werd een tweede openbaar onderzoek gehouden van 16 mei 2022 tot 14 juni 2022.

8. OMGEVINGSTOETS

Hoewel de aanvraag omwille van een ongunstig brandweeradvies niet gunstig geadviseerd kan worden, wordt wat voorligt toch integraal getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Gezien de beperkte aanpassingen in de wijzigingslus wordt de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening integraal hernomen.

Integraal advies Team Stadsbouwmeester

Zowel het masterplan van de gehele campus als het gebouw van het nieuwe ziekenhuis werden intensief begeleid door Team Stadsbouwmeester.

A. Masterplan

Het masterplan werd op 17 juni 2021 voorgelegd aan de Kwaliteitskamer ter kennisname, de Kamer stelde volgend advies samen:

Het UZ Gent tekent samen met het studieconsortium VK de plannen uit voor een nieuw, iconisch ziekenhuisgebouw in het hart van de campus. Het nieuwe gebouw zal, indien de planning kan worden aangehouden, in 2029 gebruiksklaar zijn.

Het UZ Gent heeft de studieopdracht voor de bouw van een gedeeltelijk nieuw ziekenhuis na een uitvoerige en open selectieprocedure gegund aan het consortium VK. Dat consortium bestaat uit

(24)

12 bureaus met elk een eigen specialisatie. Met de Stad zijn afspraken gemaakt tot samenwerking.

De opmaak van het architectuurproject voor het ziekenhuis gaat uit van de expertise van UZ Gent en wordt gebaseerd op een masterplan, dat helder de krijtlijnen en doelstellingen van binnen naar buiten campus en omgekeerd uitzet. De Stad, Ugent en UZ Gent zijn hierin cruciale partners. Het masterplan werd goedgekeurd, en nu start de omschakeling van het masterplan naar het ontwerp van het ziekenhuis zelf. De Stad staat daarnaast in voor de opmaak van de wijkstructuurschets voor de omgeving.

Dit project wordt voorgelegd aan de Kwaliteitskamer omwille van:

> KADER: bouw nieuw grootschalig ziekenhuis op campus UZ Gent met masterplan

> SCHAAL: nieuw grootschalig ziekenhuis ADVIES

De Kamer meent dat een belaagde benadering wordt gepresenteerd. Het proces en de input van de wijkstructuurschets wordt meegenomen, waardoor op verschillende schaalniveaus wordt gewerkt. Niet enkel ruimtelijk, maar ook sociaal ruimtelijk. Voor de Kwaliteitskamer zijn

volgende aspecten cruciaal voor de kwaliteit van het ontwerpvoorstel en voor verder aanpassing of verfijning ervan:

1. Programmatorische doorwaadbaarheid

De Kwaliteitskamer is benieuwd hoe de doorwaadbaarheid en het inzetten op de publieke en toegankelijke groene ruimte verder zal worden vormgegeven. Niet enkel de randen zijn van belang voor de doorwaadbaarheid, maar ook op programmatorisch niveau is belangrijk de functies met raakvlak met de buurt van een gepaste inplanting te voorzien. De Kamer verwijst naar de kwetsbare buurt in de omgeving, een proactieve benadering voor zorg, welzijn en gezondheid zou hier mee vorm kunnen krijgen. De Kamer ziet nog bijkomende potentie in bijvoorbeeld de relatie met de leerplek naar het zuiden toe, of een zuidelijke link naar de beek.

2. Landschappelijke ontwikkeling

De campus dient te worden gezien als een stedelijke plek die verankerd is in de context, de groenklimaas-as en de De Pintelaan worden aangehaald, de verkeersstructuur en kernen. Vraag voor de Kamer is waar de verschillende schaalniveaus en de omgeving elkaar kunnen vinden.

Klimaat en waterhuishoudingsvoorzieningen zijn voor dergelijk project een autonome bouwsteen met nog veel groeimogelijkheden. Studies bewijzen dat mensen met zicht op groen sneller revalideren. Dankbaar is het casco van het masterplan waarbinnen kan worden gewerkt, binnen de bouwvelden. Ook binnen de bouwvelden dienen voor de Kwaliteitskamer de zichten en de ruimtelijk psychologische effecten worden meegenomen. De Kwaliteitskamer is nog bekommerd over de interne relaties en de groene ruimte binnen de bouwvelden zelf, het masterplan is niet zomaar een vrijgeleide om bouwprogramma te voorzien.

3. Opbouw architectuur

Het is boeiend dat een instrumentarium wordt opgebouwd waarmee signalisatie, wayfinding en menselijke schaal mee kan worden behandeld. De verschillende thema's zijn echter voor de Kamer nog niet genoeg herkenbaar. In het samenbrengen van de compositie van de

verschillende thema's moet worden gewaakt dat ze niet koud tegen elkaar staan, de diffusiteit en afleesbaarheid als bestaansreden van bijvoorbeeld de galerij in het masterplan verdwijnt hierdoor. Voor de Kamer dient het gebouw helder leesbaar te zijn, bij grote generieke gebouwen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 101... De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van

Vooreerst wordt benadrukt dat de basisrechten voor zonevreemde constructies (artikel 4.4.10 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – VCRO) en de mogelijkheden inzake

Vermits het hier gaat om de inname van het openbaar domein voor de organisatie van een activiteit georganiseerd door een openbaar bestuur of openbare dienst, beperkt tot de leden

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om hoofdstuk 4 (Functioneren en evalueren) van de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de onderwijsinstellingen, het internaat van

o De werken zijn uit te voeren volgens de bepalingen van het reglement over nuts- en infrastructuurwerken in Gent (NINF-reglement) en andere toepasselijke reglementering, het

De aansluiting tussen het nieuw openbaar domein en de bestaande wegenis wordt dwars op de Remi Vlerickstraat voorzien.. Ter hoogte van dit inkomplein bevinden zich ook de

Bij collegebesluit van 17 december 2020 werd een parkeerverbod voorzien door middel van gele onderbroken strepen ter hoogte van de huisnummers 124-126 en de huisnummers 128-130 om