• No results found

Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 13 januari 2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 13 januari 2022"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het college van burgemeester en schepenen

Besluit

2022_CBS_00427 OMV_2021154752 - aanvraag omgevingsvergunning voor het exploiteren van een opslagplaats voor bio-ethanol (IIOA + SH) - met openbaar onderzoek - Pleitstraat 10, 9042 Sint-Kruis-Winkel - Advies

Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 13 januari 2022 Zijn aanwezig bij de beslissing van dit punt:

de heer Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter

de heer Filip Watteeuw, schepen; mevrouw Sofie Bracke, schepen; mevrouw Elke Decruynaere, schepen; mevrouw Astrid De Bruycker, schepen; de heer Sami Souguir, schepen; mevrouw Tine Heyse, schepen; mevrouw Isabelle Heyndrickx, schepen; de heer Bram Van Braeckevelt, schepen; mevrouw Hafsa El -Bazioui, schepen; de heer Rudy Coddens, schepen

mevrouw Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; de heer Luc Kupers, adjunct- algemeendirecteur; de heer Danny Van Campenhout, adjunct-algemeendirecteur Bevoegd: Tine Heyse

Betrokken: Filip Watteeuw

Juridisch kader

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.

De beslissing wordt genomen op grond van:

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

VANDEMA NV met als contactadres John Kennedylaan 19, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2021154752) ingediend bij de deputatie op 29 oktober 2021.

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:

• Onderwerp: het exploiteren van een opslagplaats voor bio-ethanol (IIOA + SH)

• Adres: Pleitstraat 10, 9042 Sint-Kruis-Winkel

• Kadastrale gegevens: afdeling 14 sectie F nrs. 23F, 23L, 23M, 23E, 23R, 23S, 313H en 313R

(2)

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 24 november 2021.

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 24 november 2021.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 30 december 2021.

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De voorwerpen van de aanvraag bevinden zich in de Pleitstraat te Gent. De aanvraag voor de bouw en exploitatie van een tankpark voor de opslag en scheepsbelading van bio-ethanol.

De projectgebied nabij het Rodenhuizedok en de John Kennedylaan is gekenmerkt door groen, bomen en bebossing. Voor de aanleg dienen een 22 bomen en bijhorende bebossing gekapt te worden. Volgens de biologische waarderingskaart wordt deze zone aangeduid als complex van waardevolle met zeer waardevolle elementen. De te ontbossen zone omvat hoofdzakelijk jonge aangeplante Canadapopulieren en enkele jonge esdoorns. Deze Canadapopulieren bevinden zich in rijen binnen dit perceel, terwijl de rest van de percelen uit een verruigde zone bestaat.

Het projectgebied kan niet aanzien worden als een habitatwaardig perceel. Het gaat over een beperkte ontbossing (15m rond het tankpark), een minimum inname voor de bouw van het project en de veiligheid van de exploitatie.

In de ruimere omgeving bevinden zijn hoofdzakelijk grote bedrijven en nog wat verdere enkele woongebouwen.

Volgende handelingen worden aangevraagd:

Tankpark

Het tankpark bestaat uit 2 opslagtanks voor bio-ethanol (2 x 3100 m³) met inwendig vlottend dak. Deze tanks worden geplaatst in een ommuurde put: de bekuiping. De kuip heeft een diepte van min. 30cm onder het niveau van de rijweg en de muren komen 2,85m boven de rijweg. De vloer van de bekuiping helt af naar een klein pompput waaruit regenwater kan verpompt worden. Naast de kuip van de tanks is er nog een grote pompput voorzien waaruit de leidingen vertrekken naar de steiger.

Schuim- en bluslokaal

Het schuim- en bluslokaal bevinden zich naast elkaar. Dit wordt gezien als 1 gebouw. Het schuimlokaal herbergt drie dubbelwandige containers met schuimmiddel. Dat schuimmiddel dient voor de menging met het bluswater. In het bluslokaal met de pompen blusinstallatie bevindt zich een stikstofgenerator voor de aanmaak van stikstof voor de blanketing. Er wordt een stikstoftank van 400 liter geplaatst net naast het lokaal.

Blustank

(3)

Naast het bluslokaal komt de tank met bluswater. Deze heeft een volume van 1250m³.

HS-Kopcabine

Aan de rooilijn met de Pleitstraat wordt een kopcabine voor hoogspanning voorzien.

Elektriciteitslokaal

Op de tankparksite wordt een elektriciteitslokaal voorzien. Hierin wordt een tranfso van 630kVa en een persluchtcompressor met persluchtvat van 500 liter voorzien.

Bureelcontainer

Naast het elektriciteitslokaal komt een bureelcontainer. Deze wordt gebruikt tijdens een inspectieronde.

Draadafsluiting

Rondom het tankpark wordt een draadafsluiting geplaatst zodat onbevoegden de site niet kunnen betreden. Er worden twee toegangspoorten voorzien.

Verharding

Om het tankpark te kunnen bereiken wordt een rijweg aangelegd met brasbetontegels. De padjes rond de verschillende constructies wordt uitgevoerd in grind. Beide verhardingen zijn waterdoorlatend.

Ontbossing

Om het project te kunnen uitvoeren moet er een deel van het concessiegebied ontbost worden.

Steiger

De scheepsbelading gebeurt aan een te verbouwen steiger. Via ondergrondse leidingen wordt het ethanol naar de steiger gebracht. De leidingen worden via gestuurde horizontale boringen onder de grond gebracht. Aan de steiger lopen de leidingen dan via een nieuwe leidingenbrug door tot aan de laadarm. De steiger krijgt een nieuw landhoofd waarop een HDD Machine JT25 en een blustoren wordt voorzien. Verder wordt de steiger deels vernieuwt en uitgebreid.

Dit project wordt niet aangesloten op het openbaar rioleringsnet. Afvalwater is hier niet aanwezig en het hemelwater wordt ter plaatse gebufferd en geïnfiltreerd.

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten

Het betreft het exploiteren van een opslagplaats voor bio-ethanol.

Vandema NV wenst aan het Rodenhuizedok een opslagplaats voor bio-ethanol op te richten.

De bio-ethanol wordt geproduceerd door het Steelanol-project van C-schift nv. Deze installatie zal een deel van de koolstofhoudende gassen van de nabijgelegen hoogovens van Arcelor Mittal omvormen tot bio-ethanol.

De aanhorigheden voor deze activiteiten (transformator), stikstofgenerator, compressor, ...) maken tevens deel uit van deze aanvraag.

(4)

De bio-ethanol zal via een pijpleiding vanuit de exploitatie van C-schift aangeleverd worden voor opslag in de opslagtanks.

Van daaruit zal Vandema NV instaan voor de overslag naar schepen via een laadarm op een steiger.

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek Omschrijving Hoeveelheid

12.2.1° transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA

tot en met 1.000 kVA | droge transformator 630 kVA | klasse 3 | Nieuw 630 kVA 16.2.1° gassen op basis van de etikettering niet gekenmerkt door een

gevarenpictogram of uitsluitend gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS04 | 1 stikstofgenerator voor de productie van stikstofgas voor de blanketing van bio-ethanoltanks | klasse 3 | Nieuw

1

stikstofgenerator

16.3.2°a) koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | compressor stikstofgenerator: 90 kW, dryer: 3 kW | klasse 3 | Nieuw

93 kW

17.1.2.2.2° opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 3000 liter tot en met 10.000 liter | opslag stikstofvat stikstofgenerator | klasse 2 | Nieuw

4000 liter

17.3.2.1.1.1°b) ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 : gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt = 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton | opslag van 800 l (666,4 kg) diesel in een bovengrondse dubbelwandige tank tbv de dieselmotor | klasse 3 | Nieuw

0,666 ton

17.3.2.2.3°b) ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders

| opslag van 4.898 ton bio-ethanol in 2 tanks met een individuele inhoud van 2.449 ton (3.100 m³) | klasse 1 | Nieuw

4898 ton

17.3.4.2°a) bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied | opslag van 22.500 l (23,850 kg) schuimblusmiddel in 3 individuele bovengrondse, dubbelwandige containers van elk 7.500 l (7.950 kg) | klasse 2 | Nieuw

23,85 ton

17.3.6.3° schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering met gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton | opslag van 4.898 ton bio-ethanol in 2 tanks met een individuele inhoud van 2.449 ton (3.100 m³) | klasse 1 | Nieuw

4898 ton

Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:

Omschrijving Algemeen:

Vandema NV wenst graag een expliciete opname te bekomen van de werktijden voor deze exploitatie om misverstanden te vermijden.

toezicht gevaarlijke stoffen groep 1 – bijstelling art. 5.17.1.13 van Vlarem II

(5)

Er worden maatregelen getroffen om een effectief toezicht over de verschillende lokalen en opslagplaatsen van de inrichting te verzekeren. Vanaf een totale opslagcapaciteit in de inrichting van 1 miljoen liter gevaarlijke vloeistoffen van groep 1, wordt het toezicht voortdurend

uitgevoerd door speciale bewakers of een permanent bewakingssysteem, uitgerust met een doeltreffende rook-, gas- of vlamdetectie die een alarm geeft bij een permanent bemande bewakingsdienst, in overleg met de bevoegde brandweer en een deskundige, erkend voor de discipline externe veiligheid en risico's voor zware ongevallen.

Motivatie algemeen:

Er wordt gevraagd om algemeen te activiteiten volcontinu te kunnen laten plaatsvinden. Dit sluit ook aan op de werktijden van de omliggende industrie. De exploitatie zal gelegen zijn binnen de afbakening van het Gewestelijk RUP afbakening zeehavengebied Gent. Het projectgebied is binnen het GRUP niet opgenomen in een deelgebied met specifieke voorschriften. Volgens het gewestplan Gentse en kanaalzone is de locatie gelegen in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Aanvullend zal gebruik gemaakt worden van de scheepvaart. Om de aanrekening van wachtgelden bij het aanmeren buiten de traditionele werktijden te vermijden moet er volcontinu kunnen geladen en gelost worden. Dit voor het vermijden van extreme hoge kosten. Deze werktijden zijn eveneens noodzakelijk om economisch en efficiënt te kunnen werken.

Toezicht gevaarlijke stoffen groep 1:

Er wordt gevraagd om het effectief toezicht over de verschillende lokalen en opslagplaatsen te mogen verzekeren op basis van een permanent bewakingssysteem op afstand.

Dit op basis van:

1. de verschillende voorzieningen en middelen zoals opgenomen in addendum E7 Risico’s op zware ongevallen of rampen;

2. het positief advies van de brandweer en de VR-deskundige omtrent het voorzien van een performant bewakingssysteem.

Voorstel

De activiteiten van de exploitatie mogen volcontinu plaatsvinden (7 dagen op 7 - 24 uur/24).

Het effectief toezicht over de verschillende lokalen en opslagplaatsen van de inrichting mag verzekerd worden door een permanent bewakingssysteem op afstand.

2. HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

Omgevingsvergunningen

 Op 26/09/2019 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de aanleg van een osmoseleiding tussen Induss II aan het rodenhuizedok en de gasfermentatiefabriek c-shift (steelanol), ten behoeve van de werking van de fabriek en ontbossing

(OMV_2019027203).

 Op 06/02/2020 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het veranderen van een inrichting voor het verwerken van bagger- en ruimingsspecie en gronden in functie van hergebruik (iioa + bijstelling) (OMV_2019118634).

(6)

 Op 20/08/2020 werd een aktename afgeleverd voor de exploitatie van een bronbemaling in functie van de aanleg van een waterleiding en transport ethanolpijpleiding (OMV_2020100533).

 Op 01/04/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor een verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden door een niet-exploitant (gpbv-evaluatie) (iioa), in dit geval de provinciale omgevingsvergunningscommissie, opgelegd aan een inrichting voor de verwerking van afval (OMV_2020152378).

 Op 06/12/2021 werd een weigering afgeleverd voor het exploiteren van een inrichting voor de op- en overslag van gevaarlijke producten + bijstelling (OMV_2021020253).

Stedenbouwkundige vergunningen

 Op 18/10/1976 werd een vergunning afgeleverd voor het aanleggen van een bovengrondse gasleiding voor hoogovengas tussen ebes en sidmar. (Litt. P-13-76)

 Op 29/11/2007 werd een vergunning afgeleverd voor de constructie van een watervang in het kanaal gent-terneuzen, de plaatsing van ondergondse kabels en leidingen en van een water- en afvalwateruitlaat in het rodenhuizedok, en de ontbossing van een terrein met een totale oppervlakte van 11.424 m². (2007/50200)

 Op 06/08/2015 werd een vergunning afgeleverd voor het kappen en rooien van bomen traject 2x36kv naar onderstation windcentrale. (2015/01101)

 Op 10/09/2015 werd een vergunning afgeleverd voor de aanleg van twee

kabelverbindingen 36kv tussen het take over point gedefinieerd met elia en de post windcentrale te arcelormittal gent. (2015/01102)

 Op 24/11/2016 werd een vergunning afgeleverd voor de tijdelijke aanleg van 2 kabelverbindingen 36kv tussen het take over point gedefinieerd met elia en de nabij gelegen elia verbvindingen 36.94 en 36.95. (2016/01164)

 Op 22/09/2017 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van 2 windturbines met bijhorende infrastructuur inclusief inbuizen grachten, aanleg van kabeltracé, het rooien van bomen en struiken en het nivelleren van het terrein. (2017/01070) De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.

BEOORDELING AANVRAAG

3. EXTERNE ADVIEZEN

Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.

4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg Gewestplan

Het project ligt in gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 28 oktober 1998).

Dit gebied is uitsluitend bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, distributiebedrijven, logistieke bedrijven en opslag- en overslaginrichtingen evenals

toeleveringsbedrijven en synergiebedrijven van de watergebonden bedrijven en de bestaande

(7)

gevestigde productiebedrijven. In dit gebied worden ook de volgende dienstverlenende bedrijven toegelaten, voor zover zij complementair zijn met de voornoemde bedrijven:

bankagentschappen, benzinestations en collectieve restaurants ten behoeve van de in de zone gevestigde bedrijven.

Er wordt een bufferzone aangelegd aan de grens met de omliggende gebieden. In deze bufferzone worden geen handelingen en werken toegelaten die afbreuk doen aan de bufferfunctie, of aan de bestemming en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het aangrenzend gebied. Het gebied en de bufferzone die het omvat, kunnen slechts worden gerealiseerd en beheerd door de overheid.

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2. Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3. Verordeningen Algemeen bouwreglement

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het algemeen bouwreglement,

stedenbouwkundige verordening van de stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en gewijzigd bij besluiten van de deputatie van 29 mei 2008,

23 oktober 2008, 19 augustus 2010, 4 oktober 2012 en 17 juli 2014, zevende wijziging van kracht op 20 december 2020.

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (zie waterparagraaf).

4.4. Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste havenweg.

4.5. Archeologienota

Het dossier bevat een archeologienota (ID

https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/20476 met als onderwerp ‘Vooronderzoek Gent Gent Pleitstraat’). Deze nota is bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 28/10/2021. De archeologienota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

5. WATERPARAGRAAF

De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:

(8)

Het project situeert zich in het stroomgebied van het Rodenhuizendok (beheer : Havenbedrijf Gent). Het is niet gelegen in effectief of mogelijks overstromingsgebied.

Algemeen geplande toestand

Afvalwater is niet aanwezig op de site.

Er wordt zo veel mogelijk ingezet op infiltratie op natuurlijke wijze. Alle verhardingen zijn waterdoorlatend en het regenwater van op de meeste constructies wordt op natuurlijke wijze geïnfiltreerd naast de constructie. De toegangswegen berijdbaar met voertuigen en door brandweer wordt aangelegd in grasbetontegels (4 154m²). Alle voetpaden rond de verschillende constructies zijn voorzien in grind (377m²). Al deze verhardingen krijgen een waterdoorlatende fundering. De constructies die natuurlijk infiltreren zijn de kopcabine hoogspanning (8m²), de bureelcontainer (7m²), het elektriciteitslokaal (17m²) en de tank met bluswater (83m²).

Er zijn 2 voorzieningen waarbij het hemelwater wel wordt opgevangen en

gebufferd/geïnfiltreerd: het schuim- en bluslokaal (64m²) en het tankpark (1907m²).

Toetsing aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) en het algemeen bouwreglement van de stad Gent (ABR) inzake hemelwater:

Natuurlijke infiltratie

Het merendeel van de verharding is waterdoorlatend of kan afwateren naar een niet verharde omgeving.

Er mag geen enkele vorm van versnelde waterafvoer aanwezig zijn (geen drainageleidingen, goten, afvoerkolken (andere dan noodafvoer-/overstortkolken), hellingen, …).

Niet waterdoorlatende verhardingen of overdekte constructies moeten afvloeien naar een voldoende grote onverharde oppervlakte (op eigen terrein) waar natuurlijke infiltratie kan plaatsgrijpen. De onverharde oppervlakte moet minimaal 1/3 van de oppervlakte van de verharding of constructie zijn.

Natuurlijke infiltratie mag niet leiden tot wateroverlast bij derden.

Hemelwaterput en groendak

Het dossier bevat een gemotiveerd verzoek om af te wijken van de verplichting tot aanleggen van een groendak en/of hemelwaterput voor hergebruik. Deze motivatie kan aanvaard worden.

Aangeraden wordt om het dak van het bluslokaal ook natuurlijk te laten infiltreren (wegnemen goten).

Infiltratievoorziening

Een deel van de verharding (tankenpark en bluslokaal) is niet waterdoorlatend/watert niet af naar de onverharde omgeving. De verharding wordt aangesloten op een infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening dient volgens de GSV een volume te hebben van 49 m³ en een infiltratieoppervlakte van 79 m². Volgens het plan bij het aanvraagdossier wordt deze infiltratievoorziening voorzien.

De infiltratievoorziening is bovengronds (infiltratiekom/wadi).

De eventuele overloop moet boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand gelegen zijn, aangezien de infiltratievoorziening anders als drainage fungeert.

Bij een bovengrondse infiltratievoorziening mag, in geval de komdiepte beperkt is tot 30 cm, steeds de volledige oppervlakte van de infiltratiekom of het infiltratieveld worden ingerekend.

(9)

Deze wordt bepaald als de horizontale projectie van de infiltratievoorziening op het niveau van de noodoverlaat.

Indien de bodem dieper ligt dan 30 cm kan de bodem worden meegeteld onder voorwaarde dat de infiltratievoorziening bij een volledige vulling binnen de 72 uur wordt geledigd en indien er een onderhoudsprogramma wordt uitgevoerd waardoor de doorlatendheid van de bodem wordt behouden. Zoniet worden alleen de wanden in rekening gebracht.

Er kan voldaan worden aan de GSV en ABR indien bovenstaande maatregelen worden toegepast.

Er kan geconcludeerd worden dat voorliggende aanvraag mits toepassing van bovenstaande maatregelen de watertoets doorstaat.

6. OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 3 december 2021 tot 1 januari 2022. Er werden tot op heden geen bezwaren ingediend.

De vergunningverlenende overheid staat in voor het weerleggen van de eventuele bezwaren.

7. OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Er is stedenbouwkundig principieel geen bezwaar tegen de aangevraagde industriële ontwikkeling op deze locatie in de Gentse kanaalzone. Voorgestelde schaal, volumetrie en architectuur is gebruikelijk voor de industriële omgevingscontext en integreert zich als dusdanig. Voor deze zone werd eerder een aanvraag ingediend voor de ontwikkeling van een veel ruimer gebied.

De ontwikkeling is watergebonden en situeert zich daarom nabij het Rodenhuizdok. Voor de realisatie dienen wel aangeplante populierenrijen en boszones verwijderd te worden. Het betreft relatief jonge aanplantingen. Een boscompensatieformulier is toegevoegd, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegde Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos. De inname is uiteraard een hap uit dit nog groene deel van de kanaalzone. Bij realisatie van dit project is het aandeel van groen en bos in deze zone van de Gentse kanaalzone alvast nog voldoende hoog.

Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten

Er worden geen opmerkingen gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.

CONCLUSIE

De gevraagde omgevingsvergunning is mits voorwaarden stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving.

Er worden geen opmerkingen gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.

Het verslag is voorwaardelijk gunstig.

De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

(10)

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

Beslissing

Beslist het volgende:

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen brengt voorwaardelijk gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het exploiteren van een opslagplaats voor bio-ethanol (IIOA + SH) van VANDEMA nv, gelegen te Pleitstraat 10, 9042 Sint-Kruis-Winkel.

Artikel 2:

Verzoekt de deputatie om volgende voorwaarden voor de geplande werken op te nemen:

Waterparagraaf Natuurlijke infiltratie

Het merendeel van de verharding is waterdoorlatend of kan afwateren naar een niet verharde omgeving.

Er mag geen enkele vorm van versnelde waterafvoer aanwezig zijn (geen drainageleidingen, goten, afvoerkolken (andere dan noodafvoer-/overstortkolken), hellingen, …).

Niet waterdoorlatende verhardingen of overdekte constructies moeten afvloeien naar een voldoende grote onverharde oppervlakte (op eigen terrein) waar natuurlijke infiltratie kan plaatsgrijpen. De onverharde oppervlakte moet minimaal 1/3 van de oppervlakte van de verharding of constructie zijn.

Natuurlijke infiltratie mag niet leiden tot wateroverlast bij derden.

Aangeraden wordt om het dak van het bluslokaal ook natuurlijk te laten infiltreren (wegnemen goten).

Infiltratievoorziening

De infiltratievoorziening is bovengronds (infiltratiekom/wadi).

De eventuele overloop moet boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand gelegen zijn, aangezien de infiltratievoorziening anders als drainage fungeert.

Bij een bovengrondse infiltratievoorziening mag, in geval de komdiepte beperkt is tot 30 cm, steeds de volledige oppervlakte van de infiltratiekom of het infiltratieveld worden ingerekend.

Deze wordt bepaald als de horizontale projectie van de infiltratievoorziening op het niveau van de noodoverlaat.

Indien de bodem dieper ligt dan 30 cm kan de bodem worden meegeteld onder voorwaarde dat de infiltratievoorziening bij een volledige vulling binnen de 72 uur wordt geledigd en indien er een onderhoudsprogramma wordt uitgevoerd waardoor de doorlatendheid van de bodem wordt behouden. Zoniet worden alleen de wanden in rekening gebracht.

Artikel 3:

Verzoekt de deputatie om volgende aandachtspunten op te leggen aan de aanvrager:

(11)

Bodem

Indien grondverzet plaatsvindt, moet dit gebeuren overeenkomstig de regels m.b.t. het gebruik van de uitgegraven bodem (Hoofdstuk XIII VLAREBO). Als algemeen principe geldt dat voor iedere partij reeds uitgegraven bodem die groter is dan 250 m³ en die niet ter plaatse wordt gebruikt, een technisch verslag moet opgemaakt worden. Deze verplichting geldt ook voor een partij samengesteld uit verschillende partijen uitgegraven bodem kleiner dan 250 m³ waarvoor er geen verplichting tot technisch verslag was, en ook voor een partij groter dan 250 m³ die in verschillende partijen kleiner dan 250 m³ wordt afgevoerd en gebruikt (artikel 173, §2). Meer info over grondverzet kan verkregen worden bij de infolijn van de OVAM op 015/284.284 en 015/284.459.

Licht

Met het Lichtplan pakt de Stad Gent lichthinder en lichtvervuiling aan.

De derde fase van het Lichtplan voor de Kanaalzone legt sterk de nadruk op het tegengaan van lichthinder. De nachtelijke activiteiten zijn hierbij bepalend. Weinig of geen activiteit betekent ook minder of zelfs geen licht. De derde fase van het Lichtplan biedt enkele concrete

oplossingen. Zo krijgen bedrijven advies over welke verlichtingsopstelling het beste resultaat geeft en welke Europese verlichtingsnormen ze moeten naleven.

Voor meer informatie kan men terecht op: www.stad.gent (Lichthinder en lichtvervuiling tegengaan).

Belangrijke bepalingen

Niet van toepassing.

2022_CBS_00427 - OMV_2021154752 - aanvraag omgevingsvergunning voor het exploiteren van een opslagplaats voor bio-ethanol (IIOA + SH) - met openbaar onderzoek - Pleitstraat 10, 9042 Sint-Kruis-Winkel - Advies

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 101... De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van

Vermits het hier gaat om de inname van het openbaar domein voor de organisatie van een activiteit georganiseerd door een openbaar bestuur of openbare dienst, beperkt tot de leden

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om hoofdstuk 4 (Functioneren en evalueren) van de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de onderwijsinstellingen, het internaat van

o De werken zijn uit te voeren volgens de bepalingen van het reglement over nuts- en infrastructuurwerken in Gent (NINF-reglement) en andere toepasselijke reglementering, het

De aansluiting tussen het nieuw openbaar domein en de bestaande wegenis wordt dwars op de Remi Vlerickstraat voorzien.. Ter hoogte van dit inkomplein bevinden zich ook de

Bij collegebesluit van 17 december 2020 werd een parkeerverbod voorzien door middel van gele onderbroken strepen ter hoogte van de huisnummers 124-126 en de huisnummers 128-130 om

De overgangen van de gaanderij en de aansluitingen van oud naar nieuw zijn nog niet duidelijk, vraag is hoe deze vorm kunnen krijgen en toch voldoende eenheid kunnen houden indien men