• No results found

Instemmingsrecht mag bij voldoende belang worden genegeerd, Pres. Rb. Arnhem 4 juli 1995

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Instemmingsrecht mag bij voldoende belang worden genegeerd, Pres. Rb. Arnhem 4 juli 1995"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

rn::I]

jurisprudentie

Instemmingsrecht mag bij voldoende

belang worden genegeerd

Voor het zwaarwichtige bedrijfseconomische be-lang van de ondernemer bij overwerk behoort het belang van de ondernemingsraad dat er zonder zijn instemming niet wordt overgewerkt te wijken.

(President Rechtbank Arnhem4 juli 1995, artikel

27, eerste lid ondercWOR)

Bij de fietsenproducent Koninklijke Gazelle bv (hierna: Gazelle) werken 500 mensen. Zij werken gewoonlijk van maandag tot en met vrijdag. In 1988 heeft Gazelle met de Industriebond FNV af-gesproken dat flexibilisering alleen in overleg met de or kan geschieden. Daarna zijn jaarlijkse afspra-ken gemaakt om de pieafspra-ken in de produktie op te vangen, vooral in het voorjaar. Voor 1995 was af-gesproken dat in de periode tussen april en juni flexibel zou worden gewerkt. In de or-vergadering van 24 mei stelde de directeur voor om het flexibel werken met drie weken uit te breiden en daarbij ook op vrijwillige basis op twee zaterdagen te wer-ken. De or toonde zich niet enthousiast over de ver-lenging en achtte werken op zaterdag niet be-spreekbaar.

Op 21 juni 1995 liet het managementteam van Ga-zelle een personeelsbulletin uitgaan, waarin werd medegedeeld dat op de zaterdagen 8 en 15 juli zou worden overgewerkt op vrijwillige basis. Hiervoor meldden zich vervolgens 258 personeelsleden aan. Op 22 juni sommeerde de or Gazelle om het besluit in te trekken. De nietigheid van het besluit werd in-geroepen en een procedure bij de kantonrechter aangekondigd. In kort geding werd gevorderd dat Gazelle geen uitvoering mocht geven aan het be-sluit totdat de kantonrechter hierover een beslis-sing had genomen. Gazelle weersprak de nietigheid van het besluit, maar ook als de or daarin gelijk zou krijgen, verzocht zij om toestemming om het be-sluit te nemen.

Het argument van Gazelle tegen de nietigheid was dat het hier niet ging om een structureel of perma-nent besluit ging, maar om een incidenteel geval van overwerk. De rechter vond echter het oordeel van de or dat het besluit voldoende algemene strek-king had om dit onder artikel 27 WOR te laten val-len. Ook geringe wijzigingen in zulke besluiten moeten volgens de rechter aan de or worden voor-gelegd, omdat de or moet kunnen beoordelen of de voorgestelde wijziging inderdaad van onderge-schikte betekenis is. Het besluit heeft betrekking op een grote groep werknemers. Het feit dat zij vrij-willig meewerken is voor de vraag of er instem-mingsrecht is niet van belang. De or heeft zich dus naar het voorlopig oordeel van de rechter terecht op de nietigheid beroepen.

Voordat de vordering van de or wordt toegewezen acht de rechter echter nog een belangenafweging noodzakelijk. De noodzaak voor Gazelle om extra fietsen te produceren is niet ter discussie geweest. Die blijkt ook uit de bereidheid van veel vrijwilli-gers om op de twee zaterdagen te werken. Een

groot aantal van de 30.000 nog openstaande orders zou komen te vervallen indien niet wordt overge-werkt. Tegenover dit zwaarwichtige bedrijfsecono-mische belang van Gazelle behoort het belang van de or dat niet zonder zijn instemming wordt over-gewerkt te wijken. Daarom wordt de vordering van de or afgewezen, terwijl die van Gazelle overbodig is geworden.

Commentaar

In deze uitspraak beschermt de rechter met de ene hand het instemmingsrecht en holt het met de an-dere hand uit.

Hij beschermt het instemmingsrecht door te bepa-len dat ook het overwerk op twee zaterdagen onder dat recht valt en niet te incidenteel is om toch te mo-gen. Dat lijkt mij terecht, omdat een afspraak over flexibilisering veelal een compromis van twee standpunten zal bevatten. Waflneer dan één partij alsnog kleine wijzigingen kan aanbrengen, wordt dat compromis alsnog onderuit gehaald. Het zou de weg openen voor ondernemers om te proberen hoe ver men hiermee kan gaan. Op wat langere termijn zou dit ook voor ondernemingsraden de inschikke-lijkheid minder groot kunnen maken. Men moet staan voor zijn afspraken en ondergraaft de eigen geloofwaardigheid als onderhandelingspartner als men zich daaraan niet houdt.

Vervolgens trekt de rechter echter niet de logische consequentie uit dit voorlopig oordeel. Als een be-sluit nietig is dan kan het uiteraard niet worden uit-gevoerd. De rechter zegt nu eigenlijk: het besluit be-staat niet, maar de uitvoering mag wel. Dit is niet alleen juridisch inconsequent, maar betekent ook een belangrijke ondermijning van het instemmings-recht. Het komt er hierdoor op neer, dat een onder-nemer kan gaan speculeren of de rechter zijn belang voldoende zwaarwegend vindt. Weliswaar kan dat ook door de kantonrechter zo worden gevonden, maar nu is de ondernemer niet meer verplicht om zelf de bedrijfscommissie en de kantonrechter in te schakelen. De werkgever had in dit geval de juiste weg bewandeld als hij een spoedprocedure bij de kantonrechter had ingesteld om op korte termijn een voorlopig oordeel te krijgen en dat was ook nog tijdig mogelijk. Deze uitspraak is in strijd met het wettelijke systeem en verlegt de macht ten aanzien van dit gevoelige politieke compromis een stukje naar de ondernemer. Daarmee treedt de rechter buiten zijn taak.

Het bovenstaande neemt niet weg dat een onderne-mingsraad bij de hantering van het instemmings-recht ook het bedrijfsbelang in het oog moet hou-den. In dit geval stond de directie vooral sterk om-dat zoveel personeelsleden bereid waren om het overwerk vrijwillig te verrichten. De onderne-mingsraad moet zich in zo'n geval bezinnen op de vraag of zijn verzet wel realistisch is. Het voortzet-ten van verzet tegen beter wevoortzet-ten in, kan ook bete-kenen dat je je hand overspeelt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een leerlijn functioneel rekenen moet er aandacht zijn voor het functioneel gebruik van rekenen in allerlei alledaagse situaties. Hierbij kan gewerkt worden met de thema’s

sollicitatieperiode die om functionele redenen worden gesteld toch worden nagegaan of ze nadelig uit- werken. De auteur van dit artikel is het daar niet mee eens. Zij is van

Hoe belangrijk vindt u het om nieuwe regels in uw organisatie zonder meer op te

Maar anderzijds kan de serieuze waar- nemer niet anders constateren dan dat deze partij, bij alle étatisme en regelzucht 3 , zich meer dan andere politieke partijen

Vol- gens het bestuur had het advies moeten worden gevraagd door de directie, zoals dat ook de vorige maal was gebeurd.. Het stelde ook dat op de schending van het adviesrecht

De President van de Rechtbank gaf als voorlopig oordeel dat bij de fusie volgens de wet alle rechten en verplichtingen die de werknemers van de vroege- re TOF ten opzichte van

Aangezien het RIVM naar het oordeel van verzoeker naar aanleiding van zijn notitie en nadien gevoerde gesprekken niet over- ging tot een verandering van het heleid, heeft verzoeker

2.5 De Minister heeft zich in zijn besluit van 8 september 1999 op het standpunt gesteld dat het uitgangspunt van de Wob weliswaar is dat inwilliging van een verzoek