Vraag nr. 52
van 13 februari 2002
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlabinvest Wezembeek-Oppem – Stand van zaken Met mijn schriftelijke vraag nr. 94 van 24 februari 2000 vroeg ik de toen bevoegde minister naar een stand van zaken m.b. t . het V l a b i n v e s t-project op de site van het voormalig Don Bosco-instituut in We-z e m b e e k-Oppem (Vlabinvest : I n v e s t e r i n g s f o n d s voor Grond- en Woonbeleid voor V l a a m s - B r a b a n t ) (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 12 van 5 mei 2000, blz. 1095.)
De minister deelde mij mee dat het project zeker zou worden voortgezet, dat er twee ontwerpers werden aangesteld en dat de bouwaanvraag werd i n g e d i e n d , die door de gemeentelijke overheid evenwel negatief werd geadviseerd.
Door het uitgebreid overleg met alle bevoegde diensten hoopte de minister dat het project binnen een zeer korte periode zou worden ingediend en vergund.
Kan de minister een stand van zaken geven ?
Antwoord
Het project Vosberg in Wezembeek-Oppem omvat de afbraak van een schoolgebouw en pastorie en het bouwen van drie meergezinswoningen (21 ap-p a r t e m e n t e n ) , zijnde fase 1, en veertien woningen, zijnde fase 2.
De grond werd door Vlabinvest aangekocht op 1 april 1999.
De socialehuisvestingsmaatschappij Elk Zijn Huis ( Tervuren) werd verzocht een huisvestingsproject te realiseren in het kader van Vlabinvest.
Een ontwerper werd door de socialehuisvestings-maatschappij aangesteld voor het ontwerpen van drie meergezinswoningen (21 appartementen ; f a s e 1) ; een andere ontwerper werd aangesteld voor het ontwerpen van veertien eengezinswoningen (fase 2). Beide ontwerpers werd gevraagd rekening te houden met de gegevens van de afdeling We g e n en Verkeer Vlaams-Brabant van de administratie Wegen en Verkeer (Ministerie van de Vlaamse Ge-m e e n s c h a p, departeGe-ment LeefGe-milieu en Infrastruc-tuur (LIN) en met de bestaande bomen (o. a .e i k e n ) aanwezig op het terrein.
Vertegenwoordigers van de socialehuisvestings-maatschappij en van de Vlaamse Huisvestings-maatschappij brachten in 1999 een werkbezoek aan de site, samen met de leidende ambtenaar en de stafmedewerker van de administratie Ruimtelij-ke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (Arohm), afdeling ROHM V l a a m s -Brabant (Ministerie van de Vlaamse Gemeen-s c h a p, departement LIN). Dit werkbezoek bracht de aanwezigheid van enkele botanisch waardevolle bomen aan het licht. Naar aanleiding hiervan werd door de socialehuisvestingsmaatschappijen een landschapsarchitect aangesteld met het oog op het opstellen van een aangepast inplantingsplan. Op basis van dit inplantingsplan werd op 1 d e c e m-ber 1999 een dossier betreffende aanvraag tot bouwvergunning voor het slopen van de bestaande bebouwing en de bouw van drie meergezinswonin-gen (fase 1) ingediend.
Gezien de opmerkingen na het indienen van voor-meld dossier geformuleerd door de gemeentelijke overheid met betrekking tot de voorgestelde we-genwerken op het terrein, werd de aanvraag later ingetrokken.
Hierop volgend werd op 1 maart 2000 een coördi-natievergadering gehouden op het gemeentehuis van We z e m b e e k - O p p e m , waarbij alle betrokkenen zich akkoord verklaarden met de door de gemeen-te voorgesgemeen-telde wijzigingen in het wegentracé : e r zouden twee aansluitingen op de Vosberg komen in plaats van één. Door deze verwijzing komt één eengezinswoning uit fase 2 te vervallen, wat het to-tale aantal eengezinswoningen op dertien brengt. Op 12 juli 2000 werd, op basis van deze nieuwe in-r i c h t i n g, een tweede dossiein-r betin-reffende aanvin-raag tot bouwvergunning ingediend door fase 1.
In het openbaar onderzoek, door de gemeente in het kader van deze aanvraag gehouden, k w a m enkel één opmerking van een aanpalende buur voor ; deze opmerking werd verworpen.
Op 28 september 2000 werd door het schepencolle-ge van Wezembeek-Oppem gunstig advies ver-leend voor het dossier, doch niet voor het wegen-traject.
Wegen en Verkeer kon hierover pas een akkoord geven na de opstelling van een definitief plan. D e afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van de ad-ministratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement A l g e m e n e Zaken en Financiën – AZF) die als bouwheer voor deze wegenwerken optreedt, kan echter pas een ontwerper aanstellen na het akkoord van de administratie Wegen en Ve r k e e r. Om deze patstel-ling te doorbreken, gaf de administratie Wegen en Verkeer een voorwaardelijk akkoord en vroeg het definitieve plan als controle.
OP 18 december 2000 werd op de zetel van de so-cialehuisvestingsmaatschappij een coördinatiever-gadering gehouden betreffende de opmerkingen van de afdeling Bos en Groen van de administratie M i l i e u - , N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Ministe-rie van de Vlaamse Gemeenschap, d e p a r t e m e n t L I N ) . Naar aanleiding van deze opmerkingen werd het wegentracé minimaal gewijzigd omwille van het behoud van een eik op de hoek van het perceel en werd door de socialehuisvestingsmaatschappij, in het kader van het Bosdecreet, een compensatie-voorstel ingediend voor de noodzakelijke gedeelte-lijke ontbossing van het terrein. Dit voorstel werd door de bevoegde diensten goedgekeurd.
Op 4 januari 2001 werd een plan met het nieuw en definitief wegentracé bezorgd aan alle betrokke-nen ; zowel de afdeling Bos en Groen, de afdeling Wegen en Verkeer alsook de gemeente kunnen zich hierin vinden.
De uitvoeringsdossiers voor beide fasen (1 en 2) zijn reeds opgemaakt : beide fasen zijn aanbeste-dingsklaar en wachten op uitvoering.
Op 22 januari 2002 werd door de socialehuisves-tingsmaatschappij navraag gedaan bij de afdeling ROHM Vlaams-Brabant (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN) om-trent de stand van zaken.