Vraag nr. 212 van 28 februari 2002
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Grote Nete Berlaar – Wateroverlast
In september 1998 werd de gemeente Berlaar (pro-vincie Antwerpen) getroffen door zware water-o v e r l a s t . Het prwater-obleem deed zich vwater-owater-or aan de Ges-telbeek en na de catastrofe werd een pompinstalla-tie beloofd die bij aanhoudende hoge waterstand van de Grote Nete het water van de Gestelbeek in de Nete zou overpompen. Er werd zelfs geopperd om een winterdijk naast de Grote Nete aan te leg-gen.
Vandaag is van dat alles nog niets gerealiseerd. H e t gemeentebestuur wijst met de vinger naar het pro-v i n c i e b e s t u u r, dat in januari 1999 reeds een pomp-installatie had beloofd. Blijkbaar is het dossier blij-ven hangen bij de minister, die het probleem in een ruimer kader wilde bestuderen.
Naar verluidt is er daarbij zelfs helemaal geen sprake meer van een definitieve pompinstallatie. Kan de minister vice-president een stand van zaken geven ?
Antwoord
Voor de goede orde wil ik eraan herinneren dat de betrokken beken in het Netebekken van tweede en derde categorie zijn en dus onder de bevoegdheid vallen van de provincie, respectievelijk de gemeen-t e n . Zo valgemeen-t de Gesgemeen-telbeek als wagemeen-terloop van gemeen- twee-de categorie ontwee-der twee-de bevoegdheid van twee-de provin-c i e, terwijl de Nete zelf als (tijgebonden) bevaarba-re waterweg onder de bevoegdheid valt van het ge-w e s t , namelijk de administratie Waterge-wegen en Zeewezen (AWZ).
Elke waterwegbeheerder moet bij het voeren van het beheer over het stuk waterloop waarvoor hij volgens de regelgeving bevoegd is, rekening hou-den met natuurlijke fenomenen, zoals in casu het tweemaal daags optreden van hoog tij waardoor de afvoer van de beken bemoeilijkt, zo niet volledig gehinderd kan worden.
Het oorspronkelijke dossier dat mij werd voorge-l e g d , hievoorge-ld hevoorge-lemaavoorge-l geen rekening met de gevoorge-lden- gelden-de bevoegdheidsvergelden-delingen en was daarenboven onvoldoende technisch onderbouwd. Op mijn ver-zoek werd het dossier toen voorgelegd aan het Ne-tebekkencomité en werd een stuurgroep opgericht,
teneinde zo spoedig mogelijk een definitieve oplos-sing te kunnen uitwerken. In deze stuurgroep zijn alle instanties en besturen betrokken die met de problematiek van de waterbeheersing te maken h e b b e n . In opdracht van de provincie werden daar-enboven verschillende modelleringsstudies uitge-voerd op basis waarvan een gemotiveerde beslis-sing kon worden genomen omtrent het al dan niet bouwen van pompinstallaties en/of wachtbekkens. Gelet op de permanente onderhoudskosten van p o m p i n s t a l l a t i e s, zijn wachtbekkens immers in ieder geval te verkiezen boven pompinstallaties. Uit de resultaten van deze studies, uitgevoerd door studiebureau Gedas, bleek dat enkel bij een combi-natie van een hoge waterstand op de Nete met b u i e n , met een retourperiode van meer dan 25 jaar Berlaar met wateroverlast te kampen zou kunnen h e b b e n . Derhalve werd voorgesteld om aan de Gestelbeek géén definitieve pompinstallatie te p l a a t s e n , maar wel in de mogelijkheid te voorzien om noodpompen in te zetten indien nodig. D e z e beslissing werd bevestigd op de stuurgroepverga-dering van 21 augustus 2001, waarop alle water-weg- en waterloopbeheerders van de regio aanwe-zig waren.
Aangezien echter de voorbije vier jaar reeds driemaal een beroep moest worden gedaan op noodpompen om Berlaar van wateroverlast te vrij-w a r e n , kan de vraag vrij-worden gesteld of de genomen beslissing in verband met de Gestelbeek niet zou moeten worden herzien en of het niet aangewezen is toch op één of andere manier de inzet van een minimale pompcapaciteit ter plaatse te verzekeren. Het provinciebestuur deelde mee hierover met alle betrokkenen zo snel mogelijk opnieuw te willen overleggen.