• No results found

Vraag nr. 112 van 27 juni 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 112 van 27 juni 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 112 van 27 juni 2002

van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Basisonderwijs – Verkeerseducatie

Zie :

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie

Vraag nr. 334 van 27 juni 2002

van mevrouw Marleen Van den Eynde Blz. 338

Antwoord

Er bestaat reeds heel wat materiaal inzake ver-k e e r s- en mobiliteitseducatie voor het basisonder-w i j s. In de praktijk blijkt evenbasisonder-wel dat vele kinderen niet verkeersvaardig zijn.

Het verkeersvaardiger maken van kinderen vergt in de eerste plaats goede rolmodellen van volwas-s e n e n . Educatieve initiatieven inzake verkeer vra-gen om samenwerking en samen verantwoordelijk-heid opnemen van ouders, l e e r k r a c h t e n , p o l i t i e-functionarissen en beleidsverantwoordelijken, o m leerlingen de attitudes, vaardigheden en kennis van veiligheid in het verkeer bij te brengen. Uit onder-zoek is gebleken dat de kinderen meer begeleiding vragen en dat scholen verkeersveiliger kunnen worden.

De Vlaamse regering is zich daarvan bewust. I n haar regeerakkoord van juni 1999 stelde zij zich tot doel een geïntegreerd mobiliteitsplan "Duurzame mobiliteit in Vlaanderen" aan het Vlaams Parle-ment voor te leggen. Het Vlaams ParleParle-ment heeft ondertussen kennis genomen van het ontwerp van Mobiliteitsplan V l a a n d e r e n . Opvallend is dat het Vlaams Parlement er blijft op aandringen dat ver-k e e r s o p v o e d i n g, met aandacht voor defensief rijge-drag en naleving van de geldende verkeersregle-m e n t e r i n g, integraal deel zou uitverkeersregle-maken van het on-d e r w i j s p a k k e t . Echter niet alleen in het basisonon-der- basisw i j s, maar ook in elk jaar van het secundair onder-wijs.

Het Vlaams Parlement vraagt ook een versnelling van de investeringen om het grote aantal resteren-de zwarte punten weg te werken, en bevestigt dat naast de minister ook de gemeentebesturen terza-ke een verantwoordelijkheid hebben. De verterza-keers- verkeers-veiligheid op veelgebruikte routes voor woonver-keer zal sterk verhoogd worden door de aanleg van

gescheiden fietspaden, de invoering van zone 30 in schoolomgevingen en dergelijke meer.

Wij verwachten ook veel van het initiatief "module 1 0 " . Module 10 is een convenant dat gemeenten en steden samen met andere partners kunnen afslui-ten met het Vlaams Gewest.

Via module 10 krijgen de gemeenten van het Vlaams Gewest subsidies om de omgeving van de scholen die langs een gewestweg liggen, opnieuw in te richten om zo de verkeersveiligheid te verhogen en om de verplaatsingen te voet, met de fiets, m e t het openbaar vervoer of via carpooling te bevorde-r e n . Hiebevorde-rvoobevorde-r moet de school in ovebevorde-rleg met leebevorde-r- leer-l i n g e n , o u d e r s, directie en personeeleer-l een schooleer-lver- schoolver-voersplan opstellen met concrete acties om aan verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit te wer-ken.

Een dergelijke convenant is een vorm van modern b e s t u u r. Men legt geen maatregelen meer op van-uit Brussel of vanvan-uit het gemeentehuis. Men slvan-uit integendeel overeenkomsten af met alle betrokke-n e betrokke-n , waarbij ieder zijbetrokke-n verabetrokke-ntwoordelijkheid op-n e e m t . Ook het aaop-ndeel vaop-n de ouders krijgt hieriop-n zijn plaats.

Met de verscherpte aandacht voor verkeersveilig-heid werden de voorbije twee jaar eveneens ver-schillende initiatieven genomen door de V l a a m s e Stichting Verkeerskunde (VSV), in samenwerking met de administratie, p r o v i n c i e s, g e m e e n t e n , p o l i-t i e d i e n s i-t e n , onderwijsversi-trekkers en oudervereni-gingen.

Op het gebied van onderzoek heeft de Stuurgroep Onderwijs een ruime inbreng kunnen geven in het Vlaams Overlegforum Ve r k e e r s v e i l i g h e i d , d a t onder leiding van de gouverneur van de provincie V l a a m s-B r a b a n t , de heer Lode De Wi t t e, in maart 2002 zijn aanbevelingen neerlegde in het eindver-slag "Naar een verkeersveilig V l a a n d e r e n " . H i e r o p v o o r t b o u w e n d , wordt in overleg met de admini-stratie Wegen en Verkeer de mogelijkheid onder-zocht om provinciale verkeers- en mobiliteitsedu-catieve centra op te richten.

(2)

Verder wordt module 10 (schoolvervoerplannen) in het mobiliteitsconvenant benut door de VSV en de administratie, om verkeerseducatie op de agen-da van de scholen te plaatsen. Ook met de gebrui-kersverenigingen en de openbaarvervoermaat-schappij De Lijn wordt samengewerkt. Zo ver-schijnt in het najaar een lessenpakket over het ge-bruik van openbaar vervoer door kinderen van 6 tot 12 jaar.

De brochure Mobilessen is sinds 1999 gepubliceerd en sindsdien voor een derde maal in druk gegaan. Net zoals de andere brochures van de V S V, w o r d e n ze eerst uitgetest in een aantal proefscholen. B o-vendien worden ze besproken binnen de Stuur-groep Onderwijs. Het succes en de kwaliteit van de V S V-publicaties hangt in grote mate af van de sa-menwerking tussen de onderwijs- en de verkeers-w e r e l d . Hierdoor sluiten de verkeers- en mobili-teitseducatieve tips nauw aan bij de doelstellingen en de context van het onderwijs. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan de gebruiksvriende-lijkheid van de handleidingen. Uitgangspunt is dat de leraar via de brochure een kant-e n-k l a a r p r o d u c t h e e f t , waarmee onmiddellijk aan de slag gegaan kan worden. Uit verschillende reacties blijkt dat deze aanpak door leraren gewaardeerd wordt. In de fase van ontwikkeling worden al deze ver-schillende initiatieven reeds beoordeeld door de Stuurgroep Onderwijs-Ve r k e e r. H a n d l e i d i n g e n voor leraren worden eerst uitgetest in enkele scho-l e n . Op de demonstratie- en naschoscho-lingsnamidda- nascholingsnamidda-gen krijnascholingsnamidda-gen leraren en andere geinteresseerden de kans om vragen te stellen en opmerkingen te geven aan de auteur(s). Na elke nascholingsnamiddag krijgen de deelnemers de kans om evaluatieformu-lieren in te vullen en te bezorgen aan de V S V. R e-centelijk werd met het 10/10-project in de provin-cie Antwerpen een nieuwe manier van evalueren b e d a c h t . Scholen krijgen de kans om zichzelf te e v a l u e r e n . Daarbij wordt ook nagegaan met welke educatieve materialen gewerkt wordt. H i e r u i t blijkt dat scholen die het kwaliteitslabel 10/10 h a l e n , vaak gebruikmaken van moderne lesmate-rialen, waaronder de VSV-brochures.

Op macrobeleidsniveau is er nog geen systematisch onderzoek gedaan naar het educatief aanbod, n o c h naar de resultaten van de verkeerseducatie op dit o g e n b l i k . Een uitzondering zijn de studies van pro-fessor Jan Pauwels die op het belang van een prak-tisch gericht verkeersonderricht wijzen. Het aantal basisscholen dat erin slaagt om verkeerseducatie op dit niveau te tillen, zou beperkt zijn tot een 3 0 0-t a l . De overgrote meerderheid beperkt zich tot theoretisch onderricht binnen de muren van een

k l a s l o k a a l . Verschillende signalen uit de provincia-le en gemeentelijke verkeersparken wijzen in de-zelfde richting.

Een screening van de eindtermen (zie b i j l a g e) maakt duidelijk dat de overheid van de scholen verwacht dat zij hun verantwoordelijkheid opne-men inzake verkeersveiligheid. Vandaar dat de Vlaamse Gemeenschap een pakket van onderwijs-doelstellingen opgesteld heeft met betrekking tot verkeer en mobiliteit, die door alle leerlingen be-reikt moeten worden.

De Onderwijsinspectie zal bij de schooldoorlich-ting nagaan of de school voldoende inspanningen geleverd heeft om die minimumdoelen na te stre-ven en/of te bereiken. Wetenschappelijke bevindin-gen hebben wel uitgewezen dat men in feite pas kan spreken van een veilig fietsgedrag vanaf de leeftijd van 12 jaar. De eindtermen inzake verkeers-educatie moeten met andere woorden bereikt wor-den tegen het einde van de lagere school.

Maar het is niet de alleen de school die hier maxi-male inspanningen moet leveren. Samenwerken en samen verantwoordelijkheid opnemen, is de bood-s c h a p. Voor een verkeerbood-svriendelijke bood-school kun-nen ouders, leerkrachten en leerlingen bijvoor-beeld samenwerken aan een vervoerplan. Hoe ver-plaatsen de leerlingen van een school zich? Wi e komt hoe naar school, van waar en waarom ? Zijn alle betrokkenen bereid er iets aan te doen? Ku n-nen we niet fiets- of carpoolen ? Het samen in kaart brengen van een probleem is al een begin van een oplossing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningplich- tige functiewijzigingen en van de werken, h a n- delingen en wijzigingen waarvoor

– de factor a in de berekeningsformule voor de bepaling van N1 wordt gelijk aan nul ten op- zichte van 0,2 voor rioollozers, waardoor de heffing voor rioollozers relatief hoger

Hebben ze alle de laatste vijf jaar vol- daan aan het decreet, gelet op het feit dat som- mige zichzelf hebben opgeheven en vervolgens opnieuw een jongerenbeweging hebben

Op 4 december 2000 vond in een indoorkarting in Wallonië een incident plaats waarbij een vijftigtal personen werd bevangen door koolstofmonoxide1. Vooral de werking van

De gemeten piekconcentraties blijven ver bene- den deze waarde, waaruit kan worden afgeleid dat er geen schadelijke gevolgen voor mens en omgeving mogelijk waren bij de gemeten

H e t decreet betreffende water bestemd voor menselij- ke aanwending bepaalt expliciet dat de V l a a m s e regering hier regulerend kan optreden en bevat reeds een aantal

Aangezien de kostprijs voor waterproductie in grote mate bestaat uit onsamendrukbare kosten (investeringen in productie en distributiemidde- l e n ) , komt de

Ik heb dan ook de opdracht gegeven aan de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) om binnen het strate- gisch project "Bodemsanering" een