Vraag nr. 240 van 30 mei 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Wijk Kesseldal (Kessel) – Bodemonderzoek De minister beveelt een beschrijvend bodemonder-zoek aan voor de eigenaars van de gronden gele-gen in de wijk Kesseldal in Ke s s e l . Deze wijk werd gebouwd op een oud huishoudelijk stort. In de bodem zouden kankerverwekkende polyaromati-sche koolwaterstoffen (PAK's) zijn aangetroffen. De minister wil nu duidelijkheid voor de hele ver-ontreinigde site.
1. Welke werkwijze wordt gehanteerd voor het uitvoeren van deze bodemonderzoeken ? 2. Wie wordt verantwoordelijk gesteld voor de
kosten van het bodemonderzoek en de eventu-ele saneringskosten ?
3. Heeft de minister zicht op het aantal woonwij-ken dat op huishoudelijke storten werd ge-bouwd ? Bestaat daar een inventaris van ? Zo ja, kan de minister die meedelen ?
4. Wordt ook in die woonwijken een onderzoek uitgevoerd ?
Antwoord
In de regeringsverklaring werd onder meer opge-nomen dat de problemen in potentieel verontrei-nigde woonzones accuraat moeten worden gesa-n e e r d . Ik heb dagesa-n ook de opdracht gegevegesa-n aagesa-n de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) om binnen het strate-gisch project "Bodemsanering" een deelproject "geïntegreerde aanpak brownfields en woonzones" uit te voeren, waarbinnen de integrale aanpak van potentieel verontreinigde woonzones een deelpro-ject vormt.
Een van de bekende potentieel verontreinigde woonzones is de wijk Kesseldal in Ke s s e l-Lo (Leu-v e n ) . Binnen deze woonzone werden al enkele be-perkte oriënterende bodemonderzoeken uitge-v o e r d . De conclusie uitge-van de oriënterende bodemon-derzoeken was doorgaans dat er verhoogde con-centraties worden teruggevonden van een aantal verontreinigende stoffen. Voor het beperkte aantal terreinen dat tot op heden onderzocht is, zijn de in-dicaties momenteel dat deze verhoogde concentra-ties geen ernstige bedreiging vormen.
Ik heb de opdracht gegeven aan de OVAM om het vroegere stort in kaart te brengen, om zo de zone af te bakenen binnen de woonwijk waar mogelijk bodemverontreiniging aangetroffen kan worden. Dit is intussen uitgevoerd.
In aansluiting hierop heeft de OVAM opdracht ge-geven om alle huidige gege-gevens samen te brengen, om zo een integrale aanpak van het dossier voor te b e r e i d e n . In deze fase zullen alle bestaande onder-zoeksgegevens geïntegreerd worden in een rapport en wordt informatie ingewonnen omtrent eige-naars en gebruikers van de gronden op de vroegere s t o r t z o n e, zodat we de betrokken bewoners ade-quaat kunnen informeren zodra het totaalproject op de zone start.
1. De aanpak die gevolgd zal worden, is die welke de OVAM uitgewerkt heeft in het strategisch project en momenteel al toegepast wordt in een proefproject.
Hierbij neemt OVAM het initiatief in handen om een bodemonderzoek uit te voeren op het volledige terrein.
Hierbij zullen oriënterend en beschrijvend bo-demonderzoek gecombineerd worden in één grote onderzoeksfase, zodat ineens duidelijk-heid kan worden gegeven aan alle bewoners omtrent het feit of hun grond verontreinigd is of n i e t , en of deze verontreiniging een ernstige be-dreiging vormt.
2. Aangezien de OVAM het initiatief zal nemen om het onderzoek uit te voeren, zal zij dit on-derzoek prefinancieren.
Het bodemsaneringsdecreet stelt dat de kosten dan verhaald kunnen worden op de aansprake-l i j k e. We zuaansprake-laansprake-len pogen te achterhaaansprake-len wie aan-sprakelijk zou kunnen zijn en dan pogen de kos-ten op deze partij te verhalen.
3. Tot op heden blijft de lijst van 900 potentieel verontreinigde woonzones geldig.
Uiteraard zijn deze niet allemaal verontreinigd. Het is de bundeling van alle woonzones waar-van bekend is dat er vroeger een activiteit is ge-weest die mogelijk tot bodemverontreiniging heeft geleid.
4. De Vlaamse Instelling voor Technologisch On-derzoek (VITO) heeft terzake een voorstel van prioriteitsbepaling uitgewerkt.