Dit is het gefinaliseerde standpunt van het college inzake de status van toezending van
oproepingskaarten voor de verkiezingen. Het college blijft, met inachtneming van de resultaten van de consultatie, van mening dat oproepingskaarten als brieven dienen te worden opgevat. Het college wijst erop dat aan deze standpunten geen rechten kunnen worden ontleend en aanvaardt terzake geen enkele aansprakelijkheid. Tevens wijst hij erop dat het uiteindelijk aan de rechter is de betrokken bepalingen te beoordelen.
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
OPTA/EGM/2003/201684
Datum Onderwerp Bijlage(n)
Brieven/drukwerk --
Geachte *********,
In de door het college van OPTA aan u gerichte brief van 25 april 2003, met kenmerk
OPTA/EGM/2003/201464, inzake het standpunt betreffende de status van oproepingskaarten, is in de tweede alinea abusievelijk vermeld dat het college op 4 december 2002 aan ******** heeft laten weten dat een aangiftebiljet als drukwerk moet worden beschouwd. Hier had moeten staan dat het college op 4 december 2002 aan ********* heeft laten weten dat een oproepingskaart voor de verkiezingen als brief moet worden beschouwd.
Ik bied u mijn verontschuldigingen aan voor het veroorzaakte ongemak.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt
drs. K. Noorlag