• No results found

Indorock: een onderzoek naar de muzikale jeugdcultuur van de Indisch Nederlandse en Molukse migranten in Nederland 1956-1965

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Indorock: een onderzoek naar de muzikale jeugdcultuur van de Indisch Nederlandse en Molukse migranten in Nederland 1956-1965"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Indorock: een onderzoek naar de muzikale jeugdcultuur van de Indisch

Nederlandse en Molukse migranten in Nederland 1956-1965

Een onderzoek naar de invloed van de Indische en Molukse migranten op de jeugdcultuur van Nederland en de redenen waarom het commerciële succes van Indorock uitbleef 1956-1965

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave: 1 Voorwoord: 2 Inleiding: 3

H1: De politieke geschiedenis van Indische Nederlanders en Molukkers 5 - De koloniale samenleving van Nederlands-Indië 5

- Indië in oorlog met Japan en de politionele acties 7 - De soevereiniteitsoverdrachten 8

- Indische Nederlanders: het vertrek naar Nederland 9 - De opvang van Indische Nederlanders in Nederland 13 - De emigratie van Indische Nederlanders in Amerika 14 - Molukkers 16

- De opvang van Molukkers in Nederland 17

H2: Het ontstaan van rock & roll: de muziekstroming en jeugdcultuur in Amerika 19

- Het ontstaan van de rock & roll jeugdcultuur in Amerika 21 - Rock & roll films 22

H3: Rock & roll in Nederland 24

- De Indische en Molukse rock & roll: Indorock 24 - De jeugdcultuur van de nozems 26

- Polarisatie tussen Nederlandse en Indische jongeren: de rellen in Den Haag 1958 27

H4: De roots van de Indorock 32

- Portugese erfenis 32 - Krontjong 32

- Indische muzikale cultuur in Nederland 33 - Indorock: een eigen geluid 34

- Molukse muzikale cultuur in Nederland 35

H5: De hoogtijdagen van de Indorock 1956-1963 36

- Indorock; het begin 1955-1956 36

- De rol van de Pasar Malams voor het succes van Indorock 36 - The Tielman Brothers; een geschiedenis 37

- The Blue Diamonds 40 - The Hot Jumpers 43 - The Crazy Rockers 44

H6: Het einde van Indorock in Nederland 1964-1965 46

- Indobands in Duitsland 49

H7: Beeldvorming 50

- Beeldvorming 1950-1965 50

- Beeldvorming vanaf de jaren zeventig tot heden 51 Conclusie 53

(3)

Indorock: een onderzoek naar de muzikale jeugdcultuur van de Indische

Nederlandse en Molukse migranten in Nederland 1956-1965

Voorwoord

Mede door mijn gemengde Nederlands-Indische achtergrond heb ik veel interesse in de geschiedenis van Nederlands-Indië en met name de geschiedenis van Indische Nederlanders, hier heb ik tijdens mijn studie veel aandacht aan besteed in de vorm van een bachelorscriptie, essays en nu mijn masterscriptie. Ik was op zoek naar een onderwerp die mijn interesse voor de geschiedenis van de Indische Nederlanders zou bevatten. Maar aangezien er ontzettend veel geschreven is over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië, heb ik getracht een origineel onderwerp te vinden. Ik heb een voorliefde voor rock muziek, en nu weet ik al vanaf jonge leeftijd dat rock & roll in Nederland zijn oorsprong heeft bij de Indische en Molukse gemeenschap. Nu vind ik het erg interessant om te zien hoe deze muziekstroming bij het eerste ontstaan ontzettend veel te weeg heeft gebracht in de maatschappij. Het werd in het begin toch vaak gezien als een bedreiging van de bestaande waarden.

Ik wil mijn masterscriptie opdragen aan de Indische en Molukse gemeenschap, de generaties voor mij die ontzettend veel hebben moeten opgeven met de komst naar Nederland. Zij hebben deze kans echter met beide handen aangepakt voor een betere toekomst voor hun kinderen. Het doorzettingsvermogen van de Indisch Nederlandse en Molukse migranten is voor mij inspirerend geweest. En ik hoop met deze masterscriptie een bijdrage te leveren aan de culturele geschiedschrijving van de Indisch Nederlandse geschiedenis.

(4)

Inleiding

De Indorock muziek staat centraal in mijn scriptie. Indorock is een muziekstroming die is ontstaan met de komst van de migrantenstroom van Indische Nederlanders en Molukkers die als politieke vluchtelingen naar Nederland kwamen in de jaren vijftig en zestig. De Indische Nederlanders en Molukkers combineerden de nieuwe Amerikaanse rock & roll muziek, die zijn intrede deed in 1951, met hun eigen muzikale erfenis. De periode die ik wil belichten is vanaf het moment van intrede van Indorock beginnend in 1956 tot het einde van de populariteit van deze muziekstroming in Nederland in 1965.

Indorock heeft een grote bijdrage geleverd aan het Indisch cultureel erfgoed. Muziek speelt een belangrijke rol in de Indische cultuur en de verspreiding daarvan. Doordat de Indische Nederlanders regelmatig werden afgewezen in de Nederlandse samenleving in de jaren vijftig en zestig versterkte dit het saamhorigheidsgevoel. In de Indische cultuur neemt muziek een belangrijke plaats in. Bijvoorbeeld bij de Indische jeugd in de jaren vijftig en zestig die samenkomen bij de zogenaamde jamsessies daaruit werden er amateurbandjes gevormd, deze Indische jongeren ontwikkelden de vernieuwende sound van Indorock.

In mijn scriptie wil ik onderzoeken in hoeverre Indorock heeft bijgedragen aan de jeugdcultuur in Nederland van 1956 tot 1965. Ook is relevant waarom het commerciële succes van Indorock uitbleef. Daarnaast in hoeverre Indorock de integratie van Indische Nederlanders en Molukkers heeft bevorderd in de jaren vijftig en zestig in Nederland.

Indorock wordt tot dusver alleen vanuit de muzikale popgeschiedenis naar voren gebracht en niet vanuit een cultureel historische visie. Er is in het verleden wel onderzoek gedaan naar de rol van de Indorock in de Nederlandse popgeschiedenis. Deze studie is belangrijk voor de erkenning van Indorock als relevant cultuur historisch en gedeeltelijk sociale geschiedenis onderwerp in de geschiedenis van de Indische Nederlanders in Nederland. Deze scriptie is met name een uitgebreide literatuurstudie op het gebied van Indorock. Ook heb ik gebruik gemaakt van andere bronnen zoals beeldmateriaal (films en foto’s).

(5)
(6)

1) De politieke geschiedenis van Indische Nederlanders en Molukkers

De koloniale samenleving van Nederlands-Indië

De Nederlands-Indische samenleving van omstreeks 1900 was hiërarchisch ingedeeld. Aan het einde van de negentiende eeuw werd het besef en belang van herkomst en huidskleur en de daarmee verbonden superioriteitsgevoelens steeds meer dominant in Indië.1 In de Nederlands-Indische samenleving was huidskleur een criterium dat gebruikt werd om mensen in te delen in de verschillende juridische klassen. De blanke Europeanen stonden bovenaan in de rassenhiërarchie van de samenleving van Indië.2

Indo-Europeanen waren personen van gemengde bloede, met een Europese voorvader, deze groep werd in de Indische koloniale maatschappij juridisch beschouwd als Europeanen.3 De Indo-Europeanen hadden daarom bepaalde voorrechten. Zo hadden zij de mogelijkheid om te werken voor de overheidsdienst, als ambtenaar of in het leger.4 Ook mochten zij voor buitenlands verlof naar Nederland gaan mits zij dit konden betalen.5

Naast huidskleur was taal een criterium om mensen in te delen in klassen. De taal die men sprak was een bindende en onderscheidende factor in Nederlands-Indië.6 De hogere blanke klasse (totoks) spraken Nederlands. De Indo-Europeanen hadden moeite met de Nederlandse taal, en spraken voorheen in de negentiende eeuw vooral petjoh, (Nederlands volgens de Maleise grammatica).7 Maleis was overigens de taal van de Indonesiërs, de ‘inlanders’. Om de kansen te vergroten om door de Europese klasse volledig te worden geaccepteerd, gingen de Indo-Europeanen steeds meer Nederlands spreken. In de jaren dertig spraken de Indo-Europeanen uit de midden en hogere klassen dan ook goed Nederlands.

Ondanks het verkrijgen van de juridische status van Europeaan werden de Indo-Europeanen in sociaal-cultureel opzicht in de hiërarchische samenleving van Indië beschouwd als inferieur door de blanke Europeanen.8 De Indo-Europeanen identificeerde zich volledig

1

Meijer, Hans, In Indië geworteld. De geschiedenis van Indische Nederlanders (Amsterdam 2004) 49. 2

Ibidem, 38. 3

Wim Willems, Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (Leiden 1990)113. 4

Ibidem, 116/Ulbe Bosma, Remco Raben en Wim Willems, De geschiedenis van Indische Nederlanders (Amsterdam 2006) 44.

5

Willems, Indische Nederlanders, 72. 6

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 175. 7

Annemarie Cottaar en Wim Willems, Indische Nederlanders: een onderzoek naar beeldvorming (Den Haag 1984) 16.

8

(7)

met de Europese cultuur en wezen hun inheemse roots af.9 De Indo-Europese groep wilden niet gerekend worden tot de in hun ogen inferieure ‘inlanders’, de Indonesiërs. Daardoor werd de kloof tussen de Europese -en de Indonesische bevolking steeds groter. De Indo-Europeanen groeiden op in een exclusieve Europese leefomgeving. Voor de buitenwereld althans probeerden de Indo-Europeanen zich zo Europees mogelijk voor te doen, maar binnenshuis en op het achtererf werden er weldegelijk Indonesische traditities voortgezet bijvoorbeeld Indonesisch eten, het spelen van de traditionele muziek de gamelan.10

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de Indische economie gericht op de Pacific. De economische en militaire uitbreiding van Amerika zorgde voor een blijvende ontwikkeling.11 Tussen 1880 en 1920 werd Indië mede door de invloed van de communicatierevolutie moderner bijvoorbeeld met de komst van stoomschepen, spoorwegen en telegraafverbindingen.12 Daarnaast het gebruik van uitvindingen als electriciteit, telefoon, film, grammofoon en de auto in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw.13 Door de verbeteringen op het gebied van reis–en communicatieverbindingen in de kolonie kreeg het Nederlandse koloniale bestuur meer greep op de soms ver uit elkaar liggende gebieden. De Nederlandse expansie was een onderdeel van het grotere geheel, het Europees imperialisme.14

Indië werd internationaler. Door de verbeterde verbindingen nam de Amerikaanse en Europese invloed toe. Dit uitte zich onder andere in de Amerikaanse cultuuruitingen die een dominante plaats kregen in de Nederlands-Indische samenleving, bijvoorbeeld Amerikaanse films, kleding en muziek.15 De Indische Nederlanders maakten in Indië in de jaren dertig al kennis met Amerikaanse muziek.16 Zij konden de muziek namelijk in Indië ontvangen via

Amerikaanse en Australische radiozenders. De Amerikaanse way of life sprak de Indische gemeenschap erg aan, mede omdat zij zich zo westers mogelijk wilden profileren in Indië om zich te onderscheiden van de Indonesische bevolking.

In het interbellum bereikte de instroom van nieuwkomers uit Nederland een nieuw hoogtepunt. In 1930 was het aantal Europeanen in Indië percentueel gezien hoog.17 De economische crisis van de jaren dertig zorgde er echter voor dat veel Nederlanders rond 1932

9

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 41. 10

Meijer, In Indië geworteld, 78/79. 11

Ibidem. 12

Joop de Jong, De waaier van het fortuin. De Nederlanders in Azië en de Indonesische archipel 1595-1950 (Den Haag 1998) 320.

13

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 41. 14

De Jong, De waaier van het fortuin, 320. 15

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 41. 16

Wim Willems e.a., Uit Indië geboren: vier eeuwen familiegeschiedenis (Zwolle 1997) 127. 17

(8)

terugkeerden naar Nederland.18 Vanaf 1935 werd dit minder, maar het aantal Europeanen in Indië zou nooit meer zo hoog worden als voorheen.19

Indië in oorlog met Japan en de politionele acties

De Tweede Wereldoorlog breidde zich uit over de Pacific met de aanval van de Japanse legers op Pearl Harbor op 8 december 1941, vanaf dat moment verklaarde Nederland de oorlog aan Japan. 20 De aanval van Japan op Nederlands-Indië volgde in januari 1942.21 Al snel bleek dat Indië niet in staat was deze aanval af te slaan, de Japanners waren militair gezien sterker. Op 9 maart capituleerde de Nederlands-Indische regering.22 Tijdens de Japanse bezetting werden Europeanen en Indo-Europeanen geïnterneerd.23

Japan capituleerde op 15 augustus 1945 (in Indië pas officieel bekend gemaakt op 23 augustus 1945).24 De Europese en Indo-Europese bevolking in Indonesië waren er slecht aan toe. Velen hadden de oorlog dan ook niet overleefd. De Europeanen en de Indo-Europeanen die de kampen van de Japanners hadden overleefd, maar ook de Indonesische bevolking verkeerden in een toestand van verwarring, honger en uitputting. Vliegtuigen dropten de eerste hulppakketten in de kampen waar de Europeanen en Indo-Europeanen waren gevraagd voorlopig te blijven. De hulppakketten bestonden uit voedsel, medicijnen en kleding. 25

De Indonesische nationalisten maakten gebruik van de situatie waar de Nederlanders zich in verkeerde. Door de Tweede Wereldoorlog had Nederland het gezag in de kolonie Nederlands-Indië geheel verloren. Dit was het moment voor de leiders van de Indonesische nationalisten Soekarno en Mohammed Hatta om de onafhankelijkheid van Indonesië uit te roepen, dit gebeurde op 17 augustus 1945. Soekarno probeerde ook de Indo-Europeanen aan zijn kant te krijgen. Hij garandeerde dat hun rechten als minderheidsgroep in het onafhankelijke Indonesië gehandhaafd zouden blijven.26 Maar na enige tijd bleek dat de Indo-Europeanen liever hadden gezien dat het Nederlandse gezag was gebleven in Indië. Zij waren bang om de positie die zij hadden binnen het koloniale systeem van Nederlands-Indië te moeten opgeven.

18

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders,43. 19

Ibidem. 20

Meijer, In Indië geworteld, 196. 21

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 44. 22

Ibidem. 23

Ibidem, 47. 24

Meijer, In Indië geworteld, 236. 25

Ibidem, 237. 26

(9)

Ondertussen werd er door de Nederlandse regering besloten dat er actie moest worden ondernomen om de controle over de kolonie terug te krijgen. In de periode 1945-1949 werden er 120.000 Nederlanders naar Indië gestuurd om de kolonie tot rust te brengen.27 Er werden twee grootschalige militaire offensieven gehouden tegen de Indonesische Republiek. In de ogen van het Nederlandse gezag ging het om het herstellen van de binnenlandse orde en daarom werd het de politionele acties genoemd.28 In juli en augustus van 1947 vond de eerste politionele actie plaats, genaamd Operatie Product. De Nederlandse soldaten heroverden Java en Sumatra. De tweede politionele actie vond plaats in december 1948 en januari 1949 en tijdens deze actie heroverden de Nederlandse troepen de stad Jogyakarta.29 Hoewel de politionele acties vanuit het perspectief van de Nederlanders een succes waren, moesten de Nederlanders zich terugtrekken uit Indonesië onder internationale druk met name vanuit Amerika die een antikoloniaal beleid voerde.

De soevereiniteitsoverdrachten

Op 27 december 1949 in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam deed Nederland officieel afstand van Indië. Een aantal prominente figuren spelen de hoofdrollen in de soevereiniteitsoverdracht namelijk minister-president Willem Drees en de vertegenwoordiger van Indonesische delegatie Mohammed Hatta. Koningin Juliana sprak een rede tijdens het historische moment. De onderhandelingen en de strijd tussen Nederland en Indonesië hadden vier jaar geduurd. De Indonesische republiek die Soekarno en Hatta in augustus 1945 hadden uitgeroepen werd op deze dag erkend door de Nederlandse regering en het koningshuis.30

De opkomst buiten op de Dam was redelijk klein. Ongeveer duizend mensen waren naar de Dam gekomen om de gebeurtenis mee te maken, om afscheid te nemen van Indië en de nieuwe toekomst van Indonesië in te luiden. Het waren dan ook met name Indonesiërs die in Nederland woonden die naar het paleis waren gekomen.31 Zij volgden de gebeurtenissen in de Burgerzaal via de luidsprekers die waren opgesteld op de Dam. De meeste Nederlanders luisterden via de radio naar het officiële afscheid van Indië.

In Indonesië tekenden sultan Hamengkubuwana IX, de vertegenwoordiger van de Verenigde Staten van Indonesië en de aftredende Nederlandse Hoge Vertegenwoordiger van

27

(10)

de Kroon, A.H. J. Lovink het protocol in het gouverneurspaleis in Jakarta.32 Vervolgens vertrok het Nederlandse gezag terwijl de merah-putih, de rood-witte Indonesische vlag werd opgehesen. De volgende dag werd er een intocht gehouden voor president Soekarno. Hij had geweigerd om het gezag te ontvangen van de Nederlandse vertegenwoordigers. De intocht van president Soekarno bracht een enorme massa mensen op de straten van Jakarta om uiteindelijk bij het paleis bijeen te komen. De Indonesische bevolking vierde de officiële onafhankelijkheid van Indonesië als een ware bevrijding. Het eerste woord van president Soekarno tijdens zijn speech aan het volk was dan ook Merdeka, wat vrijheid betekent.33

Nederland weigerde Nieuw-Guinea ook op te geven bij de soevereiniteitsoverdrachten van 1949. Een aantal jaren later ontstonden er problemen in Nieuw-Guinea. Nederland besloot wederom soldaten naar de kolonie te sturen. De Amerikaanse president John F. Kennedy wilde niet dat Indonesië werd overgenomen door het communisme en liet zijn eerdere steun aan Nederland vervallen en stuurde aan op een vertrek van Nederland.34 In augustus 1962 vond de soevereiniteitsoverdracht plaats waarmee Nederland afstand deed van Nieuw-Guinea.

Indische Nederlanders: het vertrek naar Nederland

Toen op 17 augustus 1945 de Republiek Indonesië was uitgeroepen, was dat het startsein voor het vertrek van duizenden mensen. Tussen 1946-1968 verlieten honderdduizenden mensen Indonesië en vertrokken naar Nederland.35 Deze groep werden repatrianten genoemd. Het betrof hier Nederlanders (ongeveer 80.000), Indische Nederlanders (ongeveer 180.000) en Molukkers (ongeveer 12.500).36 Voor de Nederlanders met een geheel Nederlandse achtergrond was er geen andere keuze mogelijk dan te vertrekken naar Nederland. Ook voor de groep Molukkers was er gezien hun politieke situatie – het ging hier om Molukse militairen van het KNIL en hun familieleden – was er geen andere optie mogelijk, zij hadden gevochten aan de Nederlandse kant en zouden niet worden geaccepteerd door de Indonesiërs.37 De Indische Nederlanders die een erkende Nederlandse (voor)ouder hadden en die daarom het Nederlandse staatsburgerschap bezatten, konden ook kiezen voor de

32

Raben, Indië wordt soeverein, 628. 33

Ibidem, 629. 34

Ibidem, 643, 35

Willems, Uit Indië geboren, 170. 36

Helene Vossen ed., Vertrouwde patronen, nieuwe dromen Nederland naar een modern industriele samenleving 1948-1973 (IJsselstein 1992) 84.

37

(11)

Indonesische nationaliteit.38 De Nederlandse regering had verwacht dat ongeveer driekwart van de Indische Nederlanders voor de Indonesische nationaliteit zou kiezen.39 Dit zou echter anders lopen, de meerderheid (ongeveer 92%) van de Indische Nederlanders hadden voor het Nederlands staatsburgerschap gekozen.40 De redenen voor deze keuze waren: de gevaarlijke politieke situatie o.a. door de politionele acties, de spanning tussen Indische Nederlanders en Indonesiërs, gezien de verhoudingen tot elkaar had dit voor spanningen gezorgd.41 De Indische Nederlanders waren bang hun bevoorrechte positie in Indonesië te verliezen. De verslechterende economische situatie, weinig toegang meer tot onderwijs (het Nederlands werd als voertaal afgeschaft op scholen), verslechtering in huisvesting en het vertrek van familie en vrienden naar Nederland.42

Over de aantallen repatrianten die naar Nederland kwamen zijn er in de geschiedschrijving verschillen ontstaan. De reden voor de uiteenlopende becijferingen is dat er nooit een volledige registratie van migranten uit Indonesië is opgezet. Vanaf de jaren vijftig werden repatrianten in contractpensions en woonoorden wel geregistreerd, maar de repatrianten die voor hun eigen huisvesting hadden gezorgd waren buiten deze registratie gebleven.43 Annemarie Cottaar en Wim Willems verdelen in hun boek Indische Nederlanders: een onderzoek naar beeldvorming (1984) de migratiestroom uit Indonesië in de volgende zes stromen met de bijbehorende cijfers:

- De 1e (1945-1948): Deze stroom bestond uit ongeveer 110.000 mensen. Voor een deel van hen was het geen definitieve repatriëring en deze keerde dan ook terug naar Indonesië.44

- De 2e (1949-1951): Het betrof hier ongeveer 102.000 mensen. Deze stroom was naar aanleiding van de soevereiniteitsoverdracht. Voor deze mensen was het een definitief vertrek uit Indonesië. Het betrof hier ook de KNIL militairen en ambtenaren die hun werk hadden moeten neerleggen.45

38

Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers: immigranten en hun nakomelingen in Nederland 1550-1985 (Amsterdam 1985) 41.

39

Oomen, Welkom in Holland!, 12. 40

Ibidem. 41

Willems, Indische Nederlanders, 25. 42

Ibidem. 43

J. E. Ellemers en R.E.F. Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, (Den Haag 1985) 38. 44

Cottaar, Indische Nederlanders: een onderzoek naar beeldvorming, 25. 45

(12)

- De 3e (1952-1956): Deze stroom telde ongeveer 88.000 mensen. Het betrof hier mensen die nog nooit in Nederland waren geweest.46

- De 4e (1957-58): Deze stroom bestond uit ongeveer 40.000 mensen. Deze mensen moesten Indonesië verlaten door de anti-Nederlandse campagne van de Indonesische overheid. Op 4 december werd bekend gemaakt dat alle Nederlanders Indonesië dienden te verlaten.47

- De 5e (1961-1962): Deze stroom bestond uit 14.400 mensen. Het waren met name mensen die Nieuw-Guinea moesten verlaten vanwege de politieke situatie van het gebied.48

- De 6e (1957-1968): Deze stroom telde 25.000 mensen. De zogenaamde spijtoptanten waren voormalige Indische Nederlanders die voor de Indonesische nationaliteit hadden gekozen, maar daar achteraf spijt van kregen, gezien de verslechterende situatie voor hen in Indonesië, en daarom toch te willen kiezen voor de Nederlandse nationaliteit om vervolgens naar Nederland te repatriëren.49 Een deel van deze groep zouden echter emigreren naar landen als Australië en Amerika.50

J. E. Ellemers en R.E.F. Vaillant publiceren in 1985 het boek Indische Nederlanders en gerepatrieerden. In dit boek komen andere cijfers naar voren. De auteurs hebben deze cijfers gebaseerd op de cijfers van het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier initiatief (CCKP) en het Centrale Bureau voor de Statistiek (CBS). Zij onderscheiden de volgende vijf golven in de migratiestroom vanuit Indonesië tussen 1945-1968:

- De 1e: (1945-1949) aantallen CCKP ca. 45.000, CBS 44.100

De auteurs Ellemers en Vaillant zetten bij deze eerste golf vraagtekens over de aantallen gezien het eerder genoemde registratieprobleem. Zij denken dat het totaal aantal personen dat gedurende deze periode naar Nederland kwam veel hoger is geweest. Daarnaast gaan de auteurs ervan uit dat deze eerste stroom met name uit ex-geïnterneerden uit de Japanse kampen, deze personen waren grotendeels geheel van Nederlandse afkomst, de zogenaamde totoks.51

46

Cottaar, Indische Nederlanders: een onderzoek naar beeldvorming, 25 47

Ibidem. 48

Ibidem, 25-26 49

Willems, Indische Nederlanders, 107. 50

Ibidem. 51

(13)

- De 2e: (1950-1951) aantallen CCKP ca. 90.000, CBS 67.821:

Deze stroom was naar aanleiding van de soevereiniteitsoverdracht. En het betrof de groep van de 4.000 Molukse ex-KNIL militairen met hun gezinnen (totaalca. 13.000).52

- De 3e: (1952-1957) aantallen CCKP ca. 88.000, CBS 72.447:

De derde golf bestond uit personen die de door materiële omstandigheden de reis niet konden bekostigen en door verschillende redenen geen financiële vergoeding kregen voor de reis. Het betrof met name Indo-Europeanen uit de lagere niveaus van de oude Indische maatschappij.53 - De 4e (1958-1963) aantallen CCKP ca. 63.000, CBS 70.865:

Naar aanleiding van de bekendmaking dat alle Nederlanders Indonesië diende te verlaten op 4 december 1957 kwam de vierde golf migranten uit Indonesië op gang. Tussen 1960-1963 vertrokken 12.000 Nederlanders Nieuw-Guinea door de politieke situatie. De grootste groep migranten in deze golf waren de spijtoptanten.54

- De 5e (1964-1968) aantallen CCKP ca. 11.000, CBS 13.545:

Vanaf 1964 kwam het jaarlijkse aantal migranten niet meer boven de 5.000 personen en daalde na 1968 zelfs beneden de 1.000 migranten per jaar. Er kan in dit geval dan ook niet meer worden gesproken van een migratiegolf. Tot 1968 kwamen er nog steeds spijtoptanten naar Nederland.55

De Indische Nederlanders en Molukkers verschilden van elkaar in vele opzichten namelijk in levensstijl, politieke visie en culturele identiteit.56 De Indische Nederlanders hadden de

Nederlandse nationaliteit, waren westers georiënteerd, spraken Nederlands en hadden in Indië vaak westers onderwijs genoten. Toen de onafhankelijkheid van Indonesië een feit was, moesten de Indische Nederlanders kiezen tussen de Indonesische nationaliteit of de Nederlandse, maar gezien de Europese levensstijl van de Indische groep en vaak ook de Nederlandse achternaam verkregen van hun Nederlands of Europese voorouders was er voor hun geen toekomst meer in Indonesië. De Indische Nederlanders wilden zo snel mogelijk integreren in de Nederlandse samenleving, toch zou dit niet zo gemakkelijk gaan.

52

Ellemers, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, 39. 53 Ibidem, 40. 54 Ibidem, 40-41. 55 Ibidem, 41. 56

(14)

De opvang van Indische Nederlanders in Nederland

Tussen 1946 en 1968 kwamen de Indische Nederlanders naar Nederland. Zij werden als Nederlandse staatsburgers erkend, maar omdat zij zich in culturele zin onderscheidden van de dominante cultuur ging er een actief integratieproces van start.57 De repatrianten werden door

de Nederlandse regering begeleid om zo goed en zo snel mogelijk in Nederland te integreren. Hiervoor ging een uitgebreid proces van inburgering van start. Bij binnenkomst in Nederland kregen de Indische Nederlanders kledingpakketten aangeboden, want in Nederland waren warme kleren zeker nodig. Het klimaat was immers heel anders dan het tropische Indonesië. Zij werden door middel van voorlichtingsbijeenkomsten voorbereid op hun vestiging in Nederland bijvoorbeeld door middel van een film over het leven in Nederland. Zij kregen uitgebreide instructies over hoe men in Nederland eten bereidde, het huishoudbudget beheerde en de was deed.58

De Nederlandse regering sloot contracten met hotels en pensions voor de opvang van de Indisch Nederlandse migranten. De Indische Nederlanders werden gehuisvest in contractpensions, woonoorden, en in zomerhuisjescomplexen. Een deel van de Indische Nederlanders zorgde zelf voor huisvesting via familie of kennissen. De contractpensions waren sober ingericht, maar het was een redelijke plek om te wonen. Er waren echter wel veel regels waar de bewoners zich aan moesten houden, dit werd gecontroleerd door de pensionhouder.59

Al snel waren de contractpensions en andere huisvestingsmogelijkheden vol en moest de Nederlandse overheid zoeken naar alternatieven. De kampen waar tijdens de oorlog joden en andere gevangenen werden vastgezet door de Duitse bezetters, waren na de oorlog in gebruik geweest als interneringskamp voor NSB-ers.60 De regering besloot deze interneringskampen te veranderen in woonoorden en opvangcentra voor Indische Nederlanders. Een voorbeeld hiervan is het voormalige kamp Westerbork in Drenthe, het kreeg de naam De Schattenberg, vernoemd naar een prehistorische grafheuvel in de buurt van het kamp.61 De Indische Nederlanders moesten op 15 maart van 1951 echter De Schattenberg verlaten, omdat er opvang nodig was voor de Molukkers.62 De Indische Nederlanders die in De Schattenberg verbleven kregen andere verblijfplaatsen toegewezen.

57

Rinus Penninx, Etnische minderheden en de multiculturele samenleving (Groningen 1998) 29. 58

Willems, Uit Indië geboren, 168. 59

Ibidem, 169. 60

Oomen, Welkom in Holland, 13. 61

Ibidem, 14. 62

(15)

Andere vormen van begeleiding van de Nederlandse overheid voor de Indische Nederlanders waren het geven van huishoudelijk advies, het geven van taalcursussen, controles van ambtenaren van het ministerie, huisbezoeken van maatschappelijk werksters en adviezen van geestelijke verzorgers.63

De emigratie van Indische Nederlanders naar Amerika

Een deel van de Indische mensen die niet naar Nederland vertrokken emigreerden naar Australië, Amerika en dan met name naar Californië waar een ware Indische gemeenschap ontstond.64 Deze groep Indische mensen bestonden voor een deel uit de eerder genoemde spijtoptanten, zij hadden gekozen voor de Indonesische nationaliteit, maar hadden hier achteraf spijt van gekregen. Een deel van de spijtoptanten werden als nog de Nederlandse nationaliteit toegewezen, als zij konden aantonen dat zij in nood waren of banden hadden met Nederland. De einddatum voor de spijtoptanten was 31 maart 1964, maar een deel van deze groep nam hier uiteindelijk gebruik van.65

Een deel van de Indische Nederlanders (ong. 50.000) die in de jaren vijftig en zestig emigreerde naar Amerika hadden in de eerste plaats wel gekozen voor Nederland. Het warme klimaat en de grotere bewegingsvrijheid waren de belangrijkste redenen om de emigratie naar Amerika te overwegen.66 Het Amerikaanse leven in de warmere delen van Amerika en de grotere bewegingsvrijheid deed hen denken aan het leven in Indië, wat zich ook voornamelijk buitenshuis afspeelde.

De Amerikaanse autoriteiten waren echter niet makkelijk in het toelaten van Indische Nederlanders. In 1953 hadden de Amerikaanse autoriteiten te kennen gegeven dat de voorkeur uit ging naar naar Nederlanders met tenminste de helft Europees bloed.67 In 1954 waren de Amerikaanse autoriteiten echter bereid om de Indische Nederlanders als ‘etnisch van Nederlandse afkomst’ te beschouwen.68 Daarnaast moesten de Indische Nederlanders een screening ondergaan om te kijken of zij wel geschikt waren om in Amerika te wonen als migranten.

De Indische schrijver Jan Boon, beter bekend onder de pseudoniemen Tjalie Robinson en ook Vincent Mahieu, was een voorstander van de emigratie naar Amerika. Hij wijdde een

63

Willems, Uit Indië geboren, 170. 64

Willems, Indische Nederlanders, 19. 65

Ibidem. 66

Willems, Uit Indië geboren, 183. 67

Ibidem, 187. 68

(16)

aantal artikelen aan de emigratie naar Amerika in het door hem opgericht tijdschrift Tong Tong. Jan Johannes Theodorus Boon werd geboren in Nijmegen in 1911 tijdens het groot verlof van zijn ouders.69 Hij was de zoon van een Hollands militair en een Indische moeder.70 Jan groeide op in Batavia, Nederlands-Indië. Als jongvolwassene ontdekte hij zijn liefde voor het schrijven, hij ging werken als journalist en schrijver. In 1954 ging Jan Boon zich vestigen in Amsterdam, daar ging hij aan het werk als journalist bij verschillende kranten. Vanaf 1957 werkte hij voor Onze Brug. Vervolgens richtte hij zijn eigen Indische tijdschrift op: Tong Tong.71 In zijn ‘Reisbrieven van Tjalie’ die werden gepubliceerd in Tong Tong schrijft hij een reisverslag over zijn ervaringen tijdens zijn rondreis door Amerika in 1961.

Geïnspireerd door de rondreis besluit Jan Boon zich in 1962 met zijn gezin te vestigen in Californië, waar zij zich aansloten bij de al aanwezige Indische gemeenschap.72 In Amerika zou hij ook een Amerikaanse versie van het tijdschrift opzetten, The American Tong Tong.73 Over de Indische gemeenschap in Californië schrijft Jan Boon het volgende in de Tong Tong van 15 april 1961:

‘De Indische gemeenschap hier is nog geen vijf jaar oud, maar is al vrij aardig gesetteld. Sommige gezinnen en zelfs personen hebben een inkomen van meer dan duizend dollar per maand. Meer en meer gaan er een eigen bedrijf opzetten. Hier kan in de toekomst een sterke Indische gemeenschap groeien. Als ik denk aan het vele gejammer in Holland om baantjes, rehabilitaties, herscholing, gelijke rechten, enz., enz. en ik zie de mensen hier zonder hulp of zekerheid van beneden af aan op bouwen om na vijf jaar zelfstandig te zijn, petje af!’74

Verschillende aspecten in Amerika trokken hem erg aan. Bijvoorbeeld de samenstelling van de mensen bijvoorbeeld in de stad San Diego, Californië. Het had een waar multicultureel karakter, maar het grote verschil met Nederland was dat de migranten in Amerika de eigen cultuur mochten behouden en dat de dominante cultuur hen niet werd opgedrongen. Jan Boon schrijft hierover het volgende in de Tong Tong van 15 april 1961:

69

Willems, Uit Indië geboren, 199. 70

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 54. 71

Bosma, De geschiedenis van Indische Nederlanders, 67 72

Willems, Uit Indië geboren, 202. 73

Ibidem. 74

(17)

‘Dat is trouwens een karaktereigenschap die me van de Amerikaan het allerbeste bevalt na al die verwoede assimilatie-en gelijkharkende Nederlandse opvattingen: men verwelkomt alle vreemde mensen met hun hele vreemde achtergrond.’75

Er kwam kritiek op de ‘Reisbrieven van Tjalie’ over de emigratie naar Amerika: de Nederlander W.A. Braasem, die als totok zijn jeugd in Indië had doorgebracht schrijft in de Tong Tong van 29 april 1961 het volgende in het artikel Open brief aan Tjalie Robinson:

‘Na lezing van je tot nog toe verschenen Amerikaanse reisbrieven voel ik me echter gedrongen mijn bezwaren kenbaar te maken tegen de naar mijn smaak bijzonder eenzijdige en niet zelden bepaald misleidende voorlichting die je je lezers daarin over Amerika geeft.’76

Het was niet verwonderlijk dat er kritiek kwam op de zeer optimistische visie van Jan Boon op Amerika als emigratieland voor Indische Nederlanders en het multiculturele karakter van het land, want de Amerikaanse samenleving van de jaren vijftig en zestig was gebaseerd op rassensegregatie.

Het is niet geheel duidelijk waarom het gezin Boon terugkeerde naar Nederland. Een van de redenen was dat de activiteiten van Jan rondom de Indische gemeenschap in Californië niet als gepland waren gelopen. Daarnaast kwam Jan Boon met zijn gezin terug naar Nederland om het tijdschrift Tong Tong voort te zetten en andere activiteiten om de Indische cultuur te behouden.

Molukkers

De Molukkers waren Polynesiërs afkomstig van de eilanden groep de Molukken.77 De Molukken, gelegen in het oosten van Indonesië, behoorden al vele eeuwen tot het Nederlandse koloniaal gezag en waren gedeeltelijk tot het christendom bekeerd.78 Molukse mannen werden gerecruteerd als soldaten in het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger). Naar aanleiding van de onafhankelijkheid van Indonesië werd het KNIL opgeheven, 4000 Molukse militairen weigerden te worden opgenomen in het Indonesische leger, zij

75

Jan Boon, ‘Reisbrieven van Tjalie’, Tong Tong 19 (1961) 6-7 www.moesson.nl 76

W.A. Braasem, ‘Open brief aan Tjalie Robinson’, Tong Tong 20 (1961) 6 www.moesson.nl 77

L.P. Grijp ed., Een muziekgeschiedenis der Nederlanden (Amsterdam 2001) 675. 78

(18)

waren toen gelegerd op Java.79 Deze weigering had verschillende redenen: allereerst waren het de politieke ontwikkelingen op de Molukken, de vorming van een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken. Ten tweede was het een te grote stap om wapenbroeders te worden van hun vroegere vijanden.80 Zij wilden op de Molukken worden gedemobiliseerd,

maar dat lieten de Indonesiërs niet toe.81

De Nederlandse overheid zag geen andere optie, gezien de politieke situatie in Indonesië en de Molukken, dan deze specifieke groep Molukkers tijdelijk te laten overkomen naar Nederland vanaf maart 1951.82 Het grootste deel van de Molukse migranten zijn dus in dezelfde tijd naar Nederland gekomen. Het ging hier om ongeveer 12.500 mensen ( 3.578 militairen, 574 burgers en politiemensen en hun familieleden.83 Deze mensen wisten nog niet dat dit later een permanent verblijf werd. De belangrijkste reden waarom Molukkers wilden terugkeren naar de Molukken was omdat zij streefden naar hun politieke ideaal, de vorming van een onafhankelijke staat de Republiek der Zuid-Molukken. In de beginperiode werden de Molukkers in geen enkel opzicht gestimuleerd door de Nederlandse overheid om de integratie te bevorderen, omdat ook de Nederlandse regering ervan overtuigd was dat het hier ging om een tijdelijk verblijf in Nederland.84 Het gevolg hiervan was dat zij een gesloten culturele eenheid bleven, omdat zij geen deel uitmaakten van het integratieproces.85

De opvang van Molukkers in Nederland

Het beleid van de Nederlandse overheid wat betreft de opvang van de Molukse migranten was gericht op een aantal punten. In het begin werden zij bijeengehouden in speciale woonoorden. Deze ruimtelijke concentratie zorgde ervoor dat zij weinig tot geen contact hadden met de Nederlandse samenleving, hierdoor werd de groepsbinding onder de Molukse gemeenschap nog meer versterkt.86 Deze groepsbinding was al enigszins aanwezig omdat het hier ging om een homogene groep in sociaal-economisch opzicht, de mannen waren voornamelijk militairen en hun vrouwen zorgden voor het huishouden. De groepsbinding was ook al aanwezig in de sterke familiebanden die onderdeel waren van de Molukse cultuur. Vanaf 1957 werden de woonoorden langzamerhand vervangen door woonwijken.

79

Lucassen, Nieuwkomers in Nederland, 42. 80

Ibidem. 81

Ibidem. 82

Mutsaers, Indorock; an early Eurorock style, 308. 83

J. Veenman, Molukse jongeren in Nederland. Integratie met de rem erop (Rotterdam 2001) 17. 84

Ibidem, 16. 85

Mutsaers, Indorock; an early Eurorock style, 308. 86

(19)

Hierdoor ontstonden Molukse woonwijken, de ruimtelijke concentratie bleef dus bestaan. Het zou veertig jaar duren tot het laatste woonoord vervangen werd door een woonwijk.87 De Molukse gemeenschap had hier echter weinig problemen mee, aangezien zij met name de voordelen zagen van de afgelegen woonoorden: het leek voor hen op het leven in een kazerne, de groepsbinding bleef sterk en dat er weinig contacten waren met Nederlanders werd niet als een probleem gezien.88 Zij streefde integratie in de Nederlandse samenleving dan ook niet na. Een deel van de Molukse migranten werden ook opgevangen in het voormalige kamp Westerbork in Drenthe, het kreeg toen de naam Woonoord Schattenberg.89

In de beginjaren werden de Molukse migranten geweerd van de arbeidsmarkt, zij werden door de staat verzorgd. In 1956 werd de zogenaamde zelfzorg ingesteld: de Molukkers moesten vanaf nu in hun eigen onderhoud voorzien. Zij werden nu wel toegelaten tot de arbeidsmarkt.90 De maatschappelijke situatie van de Molukse migranten die in 1951 in Nederland aankwamen was laag.91

Belangrijk is dat er een groot verschil bestond tussen de opvang van Indische Nederlanders en Molukkers. De opvang van Indische Nederlanders was geheel gericht op het integreren van deze migrantengroep. In tegenstelling tot de manier waarop Molukkers werden opgevangen, zij werden niet gestimuleerd om te integreren.

87

Veenman, Molukse jongeren in Nederland, 18. 88

Ibidem, 19. 89

Oomen, Welkom in Holland, 14. 90

Veenman, Molukse jongeren in Nederland, 18. 91

(20)

2) Het ontstaan van rock & roll: de muziekstroming en jeugdcultuur in

Amerika

Rock & roll is ontstaan in Amerika. Het ontstaan van de muziekstroming en de daaruit voortvloeiende jeugdcultuur was een langdurig proces. De zwarte (Afrikaanse) muziekcultuur en de blanke (Europese) muziekcultuur speelden hierin de hoofdrollen.92 Het is een produkt die is ontstaan uit de melting pot van culturen in de Amerikaanse samenleving.

Vanaf de gedwongen transfer naar het Noordamerikaanse continent – Hollanders verkochten er de eerste Afrikaanse slaven in 1619 – hielden de Afro-Amerikanen altijd vast aan de eigen muzikale tradities.93 De zwarte muziek werd gebruikt als vermaak voor de blanke slavenhouders, maar het zingen en muziek spelen was ook een manier van de slaven om de erbarmelijke omstandigheden van de slavernij te doorstaan. De muziek van Afro-Amerikaanse cultuur zou altijd een vorm van protest in zich blijven dragen.94 Toch was er in de loop der tijd sprake van wederzijds beinvloeding: de Afro-Amerikaanse muziekcultuur werd beïnvloed door de blanke muziek en danstradities. En ook de blanke muziekcultuur werd beïnvloed door de ritmes en klanken van de Afro-Amerikaanse muziekcultuur.

In de jaren veertig in Amerika ontstond binnen de Afro-Amerikaanse cultuur een nieuwe muziekstroming genaamd rhythm & blues, deze muziekstroming was van grote invloed op het ontstaan van de rock & roll. Uit de blanke muziekcultuur was de uit het zuiden van Amerika afkomstige countrymuziek van grote invloed op de rock & roll.95 Deze twee muziekstromingen werden gecombineerd en hieruit is de rock & roll ontstaan die zowel door blanke muzikanten als Elvis Presley en Buddy Holly en Afro-Amerikaanse muzikanten als Chuck Berry werd gespeeld.

Er bestaat onenigheid over welk liedje nu het allereerste rock & roll nummer aller tijden is geweest. Maar het nummer Rocket 88 gezongen door de Afro-Amerikaanse zanger Jackie Brenston bijgestaan door Afro-Amerikaanse muzikant Ike Turner wordt het meest beschouwd als het allereerste rock & roll nummer uitgegeven in 1951.96 De titel van het nummer was ontleend aan de Hydra Matic Drive V-8 Oldsmobile 88, een nieuwe auto die in 1951 op de markt kwam, deze auto had een futuristisch ontwerp en de bijbehorende slogan

92

Rob Labree, Rock & Roll in rood-wit-blauw: de invloed van de Amerikaanse rock & roll op Nederland en de

Nederlandse popmuziek tussen 1955-1965 (Amsterdam 1993) 13. 93 Ibidem. 94 Ibidem. 95 Ibidem, 14. 96

(21)

luidde: ‘the lowest priced car with rocket engine’.97 De jaren vijftig was ook de periode waar de wereld in de ban was van de ruimtevaart en dit had invloed op het design van allerlei produkten. Het nummer was een combinatie tussen rhythm & blues en rock & roll. Het was een ongekende hit in de zwarte muziekindustrie. In 1951 zou Bill Haley een cover van het nummer Rocket 88 opnemen. De bedoeling was om het nummer geschikt te maken voor de blanke markt. Haley veranderde het rhythm & blues arrangement van Ike Turner in een country-boogie, zonder drums of saxofoon. Om zijn vaste country fans niet van zich te vervreemden plaatste hij op de B-kant van Rocket 88 een traditionele countryballade getiteld Tearstains on my heart.98 Het succes van Haley was niet geheel hetzelfde als die van Jackie Brenson en Ike Turner, maar het plaatje van Haley verkocht toch tienduizend exemplaren. Dit inspireerde hem om zich toe te leggen op de rock & roll. In de zomer van 1955 scoorde Bill Haley and the comets met de single Rock around the clock een nummer een hit in de Billboard pop singles chart, de muziekhitlijst van Amerika.99 Dit wordt in de literatuur vaak aangewezen als het begin van het rock & roll tijdperk.100 Ook al waren er al eerder rock & roll nummers, geen van hen had het ongekende internationale succes als Rock around the clock.

In de jaren vijftig van Amerika was segregatie tussen blanken en Afro-Amerikanen nog aan de orde van de dag. De mensen leefden gescheiden van elkaar en ook de muziekindustrie was gescheiden: er waren aparte radiostations, platenzaken en platenmaatschappijen voor blanke en zwarte muziek.101 Rhythm & blues was de eerste muziekstroming die de kloof overbrugde tussen zwart en blank in de muziekindustrie. Het viel blanke diskjockeys op dat blanke jongeren naar de zwarte radiostations luisterden en dat zij bij hun in de platenzaak vroegen naar muziek van deze Afro-Amerikaanse artiesten.102 Zowel de blanke als de zwarte rock & roll artiesten kregen te maken met afkeuring en discriminatie. Zwarte muziek werd door blanke critici in de beginperiode van de rock & roll omschreven als ‘negermuziek’ en ‘oerwoudgeluiden’. Hieruit kan men concluderen dat er onder de blanke gemeenschap nog veel minachting was ten op zichte van de Afro-Amerikaanse cultuur.103 Ook blanke rock & roll artiesten kregen te maken met afkeuring van

97

Meijers, Kom van dat dak af, 62. 98

Ibidem. 99

Simon Frith, The Cambridge companion to pop and rock (Cambridge 2001) 112. 100

Ibidem. 101

Tom ter Bogt en Belinda Hibbel ed., Wilde jaren: een eeuw jeugdcultuur (Utrecht 2000) 68. 102

Ter Bogt, Wilde jaren, 68. 103

(22)

de blanke gemeenschap, omdat het niet werd geaccepteerd dat zij als blanken Afro-Amerikaanse invloeden opnamen in hun muziek.104

Het ontstaan van de rock & roll jeugdcultuur in Amerika

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de benaderingswijze van jongeren. Door de Tweede Wereldoorlog veranderde het dagelijkse leven van de jongeren: de jongeren die te jong waren om mee te vechten in de oorlog kregen werk in de oorlogsindustrie of andere parttime baantjes, dit was nodig omdat het gezinshoofd in het leger diende en er extra geld nodig was om van te leven voor het gezin thuis.105 Jongeren werden onderdeel van de arbeidsmarkt en werden nu ook serieus genomen als consumenten.106 Doordat de jongeren deel uit maakten van het volwassen leven, werden zij ook op deze manier benaderd. Zij werden niet langer als kinderen gezien, maar als volwassenen. Deze veranderingen hadden voor de jongeren een aantal profijtelijke gevolgen, zij kregen meer vrije tijd en meer geld te besteden.

De nieuwe generatie hadden andere wensen en interesses en hadden een rebelse houding. De jongeren konden zich niet meer identificeren met de vooroorlogse generatie, die onder andere omstandigheden waren opgegroeid.107 Zij deden afstand van de verantwoordelijkheden die zij volgens hun ouders hadden en verlangden naar meer vrijheid. De jongeren wilden niet meteen na de kindertijd in de volwassen periode terecht te komen met alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals werk en familie. Zij verlangden naar een periode er tussenin, de tienerjaren die bestond uit plezier maken zoals o.a. uitgaan en muziek. Met de grotere bestedingsruimte van de jongeren ontstond de massaconsumptie.

De nieuwe ontwikkelingen op het gebied van technologie is van grote invloed geweest op de populariteit van rock & roll als muziekstroming en jeugdcultuur. De toename van technologische produkten als de televisie, films, de 45-singles en de radio zorgden voor een verspreiding van de rock & roll.108 In het midden van de jaren vijftig met de komst van rock & roll werden de jongeren voor het eerst gezien als een apart deel van de afzetmarkt voor muziek.109 Het werd in deze periode duidelijk dat jongeren een andere smaak hadden die zich onderscheidde van de muzieksmaak van hun ouders. Belangrijk voor het groeiende

104

Labree, Rock & roll in rood-wit-blauw, 16. 105

Ibidem, 19. 106

Ter Bogt, Wilde jaren, 66. 107

Ibidem, 21. 108

Vossen., Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 108. 109

(23)

onderscheid tussen de muzieksmaak van ouders en jongeren was de introductie van de LP (long-play) album in 1948 en de 45 rpm single in 1949, nu werd populaire muziek niet langer alleen opgenomen op 78 rpm platen waar op elke kant een liedje stond.110 De twee nieuwe soorten platen richtte zich al snel op twee verschillende delen van de afzetmarkt voor populaire muziek: de duurdere LP werd gebruikt voor sfeermuziek en thema albums, en de goedkopere 45 kwam toen op als het medium voor de hitsingles van de jaren vijftig.111 De 45 werd populair onder jongeren die op een goedkope manier in het bezit wilden komen van de nieuwste rock & roll hits. Als gevolg hiervan bestaat de rock & roll muziekgeschiedenis uit singles en niet uit albums.

De radio was een belangrijk medium dat inspeelde op de nieuwe ontwikkeling onder jongeren - de grotere bestedingsruimte, meer vrije tijd en de rebelse houding – er werden programma’s uitgezonden op de radio speciaal gericht op jongeren met vernieuwende muziek.112 Tijdens deze programma’s werden commercials gedraaid die inspeelden op de grotere bestedingsruimte, en zij poogde de consumptie van de jongeren te bevorderen. De uitvinding van de transistorradio zorgde voor meer vrijheid in het luistergedrag van de jeugd. Zij konden zonder dat hun ouders het wisten naar de jongerenprogramma’s luisteren waar ze de muziek draaiden die hun ouders afkeurden. Ook konden blanke jongeren hun radio afstemmen op zwarte radiostations die de muziek draaiden waar de jongeren zo gek op waren geworden de rhythm & blues, rock & roll.

Rock & roll films

De Amerikaanse filmindustrie speelde ook in op de ontwikkelingen in de jeugdcultuur. De filmindustrie gingen de elementen uit de jeugdcultuur in een filmverhaal neerzetten: rebellie en geweld. Een voorbeeld hiervan is Rebel without a cause uit 1955 met James Dean in de hoofdrol. James Dean werd de personificatie van de rock & roll in deze film. De grotere vrijheid betreffende vrijetijd- en geldbesteding zorgden ervoor dat de drive-in bioscopen veel werden bezocht.

In 1956 kwam de eerste rock & roll-film in de bioscopen getiteld Rock around the clock naar de gelijknamige hit van Bill Haley.113 In de film speelden Bill Haley en Little Richard in een verhaal zichzelf, maar het belangrijkste was dat er echte rock & roll muziek in

110

Frith, The Cambridge companion, 113. 111

Ibidem, 113. 112

Labree, Rock & roll in rood-wit-blauw, 21. 113

(24)

voor kwam. Door de rock & roll geïnspireerde films werden een kassucces en waren mede verantwoordelijk voor de enorme groei van populariteit van de rock & roll muziek.

In het volgende hoofdstuk zal ik ingaan op de invloed van rock & roll in Nederland. Net als in Amerika had rock & roll een enorme invloed op de jongeren en er ontstond een ware jeugdcultuur. De film Rock around the clock werd ook in Nederland gedraaid in 1956. In het boek Wilde jaren: een eeuw jeugdcultuur onder redactie van Tom ter Bogt wordt beschreven dat de berichtgeving over de rellen naar aanleiding van de film Rock around the clock in Manchester, Engeland de aanleiding was tot het uitbreken van ongeregeldheden in Nederland, aangezien de film al twee weken daarvoor in Nederland draaide zonder problemen.114 De berichtgeving over de ongeregeldheden die waren ontstaan tijdens het draaien van de film werd nogal overdreven door de Nederlandse pers.115 De meerderheid van de jongeren zouden zich rustig hebben gedragen en de pers had een overdreven beeld neergezet had van een paar incidenten. Dit neemt niet weg dat er een aantal incidenten waren, maar bij deze bioscopen bleef het bij het enthousiast mee zingen en dansen van de jongeren. In Gouda probeerde de burgemeester de problemen te voorkomen door de film zonder geluid te draaien.116

114

Ter Bogt, Wilde jaren, 71. 115

Ger Tillekens ed., Nuchterheid en nozems: de opkomst van de jeugdcultuur in de jaren vijftig (Muiderberg 1990) 38.

116

(25)

3) Rock & roll in Nederland

Tegen het einde van de jaren vijftig kwam er een einde aan de moeilijke periode van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Economisch, politiek en sociaal gezien ontstond er in Nederland weer stabiliteit.117 De financiële positie van de jongeren veranderde ook in deze periode. Door de groei van reëel inkomen waren ouders minder afhankelijk geworden van het loon van hun kinderen.118 Jongeren mochten steeds meer van hun loon zelf houden. Dit zorgde voor een ruimere bestedingsvrijheid. In de loop van de jaren vijftig en zestig werden de jongeren ook in Nederland gezien als belangrijke consumenten: er ontstond een jeugdmarkt.119 De jongeren gaven hun geld uit aan snacks, roken, kleding, kapper, bioscoop, dancing en muziekplaten.120

Na de Tweede Wereldoorlog hadden de Nederlanders bewondering voor de bevrijding door de Amerikanen.121 Dit zorgde voor een omslag in de manier hoe de Nederlanders tegen Amerikaanse culturele uitingen aankeken. De Amerikaanse culturele uitingen werden enthousiaster ontvangen dan voor de Tweede Wereldoorlog. Deze culturele uitingen hadden met name invloed op de jongeren. Bijvoorbeeld culturele uitingen als rock & roll, mode, films en idolen werden steeds populairder onder de Nederlandse jongeren.122

De vooroorlogse generatie richtte zich met name op hun familie en het familieleven speelde zich binnenshuis af. Een groot deel van de naoorlogse generatie zetten deze traditie voort.123 Deze jongeren werkten veel: zij waren betrokken bij de wederopbouw van het land en wilden hard werken om ook te profiteren van de nieuwe welvaart.124

De Indische en Molukse rock & roll: Indorock

De Indische en Molukse jongeren waren al eerder bekend met rock & roll muziek dan de Nederlandse jongeren. In Indonesië ontvingen Indische Nederlanders en Molukkers Amerikaanse radiostations via zenders uit de Filippijnen, Singapore en Australië.125Op deze

manier kwamen zij in contact met de Amerikaanse muziekstromingen rhythm and blues en

117

Labree, Rock & roll in rood-wit-blauw, 51. 118

Vossen, Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 106 119

Ter Bogt, Wilde jaren: een eeuw jeugdcultuur, 69. 120

Labree, Rock & roll in rood-wit-blauw, 60. 121

Ter Bogt, 65. 122

Klaartje Schweizer ed., Van de straat: een beeld van honderdvijftig jaar jeugdcultuur in Nederland (Amersfoort 1993) 67.

123

Ter Bogt, Wilde jaren, 69. 124

Ibidem. 125

(26)

rock & roll. De Indische jongeren waren meestal eerder in het bezit van de nieuwste rock & roll platen. Dit kwam doordat veel Indo’s naar Amerika emigreerden en deze stuurden platen naar familieleden in Nederland.126 In Nederland kon men moeilijk aan deze platen komen. De

Indische Nederlanders en Molukkers waren de eersten in Nederland die rock & roll speelden. En brachten op deze manier deze nieuwe muziekstromingen naar Nederland. 127De Indische

Nederlanders en Molukkers kunnen worden gezien als de trendsetters van deze jeugdcultuur. Etnische minderheden vervulden in de jaren vijftig en zestig steeds meer een voorbeeld functie.128 Er bestond geen duidelijke arbeiderscultuur meer door de vele veranderingen die de Nederlandse samenleving in de naoorlogse periode doormaakte. Met name de jongeren uit de arbeidersklasse hadden behoefte aan een cultuur waarmee zij zich konden identificeren. De Indische en Molukse jongeren hadden affiniteit met de rock & roll cultuur uit Amerika en deze namen zij over om op deze manier de blanke jongeren uit de arbeidersklasse levensstijl te bieden waar zij naar verlangden.

Rock & roll betekende een levensstijl die met name gebaseerd was op het rebelleren tegen autoriteiten als ouders en politie. Het tegen het establishment in gaan. Het rebelleren uitte zich met name door te kiezen voor kleding, muziek en activiteiten die de ouders afkeurden. In het geval van de Indische en Molukse jongeren was het met name een reactie op hun nieuwe rol als migranten in een samenleving waar zij als anders werden behandeld. Ook wilde zij zich afzetten tegen hun ouders, de bekende generatiekloof ontstond. De etnische cultuur gaf met haar eigen kleding, taal en gebruiken vorm en betekenis aan het leven aan de rand van de samenleving.129Men zou het kunnen vergelijken met de situatie in Amerika, eind

jaren veertig en begin jaren vijftig, waar de Afro-Amerikaanse muzikanten ook als een voorbeeld functioneerden voor de blanke jongeren die stiekem naar de rhythm & blues radiostations luisterden en deze platen kochten.

Opvallend is dat de jeugdcultuur van de nozems in dezelfde periode ontstond als de Indorock namelijk tussen 1955/’56 en 1965.130 Er bestaat dus duidelijk een relatie tussen en

de komst van de Indorock en het ontstaan van de jeugdcultuur van de nozems. De volgende paragraaf zal daarom verder ingaan op de jeugdcultuur van de nozems. De Indorock van de Indische en Molukse jongeren zorgde voor het ontstaan van de jeugdcultuur van de Nederlandse rock & roll jongeren, de nozems. De nieuwe vorm van popmuziek en het

126

Vossen, Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 116. 127

Labree, Rock & roll in rood-wit-blauw, 87. 128

Vossen, Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 115. 129

Ibidem. 130

(27)

ontstaan van de eerste jeugdcultuur kwamen tot ontwikkeling door jongeren uit de lagere economische en sociale klassen: de etnische minderheden en de arbeidersklasse.131 Er was

sprake van wederzijds beïnvloeding en beiden onderscheidden zich van de muziek en cultuur van de dominante cultuur. Rock & roll als muziekstroming kwam met name tot bloei in Nederland door Indorock van de Indo’s en Molukkers. Zij waren de trendsetters van deze levensstijl en deze werd overgenomen door de blanke jongeren, de nozems. Er is wederom een link te leggen met het ontstaan van rock & roll in Amerika waarin er wederzijds beïnvloeding plaats vond tussen de rythmn & blues uit de Afro-Amerikaanse cultuur en de countrymuziek van de blanke zuidelijke Amerikaanse cultuur. De muziekstroming en de jeugdcultuur ontstonden waar verschillende etnische culturen elkaar ontmoeten.

De jeugdcultuur van de nozems

Een klein deel van de jongeren in Nederland weken af van de naoorlogse generatie die hard werkten en hun vrije tijd grotendeels binnenshuis besteedde. Dit waren met name laagopgeleide werkende jongens van 15 tot ongeveer 23 jaar afkomstig uit het arbeidersmilieu.132 Deze jongeren brachten het grootste deel van hun vrije tijd buitenshuis door. Deze jongeren werden nozems genoemd, het woord is afgeleid van nootsum dit betekent onwetende snotneus of groentje. Het woord werd voor het eerst gebruikt door de journalist Jan Vrijman in Vrij Nederland in 1955.Wat hem met name opviel aan deze jeugdcultuur was naast de opvallende kleding, luidruchtige en agressieve houding een gevoel van ontevredenheid over de toekomst die zij zouden moeten hebben: een goede baan vinden, trouwen een gezin stichten. Zij waren op zoek naar meer spanning en plezier. 133

Uitgaan bestond uit het naar de bioscoop gaan en naar dans en muziekfeesten. Het grootste gedeelte van hun tijdsbesteding bestond uit het op straat hangen. Dit was voor de vooroorlogse generatie niet denkbaar, omdat zij thuis moesten blijven bij het gezin. Maar de naoorlogse generatie genoot een zekere vrijheid om zelf te bepalen wanneer zij erop uit gingen en anders deden zij het gewoon zonder toestemming uit rebellie. Rebellie hoorde immers bij deze nieuwe generatie. Het op straat hangen bestond uit het bij elkaar komen met hun brommers, met elkaar praten en het luisteren naar rock & roll muziek. In de jaren vijftig nam het aantal brommers enorm toe, omdat de jongeren het als vervoersmiddel in hun vrije

131

Vossen, Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 121. 132

Ter Bogt, Wilde jaren, 70. 133

(28)

tijd gingen gebruiken.134 Jongens en meisjes kwamen hier samen en kwamen op deze manier veel met elkaar in contact, dit zorgde voor verontruste ouders. Er ontstond een nieuwe manier van verkering: het werd steeds meer vanzelfsprekend om afspraakjes met elkaar te maken zonder meteen erg serieus te zijn.135

De mode van de rock & roll jeugdcultuur werd met name bepaald door het voorbeeld die rock & roll muzikanten en filmsterren gaven. De kleding van filmster James Dean uit de film Rebel without a cause, die bestond uit een zwart leren jack, wit t-shirt en jeans, werden door jongeren gekopieerd. Ook droegen zij jeans met strakke pijpen en geruite hemden. Voor de jongens waren vetkuiven de mode en zij waren vaak in het bezit van brommers en transistorradio, dit waren destijds nieuwe produkten. De mode voor meisjes was kleding die de rondingen accentueerden zoals wijde rokken met petticoats, brede ceintuurs en pumps. De jaren vijftig haarstijl voor meisjes was getoupeerd haar. Daaroverheen droegen de meisjes een sjaaltje.136

De rock & roll jeugdcultuur was grotendeels gebaseerd op provocatie zoals men wel vaker ziet bij jeugdculturen. De jongere generatie wilde zich afzetten tegen hun ouders en andere vormen van autoriteiten zoals de politie. Zij zetten zich af tegen de verwachtingen waar ze volgens hun ouders en de maatschappij aan moesten voldoen. De levensstijl van de rock & roll jongeren was gebaseerd op plezier maken en rebelleren. De teksten van rock & roll liedjes gingen ook bijna altijd over sexualiteit en dit was perfect om de ouders te provoceren.

Polarisatie tussen Nederlandse en Indische jongeren: de rellen in Den Haag 1958

De integratie van Indische Nederlanders verliep niet geheel zonder problemen. Indische Nederlanders kregen te maken met negatieve reacties van de Nederlanders. Dit had te maken met het feit dat de Indische Nederlanders de eerste grote groep niet-blanken inwoners waren van Nederland.137 De samenleving van de jaren vijftig in Nederland was absoluut geen multiculturele samenleving. De koloniale ideeën over de hiërarchische lijn tussen blank en zwart zat nog ingeweven in de Nederlandse samenleving. De aandacht van de overheidsinstanties die ervoor moesten zorgen dat de Indische Nederlanders zo snel mogelijk

134

Schweizer, Van de straat, 66. 135

Vossen, Vertrouwde patronen, nieuwe dromen, 120. 136

Schweizer, Van de straat, 67. 137

(29)

integreerden in de samenleving zorgde voor jaloezie van de Nederlanders.138 Met name de Indische jongeren moesten het ontgelden. Zij kregen vaak te maken met negatieve reacties van Nederlandse jongeren die zij tegenkwamen in de uitgaansgelegenheden.139 Als ze al werden toegelaten bij de deuren van de uitgaansgelegenheden, want discriminatie bij de deuren van de uitgaansgelegenheden was een veel voortkomend obstakel waar de Indische jongeren mee te maken kregen.140 Raciale scheldwoorden als ‘blauwe’ en ‘pinda’ waren hen niet vreemd.

De frustratie van de Indische jongeren groeide door het feit dat ze werden gediscrimineerd in de Nederlandse samenleving met name tijdens het uitgaan. De autochtone blanke jongeren hadden moeite om de nieuwkomers te accepteren vanwege het ‘anders’ zijn in huidskleur en culturele achtergrond. De lente van 1958 stond in het teken van een uitbarsting van raciaal geweld tussen Indische en Nederlandse jongeren in Den Haag en andere Nederlandse steden.141 In sommige gevallen had dit te maken met jaloezie van de Nederlandse jongens die moeite hadden met de Indische jongens die veel aandacht kregen van de Nederlandse meisjes.142 Deze gevechten vonden plaats tijdens het uitgaansleven, de plekken waar rock & roll ten gehore werd gebracht.143 Lizzy van Leeuwen geeft in haar boek Ons Indisch erfgoed aan dat men rond 1958 nog niet beseften dat discriminatie een rol speelde als oorzaak van de rellen, ze schrijft hierover het volgende;

“De jongerenrellen in Den Haag – die de landelijke pers hadden gehaald – en later ook die Rotterdam en andere steden werden door deze rage ook door het grote publiek bezien in de context van de rock-‘n-roll uitgaanswereld, met de nodige opwinding, ruzies om meisjes en een algemene opstandigheid en hang naar confrontatie. Aan discriminatie werd ook door hen bij voorkeur niet gedacht.”144

Indische Nederlanders en Molukkers werden binnen de rock & roll jeugdcultuur op den duur zeer gewaardeerd, maar kregen daarbuiten vaak te maken met racisme.145

138

Lutgard Mutsaers, Rockin’Ramona (‘s- Gravenhage 1989) 10. 139

Ibidem. 140

Rockin’Ramona, documentaire. 141

Mutsaers, Indorock; an early Eurorock style, 310. 142

Ibidem. 143

Mutsaers, Rockin’Ramona, 13. 144

Lizzy van Leeuwen, Ons Indisch erfgoed, L. van Leeuwen, Ons Indisch erfgoed: zestig jaar strijd om cultuur

en identiteit (Amsterdam 2008) 78-79. 145

(30)

In de Nederlandse pers verschenen er berichten over de rellen in Den Haag in 1958. In het volgende citaat uit een artikel getiteld ‘Vechtende jeugd valt voorbijgangers aan’ in het Algemeen Handelsblad van maandag 12 mei 1958 wordt beschreven dat bij dit voorval de Indische jongens de aanstichters waren van het geweld:

‘Den Haag, 12 mei’

‘Sinds op 30 april jongsleden op de markt bij de Herman Costerstraat in Den Haag onenigheid is ontstaan tussen groepen Hollandse en Indische jongens, trekken grote groepen van naar schatting 80 tot 100 Indische jongens van 17 tot 25 jaar ’s avonds door de residentie, gewapend met ijzeren staven veren en fietskettingen en in enkele gevallen ook met messen. Zij bepalen zich daarbij niet tot die groepen Hollandse jongens, die zelf wel van een stevige vechtpartij blijken te houden, maar vallen ook onschuldige voorbijgangers, ongeacht hun leeftijd lastig. Zaterdagavond ontstond op de hoek van de laan van Meerdervoort en Waldeck Pyrmontkade een vechtpartij waarbij een jongen een van zijn oren werd afgerukt.’146

In het artikel ‘Weer relletjes in Den Haag’ in het Algemeen Handelsblad van vrijdag 16 mei 1958 wordt beschreven hoe Nederlandse jongens bij dit voorval de aanleiding waren voor de gevechten :

‘Het blijft onrustig in Den Haag, al schijnen de rollen nu omgekeerd te zijn. Waren het afgelopen zaterdag en zondagavond gerepatrieerde jongelui, die wat moeilijkheden veroorzaakten, de afgelopen dagen verzamelden zich op verschillende punten in de stad steeds grotere groepen Haagse jongelui met het doel de gerepatrieerde jongens het leven zuur te maken.’147

In de berichtgeving in de Nederlandse kranten werden beide partijen neergezet als medeschuldig aan de rellen. Er was dus geen sprake van partijdige berichtgeving. Maar uit andere literatuur blijkt dat in de berichtgeving in sommige gevallen de mate van geweld enigszins werd overdreven. Bijvoorbeeld in het volgende citaat uit het boek Van de straat: een beeld van honderdvijftig jaar jeugdcultuur in Nederland onder redactie van Klaartje Schweizer. Het citaat is een onderdeel van een interview met de Indische John Prehn die in de

146

‘Vechtende jeugd valt voorbijgangers aan’, Algemeen Handelsblad 12-05-1958. 147

(31)

jaren vijftig deel uit maakte van een Haagse straatbende genaamd De Plu bestaande uit Indische jongens. Zij waren betrokken bij de gevechten met Nederlandse jongens in de jaren vijftig in Den Haag:

‘In de kranten werd uitgebreid melding gemaakt van de straatgevechten. We vonden het prachtig om over onszelf te lezen. Maar toch, hoewel iedereen boksbeugels en fietskettingen bij zich had, werd het gebruik daarvan door de pers zwaar overdreven. Veel waren al van te voren georganiseerd. De politie kreeg er lucht van en stond de jongens al in de struiken op te wachten. Je liep vaak harder voor de politie dan voor de tegenpartij. De politie zou je ouders waarschuwen en daar had bijna niemand zin in.’ 148

In het Indische tijdschrift Tong Tong van 15 mei 1958 wordt er ingegaan op de reactie van de Indische gemeenschap op de rellen. Een deel van de Indische gemeenschap was gekwetst door de berichtgeving in de Nederlandse kranten waar naar hun mening alleen de Indische jeugd werd genoemd in de krantenkoppen.

De redactie van Tong Tong reageert hierop met het volgende:

‘Dat dit een gerede aanleiding voor veel ,,wijze en weldenkende” Indische Nederlanders was om zich weer eens gekwetst en hautain af te wenden van ,,zulke boewaja’s”, terwijl de Nederlander zich direct met zijn zondaren bemoeit en streeft naar het leiden van deze activiteit in gezonder kanalen. Dat zulke onfrisse geschiedenissen wel vake zullen voorkomen en de Indische groep IN ZIJN GEHEEL zullen ,,blameren”, omdat het ONTBREEKT aan acties, die de indische groep een goede reputatie bezorgen. Kort gezegd: de Indische groep staat er slecht op, omdat bepaalde mensen altijd verkeerde dingen doen, terwijl daartegenover goede mensen NIETS doen.’149

Opvallend aan het citaat is dat Tong Tong de Indische gemeenschap oproept om de Indische jeugd aan te spreken op hun gedrag. Jan Boon en de redactie van Tong Tong waren altijd voorstander geweest van het integreren in de Nederlandse samenleving (hij noemde dit destijds assimileren). Zij waren van mening dat de Indische gemeenschap hier ook enige moeite voor moesten doen. De gezondere kanalen waar men in het citaat op doelde was de

148

Schweizer, Van de straat, 72. 149

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Available at http://caw2.barcelonamedia.org/ hell dumb fuck bitch shit ass damn gay bullshit pissed Female Male Male actors Female actors f**k C ross-systems approach. Feasibility

Sources include textbooks, papers, abstracts and reports, journals, theses and dissertations or documents focusing on the topic such as the Hyogo Framework for Action, Views

• Indien uw gemeente geen goedkeurende controleverklaring over het verslagjaar 2016 heeft ontvangen: Wat zijn de belangrijkste beperkingen geweest rondom de verantwoording van

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende

Constant van Wessem, De muzikale reis.. genoeg, ook aan niemand opgedragen, zooals anders steeds zijn gewoonte was 1). De vier satzen worden inderdaad onder den titel

In dit geval is er sprake van een vorm van intertekstualiteit tussen het gedicht en een songtekst, die strikt genomen niet volledig onder intermedialiteit valt, maar waar wel

Zij heeft haar inschrijfprijs aan Janssen de Jong gegeven; Janssen de Jong heeft WBL geholpen door aan te geven dat WBL voor EUR 397.000 kon inschrijven zonder angst dat zij

Wij Nederlanders weten allemaal dat de strijd tegen het water iets heel belangrijks is, en in de canon zit dat ook enorm, maar wij hebben kennelijk toch niet de behoefte om daar