Vraag nr. 155 van 7 mei 1996
van de heer JAAK GABRIELS OCMW-registratie – Privacy
De OCMW's worden verplicht delicate gegevens over hun cliënteel in te zamelen en over te maken aan het ministerie. Daarenboven blijkt dat de betrokkenen gemakkelijk identificeerbaar zijn.
Is deze praktijk conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ? Antwoord
De registratiegegevens die door de OCMW's aan de administratie worden verstrekt, bevatten de namen van de betrokken personen noch de adressen. Het gaat dus om niet-gepersonaliseerde en dus anonieme gegevens. Het rijksregisternummer wordt bij de registratie gebruikt om wetenschappelijke redenen. Het gebruik van dit nummer maakt het mogelijk dubbeltellingen te voorkomen en draagt dus bij tot de betrouwbaarheid van het gegevensbestand.
Zelfs indien men dit – ondanks het feit dat de verwer-king de namen noch de adressen van de personen bevat – als een verwerking van persoonsgegevens zou beschouwen, is de verwerking conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze wet staat immers de verzameling en verwerking van persoonsgegevens toe voor wettige doeleinden, die bijvoorbeeld kunnen dienen ter onder-steuning van een decreet van het Vlaams Parlement of een besluit van de Vlaamse regering.
In casu werd de juridische basis gevormd door het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 tot vaststelling voor de jaren 1991 tot en met 1995 van de verdeling onder de OCMW's van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn (BFMW), en het besluit van de Vlaamse regering van 27 februari 1991 (betreffende statuut en opdrachten van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën).
Het besluit van 6 februari 1991 bepaalt dat alleen de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, die registreren volgens de richtlijnen verstrekt door de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het Maat-schappelijk Welzijn behoort, in aanmerking komen voor tegemoetkoming uit het genoemde fonds (BFMW).
Die richtlijnen werden verstrekt in ministeriële omzendbrieven. De opgevraagde gegevens hebben uit-sluitend betrekking op de hulp die de OCMW's ver-strekken, dit is voornamelijk financiële hulp, niet-finan-ciële hulp, diensten en bejaardenvoorzieningen. Inmiddels is deze registratieverplichting herbevestigd in artikel 20 van het decreet van 14 mei 1996 tot vast-stelling van de regel inzake de werking en de verdeling van het Sociaal Impulsfonds (Belgisch Staatsblad 1 juni 1996, p. 15053 en volgende). Het BFMW werd geïnte-greerd in het Sociaal Impulsfonds.
Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag nr. 156