Jaap
't Woudvogeltje
bron
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap. Gebroeders Koster, Bussum ca. 1927
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/woud037piet01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
Piet de smeerpoets.
Iedereen die Pieter ziet Zegt: ‘die zie ik liever niet’.
Kijk zijn haren en zijn handen Wat 'n nagels, wat 'n tanden.
Neen die zie ik liever niet Smeerpoets is die vieze Piet.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
4
Dat wordt Vader toch te kras Alsof Piet 'n schaapje was Bracht hij hem bij Perroguet Zegt, maakt U die knaap eens net. -
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
Knip zijn nagels, - poets zijn tanden Boen zijn voeten en schuur zijn handen.
Piet denkt echter, wa's dat gemeen!
De deur doe 'k open, ik ga heen.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
6
Maar Papa, 't gezicht vol zeep Doet naar Piet 'n forsche greep Grijpt hem bij de haren vast En grijpt naar des kappers kwast.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
Kom lacht Mr. Perroguet 'k Maak, jongeheer je keurig net.
Vader zal tevreden zijn
En Piet zal nooit meer Smeerpoets zijn.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
9
De wreede Karel.
Wreede Karel is 'n schrik Voor elk onschuldig dier.
Als hij de poes maar plagen kan, Dan lacht hij van plezier.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
De wachthond trekt hij aan zijn staart Of lokt hij uit zijn hok,
Om dan op 't onverwachts het dier Te ranselen met 'n stok.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
11
Tot dat Caro door pijn verwoed De plaaggeest bijt het been aan bloed, Die jammert nu ‘O, wat een pijn Hoe kon ik ook zoo'n lafaard zijn.’
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
De wilde Jaap.
Jaap loopt altijd in galop
Schoon Moeder zegt Jaap pas toch op!
Wilde Jaap draaft echter voort Of hij Moeders stem niet hoort.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
14
Daar ziet Jaap 'n auto gaan Vol met bussen melk gelaân.
Wip, - doet onze wildeman 'k Zal eens toonen wat ik kan.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
Maar dat viel hem lang niet mee Wilde Jaap gleed uit en lee Met gebroken beenen plat Op het harde kiezelpad.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap
16
Nu loopt Jaap op stokken rond O, zoo langzaam heelt de wond.
Maar wilde Jaap zal nu voortaan Bedaarder langs de wegen gaan.
't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap