• No results found

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'t Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap · dbnl"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaap

't Woudvogeltje

bron

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap. Gebroeders Koster, Bussum ca. 1927

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/woud037piet01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)
(3)

Piet de smeerpoets.

Iedereen die Pieter ziet Zegt: ‘die zie ik liever niet’.

Kijk zijn haren en zijn handen Wat 'n nagels, wat 'n tanden.

Neen die zie ik liever niet Smeerpoets is die vieze Piet.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(4)

4

Dat wordt Vader toch te kras Alsof Piet 'n schaapje was Bracht hij hem bij Perroguet Zegt, maakt U die knaap eens net. -

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(5)

Knip zijn nagels, - poets zijn tanden Boen zijn voeten en schuur zijn handen.

Piet denkt echter, wa's dat gemeen!

De deur doe 'k open, ik ga heen.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(6)

6

Maar Papa, 't gezicht vol zeep Doet naar Piet 'n forsche greep Grijpt hem bij de haren vast En grijpt naar des kappers kwast.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(7)

Kom lacht Mr. Perroguet 'k Maak, jongeheer je keurig net.

Vader zal tevreden zijn

En Piet zal nooit meer Smeerpoets zijn.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(8)

9

De wreede Karel.

Wreede Karel is 'n schrik Voor elk onschuldig dier.

Als hij de poes maar plagen kan, Dan lacht hij van plezier.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(9)

De wachthond trekt hij aan zijn staart Of lokt hij uit zijn hok,

Om dan op 't onverwachts het dier Te ranselen met 'n stok.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(10)

11

Tot dat Caro door pijn verwoed De plaaggeest bijt het been aan bloed, Die jammert nu ‘O, wat een pijn Hoe kon ik ook zoo'n lafaard zijn.’

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(11)

De wilde Jaap.

Jaap loopt altijd in galop

Schoon Moeder zegt Jaap pas toch op!

Wilde Jaap draaft echter voort Of hij Moeders stem niet hoort.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(12)

14

Daar ziet Jaap 'n auto gaan Vol met bussen melk gelaân.

Wip, - doet onze wildeman 'k Zal eens toonen wat ik kan.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(13)

Maar dat viel hem lang niet mee Wilde Jaap gleed uit en lee Met gebroken beenen plat Op het harde kiezelpad.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

(14)

16

Nu loopt Jaap op stokken rond O, zoo langzaam heelt de wond.

Maar wilde Jaap zal nu voortaan Bedaarder langs de wegen gaan.

't Woudvogeltje, Piet de Smeerpoets. De wreede Karel. De wilde Jaap

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oolijk Jantje staat te gluren, Of het nu nog lang zal duren, Eer die schilder weg zal gaan, En verf en kwast zal laten staan.. 't Woudvogeltje, Jan

N is, dat kun je toch zeker wel raden, Nederland, klein, maar groot door zijn daden.. Want betere vaklui zijn er

‘Burgemeester,’ zegt de veldwachter, ‘we kunnen dat meisje niet vinden!’ Nu praat iedereen over Mitelijntje, dat lieve meisje met dat leuke haar, maar waar ze is weet niemand!.

24 Op een avond, als ze alle vier, Wurst en Schnaps en Jan en Piet, in een dronken bui zijn, en allerlei vertrouwelijke dingen bespreken, halen de beide Duitsers heel geheimzinnig

‘Kijk!’ roept de schildpad, ‘daar is Nanne!’ Hard loopt Nanne naar de auto toe en zegt: ‘Ik wil naar Mammie!’. ‘Stap maar in!’ roepen ze alle vier tegelijk, ‘wij zullen

Ver op het veld, in een kleine boerderij, daar gaat de kille winterdag niet snel genoeg voorbij voor 't meisje dat wil spelen, maar dat zich moet vervelen, omdat al wat zij zou

37 Daar kwam nog bij dat vooral in de jaren zestig een professionalisering plaats vond van de kamerleden: zij leefden, in de termen van Max Weber, niet langer slechts voor, maar ook

door de roman loopt heeft Broch toch voor allerlei verbindingen gezorgd: in de eerste plaats door duidelijk te maken dat zij het werk is van Bertrand Müller, maar ook doordat in