• No results found

Werk is het medicijn, geld de grootste zorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Werk is het medicijn, geld de grootste zorg"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TEKST JESSICA MAAS BEELD MONIQUE WIJBRANDS

Bijna vier jaar is ze nu in Nederland. De inburgering heeft ze afgerond en nu fietst de 20-jarige Fiyoni uit Eritrea vijf dagen in de week in de vroege ochtend naar Hotel Van der Valk in Vught, waar ze sinds een half jaar in de schoonmaak werkt. Het was wel even wennen, vertelt ze ver- legen. De hulp van jobcoach Miriam van der Knaap van Job Investment – ingehuurd door de gemeente – en van haar buddy Chantal, een colle- ga, was zeer welkom. “Alle nieuwe collega’s, ongeacht waar ze vandaan komen, krijgen hier een buddy”, vertelt directeur Peter Raaijmakers.

Bij het Van der Valk Hotel werken nu vijf statushouders. Raaijmakers vindt het belangrijk om hun een kans te geven. “Werk is nu eenmaal het beste medicijn. Je kunt beter ’s avonds moe maar voldaan op de bank ploffen dan de hele dag thuis te zitten piekeren.” Jobcoach Van der Knaap benadrukt het belang van goede begeleiding. “Je kunt nieuwkomers niet zomaar de werkvloer op sturen. De eerste weken zag ik Fiyoni twee uur per week. Nu zijn mijn uren wat afgebouwd, maar soms duurt het langer voordat iemand z’n draai heeft gevonden.

Maatwerk, daar draait het om.”

De inburgering gaat in 2021 drastisch op de schop. Maatwerk en meedoen, liefst via betaald werk,

zijn de uitgangspunten. Belangrijk- ste wijziging van de nieuwe wet: de

regie komt weer bij gemeenten te liggen. Zij zijn blij met die hoofdrol,

maar zitten ook met veel vragen.

Werk is

het medicijn, geld de

grootste zorg

Vluchtelingengap

Werk, maatwerk en meedoen, belangrijke in- grediënten voor een succesvolle integratie. Maar ook: makkelijker ge- zegd dan gedaan. Want ondanks de huidige krapte op de arbeidsmarkt, ondanks alle projecten en goede bedoelingen, is de werkloosheid onder nieuwkomers erg hoog. En die achterstand – de zogenoemde vluch- telingengap – wordt ook na jaren in Nederland nauwelijks ingehaald.

Het huidige inburgeringstelsel, waarbij nieuwkomers zelf hun taal- lessen inkopen en hiervoor een lening afsluiten bij DUO, draagt niet bij aan een snelle integratie. Sterker: het geeft nieuwkomers een valse start, vraagt te veel van hen en is te complex, aldus de Nationale om- budsman. Ook minister Koolmees van SZW wil zo snel mogelijk af van het weinig effectieve stelsel. En dus is er, na tal van expertsessies in het land, een nieuwe Wet inburgering in de maak. Met een hoofdrol voor de gemeenten en een inzet op duale trajecten waarin werk en taal ge- combineerd worden. Het vermaledijde leenstelsel en de ontheffingen voor het inburgeringsexamen verdwijnen. Veel gemeenten juichen de wijzigingen toe, maar de oproep van Koolmees om snel te beginnen met inburgeren 2.0, roept ook vraagtekens en zorgen op.

Persoonlijke aandacht

“Ik lig nog niet wakker van de nieuwe inburgeringswet, maar er komt veel op ons af”, zegt Angelo Fattore, co- ordinator Wegwijs+ van de vakgroep werk en inkomen in Vught. Aan tafel is het Expertteam Statushouders aangeschoven, dat zich bezig- houdt met de invoering van de wet, bestaande uit Fattore, klantmana- ger Yvonne Cornelis, projectleider re-integratie en participatie John van Gemert en beleidsmedewerker Marlou van Osch. Over de visie achter het nieuwe stelsel zijn de ambtenaren positief. “We zetten hier al stevig in op werk, daar krijgen we nu nog meer ruimte voor”, zegt Van Gemert.

Een groot deel van de 145 nieuwkomers die sinds 2015 in Vught zijn ge- huisvest, heeft zijn of haar plek wel gevonden; het aantal uitkeringen onder Vughtse statushouders is gedaald van 86 procent in 2017 naar 56 procent nu. Van Gemert: “Werk vinden is één, het behouden is een tweede. Dat laatste is niet altijd makkelijk. De crux zit hem in de bege- leiding en persoonlijk aandacht; daar huren wij jobcoaches voor in. En hoe kleiner de groep, hoe hoger de succesratio.”

Klantmanager Cornelis is blij met de regierol van de gemeente. “In het proces zoals we dat nu volgen, ben ik als klantmanager de laat- ste in rij die de nieuwkomer spreekt, na het COA en Vluchtelingen- Werk. Ik zit veel liever aan het begin. Welkom in Vught, dit is onze visie.” Beleidsmedewerker Van Osch hoopt de inburgering met meer samenhang te kunnen vormgeven, onder meer door lokale

INBURGEREN 2.0: HOE VOORKOMEN WE EEN VERLOREN GENERATIE?

Stappenplan

Uit onderzoek van RadarAdvies blijkt dat gemeenten soms niet weten waar ze moeten beginnen met de voorbereidingen op de Wet inburgering 2021. Volgens het bureau voor sociale vraagstukken is een integrale aanpak met de volgende vijf stappen belangrijk:

1. Aandacht voor cultuursensitief werken. Stel de nieuwkomer centraal.

2. Maak gebruik van sleutelpersonen.

3. Zet jobcoaches in, overvraag werkgevers niet.

4. Goede samenwerking, zowel intern tussen afdelingen als met externe partners.

5. Monitoring en evaluatie. Houd de inburgeraar in beeld.

Bron: RadarAdvies

sprank* 09.2019

25

(2)

TEKST JESSICA MAAS BEELD MONIQUE WIJBRANDS

Bijna vier jaar is ze nu in Nederland. De inburgering heeft ze afgerond en nu fietst de 20-jarige Fiyoni uit Eritrea vijf dagen in de week in de vroege ochtend naar Hotel Van der Valk in Vught, waar ze sinds een half jaar in de schoonmaak werkt. Het was wel even wennen, vertelt ze ver- legen. De hulp van jobcoach Miriam van der Knaap van Job Investment – ingehuurd door de gemeente – en van haar buddy Chantal, een colle- ga, was zeer welkom. “Alle nieuwe collega’s, ongeacht waar ze vandaan komen, krijgen hier een buddy”, vertelt directeur Peter Raaijmakers.

Bij het Van der Valk Hotel werken nu vijf statushouders. Raaijmakers vindt het belangrijk om hun een kans te geven. “Werk is nu eenmaal het beste medicijn. Je kunt beter ’s avonds moe maar voldaan op de bank ploffen dan de hele dag thuis te zitten piekeren.” Jobcoach Van der Knaap benadrukt het belang van goede begeleiding. “Je kunt nieuwkomers niet zomaar de werkvloer op sturen. De eerste weken zag ik Fiyoni twee uur per week. Nu zijn mijn uren wat afgebouwd, maar soms duurt het langer voordat iemand z’n draai heeft gevonden.

Maatwerk, daar draait het om.”

De inburgering gaat in 2021 drastisch op de schop. Maatwerk en meedoen, liefst via betaald werk,

zijn de uitgangspunten. Belangrijk- ste wijziging van de nieuwe wet: de

regie komt weer bij gemeenten te liggen. Zij zijn blij met die hoofdrol,

maar zitten ook met veel vragen.

Werk is

het medicijn, geld de

grootste zorg

Vluchtelingengap

Werk, maatwerk en meedoen, belangrijke in- grediënten voor een succesvolle integratie. Maar ook: makkelijker ge- zegd dan gedaan. Want ondanks de huidige krapte op de arbeidsmarkt, ondanks alle projecten en goede bedoelingen, is de werkloosheid onder nieuwkomers erg hoog. En die achterstand – de zogenoemde vluch- telingengap – wordt ook na jaren in Nederland nauwelijks ingehaald.

Het huidige inburgeringstelsel, waarbij nieuwkomers zelf hun taal- lessen inkopen en hiervoor een lening afsluiten bij DUO, draagt niet bij aan een snelle integratie. Sterker: het geeft nieuwkomers een valse start, vraagt te veel van hen en is te complex, aldus de Nationale om- budsman. Ook minister Koolmees van SZW wil zo snel mogelijk af van het weinig effectieve stelsel. En dus is er, na tal van expertsessies in het land, een nieuwe Wet inburgering in de maak. Met een hoofdrol voor de gemeenten en een inzet op duale trajecten waarin werk en taal ge- combineerd worden. Het vermaledijde leenstelsel en de ontheffingen voor het inburgeringsexamen verdwijnen. Veel gemeenten juichen de wijzigingen toe, maar de oproep van Koolmees om snel te beginnen met inburgeren 2.0, roept ook vraagtekens en zorgen op.

Persoonlijke aandacht

“Ik lig nog niet wakker van de nieuwe inburgeringswet, maar er komt veel op ons af”, zegt Angelo Fattore, co- ordinator Wegwijs+ van de vakgroep werk en inkomen in Vught. Aan tafel is het Expertteam Statushouders aangeschoven, dat zich bezig- houdt met de invoering van de wet, bestaande uit Fattore, klantmana- ger Yvonne Cornelis, projectleider re-integratie en participatie John van Gemert en beleidsmedewerker Marlou van Osch. Over de visie achter het nieuwe stelsel zijn de ambtenaren positief. “We zetten hier al stevig in op werk, daar krijgen we nu nog meer ruimte voor”, zegt Van Gemert.

Een groot deel van de 145 nieuwkomers die sinds 2015 in Vught zijn ge- huisvest, heeft zijn of haar plek wel gevonden; het aantal uitkeringen onder Vughtse statushouders is gedaald van 86 procent in 2017 naar 56 procent nu. Van Gemert: “Werk vinden is één, het behouden is een tweede. Dat laatste is niet altijd makkelijk. De crux zit hem in de bege- leiding en persoonlijk aandacht; daar huren wij jobcoaches voor in. En hoe kleiner de groep, hoe hoger de succesratio.”

Klantmanager Cornelis is blij met de regierol van de gemeente. “In het proces zoals we dat nu volgen, ben ik als klantmanager de laat- ste in rij die de nieuwkomer spreekt, na het COA en Vluchtelingen- Werk. Ik zit veel liever aan het begin. Welkom in Vught, dit is onze visie.” Beleidsmedewerker Van Osch hoopt de inburgering met meer samenhang te kunnen vormgeven, onder meer door lokale

INBURGEREN 2.0: HOE VOORKOMEN WE EEN VERLOREN GENERATIE?

Stappenplan

Uit onderzoek van RadarAdvies blijkt dat gemeenten soms niet weten waar ze moeten beginnen met de voorbereidingen op de Wet inburgering 2021. Volgens het bureau voor sociale vraagstukken is een integrale aanpak met de volgende vijf stappen belangrijk:

1. Aandacht voor cultuursensitief werken. Stel de nieuwkomer centraal.

2. Maak gebruik van sleutelpersonen.

3. Zet jobcoaches in, overvraag werkgevers niet.

4. Goede samenwerking, zowel intern tussen afdelingen als met externe partners.

5. Monitoring en evaluatie. Houd de inburgeraar in beeld.

Bron: RadarAdvies

sprank* 09.2019

25

(3)

partners – werkgevers, welzijn, cultuur, sport– er actiever bij te betrekken. “Integratie kunnen we als gemeente niet alleen. Daarom gaan we kijken wie er een rol voor zichzelf ziet weggelegd. We hopen ook te leren van de pilot ‘Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten’

die we samen met buurgemeenten uitvoeren. Ook werkbedrijf WSD is een belangrijke partner in de regionale aanpak van de inburgerings- opgave. Zo willen we komen tot een brede infrastructuur van goede kwaliteit.” Instemmend geknik. “De kwaliteit van taalinstituten is soms echt schandalig”, zegt Cornelis. In het nieuwe stelsel bepaalt niet de statushouder maar de gemeente met welke taalinstituten wordt sa- mengewerkt.

Brede blik

Belangrijke verplichte onderdelen van de nieuwe inbur- gering zijn de brede intake, die bij voorkeur al in het azc wordt afgeno- men en het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). In het PIP worden het beoogd taalniveau en leerroute vastgelegd. De gemeente blijft de voortgang ook volgen.

Vught heeft al veel ervaring met die brede intake. Al sinds 2014, toen zij vooruitliep op de transities in het sociaal domein, werkt de gemeente met Wegwijs+: een breed samenwerkingsverband van het Wmo-loket, werk en inkomen, jeugdzorg, schuldhulpverlening en de wijk-ggd’ers.

Fattore: “Al die partijen zitten fysiek bij elkaar, waardoor zij snel kun- nen schakelen. De medewerkers zijn het dus al gewend om met een brede blik te kijken, of het nu om een geboren Vughtenaar gaat of om een Eritreeër.”

Het expertteam is nog aan het onderzoeken hoe de brede intake zich precies laat vertalen naar het PIP. Beleidsmedewerker Van Osch hoopt te leren van omringende gemeenten. “Gezien de schaalgrootte van Vught zullen we de inkoop van bepaalde trajecten immers gezamen- lijk moeten regelen.” Klantmanager Cornelis heeft wat vraagtekens bij het hoofdstuk ontzorgen – de nieuwe wet verplicht gemeenten om nieuwkomers met een bijstandsuitkering de eerste zes maanden te ontzorgen. Huur, zorgverzekering en rekeningen voor gas, water en licht worden dan ingehouden op de uitkering en voor hen betaald. “Die verplichting begrijp ik niet. Ik wil graag maatwerk bieden, maar er zijn genoeg nieuwkomers die prima in staat zijn om hun financiën zelf te regelen. Waarom zou je dit dan uit handen nemen?”

Het team hoopt ook snel op meer duidelijkheid uit Den Haag over de financiële middelen. Ze hebben nog geen idee op hoeveel geld Vught kan rekenen om de nieuwe wet uit te voeren. Van Gemert ziet onder- tussen wel dat steeds meer werkgevers een steentje willen bijdragen.

“Zij voelen zich ook verantwoordelijk. Het besef dat we het met z’n allen moeten doen, lijkt te groeien. Hoe voorkomen we een verloren ge- neratie? Hoe zorgen we dat deze mensen hun plek vinden? Daar speelt werk een belangrijke rol in. En gelukkig hebben we de economie mee, overal kunnen ze nu handjes gebruiken.”

‘In het huidige systeem is het risico groot dat de vrouw uit beeld verdwijnt’

Marieke Heusinkveld (gemeente Berkelland)

Maar liefst 97 gemeenten voeren een pilot uit ter voorbereiding op de nieuwe Wet inburgering. Deze pilots draaien om verschillende onderwerpen: van brede intake en duale trajecten tot ontzorgen en de Z-route, ofwel zelfstandig met taal. Bedoeld voor bijvoor- beeld ouderen of mensen die analfabeet zijn. Het systeem van ontheffingen bestaat in de nieuwe wet niet meer. Het ministerie van SZW neemt de lessen en ervaringen uit het pilotprogramma mee bij de ontwikkeling van het nieuwe stelsel. Sprank legt het oor te luister bij twee van deze gemeenten: Berkelland en Weert.

Powervrouwen in de Achterhoek

De gemeenten Berkel- land en Bronckhorst trekken samen op in de pilot ‘Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten’. “We willen hun positie verbeteren”, legt contactpersoon Marieke Heusinkveld uit. “In het huidige systeem is het risico groot dat de vrouwelijke nieuwkomer uit beeld verdwijnt als haar man aan het werk gaat.”

Van de sinds 2014 gearriveerde Syrische statushouders heeft 15 procent van de mannen werk, tegenover 4 procent van de vrouwen (SCP, 2018).

Dertig vrouwen zijn begin november met het programma begonnen. In de eerste fase staan de informatievoorziening en empowerment centraal. “Dan hebben we het over het zorgsysteem, onderwijs en financiën. We betrekken ook de partners bij het programma, zodat er thuis draagvlak ontstaat.” De drie maanden daarna verschuift de aandacht naar arbeidsparticipatie. “Dan komt de jobcoach in beeld om de wensen en ambities van de vrouwen te bespreken. Wat voor werk past bij mij? Hoe regel ik kinderopvang? Samen wordt ook gezocht naar geschikte stageplek, werkervaringsplaats of vaca- ture. De jobcoach biedt maatwerk en helpt bij de praktische obstakels. We willen deze vrouwen echt in de actiestand krijgen.”

Samen inburgeren in Weert

Al in september tekenden de gemeenten Weert, Nederweert en Cranendonck met tal van lokale en regionale partners – van azc tot bibliotheek en ggd – een convenant om de samenwerking bij de inburgering te bekrachtigen. De drie Limburgse gemeenten werken samen in twee pilots rond duale trajecten en de brede intake/PIP. “De pilots hebben de voorbereidingen op het nieuwe stelsel in een stroomversnelling gebracht”, zegt beleidsadviseur Lilian van Grimbergen in de gemeente Weert.

Bij dertig nieuwkomers in het azc, die nog wachten op een woning in een van de drie gemeenten, wordt een brede intake afgenomen. “We werken in Weert met een kansenverkenner, de spil tussen gemeenten en de azc’s in Weert en omgeving. Hij neemt daar de brede intake af en bespreekt met de statushouders verschillende leefgebieden. Gezondheid, familie, financiën.

Alles komt aan bod. Zorgen over schulden of gezinshereniging staan vaak ook de inburgering in de weg.”

Na plaatsing volgt een warme overdracht met de kansenverkenner, klant- manager van de gemeente en de statushouder zelf aan tafel, waarna in het PIP de afspraken, doelen en acties worden vastgelegd. “Dat gaat over werk en scholing maar ook bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning.” De gemeente blijft het traject ook nauwgezet volgen.

Ook in de pilot ‘Duale trajecten’ is maatwerk het kernbegrip. “Het is zeker geen one sizes fits all. Samen met de statushouders – veertig in totaal – komen we tot een vol programma dat minimaal werken en leren verbindt. Ook hier aandacht voor de andere leefgebieden, er wordt bijvoorbeeld een dagdeel ingericht voor sport en bewegen. Met intensieve begeleiding van jobcoaches, buddy’s, met aandacht voor taal op de werkvloer, voor de kinderopvang en reiskosten. Werken blijft vaak toch het beste medicijn”, klinkt het opnieuw.

sprank* 09.2019

27

(4)

partners – werkgevers, welzijn, cultuur, sport– er actiever bij te betrekken. “Integratie kunnen we als gemeente niet alleen. Daarom gaan we kijken wie er een rol voor zichzelf ziet weggelegd. We hopen ook te leren van de pilot ‘Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten’

die we samen met buurgemeenten uitvoeren. Ook werkbedrijf WSD is een belangrijke partner in de regionale aanpak van de inburgerings- opgave. Zo willen we komen tot een brede infrastructuur van goede kwaliteit.” Instemmend geknik. “De kwaliteit van taalinstituten is soms echt schandalig”, zegt Cornelis. In het nieuwe stelsel bepaalt niet de statushouder maar de gemeente met welke taalinstituten wordt sa- mengewerkt.

Brede blik

Belangrijke verplichte onderdelen van de nieuwe inbur- gering zijn de brede intake, die bij voorkeur al in het azc wordt afgeno- men en het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). In het PIP worden het beoogd taalniveau en leerroute vastgelegd. De gemeente blijft de voortgang ook volgen.

Vught heeft al veel ervaring met die brede intake. Al sinds 2014, toen zij vooruitliep op de transities in het sociaal domein, werkt de gemeente met Wegwijs+: een breed samenwerkingsverband van het Wmo-loket, werk en inkomen, jeugdzorg, schuldhulpverlening en de wijk-ggd’ers.

Fattore: “Al die partijen zitten fysiek bij elkaar, waardoor zij snel kun- nen schakelen. De medewerkers zijn het dus al gewend om met een brede blik te kijken, of het nu om een geboren Vughtenaar gaat of om een Eritreeër.”

Het expertteam is nog aan het onderzoeken hoe de brede intake zich precies laat vertalen naar het PIP. Beleidsmedewerker Van Osch hoopt te leren van omringende gemeenten. “Gezien de schaalgrootte van Vught zullen we de inkoop van bepaalde trajecten immers gezamen- lijk moeten regelen.” Klantmanager Cornelis heeft wat vraagtekens bij het hoofdstuk ontzorgen – de nieuwe wet verplicht gemeenten om nieuwkomers met een bijstandsuitkering de eerste zes maanden te ontzorgen. Huur, zorgverzekering en rekeningen voor gas, water en licht worden dan ingehouden op de uitkering en voor hen betaald. “Die verplichting begrijp ik niet. Ik wil graag maatwerk bieden, maar er zijn genoeg nieuwkomers die prima in staat zijn om hun financiën zelf te regelen. Waarom zou je dit dan uit handen nemen?”

Het team hoopt ook snel op meer duidelijkheid uit Den Haag over de financiële middelen. Ze hebben nog geen idee op hoeveel geld Vught kan rekenen om de nieuwe wet uit te voeren. Van Gemert ziet onder- tussen wel dat steeds meer werkgevers een steentje willen bijdragen.

“Zij voelen zich ook verantwoordelijk. Het besef dat we het met z’n allen moeten doen, lijkt te groeien. Hoe voorkomen we een verloren ge- neratie? Hoe zorgen we dat deze mensen hun plek vinden? Daar speelt werk een belangrijke rol in. En gelukkig hebben we de economie mee, overal kunnen ze nu handjes gebruiken.”

‘In het huidige systeem is het risico groot dat de vrouw uit beeld verdwijnt’

Marieke Heusinkveld (gemeente Berkelland)

Maar liefst 97 gemeenten voeren een pilot uit ter voorbereiding op de nieuwe Wet inburgering. Deze pilots draaien om verschillende onderwerpen: van brede intake en duale trajecten tot ontzorgen en de Z-route, ofwel zelfstandig met taal. Bedoeld voor bijvoor- beeld ouderen of mensen die analfabeet zijn. Het systeem van ontheffingen bestaat in de nieuwe wet niet meer. Het ministerie van SZW neemt de lessen en ervaringen uit het pilotprogramma mee bij de ontwikkeling van het nieuwe stelsel. Sprank legt het oor te luister bij twee van deze gemeenten: Berkelland en Weert.

Powervrouwen in de Achterhoek

De gemeenten Berkel- land en Bronckhorst trekken samen op in de pilot ‘Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten’. “We willen hun positie verbeteren”, legt contactpersoon Marieke Heusinkveld uit. “In het huidige systeem is het risico groot dat de vrouwelijke nieuwkomer uit beeld verdwijnt als haar man aan het werk gaat.”

Van de sinds 2014 gearriveerde Syrische statushouders heeft 15 procent van de mannen werk, tegenover 4 procent van de vrouwen (SCP, 2018).

Dertig vrouwen zijn begin november met het programma begonnen. In de eerste fase staan de informatievoorziening en empowerment centraal. “Dan hebben we het over het zorgsysteem, onderwijs en financiën. We betrekken ook de partners bij het programma, zodat er thuis draagvlak ontstaat.” De drie maanden daarna verschuift de aandacht naar arbeidsparticipatie. “Dan komt de jobcoach in beeld om de wensen en ambities van de vrouwen te bespreken. Wat voor werk past bij mij? Hoe regel ik kinderopvang? Samen wordt ook gezocht naar geschikte stageplek, werkervaringsplaats of vaca- ture. De jobcoach biedt maatwerk en helpt bij de praktische obstakels. We willen deze vrouwen echt in de actiestand krijgen.”

Samen inburgeren in Weert

Al in september tekenden de gemeenten Weert, Nederweert en Cranendonck met tal van lokale en regionale partners – van azc tot bibliotheek en ggd – een convenant om de samenwerking bij de inburgering te bekrachtigen. De drie Limburgse gemeenten werken samen in twee pilots rond duale trajecten en de brede intake/PIP. “De pilots hebben de voorbereidingen op het nieuwe stelsel in een stroomversnelling gebracht”, zegt beleidsadviseur Lilian van Grimbergen in de gemeente Weert.

Bij dertig nieuwkomers in het azc, die nog wachten op een woning in een van de drie gemeenten, wordt een brede intake afgenomen. “We werken in Weert met een kansenverkenner, de spil tussen gemeenten en de azc’s in Weert en omgeving. Hij neemt daar de brede intake af en bespreekt met de statushouders verschillende leefgebieden. Gezondheid, familie, financiën.

Alles komt aan bod. Zorgen over schulden of gezinshereniging staan vaak ook de inburgering in de weg.”

Na plaatsing volgt een warme overdracht met de kansenverkenner, klant- manager van de gemeente en de statushouder zelf aan tafel, waarna in het PIP de afspraken, doelen en acties worden vastgelegd. “Dat gaat over werk en scholing maar ook bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning.” De gemeente blijft het traject ook nauwgezet volgen.

Ook in de pilot ‘Duale trajecten’ is maatwerk het kernbegrip. “Het is zeker geen one sizes fits all. Samen met de statushouders – veertig in totaal – komen we tot een vol programma dat minimaal werken en leren verbindt. Ook hier aandacht voor de andere leefgebieden, er wordt bijvoorbeeld een dagdeel ingericht voor sport en bewegen. Met intensieve begeleiding van jobcoaches, buddy’s, met aandacht voor taal op de werkvloer, voor de kinderopvang en reiskosten. Werken blijft vaak toch het beste medicijn”, klinkt het opnieuw.

sprank* 09.2019

27

(5)

‘Ik ben blij met de regierol, ik zit veel liever aan het begin’

Yvonne Cornelis (klantmanager gemeente Vught)

Actief betrekken

In de Achterhoek begeleidt en informeert Renske Waardenburg, een van de 34 regiocoördinatoren van Divosa,

‘haar acht gemeenten’ over de nieuwe inburgeringswet. Ze ziet de verschillen tussen de gemeenten onderling. Afwachtend, enthousi- ast, sceptisch. “In kleine gemeenten is de capaciteit vaak beperkt.

Maar een belangrijk uitgangspunt van elke Achterhoekse gemeente is om de statushouders actief te betrekken bij de voorbereiding.” Zelf heeft Waardenburg een stagiaire van Syrische afkomst. “Omar is vijf jaar geleden naar Nederland gevlucht en studeert nu rechten aan een hbo. Zijn opdracht is om voor de gemeenten de integrale ver- ordening voor de nieuwe wet te schrijven en voorlichting te geven.”

Behalve Omar wordt ook een groep sleutelpersonen bij de nieuwe inburgering betrokken. Aan hen de vraag: wat moet in elk geval anders? “Dat is zo verhelderend en verfrissend, ik geloof echt in de inzet van deze ervaringsdeskundigen. Het ministerie heeft ons toestemming gegeven voor een evaluatieonderzoek naar de inzet van deze sleutelpersonen.”

Waardenburg ziet dat de inburgeringsopgave gemeenten en pro- fessionals in het hele land stimuleert om creatieve en innovatieve lokale en regionale oplossingen te bedenken. “Maar gaat dit niet zoals met de Jeugdwet? Dat we straks met hetzelfde budget aan veel meer voorwaarden moeten voldoen? Dat is mijn grootste zorg.” * Uiterlijk maart wordt meer bekend over de financiën. “Plan- nen moeten daarop aangepast worden en gemeenten moeten hun begroting voor de zomer af hebben. Dat is kort dag.” Ook maakt Waardenburg zich zorgen over de ‘tussengroep’: de mensen die nog onder de huidige wetgeving vallen. “Dat is nu de grootste groep. Ze hebben nog begeleiding nodig. Maar geld is daar niet voor, dus dat moet uit de reguliere budgetten komen. Zorgelijk, zeker gezien de grote tekorten in het sociaal domein.”

Buiten de boot

Ondertussen in Utrecht volgt Leendert de Bell de ontwikkelingen rond- de nieuwe inburgeringswet op de voet. Hij is sinds september bijzonder lector Bevorderen duurzame arbeidsparticipatie van vluchte- lingen aan Hogeschool Utrecht. “Er gebeurt enorm veel om vluchtelingen aan het werk te helpen. Daarom is het pijnlijk dat de arbeids- participatie achterblijft.”

Een van de obstakels is volgens hem dat veel initiatieven kortlopende projecten zijn, gericht op een specifieke doelgroep. “Met als gevolg dat je niet echt kunt voortbouwen op een aanpak.

Inburgeren kost nu eenmaal tijd en vraagt om maatwerk. Bovendien zijn er ook weer mensen die niet tot die doelgroep behoren. Belangrijk is dat de mensen die buiten de boot vallen, wel worden doorverwezen naar een andere project of aanpak. Dit is volgens mij iets wat snel kan worden opgepakt – daarvoor hoeven we niet op die nieuwe wet te wachten.” De focus moet ook niet uitsluitend ge- richt zijn op snelle toeleiding naar werk, maar vooral op duurzame arbeidsparticipatie, aldus De Bell. “Dit vereist ook aanpassingen en veranderingen binnen bedrijven en organisaties, zodat talenten beter tot ontwikkeling kunnen komen. Ook hier ligt een taak voor gemeenten.”

* Vlak voor het ter perse gaan van dit nummer werd bekend dat onafhan- kelijk onderzoek in opdracht van VNG en het ministerie van SZW heeft uitgewezen dat er structureel 197 miljoen euro meer nodig is om de Wet inburgering uit te voeren. Dat is 42,3 miljoen meer dan het ministerie wil uittrekken.

TEKST SANDRA DIJKMAN DULKES BEELD ISTOCK

“Twee keurmerken leiden tot verwarring”, verklaart Noloc-voorzitter Ester Leib- brand deze stap. “Opdrachtgevers vragen zich af wat nu eigenlijk het verschil is tussen de keurmerken. Omdat we de markt duidelijkheid en een krachtig signaal willen geven, werken we nu hard aan een eenduidig keurmerk.”

Professionaliteit Het beroep is niet beschermd: iedereen kan zich in principe loopbaanprofessional noemen. Daarbij komt dat het beroep de laatste jaren snel groeit, zegt Leibbrand. Niet alleen in aantallen beoefe- naars, maar ook in mate van professionaliteit. “Voorheen werd je het op latere leeftijd of deed je het erbij. Tegenwoordig is het echt een vak, zowel in het onderwijs als het bedrijfsleven. De planeten staan goed om het vak echt door te ontwikkelen en te verstevigen.”

“Daarom vinden wij het belangrijk dat de hele wereld weet dat er een keurmerk bestaat voor loopbaanprofessionals, waar je dat keurmerk kunt vinden en waar dat keurmerk voor staat. Dat je weet: als je kiest voor iemand met het keurmerk, dan heb je een betrouwbare, ervaren en actu- eel geschoolde professional in de arm genomen. Een vakprofessional die onafhankelijk is getoetst en gemeten.”

Voldoende vlieguren Ook voor de professionals zelf brengt een keur- merk volgens Leibbrand grote voordelen met zich mee. “Zij zijn herken- baar, bewezen deskundig en zichtbaar in het beroepsregister en daarmee de markt. Ons huidige toetsingsproces is toegankelijk voor iedereen met hbo-niveau en voldoende vlieguren als loopbaanprofessional. Mensen moeten een portfolio aanleveren met daarin diploma’s, certificaten en een beroepsgericht cv. Een andere eis is onder meer dat ze een casus schrij- ven waaruit hun vaardigheden en specifieke competenties blijken. Elke drie jaar is er een herregistratie.”

Leven Lang Ontwikkelen Noloc en certificerend instituut CMI staken twee jaar geleden de koppen bij elkaar om te komen tot een nieuw keur- merk. “Een heel proces, want er komt veel bij kijken: het certificeren, het nieuwe profiel en natuurlijk de organisatie van toetsing en begeleiding.

Het beroepsprofiel en toetsingscriteria zijn inmiddels aangepast en het toetsingsproces wordt op een andere manier ingericht. De certificering is straks meer gericht op de ontwikkeling van loopbaanprofessionals, zoals dat past bij een Leven Lang Ontwikkelen. Een mondelinge toetsing wordt nu ook onderdeel van het proces voor de eerste certificering en in plaats van elke drie jaar worden de professionals elke vier jaar opnieuw getoetst.”

Noloc erkende loopbaanprofessionals die op 1 juli 2020 erkend zijn, krijgen het nieuwe keurmerk. “Daarbij is ook ruimte ingebouwd om iedereen vol- doende tijd te geven aan de nieuwe wijze van hercertificering te werken.”

‘Duidelijkheid en een krachtig signaal aan de markt ’

Wat is Noloc? Noloc is de beroepsvereniging van loopbaanadviseurs en jobcoaches. Zij heeft ongeveer 3.000 leden, onder wie zo’n 1.850 met een kwaliteitskeurmerk. Noloc is gevraagd om zitting te nemen in de Kerngroep Leven Lang Ontwikkelen, die in opdracht van het ministerie

van OCW kijkt hoe mensen flexibel en duurzaam inzetbaar blijven op een veranderende arbeidsmarkt.

NIET IEDEREEN WEET HET, MAAR OOK VOOR LOOPBAANPROFESSIONALS BESTAAT ER EEN KEURMERK. OP DIT MOMENT ZIJN DAT ER ZELFS TWEE:

EEN VAN DE BEROEPSVERENIGING NOLOC EN EEN VAN HET CMI.

HET STREVEN IS OM OP 1 JULI 2020 HET GEZAMENLIJKE KEURMERK VAN ‘NOLOC REGISTER LOOPBAANPROFESSIONAL’ TE LANCEREN.

De nieuwe Wet inburgering op hoofdlijnen

• regierol voor de gemeente;

• sneller starten met inburgering;

• brede intake en persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP);

• aanbod van een integraal inbur- geringstraject;

• maatwerk: drie leerroutes, geen ontheffingen meer;

• gedurende de eerste zes maan- den ontzorgen;

• verknoping sociaal domein, samenwerking tussen gemeenten.

Bron: ministerie van SZW

28

sprank* 09.2019

NIEUW KEURMERK VOOR LOOPBAANPROFESSIONALS

sprank* 09.2019

29

podium voor kennispartners

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ARWI is niet enthousiast over het de voorligende plan om de Regeling Doe-budget 2016 en de PC Regeling (plus andere kindgebonden voorzieningen) te vervangen door de Regeling

Werkzoekenden vanuit de gemeente Asten worden aangemeld door de klantbegeleiders werk, veelal na het doorlopen van het diagnose project Peelland@Work. De werkzoekenden

Op 12-11-2020 werd de draad weer opgepakt met een Q&A sessie op het gemeentehuis met beide adviesraden waarin de ARWI meer aandacht vroeg voor het aspect (vrijwilligers)werk

Zowel de ARWI als de gemeente zullen moeten wennen aan de nog nader te bepalen nieuwe interne structuur van de ARWI waarbij verschillende leden verschillende aandachtsgebieden

Deze aanvullende verzekering is bedoeld voor personen die aandelen, obligaties en/of vermogen hebben en zich willen verzekeren voor de kosten van juridische ondersteuning bij

Bijgevoegde Procesagenda waarin staat aangegeven welke stappen worden gezet in de doorontwikkeling van de relatie tussen de gemeente Woerden en uitvoeringsorganisatie Ferm Werk en

Het doel van het nalevingsonderzoek was te onderzoeken of de sociale diensten van gemeenten bij fraude-onderzoeken, waarin gebruik wordt gemaakt van heimelijke waarneming, handelen in

Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) Deze werknemers krijgen een uitkering van 75% van het laatst verdiende loon, waarbij het in aanmerking te nemen loon het