• No results found

(1)1 KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS AFSTAND Nr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(1)1 KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS AFSTAND Nr"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS

AFSTAND

Nr. GOO/2012/014/…, …

Inzake : …, …, …, bijgestaan door Mter …, advocaat te …,

Verzoekende partij

Tegen : De heer …, directeur van de school … behorend tot het …, … te …,

Verwerende partij

Met een ter post aangetekende brief verstuurd op 13 juni 2012 heeft Mter …, namens de heer

…, onderwijzer aan de school … behorend tot het …, … te …, beroep ingesteld tegen het evaluatieverslag over de periode van 1 september 2011 tot 21 mei 2012 met de eindconclusie

”voldoet niet”, gegeven door de heer …, directeur van de voormelde school.

1. Over de ontvankelijkheid van het beroep

Het beroep is binnen de daartoe voorziene termijn en naar de vorm regelmatig ingediend.

2. Over het procedureverloop

Met een mail dd. 19 juni 2012 heeft de heer … aan het Secretariaat van het College van Beroep laten weten dat hij het evaluatieverslag heeft ingetrokken.

Met een mail dd. 25 juni 2012 heeft Mter … aan het secretariaat van het College van Beroep laten weten dat het evaluatieverslag is ingetrokken en het voorwerp van de klacht vervalt.

(2)

2

Deze brief moet beschouwd worden als een afstand van het beroep.

BESLISSING

Gelet op de artikelen 47bis tot 47septiesdecies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” en betreffende de werking van het College van Beroep;

Gelet op het werkingsreglement van 6 november 2008 van de Kamer voor het gesubsidieerd officieel onderwijs van het College van Beroep;

Enig artikel

De Kamer van het College van Beroep neemt akte van de afstand van het beroep.

Aldus uitgesproken te Brussel op 30 augustus 2012.

De Kamer van het College van Beroep was samengesteld uit :

De heer Jean DUJARDIN, Voorzitter

Mevrouwen K. CHERLET, G. VAN DEN BROECK en de heer X. DELCOURT, vertegenwoordigers van de representatieve organisatie van de inrichtende machten;

De heren S. BRUWIER, R. DE WEERDT, F. LEFEVER, F. MAERTEN en K.

VANBAELEN, vertegenwoordigers van de vakorganisaties;

Mevrouw M. CAN, secretaris.

(3)

3

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij en voor het dossier.

De Secretaris, De Voorzitter,

M. CAN J. DUJARDIN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.1. In voorliggend geval dient de Kamer van Beroep niet te onderzoeken of het beroep dat met de ter post aangetekende brief van 12 november 2013 is ingesteld, al dan

Het College van Beroep vestigt er de aandacht op dat het geen andere bevoegdheid heeft dan degene die in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige

Met een e-mailbericht van 27 juli 2016 heeft Mter … aan het secretariaat van het College van Beroep laten weten dat mevrouw … afstand doet van haar beroep tegen de voormelde

Met een e-mailbericht van 1 juli 2016 heeft de heer …, raadsman van de heer …, aan het secretariaat van het College van Beroep laten weten dat het evaluatieverslag van 8 juni 2016

5 januari 2016, verstuurd op 6 januari 2016, heeft Mter …, namens mevrouw …, leerkracht aan …, beroep ingesteld tegen de evaluatiebeslissing met de

22 oktober 2010 heeft Mevrouw E DP, juriste COC, namens verzoeker, vastbenoemde lerares technische vakken aan instelling X, beroep ingesteld tegen de

VDC, provinciaal secretaris ACOD- onderwijs Vlaams-Brabant, namens de verzoeker, aan het secretariaat van het College van Beroep laten weten “dat Mevrouw X de evaluatie

“jeneverevent” en, naar de bewering van verzoekende partij, een lid van de tuchtoverheid (m.n. het College van Burgemeester en Schepenen) dus weet had van het gebruik van de