Maatwerk loont!
Een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het
meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden binnen het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog
Faculteit Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen
1e begeleider: Prof. Dr. G.J.E.M. Sanders 2e begeleider: Dr. J.J. Broekhuis Bedrijfsbegeleider: Dhr. G. Dentro
30 September 2002
Karin Tromop
Voorwoord
Het credo ‘de zorg het echte werk’, heeft mijn nieuwsgierigheid naar de gezondheidszorg gewekt. Vaak wanneer ik dit credo hoorde kwam de vraag bij mij op: ‘Waarom wordt verondersteld dat de zorg, het echte werk is?’ Deze nieuwsgierigheid heeft ertoe geleid dat ik een afstudeeronderzoek binnen een ziekenhuis heb uitgevoerd.
Het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog wil ik bedanken dat zij mij de mogelijkheid hebben geboden om het afstudeeronderzoek binnen hun instelling uit te voeren. Mijn begeleider vanuit de organisatie, Geert Dentro, wil ik bedanken voor zijn inzet en het enthousiasme waarmee hij mij in de afgelopen maanden heeft begeleid. De overige collega’s van de afdeling personeel & opleidingen wil ik bedanken voor hun bereidheid om mij van informatie te voorzien of mij op welke wijze dan ook, van dienst te zijn.
Uiteraard wil ik mijn begeleiders vanuit de universiteit bedanken. De heer Sanders voor de gesprekken die wij hebben gevoerd, waaruit vaak nieuwe ideeën voortvloeiden die een inspiratie waren voor het schrijven van deze scriptie. Mijn tweede begeleider, de heer Broekhuis, wil ik bedanken voor zijn inzet bij dit onderzoek.
Met het afronden van mijn scriptie rond ik ook vijf jaar studie in Groningen af. Ik wil daarom de mensen bedanken die het mogelijk hebben gemaakt dat ik de afgelopen vijf jaar mijn studie heb kunnen volgen. In het bijzonder zijn dit de mensen die mij altijd met hun adviezen en financiële middelen met vol vertrouwen hebben gesteund: Pap, mam en mijn ‘zusters’, dank jullie wel! Natuurlijk wil ik ook alle mensen bedanken die hebben bijgedragen, dat mijn studententijd in Groningen een onvergetelijke tijd is geworden. ‘Er gaat niets boven Groningen’! In het bijzonder wil ik daarbij, Meta, Liset en Annika, bedanken die mij tijdens de afgelopen maanden met hun ‘raad en daad’ ter zijde hebben gestaan. Dames bedankt!
Groningen, 29 september 2002
Karin Tromop
Samenvatting
Deze scriptie is geschreven in het kader van het afstudeeronderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de afdeling personeel & opleidingen van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog. De doelstelling van dit onderzoek is het geven van advies ten aanzien van de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Dit arbeidsvoorwaardensysteem is een beloningsmethode waarbij het gaat om uitruil van arbeidsvoorwaarden zodat deze meer aan de wensen van de individuele medewerker tegemoet komt.
De vraagstelling die in dit onderzoek centraal staat, luidt:
Op welke wijze dient het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden te worden ontwikkeld en geïmplementeerd ten einde een fit met de organisatie van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog na te streven?
Als leidraad van dit onderzoek heeft het Strategisch Beloningsmodel van Langedijk (2000) gediend. Door deze theorie kan vanuit een strategisch perspectief naar de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem worden gekeken. Het model wordt gevormd door drie aspecten: ‘organisatie’, ‘beloningssysteem’ en
‘invoeringsproces’. Deze aspecten dienen met elkaar in overeenstemming te zijn, om het meerkeuzesysteem succesvol in de organisaties te implementeren. Om te bepalen of er overeenstemming is tussen deze aspecten zijn ze gepositioneerd op het continuüm planmatig positioneren versus ervaringsgericht ontwikkelen.
Voor het uitvoeren van het onderzoek is gebruik gemaakt van benchmarking, interviews en bestudering van literatuur. Aan de hand van deze onderzoeksmethode is gekeken hoe het meerkeuzesysteem moet worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit kan door de organisatie te beschrijven, te beoordelen en deels te (her) ontwerpen.
De belangrijkste bevindingen van dit onderzoek zijn:
De individualisering van de maatschappij, de krapte op de arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim dragen bij tot de noodzaak om medewerkers op maat te belonen. De ontwikkeling in het beloningsbeleid kenmerkt zich daarnaast door een trend naar meer differentiatie in het belonen waarbinnen het meerkeuzesysteem goed past.
Uit de interviews met de verschillende betrokken partijen is gebleken dat zij met
betrekking tot het meerkeuzesysteem verschillende wensen hebben. Naar aanleiding van
deze interviews zijn een aantal randvoorwaarden vastgesteld waaraan het systeem moet
voldoen: zo min mogelijk administratieve belasting, passend binnen kaders CAO en
wetgeving en het moet een eenduidig systeem worden. Daarnaast is uit de interviews
gebleken dat medewerkers behoefte hebben aan kinderopvang, pensioenopbouw en extra
vrije tijd.
Er kunnen een aantal conclusies uit het onderzoek worden getrokken. Wanneer het beloningsbeleid vanuit een strategisch perspectief wordt benaderd, zal dit bijdragen tot het succesvol ontwikkelen en implementeren van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Wanneer de organisatie haar beloningsbeleid gaat koppelen aan het organisatiebeleid, zal een meerwaarde voor de organisatie kunnen worden gecreëerd. Bij het plaatsen van beloning in een strategisch perspectief zijn een viertal aspecten van belang die zullen bijdragen aan het succes van het meerkeuzesysteem:
1. zelfinzicht van de organisatie. Inzicht in de karakteristieken van de eigen organisatie is bepalend bij de keuze van een meerkeuzesysteem en het invoeringsproces. Wanneer de organisatie weet wie ze is, dan zal de haalbaarheid van de organisatieverandering beter kunnen worden ingeschat.
2. weet wat ze wil bereiken met de beloning. Als de doelen van het beloningssysteem zijn vastgesteld kan op een gerichte manier naar het doel worden toegewerkt.
3. communiceert over wie ze is en over wat ze met de beloning wil bereiken. Bij de invoering van het meerkeuzesysteem is communicatie van groot belang. Een nieuw beloningssysteem kan pas slagen als men weet welke doelstelling achter de invoering van het systeem zit.
4. blijvend streeft naar ‘fit’. Een beloningssysteem dat zorgvuldig is afgestemd op doelen zal regelmatig ‘geijkt’ moeten worden als gevolg van veranderende wensen en behoeften.
Op het praktisch niveau kan het volgende worden geconcludeerd:
De organisatie zal conform de beide CAO’s twee aparte meerkeuzesystemen moeten aanbieden, waarbij wel gebruik wordt gemaakt van één geautomatiseerd systeem. De taken en bevoegdheden van de verschillende betrokken partijen zullen goed moeten worden afgestemd. Daarbij zal het lijnmanagement primair verantwoordelijk zijn voor de keuzemogelijkheden met betrekking tot het aspect ‘tijd’. Voor de andere gebieden hebben ze een verwijsfunctie naar de afdeling personeel & opleidingen en de salarisadministratie.
Uit de conclusie vloeien de volgende aanbevelingen voort:
• Koppel het beloningsbeleid aan de doelstellingen van de organisatie.
• Stem het meerkeuzesysteem af op de gerelateerde organisatie-aspecten.
• Houdt het systeem en de procedures zo simpel, helder en duidelijk mogelijk.
• Zorg dat het meerkeuzesysteem voor alle functiegroepen aantrekkelijk is.
• Voer twee afzonderlijke meerkeuzesystemen in conform beide CAO’s die worden ondersteund door één geautomatiseerd systeem.
• Besteedt voldoende aandacht aan de communicatie naar medewerkers.
Inhoudsopgave
Voorwoord Samenvatting
1. Inleiding
1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Algemene organisatiebeschrijving 3
1.2.1 Het Diaconessenhuis Meppel 1 1.2.2 Zorgcombinatie Noorderboog 2
1.2.3 Sazinon 2
1.3 Probleemverkenning 2 1.4 Theoretische perspectief 2
1.5 Probleemstelling 2
1.6 Leeswijzer 2
2. Onderzoeksmethode
2.1 Bedrijfskundig onderzoek 3
2.2 Conceptueel model 2
2.3 Het theoretisch kader 2
2.4 Onderzoeksmethoden & Gegevensbronnen 2
2.5 Analysemethoden 2
2.6 Ontwerp 2
2.7 Verandering 2
2.8 Rapportage 2
2.9 Conclusie 2
3. Het Medisch Centrum
3.1 Kenmerken van het personeelsbestand 2
3.2 Strategie 2
3.2.1 Strategie Diaconessenhuis 2 3.2.2. Strategie Zorgcombinatie Noorderboog 2
3.3 Sociaal beleid 2
3.4 Organisatieontwikkelingen 2
3.5 Omgevingsfactoren 2
3.5.1 Overheidsbeleid en wet- en regelgeving 2 3.5.2 Financiële voorwaarden 2 3.5.3 Situatie in de regio 2
3.6 Conclusie 2
DIAGNOSE
4. De Organisatie
4.1 Bedrijfsvoering 2
4.1.1 Maatschappelijke ontwikkelingen en toekomstvisie 2
4.1.2 Het strategisch beleid 2
4.2 Structuur 2
4.3 Cultuur 2
4.4 Conclusie 2
5. Beloning
5.1 De trend in het beloningslandschap 2 5.1.1Beloning in het verleden 2
5.1.2 Beloning in het heden 2
5.1.3 Beloning in de toekomst 2 5.2 Flexibiliteit in de beloning 2
5.2.1Het Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden 2 5.3 Maximalisatie van de ruilrelatie werkgever – werknemer 2 5.3.1 Beloning vanuit de werknemer 2 5.3.2 Beloning vanuit de werkgever 2 5.3.3 Fit tussen werkgever en werknemer 1
5.4 Het relatieve belang van beloning 1
5.5 Conclusie 1
6. Het Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden
6.1 Beschrijving van CAO ziekenhuizen en CAO Verpleeg- en verzorgingshuizen 1
6.2 Bronnen en doelen 1
6.2.1 Verrekening van de bronnen en de doelen 1 6.2.2 Procedures en voorwaarden rond het systeem 1
6.3 Beïnvloedende factoren 1
6.3.1 Fiscale en sociale zekerheidsaspecten 1
6.3.2 Arbeidsrecht 1
6.3.3 Collectieve pensioenregeling 1 6.3.4 Organisatorische aspecten 1 6.3.5 Financiële en administratieve aspecten 1
6.4 Conclusie 1
7. Analyse van de onderzoeksgegevens
7.1 Resultaten benchmarking 1
7.2 Analyse van bestaande onderzoeken 1
7.3 Analyse van interviews 1
7.3.1 Analyse van interviews met betrokken partijen 1 7.3.2 Analyse van interviews met medewerkers 1
7.4 Conclusie 1
8. Belonen in strategisch perspectief
8.1 Congruentie tussen organisatie en het meerkeuzesysteem 1 8.1.1Maatschappelijke ontwikkelingen en strategie 1 8.1.2Structuur 1
8.1.3Cultuur 1
8.2 De toegevoegde waarde van het meerkeuzesysteem 1 8.3 Quick-scan van de organisatie 1
8.3.1De organisatie 1
8.3.2Het beloningssysteem 1
8.3.3Het invoeringsproces 1
8.4 Conclusie 1
ONTWERP
9. Het ontwerp van het meerkeuzesysteem
9.1 Randvoorwaarden en eisen aan het ontwerp 1 9.2 Het meerkeuzesysteem inhoudelijk ontworpen 1
9.2.1 Doel van het systeem 1
9.2.2 Vaststellen van doelen en de inzet van bronnen 1
9.2.3 Bestaande regelingen 1
9.3 Activiteiten en functionele betrokkenheid 1
9.4 Condities voor implementatie en beheer 1
9.4.1 Financiële en administratieve beheersing 1
9.4.2 Informatie en communicatievoorziening 1
9.5 Plan van invoering 1
9.6 Conclusie 1
VERANDERING 10. Implementatie
10.1 Afstemming van het invoeringsproces op organisatie en meerkeuzesysteem 1 10.1.1 Fit tussen organisatie en het invoeringsproces 1 10.1.2 Fit tussen meerkeuzesysteem en het invoeringsproces 1 10.2 Veranderkundige diagnose 1
10.3 Veranderkundige aanpak 1
10.4 Conclusie 1
11. Conclusies en aanbevelingen
11.1 Resultaten van het onderzoek 1
11.2 Aanbevelingen 1
11.3 Bruikbaarheid van het onderzoek 1
Bibliografie
Bijlages
Hoofdstuk 1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het onderzoek dat in deze scriptie wordt beschreven, geïntroduceerd. Paragraaf één bevat de aanleiding van het onderzoek binnen het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog. In de tweede paragraaf wordt de samenstelling van de organisatie weergegeven, waarbij tevens wordt ingegaan op de geschiedenis van de organisatie. In paragraaf drie vindt een verkenning plaats van het probleem dat in dit onderzoek centraal staat. Dit probleem wordt vanuit een theoretisch perspectief benaderd, wat in paragraaf vier aan de orde komt. In paragraaf vijf komt de probleemstelling aan de orde, bestaande uit de vraagstelling, deelvragen, randvoorwaarden en begripsdefinities.
1.1 Aanleiding van het onderzoek
De afronding van de studie Bedrijfskunde gaf mij, door het uitvoeren van een afstudeeronderzoek, de mogelijkheid theoretische perspectieven in de praktijk toe te passen. Mijn voorkeur ging daarbij uit naar het doen van een onderzoek binnen een ziekenhuis. De reden voor de keuze van dit type organisatie is dat ziekenhuizen vaak complexe organisaties zijn waar veel verschillende functiegroepen werkzaam zijn.
Daarnaast ben ik door werkervaring enthousiast geworden voor de gezondheidszorg.
Deze factoren hebben mij ertoe gebracht om de afdeling personeel & opleidingen van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog te benaderen voor een afstudeeronderzoek.
Gezien de nadruk van Human Resource Management tijdens mijn studie spreekt het onderwerp ‘modern belonen’ mij aan. In de gezondheidszorgsector zijn naar mijn idee veel mensen niet tevreden met hun beloning. Voor mij is het daarom interessant om te kijken hoe de beloning in de gezondheidszorg kan worden verbeterd. Vanuit het Diaconessenhuis werd aangegeven dat het beloningsbeleid een actuele problematiek is omdat conform de CAO, een nieuwe vorm van belonen moet worden ingevoerd: ‘het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden’. De invoering van deze nieuwe vorm van belonen heeft grote gevolgen voor zowel de organisatie als haar medewerkers. Het is voor de organisatie belangrijk na te gaan wat de consequenties zijn van het invoeren van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Bij de invoering van een dergelijk systeem is een organisatieverandering noodzakelijk, omdat er veranderingen in de structuur en de cultuur zullen plaatsvinden. Het is daarom van belang om een oriënterend onderzoek uit te voeren naar de manier waarop het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden in de organisatie moet worden ingevoerd.
1.2 Algemene organisatiebeschrijving
In deze paragraaf wordt een algemene beschrijving van de organisatie gegeven. Er wordt
daarbij onderscheid gemaakt in de verschillende instellingen waaruit het Medisch
Centrum bestaat. Deze samenstelling is in figuur 1 weergegeven.
Figuur 1 Samenstelling van de instellingen
Het Medisch Centrum is een samenwerkingsverband tussen een aantal zorginstellingen in Meppel en omstreken. Deze naam wordt uit PR-overwegingen naar buiten toe gehanteerd en is geen op zichzelf staande rechtspersoon. Het Medisch Centrum bestaat uit drie verschillende instellingen:
- Het Diaconessenhuis Meppel - Zorgcombinatie Noorderboog - Sazinon
Het Diaconessenhuis Meppel betreft een middelgroot ziekenhuis en Zorgcombinatie Noorderboog bestaat uit een aantal verpleeg- en verzorgingshuizen. Het Diaconessenhuis, Sazinon en een aantal instellingen van Zorgcombinatie Noorderboog zijn gevestigd op een terrein aan de rand van Meppel. Deze situatie biedt de mogelijkheid tot een nauwe samenwerking tussen de instellingen. De samenwerking houdt onder andere in dat er een aantal gezamenlijke ondersteunende diensten zijn: de civiele dienst, de technische dienst, de dienst informatisering & automatisering, de economische & administratieve dienst en de dienst personeel & opleidingen. Daarnaast zijn een aantal instellingen van Zorgcombinatie Noorderboog gevestigd in de omgeving van Meppel, waarmee ook nauw wordt samengewerkt. De organogrammen van de instellingen zijn in bijlage I opgenomen.
1.2.1 Het Diaconessenhuis Meppel
Het Diaconessenhuis Meppel is een middelgroot streekziekenhuis voor de bevolking van zuidwest-Drenthe, noordwest-Overijssel en zuidoost-Friesland. Het ziekenhuis is in 1937 met 70 bedden geopend. Het Diaconessenhuis had in die tijd nog een christelijke grondslag. Voor de verpleegsters, ‘de diaconessen’, was hun beroep een roeping. Het betekende een sober leven en hard werken in dienst van het geloof. In de jaren negentig heeft de laatste diacones afscheid genomen van de organisatie, waarmee de grondslag van de organisatie is overgegaan in een inter-confessioneel karakter. Dit houdt in dat de organisatie tegenwoordig is gebaseerd op een algemene christelijke grondslag.
Medisch Centrum
Zorgcombinatie Noorderboog
Stichting Verzorgd Wonen Stichting Reggersoord –
De Schiphorst Diaconessenhuis
Zonnekamp
Sazinon
Zonnewiede Kerspelhof Neijestede
Het ziekenhuis heeft inmiddels 330 bedden en er zijn ongeveer 950 mensen in dienst.
Alle basisspecialismen zijn aanwezig en daarnaast worden bijna alle deelspecialismen aangeboden. Voor gespecialiseerde zorg wordt de patiënt doorverwezen naar een topklinisch ziekenhuis. De primaire activiteiten van het ziekenhuis zijn gericht op verpleging, verzorging en behandeling van de patiënten en daarnaast vindt er onderzoek plaats. De verpleegkundige activiteiten zijn te onderscheiden in klinische en ambulante zorg. Bij klinische zorg blijven mensen na de behandeling door de specialist in het ziekenhuis voor de verpleging en verzorging. Bij ambulante zorg vindt de verpleging plaats tijdens of direct na de behandeling door de specialist. Voor eventuele nazorg komt men opnieuw naar de polikliniek van het ziekenhuis. Naast medisch specialisten in loondienst zijn er nog ongeveer 30 vrijgevestigde medisch specialisten in het ziekenhuis werkzaam, welke veelal in een maatschap zijn verenigd. Zij huren ruimte en diensten in van het Diaconessenhuis om de patiënten te behandelen. De patiënt wordt door de huisarts doorverwezen naar een medisch specialist. Wanneer de patiënt tijdens of na de behandeling verpleging en medische verzorging nodig heeft wordt de patiënt opgenomen en een cliënt van het ziekenhuis. De medisch specialisten zijn geen losstaand orgaan binnen het ziekenhuis, maar zijn verweven in de organisatie doordat zij deel uitmaken van de medische staf. Deze medische staf hoort niet tot de strategische top van de organisatie, maar heeft op medisch gebied een adviserende rol aan de directie en het management team.
1.2.2 Zorgcombinatie Noorderboog
Op 1 september 2001 is Stichting Verpleeghuizen Reggersoord - De Schiphorst samen gaan werken met stichting Verzorgd Wonen noordwest-Overijssel. Deze samenwerking is aangegaan onder de naam ‘Zorgcombinatie Noorderboog’. De naam en het bijbehorende logo weerspiegelen het regionale karakter van de zorginstelling. De organisatie omvat de gehele regio en kan alle vormen van ouderenzorg in combinatie leveren. Zorgcombinatie Noorderboog is een koepelstichting. Formeel gezien is er geen sprake van een fusie. De onderliggende stichtingen blijven gewoon bestaan. Het toezicht en bestuur van de beide onderliggende stichtingen is overgedragen aan de koepelstichting, waardoor er één raad van toezicht en één directie is. Er wordt gebruik gemaakt van centrale ondersteunende diensten: de economisch administratieve dienst, informatisering & automatisering, de technische dienst en de dienst personeel &
opleidingen. De inhoud van de zorg moet zoveel mogelijk door de verschillende locaties zelf ingevuld worden. De reden hiervoor is dat er sprake is van verschillende culturen en omgevingen binnen de zorginstellingen.
Stichting Verpleeghuizen Reggersoord - De Schiphorst
Reggersoord is een somatisch verpleeghuis dat geopend is in 1968. Een somatisch verpleeghuis verzorgt en verpleegt mensen die op basis van lichamelijke beperking 24 uur zorg nodig hebben. Reggersoord heeft plaats voor ongeveer 160 bewoners. Het werd al snel duidelijk dat Reggersoord niet geschikt was om dementerende patiënten te
plaatsen. In 1978 werd daarom verpleeghuis De Schiphorst geopend, dat speciaal gericht
is op de psycho- geriatrische verpleging en biedt plaats aan ongeveer 156 bewoners. De
primaire activiteiten van de stichting zijn de verpleging, verzorging, behandeling en
revalidatie van hulpbehoevende ouderen en/of langdurig zieken. In beide verpleeghuizen
werken ongeveer 425 medewerkers. Hiervan zijn 225 medewerkers werkzaam in
Reggersoord en de overige 200 werken in de Schiphorst. Naast de verpleeghuisartsen en zieken-verzorgenden zijn een aantal paramedische en psychosociale diensten belast met de behandeling en zorgverlening van de patiënten. Deze zijn onder te verdelen in activiteitenbegeleiding, fysiotherapie, logopedie, maatschappelijk werk, pastoraat en psychologie.
Stichting Verzorgd Wonen
Stichting Verzorgd Wonen noordwest-Overijssel heeft enerzijds als primaire activiteit het aanbieden van een leef- en woonomgeving aan ouderen, waarbij de eigen zelfstandigheid zoveel mogelijk bevorderd en/of gehandhaafd wordt. Anderzijds wordt er zorg geboden die aansluit bij afnemende zelfredzaamheid van de cliënten. Stichting Verzorgd Wonen bestaat uit vijf verpleeg- en verzorgingshuizen in de omgeving van Steenwijk:
-Verzorgingshuis Kerspelhof te Oldemarkt -Verzorgingshuis Zonnewiede te Giethoorn -Verzorgingshuis Nijenstede te Steenwijk
-Verpleeg- en verzorgingshuis Zonnekamp te Steenwijk
Stichting Verzorgd Wonen noordwest-Overijssel biedt huisvesting aan in totaal 244 bewoners. Het verpleeghuis heeft 120 verpleegplaatsen en 14 dagbehandelingsplaatsen.
Daarnaast biedt Stichting Verzorgd Wonen 300 bejaardenaanleunwoningen aan. De stichting is in Steenwijk en omgeving één van de grootste werkgevers, met een personele bezetting van ongeveer 550 medewerkers. Net als Stichting Reggersoord - De Schiphorst kent ook Stichting Verzorgd Wonen naast de verpleeghuisartsen, verpleegkundigen en ziekenverzorgenden een aantal paramedische diensten die belast zijn met de zorgverlening.
1.2.3 Sazinon
Sazinon is een samenwerkingsverband tussen de ziekenhuizen te Coevorden /Hardenberg, Hoogeveen en Meppel. Deze stichting houdt zich bezig met Nucleaire geneeskunde en pathologie. Het laboratorium voor nucleaire geneeskunde is gevestigd in de hoofdvestiging te Meppel. Het Diaconessenhuis huurt diensten in van Sazinon en vice versa. Het Diaconessenhuis biedt ondersteunende diensten van de afdelingen personeel &
opleidingen en de economische administratieve dienst.
1.3 Probleemverkenning
Het Diaconessenhuis Meppel en de Zorgcombinatie Noorderboog hebben beide een
afzonderlijke CAO. Het Diaconessenhuis valt onder de CAO Ziekenhuizen en de
instellingen van Zorgcombinatie Noorderboog vallen onder de CAO Verpleeg- en
verzorgingshuizen. In zowel de CAO Ziekenhuizen als de CAO Verpleeg- en
verzorgingshuizen staat beschreven dat de medewerker per 1 juli 2002 gebruik kan
maken van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Het meerkeuzesysteem
arbeidsvoorwaarden is een beloningssysteem waarbij individuele medewerkers de
mogelijkheid tot beloning op maat worden geboden. Het gaat bij het meerkeuzesysteem
arbeidsvoorwaarden om het uitruilen van elementen uit het bestaande
arbeidsvoorwaardenpakket voor andere arbeidsvoorwaarden. Aan de hand van de individuele wensen en behoeften kan de medewerker zijn arbeidsvoorwaarden zelf samenstellen. De keuzemogelijkheden zijn daarbij wel afhankelijk van de grenzen van het door de organisatie aangeboden meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Voorbeelden van deze keuzemogelijkheden zijn: het inruilen van vakantiegeld voor extra vrije dagen of het inruilen van overwerkuren voor kinderopvang.
De invoering van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden vereist de nodige voorbereiding om het beloningssysteem zo goed mogelijk in de organisatie te implementeren. Deze voorbereiding houdt in dat er moet worden gekeken aan welke randvoorwaarden het systeem moet voldoen, hoe het systeem moet worden ingevoerd en op welke manier van het systeem kan worden gebruik gemaakt. Deze invoeringsproblematiek betreft een organisatie-verandering, waardoor het een goede mogelijkheid geeft om vanuit een bedrijfskundig perspectief naar het probleem en de organisatie te kijken.
Uit de probleemverkenning kan de volgende doelstelling van het onderzoek worden geformuleerd.
Doelstelling
Het geven van advies ten aanzien van de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden aan het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog.
Bij de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden zal een aantal fasen moeten worden doorlopen voordat het systeem door de organisatie in gebruik kan worden genomen. In figuur 2 worden deze fasen weergegeven.
Figuur 2 Fasen bij het ontwikkelen en implementeren van een nieuw systeem
Dit afstudeeronderzoek heeft voornamelijk betrekking op de vooronderzoeks- en ontwikkelfase uit figuur 2. Het vooronderzoek betreft een oriëntatie op de organisatie waarin tevens zal worden bekeken hoe het systeem eruit moet komen te zien. In de ontwikkelingsfase moet het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden concreet worden ontwikkeld en vormgegeven. Na deze fase moet het systeem worden geïmplementeerd en beheerd. In de beheersfase kan door middel van feedback het systeem worden aangepast.
De fasen ontwikkeling en implementatie moeten dan opnieuw worden doorlopen.
vooronderzoek ontwikkeling implementatie beheer
feedback
1.4 Theoretisch perspectief
In dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van een model die als theoretische bril voor dit onderzoek zal dienen. Langedijk (2000) heeft een model ontwikkeld op basis waarvan kan worden gekeken hoe een beloningssysteem past in een organisatie. In dit onderzoek wordt dit model, ‘het Strategisch beloningsmodel’, gebruikt om inzicht te krijgen in het belonen vanuit een strategisch perspectief. In figuur 3 is dit model weergegeven.
Figuur 3 Het Strategisch Beloningsmodel van Langedijk (2000)
De kernbegrippen bij dit model kan als volgt worden beschreven:
• De organisatie: de bestaande organisatie waarbij de aspecten structuur, cultuur en strategisch beleid een belangrijk uitgangspunt bij de invoering van een nieuw beloningssysteem zijn.
• Het beloningssysteem: het beloningssysteem wordt beschreven aan de hand van de systeemaspecten: grondslagen, ontwerp-kenmerken en toepassingseisen, welke moeten worden afgestemd op de bestaande en de beoogde organisatie.
• Het invoeringsproces: het invoeringsproces van het beloningssysteem moet daarbij worden afgestemd op de bestaande en beoogde organisatie.
• De ‘fit’: een goede afstemming tussen beloningssysteem, invoeringsproces en beoogde situatie maakt de kans van slagen van een nieuw beloningssysteem groter.
Hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande situatie.
Op basis van dit beloningsmodel zal een analyse van de organisatie plaatsvinden met betrekking tot de thema’s ‘beloningssysteem, organisatie en invoeringsproces’. Aan de hand van deze analyse kan een uitspraak worden gedaan in hoeverre er sprake is van afstemming, ‘fit’, tussen het nieuwe beloningsbeleid en de wijze waarop en de organisatie waarbinnen het beloningssysteem wordt ingevoerd. Toepassing van het model biedt de mogelijkheid van tevoren inzichtelijk te maken welke beloningsvorm en wijze van
Het beloningssysteem
De organisatie FIT
Grondslagen Ontwerp-kenmerken
Toepassing Aanleiding en doelen
Arbeids- verhoudingen Veranderings-
bereidheid Communicatie-
strategie
Effecten Impact Frequentie
Structuur Cultuur Bedrijfsvoering
Het invoeringsproces
invoeren het beste past in de onderneming op een bepaald moment. Met behulp van deze theorie is het mogelijk om de ingezette verandering te evalueren en bij te sturen.
Deze theorie is bepalend voor het onderzoek, omdat de theorie fungeert als een
‘theoretische bril’ waardoor in dit onderzoek wordt gekeken. Voor deze theorie is gekozen omdat bij de ontwikkeling van een nieuw beloningssysteem de aandacht in organisaties voornamelijk uitgaat naar de inhoud van het systeem. Naar de wijze waarop het beloningssysteem moet worden ingevoerd en de vraag of het beloningssysteem wel past bij de organisatie wordt niet of nauwelijks stilgestaan. Voor het succesvol implementeren van het nieuwe beloningssysteem is het volgens Langedijk (2000) van belang aandacht te besteden aan het beloningssysteem op zich (wat), maar ook aan de beoogde doelen met het systeem (waarom), de aard van de organisatie (waar), het invoeringsproces (hoe), de bij de invoering betrokken partijen (wie) en het moment van invoering (wanneer). Dit is een complex geheel dat aan de hand van het strategische beloningsmodel kan worden beschouwd. Op deze wijze wordt belonen in een strategisch perspectief geplaatst. In hoofdstuk drie wordt in het theoretisch kader nader op deze theorie en andere te gebruiken theorieën ingegaan. Naar aanleiding van deze theorie kan de probleemstelling van het onderzoek worden vastgesteld.
1.5 Probleemstelling
De probleemstelling van het onderzoek bestaat uit een doelstelling, een vraagstelling met de daarbij behorende deelvragen en randvoorwaarden. Uit de doelstelling van het onderzoek komt de relevantie van het onderzoek naar voren. De doelstelling van het onderzoek is al eerder in deze paragraaf aan bod gekomen, maar voor de volledigheid zal het hier nogmaals worden weergegeven. De vraagstelling formuleert de hoofdvraag die bij de doelstelling aansluit. De randvoorwaarden geven de beperkingen van het onderzoek aan.
Doelstelling
Het geven van advies ten aanzien van de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden aan het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog.
Vraagstelling
Op welke manier dient het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden te worden ontwikkeld en geïmplementeerd, teneinde een fit met de organisatie van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog na te streven?
Om antwoord te geven op deze vraag, wordt de vraagstelling in deelvragen opgesplitst.
Op deze manier kan stapsgewijs naar het antwoord van de vraagstelling worden
toegewerkt.
Deelvragen
De organisatie
1. Hoe ziet de organisatie van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog eruit?
Het beloningssysteem
2. Wat houdt het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden in?
3. Hoe past het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden binnen de ontwikkeling in het belonen?
4. Wat zijn de wensen en ideeën van de betrokken partijen met betrekking tot het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden?
5. Aan welke randvoorwaarden dient het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden te voldoen?
6. Wat zijn de consequenties van implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden voor de organisatie?
7. Hoe dient het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden inhoudelijk te worden vormgegeven?
Invoeringsproces
8. Op welke wijze dient het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden te worden geïmplementeerd?
FIT
9. Hoe past het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden in de maatschappelijke ontwikkelingen, de strategie, de structuur en de cultuur van de organisatie?
10. Welke organisatieverandering is noodzakelijk om het meerkeuzesysteem arbeids- voorwaarden in te voeren?
Toelichting op de deelvragen
In de eerste deelvraag wordt ingegaan op de structuur, cultuur en bedrijfsvoering van de organisatie, waardoor een diagnose zal plaatsvinden van de organisatie waarin het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden moet worden geïmplementeerd. Deze deelvraag zal in hoofdstuk vier worden beantwoord. Deelvraag twee gaat in op de inhoud van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden en deelvraag drie zal beschrijven hoe het past binnen de ontwikkeling in het modern belonen. Deze deelvragen zullen in hoofdstuk vijf aan bod komen. De vierde deelvraag zal een analyse opleveren van de wensen en ideeën van de verschillende betrokken partijen bij het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden.
In hoofdstuk zeven zal deze analyse worden weergegeven. Deelvraag vijf en zes gaan in op de randvoorwaarden en de consequenties van ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. Door middel van deze deelvragen wordt duidelijk binnen welke kaders het systeem moet worden ontwikkeld en geïmplementeerd.
Deelvraag zeven zal leiden tot een ontwerp van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden vanuit zowel een inhoudelijke als een procedurele invalshoek.
Deelvraag vijf, zes en zeven worden in hoofdstuk negen beantwoord. Deelvraag acht
gaat in op de implementatie van het meerkeuzesysteem. De beantwoording van deze
vraag in hoofdstuk tien gaat in op de implementatie vanuit een strategisch perspectief.
Deelvraag negen kijkt naar de aansluiting van het meerkeuzesysteem bij ontwikkelingen in de omgeving en binnen de organisatie. Dit komt in hoofdstuk acht aan bod. Tot slot wordt deelvraag tien beantwoord in hoofdstuk tien, waarin wordt ingegaan op de organisatieverandering die noodzakelijk is voor implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden.
Aggregatieniveau
De beantwoording van de deelvragen van het onderzoek heeft betrekking op twee aggregatie niveau’s. Het niveau van aggregatie geeft de mate van detaillering weer (De Leeuw, 1996). Het eerste niveau betreft het strategische aspect, waarbij vanuit een hoog aggregatieniveau wordt gekeken hoe het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden in de organisatie past en welke organisatieverandering daarbij noodzakelijk is. De deelvragen negen en tien hebben betrekking op dit aggregatieniveau. Het tweede aggregatieniveau betreft de inhoudelijke ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. De deel- vragen één tot en met acht hebben betrekking op dit
‘lagere’ aggregatieniveau.
Begripsdefinities
Aangezien in het onderzoeksverslag meerdere begrippen worden gebruikt is het belangrijk om duidelijke definities van veel gebruikte termen te geven:
• meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden: beloningsmethode waarbij medewerkers naar behoefte de samenstelling van hun arbeidsvoorwaardenpakket geregeld kunnen aanpassen door de ene arbeidsvoorwaarde voor de andere te ruilen. In het vervolg van deze scriptie zal ‘het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden’ worden aangeduid met enkel het begrip ‘meerkeuzesysteem’, om de leesbaarheid van de scriptie te vergroten.
• betrokken partijen: de ontwikkeling en invoering van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden vereist dat er verschillende organisatiegeledingen worden betrokken zoals: de afdeling personeel & opleidingen, het lijnmanagement en de salaris-admninistratie.
Voor de overige begrippen die in deze scriptie worden gebruikt, zal worden verwezen naar de begrippenlijst die in de bijlage is opgenomen.
Randvoorwaarden
Bij het opstellen van een onderzoek is het van belang om randvoorwaarden op te stellen.
De randvoorwaarden geven de beperkingen aan van onderzoeksresultaten en methoden die zijn gekozen om het onderzoek haalbaar te maken (De Leeuw, 1996). De onderstaande randvoorwaarden gelden voor het onderzoek.
• Uitgangspunt voor de invoering van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden is dat
het systeem voor de medewerker goed toegankelijk is en voor de lijnmanager, de
afdeling personeel & opleidingen en de salarisadministratie een zo laag mogelijke
werkbelasting geeft.
• De tijdsduur van het onderzoek is van 11 maart 2002 tot 1 oktober 2002. Gezien de restrictie in tijd moet rekening worden gehouden met de beperking aan diepte en breedte van het onderzoek.
• Dit onderzoek is tot stand gekomen in opdracht van het Diaconessenhuis Meppel en Zorgcombinatie Noorderboog. Dit betekent dat er een afweging gemaakt moet worden tussen de wetenschappelijke en praktische relevantie van het onderzoek.
1.6 Leeswijzer
In dit eerste hoofdstuk is ingegaan: op de aanleiding van het onderzoek, een oriëntatie op de organisatie en de verkenning van het probleem. Op basis hiervan is de probleemstelling opgesteld. Hoofdstuk twee beschrijft de opzet van dit onderzoek, waarin het onderzoeksproces wordt toegelicht. In hoofdstuk drie wordt het Diaconessenhuis en Zorgcombinatie Noorderboog beschreven aan de hand van de strategie, de organisatieontwikkelingen en omgevingsfactoren. In het volgende hoofdstuk komen de aspecten ‘bedrijfsvoering’, ‘structuur’ en ‘cultuur’ van de organisatie aan bod. Het meerkeuzesysteem wordt in hoofdstuk vijf in de context van het modern belonen geplaatst. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingen in het modern belonen en de rol van beloning in de ruilrelatie tussen werkgever en werknemer. Hoofdstuk zes geeft een analyse van de inhoud van het meerkeuzesysteem, waar wordt ingegaan op de bronnen en doelen waaruit het systeem is opgebouwd. In hoofdstuk zeven komen de resultaten die uit de onderzoeksmethode zijn gekomen aan bod. Vervolgens wordt in hoofdstuk acht het meerkeuzesysteem in een strategisch perspectief geplaatst. In dit hoofdstuk wordt vastgesteld in welke mate er een ‘fit’ bestaat tussen de organisatie, het beloningssysteem en het invoeringsproces. In hoofdstuk negen zal het ontwerp dat van het systeem is gemaakt worden weergegeven. De verandering die bij de implementatie van dit systeem noodzakelijk is, zal in hoofdstuk tien worden beschreven. In het laatste hoofdstuk worden conclusies getrokken en zullen aanbevelingen worden gedaan. Tot slot zal in de epiloog worden ingegaan op de individualisering van de maatschappij, waarvan het meerkeuzesysteem een gevolg is.
Figuur 4 Leeswijzer
H2 Onderz.
methode H1
Inleid- ing
H3 Medisch Centrum
H5 Belonen
H4 Organisatie
H6 MKA
Diagnose
H10 Implemen-
tatie
H11 Conclusie H9
Ontwerp H7
Analyse data
Analyse Ontwerp Verandering
H8 Strategisch perspectief
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethode
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de methodiek van het afstudeeronderzoek. Er zal een overzicht worden gegeven van de methode van onderzoek die toegepast zal gaan worden.
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de volgende paragrafen aanbod: bedrijfskundig onderzoek, het conceptueel model, het theoretisch kader en onderzoeksmethode &
gegevensbronnen. Daarnaast zal op de methoden van analyse, ontwerp, en verandering worden ingegaan. Dit hoofdstuk zal worden beëindigd met een beschrijving van de manier waarop de rapportage van het onderzoek zal plaatsvinden.
2.1 Bedrijfskundig onderzoek
Binnen de faculteit Bedrijfskunde in Groningen zijn vier soorten afstudeeropdrachten mogelijk. Door voor een bepaalde methodiek te kiezen wordt er een richting aan het onderzoek gegeven. Dit afstudeeronderzoek valt te typeren als een probleemoplossend onderzoek in de zin van De Leeuw (1996), waarbij hij de volgende definitie hanteert.
‘Probleemoplossend onderzoek neemt per definitie het totale probleem van een concrete klant in beschouwing. Het beoogt een antwoord te geven op de volledige kennisbehoefte voor oplossing van dat probleem’.
Het resultaat van dit type onderzoek zijn beweringen en ontwerpen. Met dit onderzoek zal daarom concrete kennis worden geleverd die gebruikt kan worden bij de ontwikkeling en implementatie van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. De Leeuw omschrijft het ontwerp als: ‘een model van een toekomstig (realiseerbaar)systeem dat in de betreffende toekomstige omgeving het verlangde gedrag vertoont’. In dit onderzoek is zowel sprake van een herontwerp van een bestaand systeem als het ontwerp van een (gedeeltelijk) nieuw systeem. In de huidige organisatie bestaan al onderdelen van het te ontwerpen systeem. Deze onderdelen zijn in een beperkte mate aanwezig, waardoor de nadruk hoofdzakelijk komt te liggen op het ontwerpen van het nieuwe systeem. In dit onderzoek zal daarom worden gesproken over het ontwerp van een nieuw systeem.
2.2 Conceptueel model
Het Probleemoplossend onderzoek kan volgens De Leeuw (1996) worden opgedeeld in
vier stappen: diagnose, ontwerp, veranderen en evalueren. In figuur 1 wordt het
conceptueel model van het onderzoek weergegeven, waarin deze vier stappen zijn
opgenomen.
De stappen die in het conceptueel model in figuur 1 zijn weergegeven, worden hieronder per stap besproken.
Stap 1 Diagnose
In deze stap wordt vastgesteld wat het probleem is waar in dit onderzoek naar zal worden gekeken. Het resultaat hiervan is de probleemstelling van het onderzoek. Er zijn bij de diagnose drie fasen te onderscheiden:
BEOORDELEN
PLURIFORM KIJKEN Benchmarking
interviews theoretische concepten
ANALYSE
Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden
Modern belonen De organisatie
TYPEREN + BEPALEN VAN RICHTING
randvoorwaarden programma van eisen D
I A G N O S E
O N T W
E R P
V E R A N D E R I N G
BESCHRIJVEN
ONTWERP
Inhoudelijk systeem Procedure
VERANDEREN/REALISEREN
Implementatie Veranderkundige diagnose
Veranderkundige aanpak
EVALUEREN