Vraag nr. 229 van 13 februari 1997
van de heer JOACHIM COENS
Illegale weekendverblijven – Dossiers knelpunten-gemeenten
In een intentieverklaring van mei 1996 tussen de minister en het Nationaal Komitee We e k e n d v e r-blijven VZW met betrekking tot de problematiek van illegaal opgetrokken weekendverblijven, e n g a-geerde de minister zich om binnen een periode van drie jaar planmatige oplossingen te vinden voor het twaalftal knelpuntengemeenten. Op gemeentelijk vlak zou bovendien in samenspraak met het colle-ge van burcolle-gemeester en schepenen naar compense-rende maatregelen voor deze verblijfsrecreatieve functies worden gezocht.
Als knelpuntengemeenten nam de minister onder meer Zedelgem met de verblijfsrecreatiezone Mer-kenveld-Baesveld in aanmerking.
Een gebied van ongeveer 20 ha bosgrond, v e r d e e l d over twee van elkaar gescheiden delen en op het gewestplan bestemd als zone voor bedrijfsrecre-a t i e, is eigendom vbedrijfsrecre-an een zeventigtbedrijfsrecre-al kleine eige-naars.
1. Welke procedure volgt de minister om tot een oplossing te komen voor knelpuntengemeen-ten ?
2. In welke fase van de procedure bevinden zich de verschillende dossiers ?
Antwoord
De bedoeling van de intentieverklaring is dat er op gemeentelijk niveau een overleg wordt opgestart. De organisatie van dit overleg is toevertrouwd aan een coördinator voor het project binnen de provin-ciale afdeling van Arohm (administratie Ruimtelij-ke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen).
Uitgangspunt voor het overleg is de planmatige benadering van de problematiek. Per gemeente wordt gezocht naar de oplossing die het best is aan-gepast aan de plaatselijke situatie. Hierbij is het belangrijk te stellen dat consensus tussen de ver-schillende partijen omtrent oplossingen een nood-zakelijke maar niet voldoende voorwaarde is opdat ik de voorstellen omzet in een beleidsbeslissing.
In elk geval dient te worden uitgegaan van de beleidsprioriteiten op het vlak van ruimtelijke ordening zoals zij zijn geformuleerd :
– vanuit de logica van het handhavingsbeleid wordt prioriteit gegeven aan het optreden in n a t u u r g e b i e d e n , p a r k g e b i e d e n , v a l l e i g e b i e d e n , o v e r s t r o m i n g s g e b i e d e n , de stroken met erf-dienstbaarheden langs de waterlopen en de lijn-infrastructuren, "het groenste groen" ;
– een inhoudelijke toetsing aan de ontwikkelings-perspectieven van het ontwerp-Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is noodzakelijk. Per knelpuntengemeente dient er tegen 1 mei 1997 een knelpuntennota te worden opgemaakt door de deelnemers aan het overleg. In eerste instantie wordt deze knelpuntennota opgemaakt om de pro-blematiek in de gemeente volledig in kaart te bren-g e n . Op basis van de inventarisatie worden de spe-cifieke knelpunten binnen de gemeente aangeduid. Indien mogelijk wordt de richting aangegeven van de manier waarop het knelpunt kan worden opge-lost.
In deze fase is het daarom te vroeg om uitspraken te doen over concrete dossiers.