en
Donderdag 23 april 1964 .__ No. 774
Liberale
w_apenschouw
(Zie pag. 8.1
Mr. Geertsema op Jaarlijkse Algemene Vergadering van de V. V.D.:
Het akkoord van Wassenaar is voor ons een één en ondeelbaar geheel
Op de Jaarlijkse Algemene Vergadering van onze Partij, gehouden op vrijdag 17 en zaterdag 18 april j.l. in ho- tel De Cocagne te Eindhoven heeft de voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de V.V.D., mr. W. J. Geert- sema, een politieke rede uitgesproken, die wij hieronder in zijn geheel laten volgen.
pen van de ambtenaren en van de werknemers in de bedrijven, de vrije beroepsbeoefenaars e.d., dan heeft dat een zeer bijzondere reden. Ik acht dat namelijk noodzakelijk, omdat ik de overtuiging heb, dat zij op het ogen- blik in de hoek zitten waar de slagen vallen, terwijl voor mij tevens vaststaat, dat de V.V.D., beter dan welke ande- re partij ook, in staat is voor hun be- langen op de bres te staan. (Applaus).
Eerder had de partijvoorzitter, ir. K. van der Pols zich met een openingsrede tot de algemene vergadering ge- wènd, die wij elders publiceren.
Mr. Geertsema sprak als volgt:
Excellenties, dames en heren,
Aan mij is dan de taak u een inz.ebt te geven in de positie, die de V.V.D.
inneemt ten opzichte van actuele politieke vraagstukken. Ik heb ernstig overwogen u deze positie te schilderen tegen de brede achtergrond van de liberale beginselen. Ik heb echter gemeend dit niet te moeten doen. Er wordt morgen reeds zoveel over deze beginselen gepraat en men kan ook van het goede te veel krijgen.
Desalniettemin zal het in een aantal gèvallen noodzakelijk zijn beginsel en practische uitwerking daarvan naast elkaar te stellen.
Aangezien over de buitenlandse politiek tussen de verschillende politieke pal'tijen in Nederland maar weinig versèhil van mening bestaat, meen ik er goed aan te doen in de beperkte tijd, die mij ter beschikking staat, de schijnwerpers maar zeer kort te richten op de buitenlandse politiek - hoe belangrijk die natuurlijk voor Nederland ook is.
Nog steeds wordt de wereld be- heerst door de tegenstellingen tus- sen het Westen en het Oosten. Van- zelfsprekend moet elke moge- lijkheid tot ontspanning wor- den aangegrepen en in dit licht be- zien moeten we het gedeeltelijke kernstop-akkoord ook toejuichen.
Maar niets wijst erop, dat het com- munisme zijn uiteindelijke doel - de wereldheerschappij - heeft la- ten varen. Een hechte westelijke al- liantie blijft dan ook nog steeds van het allergrootste belang, teneinde het zo noodzakelijke machtseven- wicht, dat de barrière vormt tussen oorlog en vrede, te handhaven.
Wij zijn daarom onze oud-voorzit- ter Stikker zo bijzonder dankbaar voor de uitnemende wijze, waarop hij de belangen van de NATO heeft gediend en wij betreuren het ten zeerste, dat hij zich om gezond- heidsredenen van zijn belangrijke
post zal moeten terugtrekken. Gaar- ne wensen wij hem het allerbeste toe. (Applaus).
Het heeft geen zin om te ontkennen, dat de politieke integratie van Europa in ernstige mate wordt belemmerd door het, wat ik zou willen noemen "solis- tische" optreden van de Franse presi- dent. Dit zal er ons echter nooit toe mo- gen brengen geen voortgang te willen maken met de functionele integratie. Het voorspoedigst verloopt deze bij de af- braak van de industriële tarieven, het moeilijkst bij het creëren van een ge- meenschappelijke landbouwpolitiek. Al- lerlei nationale groepsbelangen en elec- torale overwegingen spelen hierbij een tegenstrevende rol.
Voorts wil ik er, wellicht ten overvloe- de, nog eens op wijzen, dat wij liberalen, als voorstanders van een "open" Euro- Pa er steeds weer op zullen moeten blij- ven hameren, dat de kloof tussen de
"Zes" van de E.E.G. en de "Zeven" van de E.F.T.A. uiteindelijk zal moeten wor-
den gedicht. Veel zal daarbij ook afhan- gen van de politieke inzichten van En- geland na de komende verkiezingen.
Alleen een aldus verenigd Europa zal in staat zijn een gelijkwaardig deelge- noot te worden in een Atlantisch part- nership, zoals de ook door ons diepbe- treurde president Kennedy dat zag.
Ten slotte acht ik het nuttig er ook nog eens op te wijzen, dat elk streven binnen de E.E.G. of de E.G.K.S. om te komen tot protectie van de materiële be- langen der grote landen binnen een autarkisch gericht continentaal blok be- streden dient te worden. Een dergelijk streven is in strijd met de verdragen van Rome en het is bovendien vol- sterkt onliberaal, zodat zeer in het bij- zonder ook op ons, liberalen, de plicht rust in deze waakzaam te zijn.
Tot slot van dit deel van mijn betoog, zou ik nog een ogenblik aandacht willen besteden aan de verhouding van Neder- land en Indonesië.
Wij verheugen ons van harte over de verbeterde betrekkingen en wij achten het gesloten akkoord over de technische samenwerking een goede eerste stap, die naar wij hopen door meerdere gevolgd zal worden. Wij achten het juist, dat de regering niet geschroomd heeft om ook de bestaande financiële geschillen ter sprake te brengen en wij vertrouwen er- op, dat de regering zich er evenmin van zal laten weerhouden de Indonesische re- gering waar nodig te herinneren aan de verplichtingen, die zij op zich heeft ge- nomen bij het akkoord over Westelijk Nieuw-Guinea, zij het dat dit zal moe- ten gebeuren in een vorm, die past bij de verbeterde betrekkingen.
Ik richt mijn aandacht dan nu op het binnenland.
Volkspartii
Onze voorzitter heeft zo terecht bena- drukt, dat wij zijn een Volkspartij, een partij dus, die niet de belangen van be- paalde groepen wil dienen, omdat ze het politiek van die groepen moet hebben, maar de belangen van alle groepen, voor zover die belangen passen in het alge- meen landsbelang.
Indien ik vanavond in het bijzon- der de nadruk zal leggen op de posi-
tie van de middengroepen in onze maatschappij, d.w.z. de middenstand in de eigenlijke zin van het woord, de
kleine zelfstandigen, de middengroe- _(Zie vervolg pagina 6 en 7 J.
'T 'T f T 'f f f T T T T T T T f f 'f T i' f f T T f i 't' T f T 'f f f t. f _ f f "!'
f
f t. f t. f 'f f f T 'f 'f t t t 'f t t t t TIn het telegram, waarin onze jaarvergadering uitdntkking gaf aan haar gevoelens van aanhankelijkheid en trouw aan H.M. de Koningin en haar Huis, werd terecht de overtuiging uitgespro- ken, dat juist in deze dagen die gevoelens zeer sterk leven.
Op 30 april zal de verjaardag van de Koningin worden ge- vierel. Die dag zal ons de gelegenheid bieden door het uitsteken van de vlag en dragen van omnje de wereld te tonen, dat de moeilijke dagen, die ons Koningslmis en het NederLandse volk hebben doorgemaakt, de bancl tussen ons en het Oranje/wis nog hebben versterkt.
".l .4 .. .4 .4 ... . l l . .l .. 4
',I, ..
4 4 A. 4 4 4 4 4 4 4 4 4 ' 4 4 ... 4 4 ... 4 4 ''J.
4 ' 4 4 4 ' 4 4 ... 4 4 4 4 4 4 ...~...~
I(AMERLID CORVER BEPLEIT GOED GEFUNDEER.D I~OONSYSTEEM
Vorige week woensdag hield ons Tweede Kamerlid de heer J. C. Corver voor de radio een vraaggesprek waaraan wij het volgende ontlenen:
"Er is zo even gezegd: de groei van het productie-apparaat en de vergro- ting van de welvaart mogen niet geremd worden door een onverstandige be- lastingpolitiek. Dat is waar. Maar even waar is dat daaraan ook moet wor- den meegewerkt door een verstandig loon- en prijsbeleid. Op dat gebied is er de laatste tijd een nogal stormachtige ontwikkeling geweest.
Er zijn er velen geweest - vooral bij de oppositie, maar ook wel bij sommige vertegenwoordigers van de regeringspartijen - die critiek had- den, ernstige critiek op het loon- en prijsbeleid van het Kabinet-de Quay. Ik heb die luide critiek nooit helemaal kunnen onderschrijven.
Dat beleid namelijk, hield de gren- zen van het economisch mogelijke goed in de gaten.
Heel simpel gezegd: Men besefte dat, wanneer men de lonen wil ver- hogen, daarvoor dan ook de ruim- te, de middelen aanwezig moeten zijn. Die komen nu eenmaal niet uit de blauwe hemel vallen: die moeten verdiend worden, door harder wer- ken, door grotere doelmatigheid van werkmethode, door er alles uit te ha- len wat er in zit. De produktiviteit moest verhoogd worden.
Oude maatstaf overboord
Wat wel is gebeurd, dat hebben wij nu gezien: Wij hebben die oude maatstaf over boord gezet en zijn
nabuurlanden. Dat was gedeeltelijk wel zo, hoewel lonen in landen, die belangrijk verschillen in sociale voorzieningen en belastingsystemen heel moeilijk te vergelijken zijn.
Maar nu is de vrees niet helemaal ongegrond dat wij wel eens boven onze naburen (behalve Duitsland) zouden kunnen uitkomen. Dat zou voor onze exportpositie niet zo best zijn.
Een tweede overweging: De span- ning op de arbeidsmarkt werd te groot en daarmee nam het euvel van de zwarte lonen zo toe. Dat was waar.
Maar: vermindering van spanning op de arbeidsmarkt betekent ver- mindering van de grote vraag naar arbeidskrachten, vermindering van werkaanbod dus.
Maar laten we ons niet vergissen:
Als zo'n ontwikkeling eenmaal aan de gang is, zijn er licht allerlei fac- toren die zo'n teruggang nog weer extra stimuleren en die dan leiden tot een situatie van veel grotere ver- slapping van de arbeidsmarkt - dat is werkloosheid - dan ook maar iemand zou wensen.
Zo waren er nog meer overwegin- gen, die ik nu niet allemaal kan noe- men.
Onvoldoende ruimte
Op grond van die overwegingen zijn de lonen belangrijk verhoogd, in sommige gevallen wel 15 of 16%
alles bij elkaar. Maar daarvoor was onvoldoende ruimte, waren onvol- doende middelen aanwezig. Daar- om moesten prijzen worden ver-
hoogd.
Verhoogde lonen dus, met daar- na oplopende prijzen. Als dat zo
blijft hebben we àan onze loonsver- hogingen niet zoveel, dan kunnen we letterlijk zeggen: dan kopen we daar niet zoveel méér voor! Dan is maar een deel van die verhogingen een reële loonsverbetering en als we te ver gaan maar een heel klein deel Wij zouden dan even goed uit zijn geweest met wat minder loonsverho- ging en méér stabiliteit in de prijzen.
Daarom geloof ik dat wij op deze manier toch niet verder moeten gaan. Op een of andere manier zul- len wij terug moeten naar een ver- antwoord, een goed gefundeerd loon- systeem, waarbij de prijzen niet di- rect achter de lonen aan gaan stijgen en wij in een vicieuze cirkel terecht komen.
Een systeem, waarbij loonsverho- gingen ook reële loonsverhogingen zijn.
Daarom hield dat beleid stelselma- tig vast aan die maatstaf van pro- ductiviteitsverhoging. Wij hadden daarmee een norm voor een bewus- te en verantwoorde loonpolitiek.
Goed: er werd te veel gemillime- terd, men wilde alles te veel met een schaartje knippen, maar de grond- slag was gezond. De prijzen liepen niet belangrijk op. Ook door dege- nen, die critiek hadden op dat be- leid is nooit een reële betere grond- slag aangegeven.
MIJN OPINIE ISsw·
J. C. CORVER
een beleid gaan voeren dat in hoofd- zaak was gebaseerd op geheel ande- re overwegingen, zoals: Wij bleven met onze lonen zo achter bij onze
is tot zijn schade (naar hij van wèl aanwezigen heeft vernomen) niet ter Eind- hovense vergadering geweest. Andere plichten riepen hem elders. Tot zijn geruststelling heeft hij vernomen, dat de schade alleen tot hem beperkt is gebleven. Zijn afwezigheid veroorzaakte geen droevig-open plek in het land van Cocagne, want de zaal was vol en niemand heeft wanhopig om hem ge- roepen; niemand heeft om zijn afwezigheid zich de ogen rood-geschreid. Zo vergaat het de bescheidenen: Zijn of niet-zijn is voor hen geen zaak. Hun aan- noch afwezigheid wordt door de anderen opgemerkt.
Door een toevallige omstandigheid heb ik mijn oude vriend, de bere Meijer Sluizer, per radio, de fiolen van zijn bittere spot over Geertsema's rede over het luistervolkje horen uitstorten.
Aan anderen, meer bevoegden, om daar - zo zij dit nuttig achten - ge- detailleerde en ter zake doende aandacht aan te wijden; van mij slechts de opmerking dat ik, Sluizers schamperheden beluisterend, "een ouderwets gevoel" kreeg: dit was het dikke plankenzagen van de politieke volks- redenaar, zoals gebruikelijk in de dertiger jaren. Schrandere denk- en spreekconstructies, mooie stekeligheden, slimme conclusies - maar alle schoten en scheuten komen naast het doel terecht en de scherpe patronen komen met een dof, nauwelijks hoorbaar geluidje in het rulle zanil der verouderde demagogische techniek tot ontploffing, àls zij al tot ontr- ·:ng komen. Schietoefeningen van een oud-gediende, die het vak, zoals bLj het geleerd heeft, nog terdege verstaat, maar zoals hij het heeft geleerd - en in zijn glorietijd met bravoure en onmiskenbare kundigheid heeft beoefend - wordt het nû al lang niet meer gedaan. Dit schietwapen is verouderd;
dit wapentuig beantwoordt niet meer aan de eisen des tijds. De laatste exemplaren van dit schutterij-materiaal hebben hun weg gevonden naar de plattelandskermissen. Daar vinden zij nog emplooi - naast de aloude Kop van Jut - in de schiettent. Vijf schoten voor een gulden. De heer Sluizer heeft er handen vol guldens aan gespendeerd. Misschien heeft hij een fraai popje als prijs meegedragen van het feestterrein.
De heer Sluizer is een knap en intelligent man. Daarom heeft het töch wel een beetje verbaasd, dat hij zelf niet heeft begrepen hoe aandoenlijk- uit-de-tijd de door hem toegepaste methodiek is geworden.
Hier was een Bronbeek-mannetje aan het woord, dat in zijn tijd, de medailles die zijn borst sieren, ten volle heeft verdiend. Dat dient de te- genstander te erkennen, wil hij rechtvaardig zijn.
"Oid demagogues never die", maar zij worden relikwieën van een voor- goed-voorbije tijd.
\Veemoedige herinnering aan de kermis uit de jonge jaren van
NOGMAALS DE PERSVRIJHEID
Gaarne begin ik met mijn dank te be- tuigen voor de gedeeltelijke opname van mijn epistel met betrekking tot "pers- vrijheid" in Uw editie van 19 maart j.l.
Mag ik daarop nog even terug komen, in het bijzonder voor wat betreft Uw com- mentaar? U verwees naar de Grondwet, artikel 7 en de daarin opgenomen be- perkingen. Dit, geachte redactie, is mij bekend. Eveneens de sancties, verwerkt in het Wetboek voor Strafrecht.
De strekking van mijn schrijven had allerminst de bedoeling te pleiten voor afschaffing van de vrijheid van de druk- pers. Verre van mij. Lateri wij echter wel bedenken, dat de ontwikkeling van de maatschappij te eniger tijd verande- ring en vernieuwing van wetboeken met een meer dan eerbiedwaardige ouderdom, noodzakelijk zal maken. Dit is trouwens al gebleken.
Nu zou ik graag op mijn beurt willen verwijzen naar het beginselprogram van de V.V.D. en speciaal naar de artikelen 3 (zedelijke ontworteling en geestelijk nihilisme), 12 (nationale cultuur) en 11 { volksopvoeding moet de ernstige aan- dacht hebben van de overheid). Uit hoof- de van het gestelde in deze artikelen, waar ik mij geheel en elke V.V.D'er hoop ik, achter plaats, acht ik censuur op pers, film, televisie, radio en andere pu- bliciteitsmedia noodzakelijk.
Ik heb mij groen en geel geërgerd aan de ophef, die gemaakt werd van een film als Westside-story, die de strijd tussen twee gangsterbenden tot onderwerp had.
Deze film was een kankerbacil, zonder meer. De jeugd gaat dat na-apen. Deze Amerikaanse produkten worden hemel- hoog geprezen. Evenals de produkten van Amerikaanse en ook "rode" toneel- schrijvers, die den volke wel eens zullen tonen, boe rot de mens wel is.
Kent U b.v. het allerlaatste produkt?
Wie is bang voor Virginia Woolf? Een stuk, gebracht met formidabel acteursta- lent, maar met een inhoud, uitsluitend bestaand uit modder. Deze modder vin- den wij terug in een gedeelte van onze jeugd. Die modder kan licht van kleur zijn tengevolge van het aanprijzen van inferieure radio- en televisie-artisten voor teeners!! De kleur wordt al donkerder als de jeugd interieurs begint te vernie- len bij het optreden van een proleet in een leer pakje, wiens pad door de publi- citeit is geëffend. Bepaald zwart is de modder, opborrelend in plaatsjes als Clacton en Roermond. Als Engeland al geen bolwerk hiertegen kan vormen, Nederland dan wel?
Dat is wat ik bedoel, als ik de vraag stel: "Zijn wij wel op de goede weg met de persvrijheid?
Veel van wat er in de pers en andere media verschijnt en wordt opgehemeld onder welk motief dan ook, is in flagrante
strijd met datgene, wat de V.V.D. in haar beginselprograma heeft neergelegd.
Laten wij voor dit beslist GROTE ge- vaar onze ogen niet sluiten. Het wordt echt wel tijd, dat onze vertegenwoor- digers in de regering hier iets aan gaan doen. Artikel 7 van de Grondwet mag niet de oorzaak zijn, dat wij de put gaan dempen als het kalf reeds verdronken is.
Met veel dank voor de plaatsing, met alle hoogachting,
J. P. MEIJER
secretaris V.V.D., afd. Bussum Tegen excessen kan via het IV etboek van Strafrecht worden opgetreden. /Vij handhaven onze mening: de drukpersvrijheid is een onzer fundamentele vri;jheden, die integraal moet worden gehandhaafd.
Redactie Vrijheid en Democratie
INVIESTERINGSLOON
Het is reeds heel lang geleden, dat ik mr. P. J. Traelstra "op" de Steenweg te Utrecht zag venten met De Baanbreker, waarin toen de klassen-maatschappij scherp afgekeurd werd en misschien is dit lange tijdsverloop mede de oorzaak, dat ik de gedachtengang van de heer F.
G. van der Gun niet volgen kan, van welke een medewerker van de redactie van ons weekblad ons iets verteld heeft op bladzijde 9 van nummer 772 (9 april j.l.)
Toen ik dit gelezen had heb ik mij af- gevraagd: Stel, dat ik een jongmens dat op 1 januari jarig is, ga gelukwensen en hierbij met genoegen kon vaststellen:
"Kerel, wat ben jij in het afgelopen jaar flink opgegroeid en wat zie jij er stevig en gezond uit!" Zou de heer Van der Gun mij dan willen doen geloven, dat de ouders van de jarige en de leveran- ciers van voeding en kleding "gerechtigd"
zouden zijn een evenredig deel op te eisen van hetgeen in het afgelopen jaar in deze zo gezond opgegroeide knaap was geïnvesteerd". Zulks alleen omdat zij het hunne hiertoe hadden bijgedragen? En wanneer de uitkering van "hun" deel tot later zou zijn verschoven en de zo gezond opgroeiende knaap een prachtige plaats in onze samenleving zou hebben verwor- ven, zouden dan zijn leraren eveneens gaan mededelen? Of zou dit voorrecht slechts aan één klasse beschoren zijn?
Een onderneming heeft in onze maat- schappij een persoonlijk leven en gedraagt
zich ook als zodanig (rechtspersoon). Wat zou er van onze samenleving worden, wanneer bet vrij staat gezonde personen juist zoveel bloed af te tappen als an- deren voor hun individuele verlangens zich verbeelden nodig te hebben?
Hoe zijn de gedachten van hen, die zo- iets menen te kunnen goed praten"
A. J. S. VAN LIER
Utrecht, april 1964
:VRIJHEID EN DEMOCRATIE
TRAUMA
"' De Partij van de Arbeid lijdt nog
* * steeds aan het trauma, dat zij geen deel uitmaakt van de regering.
Uit het commentaar, dat de heer Meij- er Sluyser zaterdagavond tijdens één van de vele politieke propaganda- uurtjes van de Vara mocht geven op de rede, die mr. Geertsema de avond tevoren in Eindhoven had gehouden, :klonk slechts afgunst door op het feit dat de PvdA en niet de VVD de vorige kabinetsformatie butten spel bleef. Bij dit spel was echter het Ne- derlandse publiek als scheidsrechter opgetreden, hetgeen de Vara-commen- tator vergat. De nieuwe titel van de politieke radio-uitzendingen van de PvdA luidt: "Partijdig". Welnu, de kiezer-scheidsrechter in 1963 was on- partijdig en floot voor de vele over- tredingen, die de socialisten bij het politieke spel in de Tweede Kamer hadden begaan.
SYMPTOOM
* Nu heeft de PvdA het thans ook
* * wel moeilijk. Voor de oude socia- listische idealen is niets in de plaats ge- komen. Voor de huidige binnenlandse politiek biedt de PvdA geen enkel reëel alternatief. Een symptoom daar- van vindt men in het jongste nummer van "Paraat", haar officiële orgaan.
Daarin staan slechts bijdragen over de nucleaire medezeggenschap, De Gaulle, het andere Amerika, de ont- wapening, het Oostblok, de Spaanse burgeroorlog en de Zuidafrikaanse apartheid. Geen enkel beschouwend artikel dus over een Nederlands pro- bleem. En wie dan nog weet, dat het PSP-orgaan "Bevrijding" vorige week schreef, dat "de buitenlandse politiek van de PvdA zich in niets onderscheidt van die van de andere burgerlijke partijen", die consta.teert dat de PvdA z'n (1-mei-)ei niet kwijt kan.
"fAKKELDRAGERS"
* Mr. Geertsema heeft met zijn
* * grote politieke rede niet alleen Meijer Sluyzer, doch ook de voorma-
lige dagbladjournalist, de heer D. F.
. Houwaart kennelijk in verwarring . gebracht. Laatstgenoemde zwaait se-
dert kort de scepter bij de N.C.R.V.
·in de beleende rubriek Memo. Van deze rubriek kon men zaterdagavond j.l. een aflevering zien en beluisteren, waarin de .heer Houwaart de rede van
·mr. Geertsema vergeleek met het be- ruchte betoog, dat de voormalige fractieleider van de P.v.d.A., mr. Bur- ger,, enige jaren geleden op de z.g.
Fakkeldragersda.g van zijn partij hield, op welke dag de geforceerde vlucht van de socialisten uit de toenmalige regering werd voorbereid. Wij heb- ben altijd gemeend de heer Houwaart, die ook gemeenteraadslid voor de C.H.U. in Amersfoort is, enige poli- tieke scholing niet te kunnen ont-
zeggen~
Doch na zijn "spitvondige"
vergelijking zijn wij een beetje gaan twijfelen. Het is de heer Houwaart kennelijk ontgaan, dat ml'. Burger destijds met geheel nieuwe en gefor- ceerde politieke eisen kwam, terwijl mr. Geertsema zich slechts baseerde op uitdrukkelijk overeengekomen po- litieke gesprekken, die hun sluitstuk vonden in het accoord van Wassenaar.
De afgang van de heer Houwaart was dan ook wel volkomen, toen hij in zijn uitzending tevergeefs trachtte oud-staatssecretaris Rooivink voor zijn demagogische karretje te spannen. De heer Rooivink immers, distancieerde zich zeer duidelijk van Houwaarts scheefgetrokken vergelijking en dwong daarmee als politiek tegenstander meer respect af dan wij de heer Hou- waart zo gaarne hadden toegeschre- ven.
N(og) T(e) S(mal)
* Gedurende de jaarlijkse alge-
* * mene vergadering van de V.V.D.
schitterde de journaaldienst van de N.T.S. door afwezigheid. Dit heeft zeer velen bevreemd en geërgerd, omdat het toch steeds de gewoonte is om flitsen in woord en beeld vast te leg- gen van de hoogtijdagen van onze politieke partijen. De V.V.D. werd ditmaal door de N.T.S. om onverklaar- bare en onbegrijpelijke redenen van het t.v.scherm geweerd. Was er iets niet in orde met haar agenda of was men N(og) T(e) S(uf)?
23 APRIL 1964- PAGINA S
Openingsrede ir. K. van der Pols
Excellenties, dames en heren,
Bij de aanvang van deze algemene vergadering van de V.V.D. is het mij, uw voorzitter, een groot voorrecht u allen hartelijk welkom te heten.
Uw aller actieve belangstelling in de ontwikkeling van de partij-organi- satie en in de politieke omstandigheden is een essentiële voorwaarde voor het gezonde leven in de partij. Daarom wordt uw aller aanwezigheid hier door het bestuur op zo hoge prijs gesteld.
Op deze bijeenkomst, waar de partij de zo schaarse gelegenheid geboden wordt om gedurende één uur haar uitingen door middel van de radio onder de aandacht van het gehele Nederlandse volk te brengen, dienen wij in dat uur de grootst mogelijke efficiency te betrachten en ons dus te beperken tot datgene wat voor de luisteraars buiten deze zaal van het meeste belang is. Ik mag dus de begroeting van de genodigden nog een uur uitstellen, maar dan een uitzondering maken voor enige zeer bijzondere genodigden!
Ik doel hierbij in de eerste plaats op Zijne Excellentie, minister van Staat, prof. Oud, onze ere-voorzit- ter, voor het eerst in deze kwaliteit in ons midden. De grote belangstel- ling en actieve steun die wij na zijn aftreden van prof. Oud hebben on- dervonden stemt ons tot grote dank- baarheid. Zijn aanwezigheid hier stellen wij op hoge prijs.
Voorts verheugt het mij bijzon- der, dat onze drie ministers, hunne Excellenties Toxopeus, Witteveen en mevrouw Schouwenaar vanavond in ons midden zijn. In het verloop van mijn toespraak zal ik gelegen- heid hebben nog iets over en tot hen te zeggen.
Verder rust op mij nog de taak een gelukwens van deze plaats af uit te spreken. Wij verheugen er ons bijzonder over, dat de heer Korthals, die gedurende een lange reeks van jaren als lid van de Tweede Kamerfractie en als minis- ter van Verkeer en Waterstaat en vice-ministerpresident, belast m.et Koninkrijksaangelegenheden zulk belangrijk werk heeft verricht, thans tot één der hoogste ambten des Rijks, bet lidmaatschap van de Raad van State, is geroepen.
Hij zal hierdoor op een plaats, waar werk weinig naar buiten treedt, maar niettemin van uitzonderlijk belang voor ons staatsbestel is, zijn gaven in liberale zin weer ten dien- ste van ons land kunnen ontplooiien.
(Applaus).
Excellenties, dames en heren, Het is thans mijn taak u in kor- te woorden iets te vertellen over de ontwikkeling van de partij-organi- satie, zoals deze zich na de vorige algemene vergadering aan ons voor- doet. U weet, dat ik mij tot dit on- derwerp mag beperken, omdat de voorzitter van de Tweede Kamer- fractie, mr. Geertsema, u over de
politieke ontwikkelingen zal spre- ken.
Ik wil u dan gaarne verklaren, dat hoofdbestuur en dagelijks bestuur met frisse energie en goede moed hun taak opgevat hebben. Wij vleien ons persoon- lijk met de hoop, dat wij in de korte spanne tijds van ons optreden al heel wat werk hebben verzet. Het dagelijks bestuur vergaderde elke maand in het bijzijn van de adviseurs, de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamerfrac- tie en het hoofdbestuur is in die tijd vi~rmaal bijeen geweest, eveneens met de adviseurs. Hierbij werden de algemene problemen besproken en de voorstellen van het dagelijks bestuur in discussie ge- bracht.
Verheugende activiteit
Ir. K. v. d. Pols opent de Algemene Vergadering 1964.
ren van activiteiten op deelgebieden aan commissies. Een van de resultaten van dit commissoriaal werk, n.l. de discus- sie-nota inzake de herziening van het be- ginselprogramma, zult u morgen zelve als agendapunt ter behandeling krijgen.
Enkele andere .liberale organisaties streven er naar als onafhankelijke orga- nen de belangen van het Nederlandse li- beralisme te dienen.
Natuurlijk is het nodig, dat over en weer regelmatig contact plaats vindt. Ik ben gelukkig te kunnen vaststellen, dat dit aan beide kanten zo wordt gevoeld.
Besprekingen met de Teldersstichting en de J.O.V.D. wezen uit, dat een uitste- kende samenwerking mogelijk moet zijn.
een samenwerking in volle vrijheid dan wel te verstaan.
Het Liberaal Democratisch Centrum neemt zijn plaats binnen onze partij thans op - ik zou willen zeggen gewoon huiselijk liberale wijze - in. Het hoofd- bestuur juicht deze ontwikkeling toe, dat spreekt vanzelf.
Een onderwerp, dat onze gedachten heeft bezig gehouden en in de toekomst nog meer bezig zal houden is het uit- werken van methoden om aan onze po-
ATTENTIE
sitie van VolksparHj voor Vrijheid en Democratie meer nadruk te geven.
Sommige van onze politieke tegenstan- ders verwijten ons wel, dat wij het be- lang van bepaalde groepen nastreven.
Wij zoeken naar wegen om aan ieder- een duidelijk te maken, zoals wij allen binnen de partij dit zelf voelen, dat wij het belang van het Nederlandse volk in al zijn geledingen en groeperin- gen in onderlinge samenhang en on- derlinge vet"bondenheid willen dienen.
Excellenties, dames en heren,
Al het werk in de organisatie van de partij is geen doel op zichzelf, maar middel. Middel om de liberale gedachte in de praktische politiek te verwezenlij- ken.
Liberaal ziin
Liberaal zijn betekent verantwoorde- lijkheid willen dragen. Ik kan - geloof ik - stellen zonder vrees om tegenge- sproken te worden, dat de gehele partij achter onze deelneming in het kabinet- Marijnen staat. (Applaus).
Dat wij in het ministerie met een ster- ke, tot medeleiding geven in staat zijnde ploeg vertegenwoordigd worden is naast anderen, maar bepaald op de eerste plaats aan de minister van Binnenlandse Zaken, onze hooggewaardeerde partijge- noot, minister Toxopeus, te danken. Deze toonde zich tijdens de besprekingen over de kabinetsformatie een knap onderhan- delaar, die echte souplesse met weerga- loze, vaderlandse vasthoudendheid wist te verbinden. Wij zijn hem daarvoor uitermate dankbaar. (applaus).
Op minister Witteveen, in de V.V.D.
hooggeacht om zijn grote capaciteiten en liefde voor de liberale zaak, bouwen wij onze hoop voor een verlaging van de di- recte belastingen, die het nodige nieuwe perspectief voor een rechtvaardiger inko- mensverdeling en sneller stijgen der na- tionale welvaart openen zal. (luid ap- plaus).
Ik noem mevrouw Schouwenaar-Frans- sen het laatst. juist omdat ik op bepaalde aspecten van .haar taak een hoofdaccent leggen wil.
De Volkspartij voor Vrijheid en De- mocratie kan alleen een groter, machti- ger en ten slotte beslissende factor in het Nederlandse politieke bestel worden, wanneer zij vóór anderen de partij blijft van het koele verstand en het warme hart. Mevrouw Schouwenaar combineert deze beide gaven en wij verwachten, dat onze vrouwelijke minister tonen zal wat de V.V.D. vermag te doen ten bate van de medemens, die het minder goed gaat dan wij wel wensen. (applaus).
Het waarachtig beleven van sociaal ge- voel is een kostbare zaak. De fiscale po- litiek van minister Witteveen heeft ten doel de Nederlandse welvaart zo te ver- groten, dat de wensenlijst, die mevrouw Schouwenaar stellig heeft, op de lange duur tot uitvoering kan komen.
Ik noem alleen een sterk verbeterde zorg voor alle hulpbehoevende bejaar- den.
Soc:iale zorg
Wie wil steunen moet over middelen beschikken. Wij zien een gezonde, de welvaart stimulerende belastingpolitiek en de best mogelijke sociale zorg in de wereld voor wie de zorg werkelijk nodig hebben als onlosmakelijk met elkaar ver- bonden.
Het is in dat licht, dat wij liberalen ons politieke streven willen stellen. Het zijn de principiële uitgangspunten.
die ook door onze fracties in de prakti- sche politiek tot basis van hun beleid ge- kozen worden. De voorzitter van de Tweede Kamerfractie, de heer Geertsema, zal u op grond daarvan de politieke situa- tie schetsen, waarin naar ons oordeel wij staan, en de richting, waarin naar ons oordeel de politiek zich zal hebben te ont- wikkelen. (Daverend applaus).
ATTENTIE!
Met vreugde hebben wij de grote acti- viteit van afdelingen en centrales gecon·
stateerd, die in talloze vergaderingen de- zelfde onderwerpen aan de orde stelden, veelal voorafgegaan door een inleiding van een onzer parlementsleden. Deze openheid en uitgebreidheid van het over- leg binnen onze partij mag naar mijn mening als een zeer positieve factor wor- den gezien en komt ook het overleg in hoofdbestuur en dagelijks bestuur zeer ten goede.
Luistert op WOENSDAG 29 APRIL a.s. over de zender Hilversum II (298 m), van 18.20-18.30 uur, naar
Wij zoeken onze l'nacht in het delege·
,.DE STEM VAN DE V.V.D."
Spreekster:
Hare Excellentie Drs. J. F. SCHOUWENAAR-FRANSSEN,
minister van Maatschappelijk W'erk.
Op weg naar beterschap? (I)
Door dr. A. P. }. van der Burg
5 September 1963 is er in ons weekblad een artikel van miJn hand ver- tchenen getiteld "Ongezonde democratie - zieke partijen". Door de hoofd- redacteur en door de bijzondere medewerker "Insider" (ingewijden weten wel wie deze ervaren auteur is) werd aan dat artikel veel aandacht besteed.
De hoofdredacteur heeft mij al lang geleden bericht, dat ik nog recht had op repliek. Ik heb daar met opzet wat langer mee gewacht, omdat ik niet zoveel zin had in een polemiek van het is welles, 't is nietes. Liever wachtte ik af of er al of niet tekenen van herstel zouden komen.
Laat ik beginnen met de hoofdredacteur te bedanken voor de opneming van het hele artikel op zo'n mooie plaats. Dat was - in die dagen - moedig.
Ook ben ik erkentelijk voor de kwalificaties "vaardig en helder" en "groot en eerlijk enthousiasme".
Wat mij opviel was, dat de mensen van ons weekblad - hoewel zij het in sommige opzichten wel met mij eens waren - veel afwijzender tegen- over het artikel stonden dan vele leden van de partij buiten het weekblad.
Wanneer wij enkele belangrijke punten uit het stuk nog eens bezien, dan komen wij eerst bij de critiek op de KVP en de rol, die deze par- tij en prof. Romroe bij de laatste kabinetsformatie speelden. Mijn be- zwaren golden de onvoldoend krach- tige personen, die deze partij in het veld stuurde ·en de verwarring, die prof. Romroe m.i. stichtte. Onze hoofdredactie was het met de cri- tiek in deze lang niet eens. Maar toch stond ik niet alleen.
Minister Toxopeus zei immers in een interview met "Liberaal Re-
veil" (sept. 1963), ,.dat de onder- handelingen met de heer Romroe door een zekere onwezenlijkbeid ge- kenmerkt werden. Ik zie ons nog alle vijf zitten praten over de op- lossing van de moeilijke punten.
Als zo'n oplossing dan voor alle vijf "niet onaanvaardbaar" moet zijn, is hij daardoor net geen vlees en geen vis meer geworden".
Maar ook in KVP-kringen was men niet overal gelukkig hiermee. Het RK dagblad "Het Binnenhof"
schreef begin van dit jaar nog:
"Nadat de verkiezingsuitslag bekend was, een zeer duidelijke uitslag, bestond er geen enkele aanleiding om een informateur (Romme) te benoemen. De aanWIJzmg van een formateur uit de KVP was toen het enige juiste en ook het beste geweest. Daar- mee zou veel narigheid zijn voor- komen.
Maar het verkondigen van deze stelling roept onmiddellijk de vraag op: op grond van wiens ad- viezen heeft de Koningin besloten tot het aanwijzen van een informa- teur?"
Voor Kamerleden is prof. Rom- me natuurlijk een uiterst bekwaam ervaren staatsman. De eenvoudige burger weet echter niet wat hij aan hem heeft, men weet niet welk be- lang hij vooropstelt: dat van de Ne- derlandse Staat, de RK Kerk of de KVP.
Eén ding is wel zeker: niet zijn eigen belang. De gewone man vindt hem een gladde politicus, "geen vlees en geen vis" en deze figuren dragen er niet toe bij de politiek in de ogen van de burgerij aantrekke- lijker te maken.
Inmiddels heeft de gang van zaken de KVP ertoe gebracht de partij en de fractie te reorganiseren.
Wat de Partij van de Arbeid be- treft: de politiek van dr. Vondeling kan ik niet bewonderen. Hij is toch mede de grote promotor geweest van de loonexplosie, heel goed we- tende, dat deze prijsverhogingen onafwendbaar met zich mee zou slepen (zie de loonronden van de kabinetten Drees). Ondanks stelt hij
de regering thans verantwoordelijk voor de prijsstijgingen.
Roofbouw
Wat nu de VVD betreft geloof ik, dat wij uit de gebleken gevolgen van het tekort aan tussenmenselijke re- laties in onze partij hebben geleerd.
Ik zeg met opzet "wij", omdat de critiek zich niet alleen richtte op de partijleiding, maar ook op ons zelf.
Wij hebben in het verleden vaak te veel lasten op te weinig schouders geladen, misschien wel roofbouw ge- pleegd op enkelen. Dat was niet al- tijd door laksheid, maar ook wel eens door verschil van politiek in- zicht. Mijn jarenlange terughou- dendheid was een gevolg van een meningsverschil over een kardinaal politiek punt - Indonesië - wat nu gelukkig van de baan is.
Ter verbetering van het contact en voor een goede gang van zaken werd een reeks suggesties gegeven, waarmee ik volgens onze hoofdre- dacteur verschillende open deuren intrapte. Nu, misschien stonden die deuren dan wel open, maar daar- achter stonden wel vaak allerlei ob- stakels waaraan men zich lelijk kon stoten of waarover men een flinke smak kon maken. Ik ben blij, dat die obstakels nu worden opgeruimd.
De gedachten over een goed func- tioneren van hoofdbestuur en dage- lijks bestuur en over de samenwer- king tussen fracties en besturen blij- ken weerklank te hebben gevonden.
Het beraad b.v. tussen fracties en hoofdbestuur over het huwelijk van prinses Irene is een goed precedent.
Wij trachten een soortelijk overleg ook in de gemeenten te bevorderen.
Veel schreef ik over de organisa- tie en de leiding van de partijverga- deringen. Met blijdschap las ik in ons weekblad van 26 september '63 wat de nieuwe voorzitter hierover zei:
"Een voorzitter" aldus ir.
Van der Pols - "behoort zijn stukken, maar ook zijn mensen te kennen. Natuurlijk moet hij leiding geven. Wil hij geen dicta- tor zijn, dan zal hij zoveel moge- lijk alle meningen naar voren la- ten komen. Ook moet hij trachten besluiten te doen nemen met een zo groot mogelijke meerderheid.
Het kan zijn, dat er in een dagelijks bestuur leden zijn, die in aanmer- king komen voor taken van de feitelijke organisatie. Dan moet hij hen met die taak belasten. Ook moet men gebruik maken van ex- perts op een speciaal gebied. Ik kan mij voorstellen, dat, als b.v. in het dagelijks bestuur van de VVD een mening gevormd moet wor- den over een politiek ingewikkeld vraagstuk, men zulks doet op grond van een nota van deskundi-
gen. Hier denk ik aan de Telders- stich ting".
Het was echter ook een voorrecht de voorlaatste ledenvergadering van de VVD te Rotterdam olv prof. Oud bij te wonen. Dat was een uitste- kend georganiseerde, feilloos verlo- pende en volmaakt onpartijdig ge- leide vergadering. En tussen haak- jes wil ik hier wel over melden, dat wij niet alleen uit menselijke, maar ook uit politieke overwegin- gen zo dankbaar waren voor de be- noeming van prof. Oud tot minister van Staat, juist om wat "Het binnen- hof" schreef over de adviezen aan de Koningin.
Ingevolge de politieke tradities is het immers tot nu toe zo, dat het staatshoofd eerst zo'n half dozijn- katholieke en rode adviseurs moet hebben consulteerd alvorens de eer- ste liberale raadsman de drempel van het paleis overschrijdt. Dat mr.
Geertsema aan het instituut van mi- nister van Staat meer inhoud wil ge- ven zal zeker de instemming van on- ze partij hebben.
Moderne vergadertechniek Terugkomende op onze vergade- ringen vertrouw ik erop, gezien de
aanwezigheid in het DB van in de moderne vergadertechniek ervaren mensen als bv. de heren Van der Pols, Quarles van Ufford en Von- hoff, dat ook de schriftelijke voor- bereiding, de behandeling van de
amendementen en het uitzenden van vergaderingsboekjes met voorstellen en amendementen de volle aandacht van ons nieuwe bestuur zullen heb- ben. Met belangstelling zien wij de behandeling van ons voorstel tot re- organisatie van het partijbu- reau met een gesalarieerd directeur tegemoet.
In mijn artikel wees ik op de noodzaak om zeer tijdig te beginnen met het opstellen van onze pro- grams. Daarbij werd gepleit voor een periodieke herziening ook van het beginselprogram. "Insider"
achtte dit niet nodig, maar nu was het zo aardig, dat in het zelfde num- mer waarin mijn artikel stond de vrouwen in de VVD aldus schreven:
"Praktische toepassing, vraag- stukken van de dag, natuurlijk, daar gaat het om in het maat- schappelijk en politiek leven.
Maar wij moeten ze laten zien in het licht van onze beginselen. Die beginselen zijn het licht, de grond- slag, de achtergrond, alpha en omega van onze houdi,.,g in be- paalde zaken.
Die beginselen rnc;c.: .. ~1 dus hel- der, klaar, duidelijk vast staan voor de kiezers en voor ons allen.
De partij staat nu aan het begin van een nieuwe periode en gaat daarin met nieuwe krachten en frisse moed weer aan het werk.
Moge zij ook een geheel nieuwe aanpak vinden van een geheel an- dere kant, opdat onze beginselen, onze idealen ons volk duidelijker voor ogen zullen staan dan nu".
Een van de eerste daden van het nieuwe hoofdbestuur is geweest het instellen van een commissie ter her- ziening van het beginselprogram. Ik zou zo zeggen, dat daarmede zeer snel tegemoet is gekomen aan onze verlangens.
Sprekende over het tijdschema van de opstelling van de programs heb ik ook geprobeerd aan te geven wat men met die programs moet doen. Men moet de kiezers vooral geen knollen voor citroenen verko- pen, maar de mensen duidelijk ma- ken waar wij krachtens onze be- ginselen nooit vanaf zullen wijken en wat wij gezien de politieke mo- gelijkheden zullen trachten te ver- wezenlijken.
Hieraan voegde ik toe:
"Ook zal men misschien de demo- cratie een gunstige ontwikkeling ge- ven, wanneer men probeert voor de verkiezingen tut een opinie te komen over het vraagstuk met welke an- dere partijen men bij voorkeur aan de vorming van een kabinet zou wil- len deelnemen".
Standpunt van mr. Van Riel Mr. van Riel heeft eeri dergelijke gedachte op 26 november 1963 in de Eerste Kamer zo uitgedragen:
"Zou het geen tijd zijn om in het algemeen in de Nederlandse politiek iets duidelijker te zeggen wat men wilde? Is daarop zo veel tegen? Was er zo veel op tegen geweest, vóór de verkiezingen te stellen, dat de regeringspartijen van toen - tenzij de verkiezingen een indicatie in een andere richting geven -bereid wa- ren, te blijven samenwerken? Ik zou hierin nl. een basis zien voor een wat zuiverder handelen. Ik kan mij allerlei motieven voorstellen, waarom men zo iets niet wil zeggen.
Zo'n vreemdeling in het politiek Je- ruzalem ben ik ook niet. l\.faar of juist dit gemanoevreer voor het af- wenden van impopulariteit niet on- gunstiger is, of juist dit gemanoe- vreer uiteindelijk bepaalde bevol- kingsgroepen niet eerder van be- paalde politieke partijen vervreemdt dan het uitspreken van betrekkelijk duidelijke waarheden?"
Het allerbelangrijkste winstpunt van de afgelopen tijd is de weer- klank, die ons verlangen naar meer en beter contact tussen de partijle- den onderling en tussen de leden en de partijleiding bij onze voorman- nen heeft gevonden. Zowel minis- ter Toxopeus als de fractievoorzit- ters hebben in overeenstemmnig met het hoofdbestuur verklaard dat nau- wer contact met afdelingen en leden wordt opgenomen om zich ver- trouwd te maken met de denkbeel- den, die in de partijgeledingen leven.
Er wordt gestreefd naar een volle- dig twee-richtingverkeer, waarbij de wil van de leden tot de politieke vor- ming moet bijdragen.
Uitdrukking van dit streven waren b.v. het PBO-congres te Am- sterdam, waar de Kamerleden zich over de wensen van de partijleden konden oriënteren, de door de heer Dettmeijer en zijn medewerk(st)ers bijzonder goed georganiseerde bij- eenkomst voor Staten- en Raadsle- den, waar men een brede voorlich- ting gaf, en de reünie van de ka- mer:'·':1trale Dordrecht, waar de
fr~ ·oorzitters onvoorbereid op bekwame wijze de meest uiteenlo- pende vragen van de leden volko- men openhartig beantwoordden.
(Wordt vervolgd)
--~---~ JAARBOEKJE 1964 ~
Verschenen is het nieuwe Jaar- l
~