• No results found

Vraag nr. 144 van 28 augustus 2002 van de heer JOHAN SAUWENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 144 van 28 augustus 2002 van de heer JOHAN SAUWENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 144

van 28 augustus 2002

van de heer JOHAN SAUWENS

Overgehevelde federale ambtenaren – Loopbaan In uitvoering van het Sint-Michielsakkoord werden in 1994 een aantal ambtenaren van het federaal Ministerie van Landbouw overgeheveld naar het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. A m b t e-naren met de graad van onderbureauchef in het fe-deraal ministerie kwamen na negen jaar niveau-an-ciënniteit in aanmerking voor een bevordering tot bestuurschef en verder nog tot eerste secretaris. Bij de overheveling werden de ambtenaren met de graad van onderbureauchef ingeschaald in de graad van medewerker. De overgehevelde ambte-naren werden tewerkgesteld in de administratie L a n d- en Tu i n b o u w. Er werden hun destijds belof-tes gedaan voor de verdere uitbouw van hun car-rière.

In uitvoering van het Vlaams Personeelsstatuut kunnen ambtenaren in de graad van medewerker bevorderen tot hoofdmedewerker en recentelijk tot leidinggevend hoofdmedewerker. Binnen de administratie Land- en Tuinbouw zijn de bevorde-ringskansen vrijwel onbestaande, zodat er voor de betrokken ambtenaren – die kozen voor de over-heveling – weinig of geen carrièremogelijkheden zijn.

In uitvoering van het Lambermontakkoord zullen opnieuw ambtenaren van het federale Ministerie van Landbouw overgeheveld worden naar het Mi-nisterie van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de ambtenaren in de graad van onderbureauchef die in 1994 overgeheveld werden, ontstaat hierdoor een discriminerende situatie. I m m e r s, hun collega's "onderbureauchefs" die destijds niet overgeheveld w e r d e n , hebben hun carrière verder uitgebouwd in het federale ministerie en bekleden inmiddels de graad van bestuurschef. Wanneer deze ambtenaren overgeheveld worden, zullen zij – in uitvoering van het Vlaams Personeelsstatuut – automatisch inge-schaald worden in de graad van hoofdmedewerker. Met andere woorden, door destijds te kiezen voor de overheveling werden de betrokken ambtenaren geschaad in de uitbouw van hun loopbaan.

Worden de beloftes die in 1994 werden gedaan, n a-gekomen ?

Welke maatregelen neemt de minister om voor deze discriminerende situatie een oplossing te bie-den ?

Antwoord

Het betreft een vergelijking van de oude loopbaan bij de federale overheid met de functionele loop-baan bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap.

Inschaling

De overgehevelde personeelsleden met de graad van onderbureauchef werden ingeschaald overeen-komstig de inschalingsprocedure die voor alle per-soneelsleden van het Ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap van toepassing was. B e t r o k k e n e n werden dan ook ingeschaald in rang C1 in de graad van medewerker met salarisschaal C113. Er werd hun een salarisschaal toegekend zoals aan de ande-re personeelsleden die in dezelfde omstandigheden verkeerden (dus titularis waren van de graad van onderbureauchef).

De snelheid van het doorlopen van de loopbaan is zowel bij het Ministerie van Middenstand en Land-bouw als bij het Ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap afhankelijk van de persoonlijke anciën-niteit bij de inschaling.

Binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap kunnen personeelsleden van rang Cl zich kandidaat stellen voor bevordering naar rang C2. Aangezien er echter geen vacatures zijn in deze g r a a d , is dit in de praktijk onmogelijk. In ieder geval kan men vanuit niveau C te allen tijde deel-nemen aan een vergelijkend overgangsexamen naar niveau B en niveau A . Enkel voor bevorde-ring naar specifieke functies is wel het bezit van het vereiste diploma zoals gevraagd in de functiebe-schrijving nodig.

De bewering dat de federaal gebleven collega's on-dertussen bestuurschef geworden zijn, mag echter niet veralgemeend worden. De mogelijkheid om op federaal vlak bestuurschef te worden, was geen au-t o m a au-t i s m e. Heau-t valau-t dus nieau-t meau-t zekerheid au-te zeg-gen of de bedoelde overgehevelde personeelsleden ook effectief bevorderd geweest zouden zijn tot be-stuurschef indien ze federaal gebleven waren. Bovendien is binnen het Ministerie van de V l a a m-se Gemeenschap nog in een "extra loopbaan" voorzien die niet terug te vinden is in de federale regelgeving terzake, met name de leidinggevende functies op de niveaus B, C en D.

(2)

verhoging in graad (zonder examen maar wel met een test nopens de leidinggevende capaciteiten) vanuit zowel de tweede rang in elk niveau (bijv. C 2 ) , als de eerste rang, mits men de tweede salaris-schaal bereikt heeft (bijv. C112).

Om in deze functie benoemd of aangesteld te wor-d e n , moet men volwor-doen aan wor-de toekenningsvoor-w a a r d e, namelijk een leidinggevende taak hebben op lager niveau.

Behoud van loopbaan

Het principe van de verworven rechten van over-gehevelde personeelsleden waarborgt in geen geval de loopbaan die men genoot in het ministerie van herkomst.

De overdracht waarvan sprake gebeurde overeen-komstig het koninklijk besluit van 29 november 1993 tot vaststelling van de wijze waarop perso-neelsleden van de Nationale Dienst voor Afzet van L a n d- en Tuinbouwproducten overgaan naar de ge-westen.

In artikel 4, §1 van laatstgenoemd koninklijk be-sluit wordt bepaald dat de overgedragen perso-neelsleden hun hoedanigheid, hun graad en hun administratieve en geldelijke anciënniteit behou-d e n . Zij behoubehou-den ook behou-de toelagen, v e r g o e behou-d i n g e n of premies en andere voordelen waarop zij in de Dienst aanspraak konden maken, o v e r e e n k o m s t i g de reglementering die op hen van toepassing was. Zij behouden de voordelen verbonden aan een functie slechts in zoverre de voorwaarden voor de toekenning ervan blijven bestaan in het gewest. Naar aanleiding van het koninklijk besluit van 30 juni 1982 werd door de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Openbaar A m b t , d e heer Louis Wa l t n i e l , en de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar A m b t , de heer C h a r l e s-Ferdinand Nothomb, bij brief van 7 febru-ari 1985 een interpretatie verstrekt omtrent het be-grip "verworven rechten". In deze brief wordt onder meer vermeld dat" een "overgeplaatste" ambtenaar zijn loopbaan uitsluitend in de Diensten van de Vlaamse Regering voortzet en alleen kan bevorderd worden overeenkomstig de regelen die aldaar van toepassing zijn. Het koninklijk besluit van 30 juni 1982 en de Bijzondere Wet van 8 augus-tus 1980 waarborgen alleen het behoud van de be-zoldiging met betrekking tot het ambt dat betrok-kene bij zijn overgang bekleedde; zij waarborgen niet het behoud van de loopbaan."

Conclusie

Gelet op wat boven gesteld werd, moet op basis van de rechtlijnige praktijk in het verleden en het op het moment van de overheveling geldend APKB (bedoeld wordt het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de gemeen-s c h a p gemeen-s- en gewegemeen-stregeringen en van de collegegemeen-s van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, a l s o o k op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen) enerzijds, en op basis van het niet be-staan van verworven loopbaanrechten anderzijds, besloten worden dat de inschaling correct gebeurd is.

Hoe dan ook staan binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap nieuwe initiatieven op het getouw die uiteraard ook gelden voor overgehevel-de personeelsleovergehevel-den.

Er wordt hierbij gedacht aan het nieuw belonings-b e l e i d , waarbelonings-bij de verschillende functies belonings-binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewogen zullen worden ongeacht de huidige graad of salaris-schaal.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 1 januari 2002 werd tevens gestart met de DAC-projecten van de sectoren Cultuur en Ont- wikkelingssamenwerking : op 1 januari betrof het de projecten van door de

Omdat de Hoge Raad van Financiën zich ervan bewust was dat het moeilijk is om globaal te werken in ESR-termen en voor de gewesten en gemeenschappen te werken volgens zijn eigen

Uit de tabel kan ook afgeleid worden dat vanaf de begrotingscontrole 2002 ervoor geopteerd werd om voor elke gewestbelasting een afzon- derlijk middelenartikel te gebruiken

Vanuit deze visie heb ik ervoor gekozen om de bij- komende werkingsmiddelen gelijk te verdelen over de tien fusiecentra voor geestelijke gezondheids- zorg met één of

Het Bloso-tewerkstellingsproject topsport wordt voorgefinancierd door het Bloso, op de Bloso-begroting (inzake de loonkosten van de betrokken topsporters, inclusief

Toch beveel ik de besturen, precies uit bezorgdheid om de pensioenproblematiek en de toekomstige ontwikkeling van de gemeentefinanciën, in de be- grotingsinstructies voor 2002 en

Daarnaast houden de begrotingsinstructies voor de lokale besturen voor de jaren 2002 en 2003 expli- ciet rekening met artikel 4 van de overeenkomst van 12 december 2000 betreffende

Het aan- tal reizigers wordt opgevolgd door middel van telkaarten die door de chauffeur ontwaard wor- den bij elke opstap.. Er gebeuren tevens regel- matig steekproeven om