• No results found

Vraag nr. 28 van 4 april 2002 van de heer JOHAN SAUWENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 28 van 4 april 2002 van de heer JOHAN SAUWENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 28 van 4 april 2002

van de heer JOHAN SAUWENS Telewerk – Beleid

1. In een vrije tribune in De Standaard van 26 maart 2002 wijst de minister-president erop dat "telewerk de files zal doen krimpen".

In de vermelde tekst wordt verwezen naar een recente enquête van Insites Consulting in op-dracht van Alcatel.

Gaat het om een objectief wetenschappelijke studie ?

Alcatel is immers een betrokken partij als tele-comleverancier.

Is het de minister-president bekend dat in het Vlaams ontwerp-Mobiliteitsplan nauwelijks wordt ingegaan op telewerken ?

Is het hem ook bekend dat in het Nederlandse Nationaal Ve r k e e r s- en Vervoersplan (NVVP) geen soelaas wordt verwacht van telewerken m.b.t. de verkeersdrukte ?

2. Recentelijk werd door professor Despontin (De Morgen van 23 maart 2002) het idee gelanceerd om in Vlaanderen een onafhankelijke weten-schappelijke raad voor het regeringsbeleid op te richten.

Wordt dit idee meegenomen in het kader van de hervorming "beter bestuurlijk beleid" ?

Antwoord

1. De enquête van Insites Consulting waar ik naar v e r w e e s, gebeurde in opdracht van Alcatel en niet in opdracht van de Vlaamse regering. E e n sluitende uitspraak over de wetenschappelijk-heid is onmogelijk, daar de methodologie van het onderzoek niet is vrijgegeven. De "Manage-ment Summary" is evenwel raadpleegbaar op het internet (http://212.113.74.111/docs/Alcatel survey en.pdf).

Deze samenvatting toont dat de gegevens steu-nen op een relatief omvangrijke bevraging. D e respondentengroep bestond uit 1.097 bedienden en lagere kaderleden uit bedrijven met méér dan tien werknemers, 3 3 5 kaderleden (191 ge-neral managers en 144 human resources

managers) en 228 ICTmanagers (ICT : i n f o r m a t i e -en communicatietechnologie – red.). O n d a n k s deze relatief omvangrijke respons, kunnen de conclusies niet worden veralgemeend naar de hele Belgische arbeidsmarkt, omdat kleinere bedrijven niet in de steekproef zijn opgenomen. In het kader van het Viona-programma verleen-de verleen-de Vlaamse regering wel haar meverleen-dewerking aan het internationale colloquium op 16 en 17 april 2002 georganiseerd door HIVA omtrent de impact van ICT-toepassingen op arbeid, m e t speciale aandacht voor telewerk ( Viona : Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk A r -beidsrapportering ; H I VA : Hoger Instituut voor de Arbeid – red.). Een expertenrapport terzake wordt dit najaar opgeleverd.

Het gunstige effect van telewerken op de ver-keersdrukte wordt momenteel algemeen aan-v a a r d . Uit een recente studie aan-van Febiac (Duur-zame Mobiliteit, januari 2002, b l z . 13) blijkt dat indien beroepsactieven effectief kunnen en wil-len instappen in een systeem van flexibele werk-u r e n , een vierdagenweek en gedeeltelijk tele-w e r k e n / t h u i s tele-w e r k e n , een gevoelige daling van de verkeersdrukte kan worden verwacht tijdens de spitsuren ( Febiac : B e l g i s che Federatie van de Automobiel- en Tweewielerindustrie – red.). Hierdoor wordt, aldus Fe b i a c, het fileprobleem b e p e r k t , maar is het nog niet van de baan. A n-dere maatregelen blijven nodig, aldus het rap-p o r t . Uit de recente camrap-pagne van Kleurrijk Vlaanderen – mobiliteit, blijkt alvast dat de be-reidheid om in te stappen in systemen van tele-werken groot kan worden genoemd. Drie vierde van de respondenten is ervan overtuigd dat door één of twee dagen thuis te werken de ver-keersknoop minder strak wordt.

(2)

moeten maken (blz. 1 4 8 ) . Maar ook voor het bereiken van de andere doelstellingen is tele-werken een belangrijke maatregel, omdat hij bijdraagt tot het beheersen van het verkeersvo-lume (dragende maatregel voor zowel de doel-stelling naar veiligheid, l e e f b a a r h e i d , als naar natuur- en milieukwaliteit).

Bovendien blijkt uit het voorstel van resolutie "betreffende aanbevelingen inzake het ontwerp van Mobiliteitsplan" vanwege de Commissie voor Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van het Vlaams Parlement (Stuk 1040 (2001-2002) – Nr. 1) dat ook de Commissie veel ver-wacht van deze maatregelen. In haar aanbeve-ling wil zij het telewerken steunen en de lopen-de proefprojecten met telecentra uitbreilopen-den tot een volwaardig netwerk op Vlaams niveau. Deze aanbeveling hangt samen met de aanbeve-ling uit dezelfde nota waarbij het Vlaams Parle-ment pleit voor voldoende tijdsdifferentiatie in het woon-werkpatroon, waardoor de pieken in de mobiliteitsvraag worden afgevlakt.

Het is tevens verkeerd te suggereren dat in het Nederlandse Nationaal Verkeer en Ve r v o e r s-plan geen soelaas wordt verwacht van telewer-ken m.b. t . de verkeersdrukte. Naar analogie van het ontwerp-Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt ook hier telewerken in combinatie met flexibili-sering van werktijden als een oplossing naar voren geschoven. Dit blijkt duidelijk uit de nota "Kabinetsstandpunt NVVP, deel C", b l z . 9 , waarin expliciet wordt vermeldt dat "het rijk overlegt met werkgevers- en werknemersorga-nisatie over de mogelijkheden om zowel cen-traal als decencen-traal afspraken te maken over v e r v o e r s m a n a g e m e n t . Onderdeel van die af-spraken zal zijn het bevorderen van flexibele werktijden en teletoepassingen via de arbeids-v o o r w a a r d e n , met het oog op een betere sprei-ding van het verkeer over de hele dag".

2. Binnen het project "beter bestuurlijk beleid" wordt het model van een wetenschappelijke raad van het regeringsbeleid, zoals die in Neder-land functioneert sinds 1976, nader onderzocht. De Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een onafhankelijke raad die tot taak heeft :

a) ten behoeve van het regeringsbeleid weten-schappelijk gefundeerde informatie te ver-schaffen over ontwikkelingen die op langere termijn de samenleving kunnen beïnvloeden, en daarbij tijdig te wijzen op

tegenstrijdighe-den en te verwachten knelpunten, p r o b l e e m-stellingen te formuleren ten aanzien van de grote beleidsvraagstukken en beleidsalterna-tieven aan te geven ;

b) een wetenschappelijk gefundeerd kader te ontwikkelen dat de regering ten dienste staat voor het stellen van prioriteiten en het voe-ren van samenhangend beleid ;

c) ten aanzien van werkzaamheden op het ge-bied van toekomstonderzoek en planning op lange termijn, zowel binnen als buiten de o v e r h e i d , voorstellen te doen inzake het op-heffen van structurele tekortkomingen, h e t bevorderen van bepaalde onderzoekingen en het verbeteren van communicatie en coördi-natie.

De oprichting van een Vlaamse We t e n s c h a p p e-lijke Raad voor het Regeringsbeleid in het kader van "beter bestuurlijk beleid", zou ook in Vlaanderen een reeks voordelen kunnen ople-veren voor het beleid :

– deze raad zou zich kunnen richten op de lange termijn, werkt dus per definitie be-leidsdomeinoverschrijdend en gebruikt we-tenschappelijke inzichten ter onderbouwing van zijn adviezen ;

– de raad zou een leemte kunnen opvullen die gelaten werd bij de creatie van de themati-sche steunpunten voor beleidsrelevant we-tenschappelijk onderzoek ;

– mits een juiste positionering, zou een derge-lijke raad nauw kunnen samenwerken met de studiedienst van de Vlaamse regering, d i e opgericht wordt bij de diensten van de minis-ter-president.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De partijen FvD, BVNL, de partij voor de Zuinigheid en lijst 16 hebben niet genoeg stemmen gekregen voor een raadszetel... Grootste partij in

Na afloop van de in lid 1 van dit artikel overeengekomen periode zal deze overeenkomst tussen partijen stilzwijgend worden verlengd met eenzelfde periode van één (1) jaar,

Zorg en aandacht voor elkaar, het beschikbaar zijn voor het bespreken van zingevingvragen en het aangesproken kunnen worden op geloofszaken vormen het hart van het pastorale werk..

Hierbij gaat het (vooralsnog) om 1 Fte voor de realisatie van het programma voor Westervoort en Duiven samen. De gezamenlijke kosten hiervoor zijn dan geraamd op structureel €

De leerlingen hebben al voorkennis van bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) uitvoeren met natuurlijke en decimale getallen, wat positieve en negatieve

Het College verklaart het beroep van appellant gegrond, vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat appellant uiterlijk op 15 augustus 2020 moet voldoen aan de door

XV Jlequesten ten doel hebbende de oprigting van Landbouw- of andere ondernemingen van nijverheid. [sten Gouvernements Secretaris, dd. De wegen in en om de—worden onder de

De vergelijking op basis van de ruime leeftijds- groep laat dus moeilijk toe uitspraken te doen over de werkzaamheid van laaggeschoolden die niet meer studeren. Deze indicator laat