• No results found

P R O C E S V E R B A A L

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "P R O C E S V E R B A A L"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2300 RA Leiden T 071 527 81 18

Mondelinge uitspraak van 27 augustus 2019 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden in de zaak tussen:

[naam], appellant,

en

het bestuur van de Faculteit de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder.

Aanwezig:

mr. O. van Loon (voorzitter), dr. J.J.G.B. de Frankrijker, dr. A.M. Rademaker, M.G.A. Berk MSc,

R.A.W. van Pelt LLM(leden), mr. I.L. Schretlen (secretaris),

appellant, vergezeld van zijn moeder, [naam], en zijn vriendin, [naam],

[namen], Examencommissie.

Procesverloop

Bij besluit van 13 augustus 2019 heeft de [naam Examencommissie] namens verweerder aan appellant een negatief advies gegeven over de voortzetting van de bacheloropleiding [X], waaraan krachtens artikel 7.8b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek een afwijzing is verbonden.

(2)

19-251

Blad 2/5 Bij brief van 21 augustus 2019, ontvangen op 22 augustus 2019, heeft appellant tegen dit besluit administratief beroep bij het College ingesteld.

Verweerder heeft op 25 augustus 2019 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

Appellant heeft in het studiejaar 2018-2019 in totaal 15 ECTS behaald en daarmee niet voldaan aan de binnen de Universiteit Leiden geldende BSA-norm van 45 ECTS.

Appellant beschikt over een hinderverklaring, waarin is verklaard dat hij door persoonlijke omstandigheden het gehele studiejaar gehinderd (circa 25% minder belastbaar) is geweest bij het verrichten van studieprestaties.

Appellant heeft ter zitting aangegeven dat hij het gehele jaar hinder ondervond door psychische klachten en wegens een verminderde weerbaarheid als gevolg van de ziekte Van Pfeiffer. Hierdoor was het voor hem niet mogelijk om colleges of werkgroepen te volgen; hij sliep vrijwel de gehele dag, en was soms maar 5 uur per dag wakker. Voor zijn klachten is hij inmiddels in behandeling en zijn situatie is verbeterd. Hij vindt dat hij meer dan 25% gehinderd is geweest bij zijn studie en kan zich daarom niet vinden in de hinderverklaring. Het was voor hem

gedurende het gehele jaar vrijwel onmogelijk om te studeren. Hij voelt zich niet gehoord door de studentendecaan en er is ook geen aangepast studieplan gemaakt.

Appellant wil erg graag de opleiding [X] voortzetten. Zekerheidshalve heeft hij zich daarvoor ook aangemeld bij de [naam Universiteit]. Hij blijft echter liever in Leiden studeren, gezien de reistijd en omdat hij inmiddels gesetteld is in Leiden.

De berichtgeving over het vervolgen van de studie van verweerder was verwarrend. Volgens hem blijkt onvoldoende in hoeverre verweerder bij het besluit rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van appellant.

(3)

Blad 3/5 Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat de berichtgeving inderdaad slordig is geweest, maar dat zij bij de besluitvorming rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. Ook heeft zij daarbij betrokken het aantal door appellant behaalde studiepunten en het aantal deelgenomen tentamenkansen.

Volgens verweerder heeft appellant met de hinderverklaring weliswaar

aangetoond dat er sprake is geweest van persoonlijke omstandigheden die hem bij zijn studie hebben gehinderd, maar dat deze verklaring het tekort aan

studiepunten niet kan opheffen. Rekening houdende met de hinderverklaring zou appellant in staat moeten zijn geweest om in het studiejaar 33,75 studiepunten te halen. Appellant heeft slechts drie vakken geheel afgerond en een aantal

deelcijfers gehaald. Verder heeft hij niet voldaan aan de aan de opleiding gestelde aanvullende eis (het behalen van één van de vakken statistiek). Ook als rekening gehouden zou worden met een groter hinderpercentage, dan zou het aantal behaalde studiepunten onvoldoende zijn.

Het College stelt voorop dat verweerder in beginsel mag uitgaan van de juistheid van een door SOZ opgestelde hinderverklaring. In dit geval is het College echter onvoldoende overtuigd van de juistheid van die verklaring. Appellant heeft aangegeven dat er zowel sprake is geweest van hinder op het psychische vlak, als op lichamelijk vlak. Hij voelt zich daarin onvoldoende gehoord door de

studentendecaan. Gelet op de combinatie van de klachten én gezien de adviezen die door SOZ in andere zaken zijn uitgebracht, is het College van oordeel dat zonder nadere toelichting, die geheel ontbreekt, niet valt in te zien dat de door SOZ geconstateerde mate van hinder passend is en recht doet aan de beperkingen waarmee appellant zich geconfronteerd zag. Het College legt daarom de

hinderverklaring naast zich neer.

Dit betekent dat het beroep alleen al daarom gegrond is en dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven. Het College overweegt dat het op dit moment niet mogelijk is een oordeel te geven over de (on)geschiktheid van de student voor de opleiding. Onvoldoende duidelijk is namelijk of de problemen die appellant in het studiejaar 2018-2019 ondervond bij zijn studie, inmiddels (geheel) zijn opgelost, of dat hij daardoor nog steeds wordt gehinderd.

(4)

19-251

Blad 4/5 Daarom is het College van oordeel dat appellant in staat moet worden gesteld om het komende studiejaar te laten zien dat hij geschikt is voor de opleiding en deze binnen een redelijke termijn kan afronden.

Het College zal daarom bepalen dat aan appellant een uitgesteld studieadvies wordt verstrekt, zoals bedoeld in artikel 5.7.2 van de Regeling bindend

studieadvies. Dit betekent dat appellant een positief advies krijgt, als hij uiterlijk op 15 augustus 2020 voldoet aan de door de Universiteit Leiden gestelde BSA-norm van 45 ECTS, waaronder de voor de opleiding geldende aanvullende eisen.

(5)

Blad 5/5

Het College verklaart het beroep van appellant gegrond, vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat appellant uiterlijk op 15 augustus 2020 moet voldoen aan de door de Universiteit Leiden gestelde BSA-norm van 45 ECTS, waaronder de voor de opleiding geldende aanvullende eisen.

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en secretaris is ondertekend.

mr. O. van Loon, mr. I.L. Schretlen, voorzitter secretaris

Voor eensluidend afschrift,

Verzonden op:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij uitkeringsovereenkomsten is het uitvoerbaar om de indicatieve gevolgen voor het pensioeninkomen en de indicatieve hoogte van de afkoopwaarde te tonen als een (gewezen)

bankrekeningnummer, of niet correct zijn ingevuld, of niet ondertekend zijn, of niet zijn ontvangen door Autopermaand.nl, dan wordt dit beschouwd als het niet zijnde verlenen van

Waar het aandeel personen dat zegt zich wel eens onveilig te voelen (vaak, soms of zelden) weinig verandert, is er een duidelijke daling te zien van de personen die vaak of soms

Mol, Peter-Jan, ‘De Olympische Spelen in de Nederlandse dagbladen (1896-1996)’, in: Wilfred van Buuren en Theo Stevens (red.), Sportgeschiedenis in Nederland (Stichting

5) de voormelde dekking blijft geldig zolang de verzekerde zich bevindt onder controle van de personen of hun handlangers die de kaping uitvoeren of uitgevoerd hebben en

Build is een partij die beoogt deze 2 groepen, de vastgoedinvesteerder in huurwoningen in het middensegment en de institutionele belegger, bij elkaar te brengen met als doel

Bij een tweede visie komen er fundamentele verschillen tussen de aanpak van Dierendonck en Crepain Binst Architecture aan het licht. Dierendonck compenseert de banaliteit van de

Naast het literatuuronder oek ullen we contact opnemen met verschillende instanties die te maken hebben met on e doelgroep We focussen hierbij op instanties die te maken hebben