• No results found

Vraag nr. 53 van 17 januari 2002 van de heer JOHAN SAUWENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 53 van 17 januari 2002 van de heer JOHAN SAUWENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 53 van 17 januari 2002

van de heer JOHAN SAUWENS Startersinstrumenten – Stand van zaken

Eind 2001 heeft de Vlaamse regering 12,5 miljoen euro opzijgezet om een startersfonds op te richten. In 1984 richtte de Gewestelijke Investeringsmaat-schappij voor Vlaanderen (GIMV) Kamofin op voor de financiering van dynamische KMO's. Het Take Off Fonds (TOF) uit 1990 verstrekte kiemgeld (financiering van projecten die innovatie-ve technologieën willen commercialiseren) en star-tersfinanciering (bedoeld voor startende KMO's in traditionele sectoren).

1. Hoe hebben deze instrumenten van de GIMV zich ontwikkeld ?

Hoe succesrijk waren ze ? 2. Bestaan ze thans nog ?

Als deze instrumenten nog bestaan, zullen ze dan niet interfereren met de werking van het Vlaams Startersfonds ?

3. Als deze instrumenten niet meer bestaan, w a a r-om zijn ze dan verdwenen ?

Antwoord

1. In 1984 heeft de GIMV ten behoeve van de KMO's de financieringsmaatschappij NV Ka-mofin opgericht.

Teneinde de onafhankelijkheid van de onderne-mer te garanderen, werkte deze financierings-maatschappij met kapitaalparticipatie met te-rugkoopformule en achtergestelde leningen. D e doorsneebedragen lagen tussen 125.000 en 500.000 euro. Op jaarbasis werden er 10 tot 15 dossiers uitgevoerd. De praktijk toonde echter aan dat de gevraagde risicopremie van 2 à 3 per-cent boven de alsdan gehanteerde langetermijn-rentevoet van de NMKN het risico op faling of niet-terugbetaling onvoldoende dekte. (NMKN : Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nij -verheid – red.)

Bovendien vereisten deze dossiers een grote v o l g i n g, waardoor de verhouding tussen de op-volgingskosten en het geïnvesteerde vermogen

zwaar doorwoog. De winstgevendheid van de NV Kamofin vertoonde dan ook een dalend verloop en kon enkel via een waarborgregeling met de GIMV op peil worden gehouden.

In 1990 werd de NV Take Off Fo n d s, gericht op de startende onderneming, o p e r a t i o n e e l . Dit ge-beurde in overleg met het Vlaams Gewest. D e ervaring opgedaan met de NV Kamofin en de verwachting van een nog hoger uitvalpercenta-ge maakten dat de GIMV een beroep moest doen op de middelen van het toenmalige Fo n d s voor Innovatie en Technologie (FIT) om het ri-sico te spreiden. Op jaarbasis werden een vijf-tiental dossiers uitgevoerd, waarbij de tege-moetkomingen 75.000 à 250.000 euro bedroe-g e n . Ook hier werd een zeer laabedroe-g rendement be-haald.

Het is belangrijk erop te wijzen dat de GIMV via zijn venture-capitalactiviteiten nu actief be-trokken is bij de financiering van nieuwe tech-n o l o g i e s t a r t e r s. Het gaat meestal om starters die een snelle groei en ontwikkeling zullen kennen. 2. In 1997, vóór de beursgang van de NV GIMV,

werd een overeenkomst gesloten tussen de GIMV en het Vlaams Gewest waarbij eerstge-noemde de FIT-middelen overname tegen een d i s c o u n t . Hierdoor werd de financiering van de NV Take Off Fonds een loutere GIMV- a a n g e l e-g e n h e i d . De beursnoterine-g van de GIMV bracht tevens een strategiewijziging met zich mee, waardoor GIMV zich meer ging concentreren op het verschaffen van grotere bedragen en op t e c h n o l o g i e s t a r t e r s. Tussen 1997 en 1999 werden de activiteiten van de NV Kamofin en de NV TO F, die zich meer op traditionele starters r i c h t t e n , dan ook teruggeschroefd. Teneinde de G I M V-structuur transparanter te maken, s l o r p-te de GIMV in 1999 de NV Kamofin en de NV TOF op en nam ze hun portefeuilles over. N V Kamofin en NV TOF hielden dan ook op te be-staan als juridische entiteit.

De gehanteerde producten worden niet meer a a n g e b o d e n , waardoor kan worden gesteld dat er geen interferentie kan zijn met de werking van het nog op te richten Vlaams Startersfonds. 3. Het hoge risicoprofiel van de te financieren

(2)

beursgeno-teerde onderneming, dan vormt dit laag rende-ment een hinderpaal voor het financieren van traditionele starters.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 1 januari 2002 werd tevens gestart met de DAC-projecten van de sectoren Cultuur en Ont- wikkelingssamenwerking : op 1 januari betrof het de projecten van door de

Omdat de Hoge Raad van Financiën zich ervan bewust was dat het moeilijk is om globaal te werken in ESR-termen en voor de gewesten en gemeenschappen te werken volgens zijn eigen

Uit de tabel kan ook afgeleid worden dat vanaf de begrotingscontrole 2002 ervoor geopteerd werd om voor elke gewestbelasting een afzon- derlijk middelenartikel te gebruiken

Vanuit deze visie heb ik ervoor gekozen om de bij- komende werkingsmiddelen gelijk te verdelen over de tien fusiecentra voor geestelijke gezondheids- zorg met één of

Overgehevelde federale ambtenaren – Loopbaan In uitvoering van het Sint-Michielsakkoord werden in 1994 een aantal ambtenaren van het federaal Ministerie van Landbouw

Het Bloso-tewerkstellingsproject topsport wordt voorgefinancierd door het Bloso, op de Bloso-begroting (inzake de loonkosten van de betrokken topsporters, inclusief

Toch beveel ik de besturen, precies uit bezorgdheid om de pensioenproblematiek en de toekomstige ontwikkeling van de gemeentefinanciën, in de be- grotingsinstructies voor 2002 en

Daarnaast houden de begrotingsinstructies voor de lokale besturen voor de jaren 2002 en 2003 expli- ciet rekening met artikel 4 van de overeenkomst van 12 december 2000 betreffende