• No results found

EUROPEES PARLEMENT. Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EUROPEES PARLEMENT. Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD\721900NL.doc PE402.930v02-00

NL NL

EUROPEES PARLEMENT

2004



2009 Commissie economische en monetaire zaken

2007/0192(CNS) 8.5.2008

ADVIES

van de Commissie economische en monetaire zaken

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (COM(2007)0525 – C6-0431/2007 – 2007/0192(CNS))

Rapporteur voor advies: Manuel António dos Santos

(2)

PE402.930v02-00 2/9 AD\721900NL.doc

NL

PA_Legam

(3)

AD\721900NL.doc 3/9 PE402.930v02-00

NL

BEKNOPTE MOTIVERING Achtergrond

In 2007 werden in totaal 561.000 valse bankbiljetten en 211.100 valse munten uit omloop genomen. Deze aantallen zijn marginaal ten aanzien van het totale aantal echte

eurobankbiljetten en -munten die in omloop zijn (respectievelijk 11,4 miljard en 75 miljard).

De overgrote meerderheid (96%) van de in de tweede helft van 2007 in beslag genomen valse bankbiljetten werd ontdekt in landen van de eurozone (circa 3,5% in EU-lidstaten buiten de eurozone en rond 0,5% in andere delen van de wereld).

Huidig wetgevingskader

Om de rechtsbescherming van eurobankbiljetten en -munten te versterken met het oog op hun invoering op 1 januari 2002, werden destijds twee verordeningen goedgekeurd: verordening 1338/2001, die steunt op artikel 123, lid 4 van het EG-Verdrag, is van toepassing op de lidstaten die de euro als munteenheid hebben aangenomen. Een parallelle verordening (1339/2001), die steunt op artikel 308 van het EG-Verdrag, breidt de bepalingen van

verordening 1338/2001 uit tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben ingevoerd.

Met verordening 1338/2001 wordt beoogd de euro een hoog niveau van bescherming te bieden tegen vervalsing en valsemunterij. Deze verordening heeft betrekking op de

verwerking van technische en statistische gegevens over valse bankbiljetten en valse munten (methoden en technische kenmerken van het vervaardigingsproces, in beslag genomen hoeveelheden, enz.), de verwerking van operationele en strategische gegevens, en

samenwerking en wederzijdse bijstand tussen EU-lidstaten, -organen en -instellingen, derde landen en internationale organisaties (met name Europol).

De verordening verplicht kredietinstellingen en andere instellingen die bankbiljetten en munten verwerken en aan het publiek verstrekken ertoe alle eurobankbiljetten en -munten die zij ontvangen en waarvan zij weten of ten aanzien waarvan zij voldoende redenen hebben om te vermoeden dat zij vals zijn, uit circulatie te nemen. Zij dienen ze onverwijld in te leveren bij de bevoegde nationale autoriteiten. Elke lidstaat dient de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat instellingen die hun verplichtingen niet nakomen, kunnen worden

onderworpen aan doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (COM(2007)525)

Het voorstel tot wijziging van verordening 1338/2001 omvat:

- de specifieke toestemming om valse eurobankbiljetten (artikel 4) en valse euromunten (artikel 5) te vervoeren met het oog op het afstellen van de machines die worden gebruikt voor het verifiëren van de echtheid van bankbiljetten en munten, wat thans op EU-niveau nog niet is toegestaan;

- de afschaffing van de verplichting voor het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC) gegevens mede te delen aan de Commissie, aangezien het ETWC, dat

(4)

PE402.930v02-00 4/9 AD\721900NL.doc

NL

zijn taken op tijdelijke basis bij de Franse Munt vervulde, thans permanent is ondergebracht bij het Antifraudebureau (OLAF) van de Commissie (artikel 5);

- een uitdrukkelijke verplichting voor krediet- en andere betrokken instellingen om

ontvangen eurobankbiljetten en -munten op echtheid te controleren voordat zij deze terug in omloop brengen, overeenkomstig de procedures die door de ECB en de Commissie respectievelijk voor eurobankbiljetten en –munten zijn vastgesteld (artikel 6). In het oorspronkelijke Commissievoorstel voor verordening 1338/2001 was reeds voorzien in een dergelijke verplichting, maar daarvan werd uiteindelijk afgezien, met name omdat nog geen uniforme en doeltreffende methoden waren overeengekomen voor het opsporen van vervalsingen. De bepalingen die de voorgestelde verplichtingen opleggen zullen uiterlijk op 31 december 2009 worden aangenomen. De krediet- en andere betrokken instellingen krijgen aldus de tijd om hun interne werkmethoden en hun apparatuur aan te passen.

AMENDEMENTEN

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement 1

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

(2) Het is van belang te waarborgen dat de eurobankbiljetten en –munten die in omloop zijn, echt zijn. Er zijn thans methoden beschikbaar die

kredietinstellingen en andere betrokken instellingen in staat stellen om ontvangen eurobankbiljetten en –munten op echtheid te controleren voordat deze opnieuw in omloop worden gebracht. De bedoelde instellingen hebben tijd nodig om hun interne werkmethoden aan te passen teneinde aan de verplichting tot het uitvoeren van een echtheidscontrole te voldoen.

(2) Het is van belang te waarborgen dat de eurobankbiljetten en –munten die in omloop zijn, echt zijn. Er zijn thans methoden beschikbaar die

kredietinstellingen en andere betrokken instellingen in staat stellen om ontvangen eurobankbiljetten en –munten op echtheid en geschiktheid voor circulatie te

controleren voordat deze opnieuw in omloop worden gebracht. De bedoelde instellingen hebben tijd nodig om hun interne werkmethoden aan te passen teneinde aan de verplichting tot het

uitvoeren van een controle op echtheid en geschiktheid voor circulatie te voldoen.

Motivering

De vastgestelde normen dienen betrekking te hebben op de controles op zowel de geschiktheid

(5)

AD\721900NL.doc 5/9 PE402.930v02-00

NL

voor circulatie als de echtheid van eurobankbiljetten en –munten. Dit dient duidelijk te worden gemaakt in de voorgestelde verordening.

Amendement 2

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

(2 bis) Om te garanderen dat de

kredietinstellingen en andere betrokken instellingen kunnen voldoen aan de verplichting tot het uitvoeren van een controle op de echtheid van

eurobankbiljetten en –munten en hun geschiktheid voor circulatie, dienen voor deze controles technische procedures en normen te worden vastgesteld. Artikel 106, lid 1 van het Verdrag verleent de Europese Centrale Bank de bevoegdheid dergelijke normen vast te stellen voor eurobankbiljetten. Wat euromunten betreft zijn de Commissie soortgelijke bevoegdheden verleend op grond van artikel 211 van het Verdrag.

Motivering

De ECB heeft reeds een kader vastgesteld voor de opsporing van valse bankbiljetten, teneinde de haar door artikel 106, lid 1 van het Verdrag en artikel 16 van het statuut van het ESCB en de ECB toegewezen verantwoordelijkheden, namelijk de integriteit en de beveiliging van in omloop zijnde eurobankbiljetten te garanderen, na te komen. Wat euromunten betreft heeft de Commissie reeds de aanbeveling van mei 2005 betreffende de echtheidscontrole van

euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie aangenomen.

Amendement 3

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 1338/2001 Artikel 6 – lid 1

(6)

PE402.930v02-00 6/9 AD\721900NL.doc

NL

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

1. De kredietinstellingen, alsmede alle andere instellingen die beroepshalve deelnemen aan de verwerking en verstrekking aan het publiek van

bankbiljetten en munten, met inbegrip van de instellingen waarvan de activiteit bestaat in het wisselen van bankbiljetten of munten van verschillende valuta's, zoals

wisselkantoren, hebben de verplichting om alle ontvangen eurobankbiljetten en - munten op echtheid te controleren voordat deze opnieuw in omloop worden gebracht.

Deze controle wordt verricht

overeenkomstig de procedures die door de Europese Centrale Bank en door de Commissie voor respectievelijk eurobankbiljetten en –munten worden vastgesteld.

1. De kredietinstellingen, alsmede alle andere economische actoren die deelnemen aan de verwerking en verstrekking aan het publiek van

bankbiljetten en munten, met inbegrip van:

- de instellingen waarvan de

beroepsactiviteit bestaat in het wisselen van bankbiljetten of munten van

verschillende valuta's, zoals wisselkantoren, en

- economische actoren die als subsidiaire activiteit deelnemen aan de verwerking en verstrekking aan het publiek van

bankbiljetten via geldautomaten,

hebben de verplichting om alle ontvangen eurobankbiljetten en -munten op echtheid en geschiktheid voor circulatie te

controleren voordat deze opnieuw in omloop worden gebracht. Deze controle op echtheid en geschiktheid voor circulatie wordt verricht overeenkomstig de

procedures die door de Europese Centrale Bank en door de Commissie voor

respectievelijk eurobankbiljetten en – munten worden vastgesteld, conform de respectieve bevoegdheden van deze instellingen en rekening houdend met de specifieke eigenschappen van

eurobankbiljetten en -munten.

De in de eerste alinea bedoelde De in de eerste alinea bedoelde

(7)

AD\721900NL.doc 7/9 PE402.930v02-00

NL

instellingen zijn verplicht om alle ontvangen eurobankbiljetten en –munten waarvan zij weten of voldoende redenen hebben om te vermoeden dat deze vals zijn, uit omloop te nemen. Zij leveren die onverwijld in bij de bevoegde nationale autoriteiten.

kredietinstellingen en andere

economische actoren zijn verplicht om alle ontvangen eurobankbiljetten en –munten waarvan zij weten of voldoende redenen hebben om te vermoeden dat deze vals zijn, uit omloop te nemen. Zij leveren die onverwijld in bij de bevoegde nationale autoriteiten.

Motivering

Er dient duidelijk te worden gesteld dat de ECB, om haar mandaat betreffende de uitgifte van bankbiljetten na te komen, de integriteit en de beveiliging van in omloop zijnde

eurobankbiljetten dient te garanderen, zodat het publiek vertrouwen heeft in

eurobankbiljetten. Indien alleen wordt voorzien in de mogelijkheid een aanbeveling te doen aan de Commissie, dan zal dit de onafhankelijkheid van de ECB ter zake ernstig ondermijnen.

Amendement 4

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 1338/2001 Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

3. In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea van dit lid worden de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor de toepassing van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel uiterlijk 31 december 2009 aangenomen.

Zij stellen de Commissie en de Europese Centrale Bank onverwijld daarvan in kennis.

3. In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea van dit lid worden de wettelijke en bestuursrechtelijke

maatregelen voor de toepassing van de in de eerste alinea van lid 1 bedoelde

procedures aangenomen binnen de in deze procedures vastgestelde termijnen. De lidstaten stellen de Commissie en de Europese Centrale Bank onverwijld daarvan in kennis.

Motivering

De voorgestelde termijn van 2009 biedt niet genoeg flexibiliteit om de maatregel ten uitvoer te leggen, met name gezien de migratiekosten en de kosten van vervaardiging en aanschaf van nieuwe detectors. Deze termijn dient te worden geschrapt. De termijnen dienen te worden bepaald op grond van de door de ECB en de Commissie vastgestelde procedures, zodat de voorgestelde verordening correct en volledig ten uitvoer kan worden gelegd.

(8)

PE402.930v02-00 8/9 AD\721900NL.doc

NL

Amendement 5

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 2 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

De in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 bedoelde procedures zijn van toepassing in de deelnemende lidstaten zoals bepaald in artikel 6, lid 3, alinea 2 ervan.

Motivering

Er dient duidelijk te worden gesteld dat wanneer artikel 6, lid 1, van de gewijzigde verordening (EG) nr. 1338/2001 wordt uitgebreid tot lidstaten die niet tot de eurozone behoren, de ECB bevoegd is om een besluit te nemen over de tenuitvoerlegging van haar procedures met betrekking tot eurobankbiljetten. De ECB heeft in juli 2006 besloten dat deze procedures van toepassing zullen zijn in nieuwe deelnemende lidstaten zodra zij de euro invoeren.

(9)

AD\721900NL.doc 9/9 PE402.930v02-00

NL

PROCEDURE

Titel Bescherming van de euro tegen valsemunterij

Document- en procedurenummers COM(2007)0525 – C6-0431/2007 – 2007/0192(CNS) Commissie ten principale LIBE

Advies uitgebracht door Datum bekendmaking

ECON 29.11.2007 Rapporteur voor advies

Datum benoeming

Manuel António dos Santos

23.10.2007

Behandeling in de commissie 8.4.2008 6.5.2008

Datum goedkeuring 6.5.2008

Uitslag eindstemming +:

–:

0:

35 0 0

Bij de eindstemming aanwezige leden Mariela Velichkova Baeva, Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Manuel António dos Santos, Jonathan Evans, Elisa Ferreira, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Gottardi, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in ‘t Veld, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Guntars Krasts, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Florencio Luque Aguilar, Gay Mitchell, John Purvis, Alexander Radwan, Bernhard Rapkay, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Ieke van den Burg

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Valdis Dombrovskis, Harald Ettl, Ján Hudacký, Alain Lipietz, Diamanto Manolakou, Gianni Pittella, Bilyana Ilieva Raeva, Andreas Schwab

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

verwelkomt het verbeterde wettelijk kader voor de bescherming van kinderen in Bulgarije en verwacht een aanzienlijke verbetering in de levensomstandigheden van de kinderen

is van mening dat diepe, liquide, open, transparante en goed gereguleerde financiële markten de economische groei kunnen bevorderen, dat de Chinese effectenhandel en het bank-

ontvangen eurobankbiljetten en -munten op echtheid te controleren voordat zij deze terug in omloop brengen, overeenkomstig de procedures die door de ECB en de Commissie

1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en

verzoekt de Commissie en de lidstaten om in het kader van de strategie de synergie tussen wetenschappelijk en technologisch onderzoek enerzijds, met name ten aanzien van nieuwe

Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure

Sprekers: Wolf Klinz, Sirpa Pietikäinen, Gay Mitchell, Udo Bullmann, Pascal Canfin, Derk Jan Eppink, Edward Scicluna, Sven Giegold, Syed Kamall, Antolín Sánchez

Zaak: Nota naar aanleiding van het (nader) verslag - minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A... Agendapunt: Herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het