• No results found

Kwaliteitsplan 2020 TSN Verpleging & Verzorging. Versie 1.0

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kwaliteitsplan 2020 TSN Verpleging & Verzorging. Versie 1.0"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kwaliteitsplan 2020 TSN Verpleging & Verzorging

Versie 1.0

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 3

Profiel Zorgorganisatie ... 4

2.1 Beschrijving zorgvisie en kernwaarden ... 4

2.1.1 Visie ... 4

2.1.2 Kernwaarden ... 4

2.2 Structuur en type zorgverlening ... 5

2.3 Enkele gegevens over de cliënten en doelgroepen ... 6

Profiel personeelssamenstelling... 7

3.1 Personeelssamenstelling ... 7

3.2 In-, uit- en doorstroomcijfers ... 8

Situatie, plannen en voornemens ... 9

4.1 Persoonsgerichte zorg ... 9

4.1.1 Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet ... 9

4.1.2 Iedere cliënt uniek ... 9

4.1.3 Familiezorg ... 10

4.1.4 Voorkomen en/of verkorten van zorg buiten de eigen leefomgeving ... 10

4.1.5 Preventie ... 11

4.1.6 Zelfredzaamheid ... 12

4.1.7 Multidisciplinaire aanpak ... 12

4.1.8 Verantwoord thuis wonen ... 13

4.1.9 Wonen en welzijn ... 13

4.2 Basisveiligheid ... 13

4.2.1 Bevoegd en bekwaam ... 14

4.2.2 Medicatieveiligheid ... 14

4.2.3 Cliënttevredenheid ... 16

4.2.4 Medewerkerveiligheid ... 16

4.3 Professionaliteit ... 17

4.3.1 Persoonlijke ontwikkeling ... 17

4.3.2 Opleiding, deskundigheidsbevordering en intervisie ... 17

4.3.3 (Collegiale) Audits ... 18

4.4 Organisatorische randvoorwaarden ... 18

4.4.1 Leiderschap, Governance en medezeggenschap ... 18

4.4.2 Gebruik van informatie en hulpbronnen ... 20

4.4.3 Inzet van technologische innnovatie ... 20

Verbeterplan ... 22

(3)

Inleiding

Voor u ligt het kwaliteitsplan 2020 voor de wijkverpleging van TSN Verzorging en Verpleging B.V. Hierin is integraal opgenomen het kwaliteitsplan voor de extramurale WLZ. Deze zorg wordt door onze zorgverleners in de wijkteams geleverd. We willen voor onze cliënten en zorgverleners in de wijk één duidelijk kwaliteitsplan 2020 presenteren om de gezondheid en het welbevinden van onze cliënten verder te verbeteren ongeacht de financieringsvorm waaruit deze bekostigd wordt. Het kwaliteitsplan signaleert daarbij ook de verbeterpunten.

(4)

Profiel Zorgorganisatie

2.1 Beschrijving zorgvisie en kernwaarden

2.1.1 Visie

TSN wil de verbindende zorgaanbieder in de wijk zijn. We focussen ons hierbij op de gezondheid en het welbevinden van de cliënt én zijn omgeving. We zetten ons in om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, te behouden en waar mogelijk te herstellen. Dit doen we door de (preventieve) zorg samen met de cliënt passend en proactief en integraal vorm te geven. We betrekken de omgeving van de cliënt, de familiezorgers, nadrukkelijk bij de zorgplanning en communicatie. We zijn de specialist in het lokaal organiseren en regisseren van het zorg- en ondersteuningsaanbod. We bewegen ons daarvoor continu in de wijk zodat we de vraag en het aanbod vroegtijdig signaleren en (preventieve) interventies opstarten. Door kwetsbaarheid of andere indicatoren tijdig te onderkennen kunnen we onze cliënten helpen om langer de regie over hun eigen leven te houden. Door de zorg integraal te benaderen kunnen onze wijkverpleegkundigen de samenhang in de zorg bewaken, waarbij een goede regie en samenwerking met ketenpartners noodzakelijk is.

Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet is ons leidende uitgangspunt. We geloven dat cliënten kwalitatief hoogwaardige integrale zorg verdienen van onze wijkteams die bekend zijn in de woonomgeving van onze cliënten. Onze specialistische zorgteams of ketenpartners ondersteunen hierbij om cliënten ook meer specifieke zorg thuis te kunnen bieden. We geloven namelijk dat veel ziekenhuiszorg thuis gegeven kan worden. TSN wil daarom actief bijdragen om onnodige ziekenhuisopnames en -bezoeken te voorkomen door inzet van ziekenhuiszorg thuis, en in te zetten om het gebruik van innovatieve oplossingen. We lopen voorop bij het initiëren van samenwerkingen die de kwaliteit verbeteren en de zorgkosten verlagen.

2.1.2 Kernwaarden

Jij bent Uniek. Onze cliënten krijgen de juiste mensgerichte en liefdevolle zorg dankzij de kennis, vitaliteit en het werkplezier van onze medewerkers. Want ieder mens is uniek. Dit vind je terug in onze kernwaarden. TSN is betrouwbaar, oprecht en staat voor vakmanschap.

Betrouwbaar

Voor de cliënt: We zijn een zorgverlener waar je op kunt bouwen. We staan altijd voor je klaar en zijn altijd in de buurt. Dag én nacht.

Voor de medewerker: TSN is als werkgever betrouwbaar en komt haar afspraken na. Afspraak is afspraak en hierop zijn we aanspreekbaar.

Oprecht betrokken

Voor de cliënt: We zijn gepassioneerd en voelen ons oprecht betrokken bij onze cliënten. De cliënt staat centraal en we hebben hart voor zorg.

Voor de medewerker: De medewerker is ons menselijk kapitaal. TSN heeft oog voor elk individu, we laten ons leiden door de menselijke maat en zijn oprecht in jou geïnteresseerd.

Vakmanschap

Onze medewerkers verstaan het vak als geen ander. We leveren professionele zorg. Binnen TSN bieden we onze medewerkers goede opleidingsmogelijkheden, waardoor medewerkers zichzelf blijven ontwikkelen. Daar hebben zowel onze medewerkers als onze cliënten profijt van.

(5)

2.2 Structuur en type zorgverlening

TSN is een landelijk opererende aanbieder van verpleging en verzorging met een sterke regionale focus. TSN levert haar zorg in de provincie Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord en Zuid-Holland. Het kernwerkgebied van TSN is Groningen en Drenthe.

Met ongeveer 1.400 medewerkers leveren we vanuit 85 wijkteams wijkverpleging (verpleging en verzorging), intensieve thuiszorg, technologische thuiszorg en nachtzorg en personenalarmering met professionele opvolging.

Daarnaast hebben we twee Verpleegkundig Specialisten en specialistisch verpleegkundigen die gespecialiseerde thuiszorg (Wond, Palliatief, Parkinson, Nazorg bij een beroerte, Casemanagement Dementie) leveren. Deze meer specialistische zorg levert TSN hoofdzakelijk in het hiervoor benoemde kernwerkgebied van TSN. In de meer perifere regio’s wordt deze specialistische zorg ingeschakeld via de huisarts of het lokale netwerk met ketenpartners. In Noord-Nederland heeft TSN een uitgebreid netwerk van ketenpartners waaronder huisartsen(koepels), Netwerken Palliatief en Dementie, ziekenhuizen etc.

Ondersteund door de eigen zorgcentrale levert TSN ook 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaarheidsdiensten en afhandeling en opvolging van personenalarmering.

In totaal levert TSN vanuit zo’n 50 locaties verpleging en verzorging en specialistische thuiszorg aan ongeveer 4.100 cliënten, waarvan 144 (stand 31 december 2018) cliënten met een extramurale Wlz-indicatie.

De wijkteams zijn, op basis van geografische ligging, ondergebracht in supportteams. Een supportteam wordt integraal aangestuurd door diens teamleider. De teamleiders leggen verantwoording af aan de manager wijkverpleging (zie figuur 1). De manager wijkverpleging legt verantwoording af aan de directeur van TSN.

Figuur 1

TSN heeft een Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraad, VAR, ingesteld. De VAR adviseert op beroepsinhoudelijke basis aan de directie, manager wijkverpleging en de locatiemanagers om de kwaliteit van de zorg en cliëntveiligheid te waarborgen en te verbeteren. Door deze adviserende rol heeft de VAR een stem in het korte- en langetermijnbeleid van TSN. Daarnaast stimuleert de VAR beroepsinhoudelijke ontwikkelingen.

Directie

VAR Clientenraad

Manager Wijkverpleging Support 1

Wijkteams

Support 2

Wijkteams

Support 3

Wijkteams

Support 4

Wijkteams

Support 5

Wijkteams

Support 6

Wijkteams

(6)

Zorginhoudelijk zijn de Regisserend Wijkverpleegkundigen (HBO-V) verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg.

Ieder wijkteam heeft ten minste een RWV.

2.3 Enkele gegevens over de cliënten en doelgroepen

In onderstaande grafiek, figuur 2, wordt de leeftijdsverdeling weergegeven van cliënten die per mei 2019 zorg van ons krijgen vanuit de ZVW. Van de cliënten waar wij wijkverpleging leveren valt 90% van de cliënten in de leeftijd 60 tot en met 100 jaar. Hierbij ligt het zwaartepunt bij cliënten tussen de 70 en 90 jaar.

Voor de cliënten in de leeftijd van 60 tot en met 100 jaar komen vier zorgtypen het meest voor. Onderstaande

grafiek, figuur 3, laat zien hoe deze zorgtypen zich verhouden tot de leeftijd van de cliënten. Somatische zorg aan kwetsbare ouderen en chronisch zieken, langer dan 3 maanden over al de leeftijdscategorieën is onze belangrijkste zorgvraag.

Figuur 2 Leeftijdsverdeling en aantallen ZWV-cliënten

Figuur 3 Leeftijdsverdeling van de grootste populatie en type zorg ZVW-cliënten

(7)

TSN levert extramurale Wlz zorg in drie zorgkantoorregio’s. Het overgrote deel wordt geleverd in de provincie Groningen wat ook ons kernwerkgebied is voor de wijkverpleging. De extramurale Wlz zorg wordt door onze wijkteams geleverd. Zij passen grotendeels dezelfde werkwijzen toe als in de wijkverpleging vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het grootste verschil is dat bij de extramurale Wlz de indicatie gesteld wordt door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) aan de hand van een aanvraag en dat bij de wijkverpleging de (HBO) Wijkverpleegkundige zelf de indicatie stelt. In onderstaande tabel, figuur 4, is zichtbaar dat het aantal extramurale Wlz-cliënten een lichte stijgende trend kent.

Figuur 4 Ontwikkeling aantallen WLZ cliënten

Profiel personeelssamenstelling 3.1 Personeelssamenstelling

Onderstaande grafiek toont het verloop van het beschikbare aantal personeelsleden gedurende het kalenderjaar 2018. De pieken met aansluitende daling van de bezetting zijn het gevolg van de inzet van vakantiekrachten in de voorjaars-, zomer- en Kerstvakantie.

Onderstaande tabel (figuur 6) toon het aantal medewerkers per functie, gedurende het jaar 2018.

1300 1320 1340 1360 1380 1400 1420 1440 1460

Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

Aantal medewerkers

Maand

Totaal medewerkers 2018 per maand V&V

Figuur 5 Totaal aantal medewerkers 2018

Figuur 6 Aantal medewerkers per functie 2018

(8)

Functie Jan Dec

Verpleegkundig specialist 1 2

Verpleegkundig specialist io 2 1

Regisserend Wijkverpleegkundige 94 100

Verpleegkundige met specialisatie 30 35

Verpleegkundige (niveau 4 en 5) 353 354

Verpleegkundige niveau 5 i.o. 37 35

Verpleegkundige niveau 4 i.o. 32 34

Verzorgende IG 579 603

Verzorgende IG i.o. 17 23

Verzorgende 114 107

Helpende 22 16

Vakantiekrachten & Flexkrachten 111 102

Totaal medewerkers 1389 1409

Naast een bescheiden groei in de totale personele bezetting in een arbeidsmarkt waar gekwalificeerd personeel schaars is, laat figuur 6 ook de persoonlijke groei in deskundigheden zien. Ook is duidelijk zichtbaar, getuige het aantal van 100 Regisserend Wijkverpleegkundigen (RWV), dat aan de TSN-voorwaarde van ten minste 1 RWV per team is voldaan.

3.2 In-, uit- en doorstroomcijfers

Onderstaande grafiek (figuur 7) toont de instroom en uitstroom van medewerkers per functie voor Kalenderjaar 2018.

Figuur 7 In en Uitstroom medewerkers V&V 2018

(9)

Situatie, plannen en voornemens 4.1 Persoonsgerichte zorg

TSN focust zich op de gezondheid en het welbevinden van de cliënt én zijn omgeving. Door de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, te behouden en waar mogelijk te herstellen. TSN gaat hierbij uit van de eigen regie van de cliënt. De cliënt geeft zelf aan wat welbevinden voor hem of haar is en wat belangrijk is in zijn of haar leven. Hier proberen we als TSN zo goed mogelijk bij aan te sluiten.

Wijkverpleging ziet en benadert de cliënt dus in de eigen, brede context van naasten, buren, relaties en de eigen thuissituatie. Van daaruit wordt gewerkt aan passende en duurzame oplossingen, die we samen met cliënt vastleggen in het zorgplan. We anticiperen op deze manier continu op de cliëntsituatie van dat moment.

Al onze teams zijn ingericht om dichtbij de cliënt zorg te verlenen. In ieder team is er altijd een Regisserend wijkverpleegkundige die samen met de cliënt en familiezorgers een indicatie stelt en een hierbij passend zorgplan maakt (in het geval van Zvw-zorg) of de Wlz-indicatie gezamenlijk met cliënt en eventueel de familiezorgers vertaalt naar een passend zorgplan uiterlijk in de eerste 6 weken van de zorgverlening.

De Regisserend wijkverpleegkundige (RWV) is in alle gevallen een hbo-verpleegkundige. Iedere cliënt heeft verder ook een Eerst Verantwoordelijk Verzorgende of Verpleegkundige (EVV) die naast de communicatie met cliënt en zijn familiezorgers bijvoorbeeld ook het initiatief neemt bij de evaluaties van de zorgplannen in afstemming met cliënt en RWV.

4.1.1 Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet

Onze wijkteams leveren zorg bij de cliënten thuis waarbij in veel gevallen de zorgvraag door het team zelf uitgevoerd kan worden. Als de zorg een verdergaande specialisatie vereist, zoals bijvoorbeeld de verzorging van wonden, zijn hiertoe gericht opgeleide aandachtsvelders en verpleegkundig specialisten beschikbaar. Voor noodzakelijke zorg in de nacht of vroege ochtend zal deze zorg in het kernwerkgebied door ons team nachtzorg op route (NOR) worden uitgevoerd. In de meer perifere gebieden doen wij dit vanuit samenwerkingsverbanden.

De zorg die we leveren is hiermee continu: 24/7. Mocht de zorgbehoefte zodanig toenemen dat er tijdelijk langdurige aanwezigheid vereist is, kan een beroep worden gedaan op ons team Intensieve Thuiszorg.

Onze specialistische teams, bestaande uit Specialistisch verpleegkundigen (op het gebied van CVA, Parkinson, palliatieve zorg, Wond en kwetsbare ouderen), Technologisch Thuiszorg Team en Casemanagers Dementie, ondersteunen hierbij waar nodig om cliënten meer specifieke zorg thuis te kunnen bieden en de kwaliteit van zorg te verbeteren.

In het algemeen bepaalt de Regisserend wijkverpleegkundige wanneer welke gespecialiseerde zorgverlener het beste kan worden ingezet. Uitzondering hierop vormen zorghandelingen welke door een aandachtsvelder of verpleegkundig specialist worden uitgevoerd, bijvoorbeeld wondzorg en palliatieve zorg. In dergelijke gevallen kan ook deze de inzet van de gespecialiseerd zorgverlener bepalen.

In het tweede kwartaal van 2019 is er een start gemaakt om de processen rondom de inzet de gespecialiseerde zorgverlener duidelijker te beschrijven, de rolbeschrijvingen verder te concretiseren en de werkinstructies hierop aan te passen. De implementatie van deze wijzigingen zal in de tweede helft van 2019 starten en begin 2020 zijn afgerond.

4.1.2 Iedere cliënt uniek

Het handelen van wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat gezondheid voor mensen geen doel op zich is maar een middel om te kunnen blijven doen wat in hun leven belangrijk voor hen is. Mensen die hun leven kunnen

(10)

voorzetten en mee kunnen blijven doen, blijven (langer) gezonder. Dit is per cliënt verschillend, immers iedere cliënt is uniek. Wijkverpleging is dan ook gericht op het versterken van de eigen mogelijkheden en het zoeken naar passende en duurzame oplossingen in de directe omgeving. Als TSN willen we aan blijven sluiten bij wat voor de cliënt belangrijk is. Er is de overtuiging dat wij alleen zo de cliënt optimaal kunnen ondersteunen bij het regisseren en organiseren van zijn of haar zorg.

Op verschillende momenten hebben cliënten te maken met TSN. Dat begint al voordat cliënten in zorg komen; ze zien reclame van thuiszorgorganisaties, krijgen een folder of worden bijvoorbeeld door het ziekenhuis of de huisarts geïnformeerd. Als daadwerkelijk zorg nodig is, krijgen ze op verschillende manieren een eerste contact met TSN.

Vaak via de huisarts of een overdracht uit het ziekenhuis, maar ook telefonisch of via de website worden nieuwe cliënten aangemeld. Tijdens al deze stappen ontvangen de cliënten informatie, hebben ze contact met ons, hebben ze vragen of lopen ze misschien wel tegen drempels aan. We willen de drempels die cliënten mogelijk ervaren zoveel mogelijk wegnemen.

TSN wil daarom in 2020 het volledige proces, van eerste contact tot en met het in zorg komen vanuit het cliënt perspectief in beeld brengen; de zogenaamde clientreis. Zo ontstaat het vereiste inzicht waar wij het goed doen, wat voor verbetering vatbaar is en hoe.

4.1.3 Familiezorg

TSN beschouwt iedereen die door de cliënt als familie wordt beschouwd als familiezorger. Deze familiezorgers betrekken we standaard bij de intake en evaluatie. We brengen samen met de cliënt het informele netwerk van de cliënt in kaart bij de intake. Daarbij hebben wij oog voor de mogelijke afspraken met de familiezorgers en proberen overbelasting te voorkomen. De familie kan via de cliënt toegang tot het zorgdossier krijgen via cliëntportaal Carenzorgt en zo ook communiceren met de zorgverleners. TSN vindt de stem van de cliënt en zijn/haar familiezorgers van groot belang, omdat zij de cliënt het beste kennen.

Afgelopen jaren is er al veel aandacht gegeven aan het betrekken van de familie bij het maken van zorgafspraken.

Toch is het maken van concrete afspraken over de zorg met familie iets wat nog onvoldoende plaats vindt. Hier willen we de komende jaren verder in investeren.

Daarom is een teamscholing familiezorg samen met de Hanzehogeschool (HBO) en het Drenthe college (MBO) door ons ontwikkeld. In 2020 zal een pilot worden uitgevoerd met enkele teams. Bij een positieve uitkomst zal deze scholing over de komende 3 jaar breed worden uitgevoerd.

Tegelijk willen wij als organisatie leren van de ervaringen die familiezorgers met ons hebben en de knelpunten welke zij ervaren. In 2020 zal daarom onderzocht worden hoe wij op deze onderwerpen de familiezorgers kunnen benaderen.

4.1.4 Voorkomen en/of verkorten van zorg buiten de eigen leefomgeving

Wij geloven dat veel ziekenhuiszorg thuis gegeven kan worden. TSN wil daarom actief bijdragen om onnodige ziekenhuisopnames/bezoeken te voorkomen door inzet van ziekenhuiszorg thuis, inzet zorgtechnologie thuis (bv Medido en thuismetingen) in samenwerking met de TSN zorgcentrale, etc. Wij zullen hiertoe actief samenwerkingen initiëren met zowel onze keteninnovatiepartners (Martini ziekenhuis, Menzis) en innovatiepartners zoals Vegro, Tunstall en Focus Cura die de kwaliteit verbeteren en de zorgkosten verlagen.

TSN is overtuigd dat een intensieve samenwerking met deze innovatiepartners bijdraagt aan het leveren van hoge kwaliteit van zorg tegen lage kosten. TSN neemt op dit vlak deel aan allerlei samenwerkingen, zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau, waaronder:

(11)

 Met Martiniziekenhuis werken aan veilige digitale communicatie en een project om vanuit wijkverpleging patiënten te ondersteunen zo fit mogelijk een geplande operatie in te gaan.

 Met Menzis en Groningen Huisartsen Coöperatie neemt TSN samen met een aantal andere zorgaanbieder en huisartsen deel aan pilot met Vipp Live. Dit is een applicatie (van Topicus) voor digitale communicatie tussen de verschillende professionals (huisartsen en wijkverpleegkundigen) en cliënt/mantelzorger. Ook digitale consultatie is onderdeel van deze pilot.

 Met Nedap pilot digitaal aftekenen van medicatie en de app Helder als chatfunctie tussen huisarts en wijkverpleging en het verlenen van toegang aan de huisarts tot het cliëntdossier.

 Samen met zorgverzekeraar Menzis, collega-zorgaanbieders en de Doktersdienst Groningen (DDG) loopt een pilot ter voorkoming van opname Spoedeisende Hulp (SEH) en Eerstelijnsverblijf (ELV) middels het bieden van intensieve overbruggingszorg voor 48 uur (eventueel maximaal 96 uur).

 Verkenning met collega-zorgaanbieders in het noorden of de nachtzorg op route en medisch technische zorg (MTH) in onderlinge samenwerking efficiënter georganiseerd kan worden.

 Via Punt voor Parkinson wordt Parkinsonzorg in een voor de cliënt afgestemde keten aangeboden.

 Via transmurale zorgbrug (TZB) met Martini Ziekenhuis, Ommelander Ziekenhuisgroep (OZG) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) worden warme overdrachten bij kwetsbare ouderen verzorgd.

 Via samenwerkingsinitiatief Verpleegkundige Topzorg wordt samen met collega-aanbieders middels het inzetten van Verpleegkundig Specialisten de regie van complexe wonden georganiseerd waarmee de kwaliteit van de wondzorg in de wijk verder verbeterd en wordt verankerd. In 2020 zal Verpleegkundig Topzorg verder uitgebreid gaan worden.

 Deelname in expertiseteam Eemsdelta, waar wijkverpleegkundige Wmo indicaties mag stellen om integraliteit te bewaken. Initiatief vanuit deelname TSN in geriatrisch expertise netwerk Eemsdelta.

 Het samen met Noorderpoort en Vegro uitbreiden en positioneren van het in het voorjaar van 2019 gerealiseerde zorgtechnologieappartement in onze TSN-woonzorglocatie De Ebbingepoort in de stad Groningen. Doel is om medewerkers, cliënten, familie en studenten zo bekend mogelijk te maken met welke zorgtechnologie passend is bij verschillende zorgvragen zodat cliënt met meer regie langer zelfstandig thuis kan wonen danwel zijn welbevinden verhoogd. Zodra de kennis er is willen de zorgtechnologie ook makkelijk vindbaar, uitprobeerbaar en aanschafbaar maken inclusief instructie aan huis door bijvoorbeeld studenten.

Naast deze voorbeelden zijn er nog veel meer ketensamenwerkingen, ook buiten ons kernwerkgebied. Een aantal van deze ketensamenwerkingen is nog in pilot- dan wel projectvorm.

4.1.5 Preventie

Preventie richt zich op zowel individuele preventie als op de fysieke en sociale omgeving om positieve gezondheidsuitkomsten in een regio/ wijk te bereiken. De wijkverpleegkundige heeft hierin een centrale rol:

 De cliënt stimuleren om activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan het bevorderen en in stand houden van goede gezondheid.

 Toegang openen tot het lokale netwerk door inzet van andere organisaties en/of instanties

De wijkverpleegkundige kijkt breed naar de werk- en leefsituatie van een cliënt en werkt multidisciplinair. Dat wil zeggen dat er door de wijkverpleegkundige en teamleden ook samengewerkt kan worden met bijvoorbeeld een wijkagent, schuldhulpverlening en de gemeente. De wijkverpleegkundige heeft daarom ook een goede aansluiting bij het sociale wijkteam.

De zorgverleners van TSN bewegen zich lokaal in de wijk en hebben inzicht in de sociale kaart van de wijk. De sociale kaart is nog niet TSN-breed even goed beschikbaar en daarmee een ontwikkelpunt voor de toekomst. We zoeken afstemming met de huisarts, de wijkteams van het sociale domein en onze collega-aanbieders met aanvullende expertises. TSN heeft intern ook diverse expertises, die met name in het kernwerkgebied ingezet

(12)

worden om cliënten ook meer specifieke zorg thuis te kunnen bieden. Buiten het kernwerkgebied wordt deze expertise via de huisarts dan wel lokale ketennetwerk ingezet.

De wijkverpleegkundige is samen met de andere zorgverleners en ondersteuners in het werkgebied een partner voor de gemeente en organisaties binnen het sociale domein en kan inzicht bieden in wijk gebonden gezondheid en welzijnsvragen. De wijkverpleegkundige kan tevens bijdragen aan preventieve maatregelen en voorzieningen die nodig zijn, bijvoorbeeld om te voorkomen dat iemand zorg nodig heeft in de nabije toekomst.

4.1.6 Zelfredzaamheid

Onze zorgverleners zetten zich in om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, behouden en waar mogelijk te herstellen. Dit doen ze door de omgeving van de cliënten en hun familiezorgers vanaf de start van de zorgverlening nadrukkelijk te betrekken bij de zorgafspraken en communicatie en tijdig hulpmiddelen in te zetten die de cliënt helpen bij de zelfregie. De cliënt en zijn familiezorger(s) zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor ons. We helpen de cliënt bij het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. Dit kan alleen op basis van vertrouwen en het maken van duidelijke afspraken. Daarom is de uitvoering van de wijkverpleging onlosmakelijk verbonden met de cliëntrelatie.

In 2018 is begonnen met het aanvullend scholen van onze zorgprofessionals om mogelijkheden ter bevordering van de zelfredzaamheid van de cliënt (nog) nauwkeuriger te signaleren en het gesprek daarover aan te gaan. De geplande scholingen lopen tot het derde kwartaal 2019 door. Het is belangrijk dat hier continu aandacht voor is, zodat het hele team denkt vanuit de gedachte van zelfredzaamheid.

De professionals worden verder ondersteund door de beschikbaar gestelde app: de Zelfredzaamheidsradar.

Wij zouden onze zorgverleners hierbij graag verder faciliteren. Wij onderzoeken daarom met hulpmiddelenleveranciers de mogelijkheid verschillende hulpmiddelen met het gelijke ondersteuningsdoel beschikbaar te maken. Zo kan de zorgverlener samen met de cliënt de verschillende hulpmiddelen uitproberen alvorens over te gaan tot aanschaf van het voor cliënt best passende. Het onderzoek naar deze zogenaamde hulpmiddelen tas is in 2019 gestart en is in grote mate afhankelijk van de bereidwilligheid van de hulpmiddelen leveranciers. Daarnaast willen we digitale hulpmiddelen meer inzetten. Bij overeenstemming zal in 2020 beide verder inhoud krijgen.

4.1.7 Multidisciplinaire aanpak

Zoals in paragraaf 4.1.3 uiteengezet, activeert TSN de familiezorgers bij de (preventieve) zorg van de cliënt. Om de zorg proactief en integraal vorm te geven, betrekken wij ook onze ketenpartners. De Regisserend Wijkverpleegkundigen bewaken de samenhang in de zorg, waarbij een goede regie en samenwerking met familiezorgers en met lokale en regionale ketenpartners zoals huisartsen, ziekenhuis, gemeenten en collega aanbieders noodzakelijk is.

Indien er met meerdere zorgaanbieders zorg (verpleging, verzorging, begeleiding, etc) geleverd wordt bij een cliënt dan is hierover nauwe afstemming (Multi Disciplinair Overleg (MDO)) qua uitvoering en evaluatie van het zorgplan. Het is helaas nog niet altijd en overal gemeengoed dat inderdaad het principe van 1 cliënt, 1 integraal zorgplan van toepassing is. Verbetering is op dit gebied zeker mogelijk en is onderdeel van het jaarplan 2020.

Als het zover komt vragen de zorgverleners van TSN een Wlz-indicatie altijd in afstemming met de cliënt aan.

Veelal is de aanbieder - die de verpleging en verzorging biedt - de coördinator van de zorg thuis bij een extramurale Wlz-indicatie. Om deze reden is dit in veel gevallen TSN. Dit wordt onderling goed met de andere betrokken zorgaanbieder afgestemd. Bij de totstandkoming van deze notitie hebben we begrepen dat de cliënt of familie zelf nog lang niet altijd expliciet wordt betrokken bij de afstemming over het coördinatorschap. De extramurale cliëntenraad van TSN benoemd nadrukkelijk dat het door de cliënt aanwijzen van een persoon/organisatie die de regie heeft een kritische succesfactor is bij integrale zorg. Dit is een potentieel

(13)

verbeterpunt. Indien het overbruggingszorg betreft is de dossierhouder de verantwoordelijke voor de communicatie. TSN biedt hoofdzakelijk wijkverpleging en is dus vrijwel nooit dossierhouder.

TSN heeft zelf geen Specialist Ouderen Geneeskunde (SOG) in dienst. TSN heeft samenwerkingsafspraken met collega zorgorganisatie Zinn gemaakt over de beschikbaarheid van hun SOG en ouderenpsycholoog. De inzet op basis van deze samenwerkingsovereenkomst is tot op heden met name intramuraal. Sporadisch wordt er via de huisarts een SOG ingezet, ondanks de uit de markt gesignaleerde (toenemende) behoefte. Dit signaleert dat de samenwerking met de huisarts nadrukkelijk voor verbetering vatbaar is. Niet alleen daar waar het de inzet van een SOG betreft, maar breder. In het jaarplan van 2020 is daartoe een pilot met een gemeente en huisarts voorzien rondom kwetsbare burger gericht op de inzet van advanced careplanning.

4.1.8 Verantwoord thuis wonen

Het is de missie van TSN om onze cliënten zo lang mogelijk zelfstandig en waardevol thuis te laten leven in de vertrouwde thuisomgeving. Al vanaf de intake bespreken wij de mogelijkheden van onze zorgverlening met onze cliënten. TSN heeft bewust een breed zorgpallet van algemene wijkverpleging (dag en nacht), gespecialiseerde wijkverpleging tot verpleging en verzorging incl. verblijf in één van onze 3 woonzorglocaties. Wij betrekken ook de omgeving van de cliënt, de familiezorgers, nadrukkelijk bij de zorgplanning. Daarnaast wordt inhoudelijk afgestemd en samengewerkt met de overige betrokken zorgaanbieders. Samen met al deze partijen worden afspraken gemaakt om de zorg in de thuissituatie veilig en verantwoord te kunnen blijven bieden. In deze afspraken wordt de 24-uurs toezicht of zorg in de nabijheid geborgd.

Evaluatie en afstemming vindt plaats tijdens de directe zorgverlening en daarnaast in de Multi Disciplinaire Overleggen (MDO) waar naast de cliënt en andere zorgaanbieders ook de huisarts van de cliënt bij aansluit. Hier vindt periodiek afstemming plaats of de voorwaarden voor veilige en verantwoorde zorg nog steeds voldoende ingericht zijn. Wij willen in de toekomst nog meer gebruik gaan maken van het MDO om de afstemming tussen de betrokken zorgprofessionals rond de cliënt verder te verbeteren.

Wij kijken met een brede blik naar de situatie van de cliënt en signaleren tijdig risico’s in dialoog met de cliënt. Op deze manier kunnen we preventieve maatregelen en voorzieningen inzetten die nodig zijn, bijvoorbeeld om te voorkomen dat iemand meer zorg nodig heeft in de nabije toekomst of (ziekenhuis)opname te voorkomen. Dit doen we altijd in overleg met de cliënt en de familiezorgers.

4.1.9 Wonen en welzijn

Wanneer een cliënt zorg thuis ontvangt, ondersteunen wij de cliënt en de familiezorgers bij het inzetten van middelen vanuit de WMO. Dit doen wij vanaf het moment van intake en tijdens onze continue evaluatie van de situatie van de cliënt. Hierbij gebruiken wij het OMAHA-classificatie systeem, wat ons ondersteunt om op alle domeinen en daarmee ook op de vijf thema’s zingeving, familieparticipatie, inzet vrijwilligers en wooncomfort onze kwaliteit van zorgverlening hoog te houden. De inzet van eigen vrijwilligers is binnen de zorg thuis van TSN nog nihil in tegenstelling tot de intramurale TSN-locaties. Wel worden lokale vrijwilligersorganisaties - waar mogelijk - ingezet bij de wijkverpleging en verzorging.

Ook aanvragen tot woningaanpassingen komen via een dergelijke intake dan wel evaluatie van de voorwaarden voor veilig en verantwoord zorg verlenen in de thuissituatie naar voren. We ondersteunen de cliënt - waar nodig - bij de aanvraag en afstemming met het sociale domein.

4.2 Basisveiligheid

De veiligheidsthema’s zoals medicatieveiligheid, valpreventie, bevoegd en bekwaamheid van zorgverleners, veilige zorgrelatie en vrijheid beperkende maatregelen, zijn stuk voor stuk thema’s waarover TSN-kwaliteitsbeleid

(14)

heeft ontwikkeld. Op deze risico’s wordt niet alleen tijdens de intake met de cliënt maar ook tijdens de zorgverlening en evaluatie gesignaleerd door de zorgverleners in dialoog met de cliënt, dit is een continu proces.

Deze signalering verloopt voor een aantal risico’s via Meldingen Incident Client (MIC). Indien er een trend zichtbaar is in de MIC of op een andere wijze duidelijk is dat een risico aan de orde is, wordt dit in afstemming met cliënt in het zorgplan opgenomen. TSN voert een beleid dat gericht is op het voorkómen van vrijheid beperkende middelen en maatregelen. Dergelijke middelen en maatregelen worden gezien als een allerlaatste redmiddel. Omdat ieder middel of iedere maatregel een inbreuk is op de vrijheid. Bij toepassing van vrijheidsbeperking wordt er een plan gemaakt hoe deze vrijheidsbeperking zo snel mogelijk kan worden afgebouwd en wordt de inzet regelmatig geëvalueerd. De recent aangenomen wet Zorg en Dwang zal TSN vanaf eind 2019 gaan implementeren.

Daarnaast worden op teamniveau incidenten (MIC) in de zorgverlening periodiek besproken ter lering en verbetering. Hier is nog verbetering mogelijk, niet alle teams bespreken dit op dezelfde wijze. De resultaten van deze kwaliteitsinformatie worden op organisatieniveau minimaal per kwartaal besproken in de Verpleegkundige en Verzorgende Advies Raad (VAR) met daarin een vertegenwoordiging van zorgverleners en management. Ook worden beleid en adviezen op het gebied van kwaliteit, cliënt- en medewerkersveiligheid vastgesteld. Deze VAR adviseert het MT over de te nemen verbetermaatregelen en nieuw/gewijzigde zorg en/of kwaliteitsbeleid.

4.2.1 Bevoegd en bekwaam

Aan het verlenen van zorg worden duidelijke eisen gesteld, zowel vakmatig als wettelijk. Deze eisen zijn erop gericht de cliënt maximale zekerheid te geven over de kwaliteit en veiligheid van de verleende zorg.

Zorgprofessionals beschikken allereerst over een diploma. Dit diploma toont aan dat zij bevoegd zijn om zorg te verlenen. Afhankelijk van het opleidingsniveau mogen handelingen worden verricht. Niet alle handelingen komen even veel voor en ook de zorg ontwikkelt zich vanuit (technologische) innovaties en nieuwe inzichten. Om te zorgen dat alle bevoegde zorgprofessionals toch bedreven blijven in alle handelingen en op de hoogte zijn en blijven van de nieuwe ontwikkelingen moeten toetsingen plaatsvinden. Zo blijft de professional beschikken over alle actuele noodzakelijke competenties om het beroep in de volle breedte uit te oefenen of handelingen uit te voeren binnen de kaders van de professionele standaard. Op grond van deze definitie wordt onderscheid gemaakt in handelingsbekwaamheid en beroepsbekwaamheid. Voor de wet BIG geldt: niet bekwaam is niet bevoegd.

De bevoegdheid van iemand wordt getoetst bij in dienst treden bij TSN, of na afronden van een opleiding. Daarbij wordt nagegaan welke diploma’s iemand heeft en welk niveau daarbij hoort. Binnen TSN hanteren wij een beleid op het gebied van het bekwaam zijn voor uit te voeren handelingen waarop periodiek getoetst wordt. Dit beleid op voorbehouden en risicovolle handelingen voorziet erin dat iedere medewerker op de handelingen die voor zijn bevoegdheid beschikbaar zijn, ook bekwaam is.

Het is van belang dat, na het behalen van de periodieke toets van bekwaamheid, de handeling ook met enige regelmaat wordt uitgevoerd. Zo blijft de zorgprofessional bedreven en vertrouwd met de handeling. De vraag naar bevoegde en bekwame zorgprofessionals overtreft het aanbod. Het toetsen van vraagt tijd, tijd die ook aan de zorg van cliënten kan worden besteed. TSN ziet daarin aanleiding de beleidsregel dat iedere medewerker op alle handelingen die voor zijn bevoegdheid beschikbaar zijn ook bekwaam is, nader te onderzoeken. In 2019 zal een onderzoek starten naar de mogelijkheden dit uitgangspunt te herzien. Hierbij onderzoeken we of de termijn van toetsen en de omvang van aantal bekwaamheden nog steeds passend is voor TSN. Randvoorwaardelijk zijn de garantie dat cliënten blijvend toegang hebben tot voor de handelingen bekwame zorgprofessionals en het niet ten koste van medewerker tevredenheid gaat.

4.2.2 Medicatieveiligheid

De procedure medicatieveiligheid op basis van de Veilige principes in de medicatieketen is bekend bij alle zorgverleners binnen TSN. Zij worden hierop regelmatig bijgeschoold. Medicatiefouten en afwijkingen worden geregistreerd volgens de MIC-procedure. Ook zijn er duidelijke afspraken gemaakt met huisartsen en apothekers.

(15)

Vanuit de MIC-rapportage worden door de teams analyses en verbeteracties ingezet, zoals het volgen van teamscholingen op rapporteren of omgaan met ongewenst gedrag, en gevolgd.

TSN kent een veilige meldcultuur met veel meldingen. We zijn daar trots op!

In onderstaande grafiek (figuur 8) wordt het aantal MIC-meldingen op medicatiegebied binnen de hele Verzorging en Verpleging van TSN getoond.

Naast het verbeteren binnen elk individueel team worden de MIC-meldingen ook op organisatieniveau besproken in de VAR. Hieruit worden trends gehaald en opvallende zaken besproken ter lering en verbetering. TSN Verzorging en Verpleging heeft zichzelf geen doel gesteld op het aantal MIC-meldingen. Dit vanwege het feit dat een doel mogelijk van invloed kan zijn op de veilige meldcultuur. Wel wordt er continu gekeken naar welke meldingen veel voorkomen en op welke wijze deze incidenten te voorkomen zijn. Vanuit oorzakenanalyse (PRISMA) gaan we graag op zoek naar basisoorzaken en formuleren de juiste maatregelen. Er heerst echter een overtuiging dat het nóg beter kan. Naast het beter opvolgen van de vertaling van maatregelen naar protocollen en (met name) de integrale communicatie hierover, stelt de BI-Omgeving (zie ook paragraaf 4.4.2) ons in staat signalering te verbeteren en analyses breder te ondersteunen door niet slechts situationeel te kijken maar integraal naar (vergelijkbare) situaties. In 2020 zal worden verder worden onderzocht hoe de inzet van BI verder ten uitvoer te brengen.

Minimaal jaarlijks worden ook de medewerkers die medicatieveiligheid als aandachtsgebied hebben bij elkaar geroepen door de Coördinator Medicatieveiligheid en worden diverse actuele thema’s besproken. In het tweede kwartaal van 2019 zijn dubbele medicatie controle, de inzet van de app hierbij en het leren en verbeteren van medicatiemeldingen besproken.

De afgelopen twee jaar is de Medido medicijndispenser ingezet. Sinds begin 2019 zien we de aandacht voor de mogelijkheid deze in te zetten afnemen. In 2019 en 2020 zal daarom de mogelijkheden die de Medido biedt in de ondersteuning van cliënten bij een meer zelfstandig bestaan extra aandacht krijgen.

Bij toewijzing van de in 2019 aangevraagde subsidie is de doelstelling het aantal in 2020 te verdubbelen.

Ook zijn wij binnen TSN bezig met een pilot voor het digitaal aftekenen van de medicatie. Afhankelijk van resultaten en ervaringen zal dit in 2020 breder worden uitgezet. Dit zorgt ervoor dat onze medewerkers in de wijk altijd de meest actuele versie van de medicatie van de cliënt hebben.

Figuur 8 Aantal MIC-meldingen medicatie per kwartaal, met daarbij de oorzaak

(16)

4.2.3 Cliënttevredenheid

Binnen de Verzorging en Verpleging vinden wij de mening van de cliënt over onze zorgverlening zeer belangrijk.

Wij meten de tevredenheid van de cliënt op twee manieren. Enerzijds doen wij dit tijdens het (halfjaarlijkse) evaluatiemoment met de cliënt en anderzijds bieden wij de cliënten de mogelijkheid om hun waardering via Zorgkaart Nederland in te vullen. Gemiddeld scoren wij als TSN Verzorging en Verpleging een 8.7 op Zorgkaart Nederland. Wij zijn van mening dat wij pas echt kunnen leren en verbeteren als we deze uitvraag op teamniveau doen, daarom hebben al onze teams een eigen pagina op Zorgkaart Nederland.

O.a. door middel van het uitdelen van flyers, het regelmatig benoemen van Zorgkaart Nederland in gesprekken met clienten en extra aandacht geven aan bijzondere evaluaties van clienten in onze nieuwsbrief willen we hier meer bekendheid aan geven.

Eind 2018 hebben wij deelgenomen aan de pilot voor het uitvragen van de PREM onder cliënten. Deze meetmethode is de nieuwe standaard geworden voor de wijkverpleging en hier zullen wij dan ook uitvoering aan gaan geven. Omdat de vragen uit deze meetmethode ook op Zorgkaart Nederland te vinden zijn, streven wij ernaar om de cliënttevredenheid op één manier te gaan meten en zo volledig transparant te zijn over de ervaren kwaliteit van zorg.

4.2.4 Medewerkerveiligheid

De veiligheid en het welzijn van onze medewerkers heeft TSN als goed werkgever hoog in het vaandel.

Onze zorgprofessionals verlenen zorg in de persoonlijke leefomgeving van onze cliënten. Het is daarmee ook de werkomgeving en mag daarmee geen gezondheidsrisico vormen.

De Regisserend wijkverpleegkundige bepaalt vanaf het eerste gesprek, de intake, in welke mate de werkomgeving voldoet en welke hulpmiddelen vereist zijn om de zorg goed én gezond te kunnen leveren. De arbocheck kan hiervoor als hulpmiddel worden ingezet. Bij wijziging van de zorgverlening of omstandigheden zal ook hier weer aandacht voor zijn. De zorgprofessionals worden aangemoedigd ook zelf de omstandigheden te monitoren en wijziging daarvan te signaleren zodat tijdig preventieve maatregelen en middelen kunnen worden ingezet. Ter ondersteuning is een expert op het gebied van arbeidsomstandigheden beschikbaar en zijn diverse zorgprofessionals tevens geschoold als ergo coach om de inzet van de juiste, passende hulpmiddelen te stimuleren en bevorderen.

In het kader van administratieve lastenverlichting voor de zorgprofessional is in 2019 de Arbo check onderwerp van gesprek geworden. De inzet is niet het afschaffen, maar het meer gericht inzetten. Samen met de expert arbeidsomstandigheden en de Verpleegkundig Adviesraad (VAR) zal in 2019 dit nader worden uitgewerkt.

Onze zorgprofessionals leveren zorg aan mensen. Het individuele gedrag kan, ongeacht oorzaak, ongewenst, intimideren en/of zelfs gevaarlijk zijn voor die zorgprofessional. Dergelijke situaties worden via de MIC-procedure geregistreerd. Afhankelijk van de ernst kan de opvolging zich beperken tot een gesprek met de cliënt, een schriftelijke waarschuwing of, in het ergste geval, zelfs het stoppen van de zorgverlening.

Ook kan er een tijdens het verlenen van zorg een bedrijfsongeval plaatsvinden. Hier wordt middels een MIM- procedure melding van gemaakt.

De MIC-procedure voorziet onvoldoende in een onderscheid in de ernst van de melding. Dit belemmert adequate ondersteuning van de medewerker en de gewenste betrokkenheid en opvolging door teamleiding. In 2019 is begonnen met het maken van dit onderscheid en de implementatie ervan in de informatiesystemen. Voor meldingen met de hoogste prioriteit (ernst) is 24 uurs signalering van kracht en de procedure aangescherpt. Verdere verbeteringen zullen in 2019 en 2020 worden uitgevoerd.

(17)

4.3 Professionaliteit

4.3.1 Persoonlijke ontwikkeling

Naast het volgen van verplichte scholing gericht op het up to date houden van de professionele kennis, vaardigheden en (TSN eigen) kwaliteitskaders, stimuleert TSN het eigen initiatief van persoonlijke vakgerichte ontwikkeling. TSN onderkent haar maatschappelijke plicht bij te dragen aan de groei van gekwalificeerd personeel in de Zorg. De persoonlijke ontwikkeling wordt niet op voorhand beperkt door de organisatie-eigen personele behoefte.

Wanneer een medewerker aangeeft zich te willen ontwikkelen, bijvoorbeeld door het volgen van een vakgerichte opleiding, dient van te voren via een motivatie aangegeven te worden waarom deze wens er is en hoe een medewerker hier invulling aan wil geven.

Door het bespreken van deze motivatie trachten we te voorkomen dat medewerkers uitvallen tijdens het volgen van de opleiding.

Het eigen initiatief organiseert TSN zo laagdrempelig mogelijk via het gezamenlijk spelen van het jij bent uniek spel. De medewerker is in staat zelf aan te geven wat diens individuele wensen zijn ten aanzien van vakmatige scholing en loopbaanontwikkeling. Wij proberen zo goed mogelijk bij die wensen aan te sluiten en zijn daarbij open in de (door-)groeimogelijkheden die er zijn.

Waar de vervolgstap eerst opleiding vereist krijgt de medewerker ondersteuning van in opleidingen gespecialiseerde medewerkers die vanuit het opleidingsaanbod de behoefte(n) vertalen naar concrete scholing.

Samen met het team en de leidinggevende wordt daarbij ook gekeken naar de balans en het bewaken daarvan gedurende de opleiding.

Ervaring van onze medewerkers bij het daadwerkelijk zetten van de vervolgstap naar een nieuwe rol en/of functie heeft aangetoond dat de begeleiding verder verbeterd moet worden. In 2019 is gestart met introductiedagen voor nieuwe medewerkers en het verduidelijken van de ‘eerste werkweek’ door vooraf roosters en contactpersoon mee te geven. In 2020 zal dit ‘on-boarding’ verder aandacht krijgen en (ook) worden toegespitst op bestaande medewerkers welke doorgroeien naar nieuwe rol en/of functie.

4.3.2 Opleiding, deskundigheidsbevordering en intervisie

In het TSN-opleidingsplan is aandacht voor het opleiden van eigen talent. Investeren in onze eigen medewerkers, door BBL-trajecten en andere opleidingstrajecten aan te bieden staat voorop. Dat draagt bij aan loopbaanontwikkeling binnen TSN en zorgt ervoor dat iedere medewerker perspectief heeft op een volgende ontwikkelstap hetgeen onze positie op de arbeidsmarkt versterkt. Het doel van deze opleidingsinspanningen is tevens het werken aan de kwaliteit van zorg. Wij intensiveren verder op deskundigheidsbevordering op kwaliteit van zorg, hierbij valt onder andere te denken aan, leren en verbeteren op basis van kwaliteitsinformatie, OMAHA, welzijn (intramuraal) maar ook ziektebeelden (dementie) en wondzorg.

Voor het leren en verbeteren van kwaliteitsinformatie zijn wij aangesloten bij de Werkgroep Leren en

Verbeteren van onze brancheorganisatie Zorgthuisnl, waar wij tezamen met collega zorgverleners spreken over de kwaliteitsverbetering.

In heel 2019 vindt er intervisie plaats voor wijkverpleegkundigen tijdens de Expeditie Omaha. Er komt meer aanbod in TSN Leert voor de meer softere skills, zoals reflectie en feedback geven. Zo willen wij de ruimte en randvoorwaarden voor reflectie en samen leren en verbeteren verder verstevigen. Een aantal scholingsonderwerpen hebben wij als speerpunt benoemd en hiervoor zullen teamscholingen beschikbaar komen.

Het gaat hierbij om de speerpunten Zelfredzaamheid en Familiezorg maar bijvoorbeeld ook om in het TSN leert

(18)

aanbod een training over Eenzaamheid op te nemen. Met deze training willen we de kennis over het herkennen van signalen van eenzaamheid en bijbehorende mogelijke interventies verhogen. Wij zullen teams, die deze onderwerpen met elkaar op willen pakken, zo nodig extra faciliteren.

Onze zorgprofessionals worden ondersteund om hun werk zo veilig mogelijk uit te voeren. Deze ondersteuning vindt plaats via duidelijk beleid en uitgewerkte werkinstructies en daarnaast vakinhoudelijk door het beschikbaar stellen van de Vilans protocollen (incl. richtlijnen op het gebied van infectiepreventie). Driekwart van onze zorgverleners is ingeschreven in het kwaliteitsregister V&VN en wordt gestimuleerd om actief te werken aan zijn deskundigheidsbevordering. Iedere medewerker die bij ons in dienst komt wordt ingeschreven in het kwaliteitsregister en gemotiveerd om de vereiste accreditatiepunten te behalen. TSN faciliteert dit door een groot aanbod van scholingen/e-learning via haar eigen leermanagementsysteem TSN Leert.

Naast hiervoor vermelde werkwijzen willen wij mogelijkheden onderzoeken om deskundigheidsbevordering nóg verder te verbeteren. In 2020 willen wij, in samenwerking met de ambassadeurs, kijken naar de introductie van zogenaamde vakgroepen. Een vakgroep bestaat daarbij uit alle medewerkers met eenzelfde functie. Het beoogt een sterkere verbinding tussen die professionals te creeeren, hen meer te betrekken bij (de gevolgen van) veranderingen voor diens vak en het stimuleren en delen van ervaringen en verbetermogelijkheden. De vakgroep wordt voorgezeten door een ambassadeur van de betreffende functie. Deze ambassadeur kan zo een (aanvullende) spilfunctie vervullen tussen het veld en de Verpleegkundige Adviesraad (VAR, paragraaf 4.4.1).

4.3.3 (Collegiale) Audits

TSN is in 2018 opnieuw HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) gecertificeerd. In oktober 2018 heeft de externe certificeringsaudit tegen de HKZ-2015 norm plaatsgevonden. Deze audit is met goed gevolg afgerond. Er zijn een aantal minor bevindingen geconstateerd waarvoor een plan van aanpak is opgesteld. Dit plan van aanpak is begin 2019 door de certificerende instantie, Det Norske Veritas (DNV), goedgekeurd en inmiddels in uitvoering.

Binnen TSN leeft het bieden van veilige en kwalitatief goede zorg aan haar cliënten. Deze intrinsieke motivatie van onze zorgprofessionals is de basis voor de wil van elkaar te leren. Dit heeft zich vertaald naar de collegiale audit. De afdeling kwaliteit, welke onafhankelijk van de operatie is, faciliteert en ondersteund de teams hierbij door op team niveau gedurende het jaar interne, collegiale audits uit te voeren. De bevindingen vertalen naar verbeterplannen waarbij de teamleider de voortgang monitort. De bestaande opzet is teamgericht. Wat daarmee verloren gaat is de lessen welke de (teams in de) organisatie als geheel kunnen trekken uit het verbeterplan. In 2020 zullen de verbeterplannen onderdeel van het MT Wijkverpleging worden zodat lessen en ervaringen breder worden gedeeld. Het versterkt het lerend vermogen en draagt verder bij aan het aantoonbaar continu verbeteren van de (kwaliteit van) de geleverde zorg (PDCA).

4.4 Organisatorische randvoorwaarden

4.4.1 Leiderschap, Governance en medezeggenschap

Leren en verbeteren binnen TSN staat voorop. We investeren daarbij graag in onze eigen medewerkers. TSN werkt conform de Zorgbrede Governance Code. Zij voert een actief en transparant beleid voor de omgang tussen Bestuurder en Raad van Commissarissen met medezeggenschapsorganen.

TSN kent de volgende vormen van medezeggenschap binnen haar organisatie:

1. Ondernemingsraad (OR) 2. Extramurale Cliëntenraad (CR)

3. Verpleegkundige en Verzorgende Advies Raad (VAR).

(19)

Hieronder zal de samenwerking tussen Bestuurder en Raad van Commissarissen per orgaan nader worden toegelicht.

Ondernemingsraad

TSN Zorg en Welzijn BV en haar dochtervennootschappen kennen één OR, in de vorm van een Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GOR). Het doel van medezeggenschap is om werknemers bij de totstandkoming van besluiten bij TSN te betrekken. Via medezeggenschap kunnen de werknemers invloed uitoefenen op het beleid en de gang van zaken binnen TSN. Anderzijds krijgt de bestuurder van TSN op die manier belangrijke informatie vanaf de werkvloer. Gelet hierop vindt TSN het van belang om regelmatig met de OR in gesprek te gaan. Volgens een vastgesteld schema vindt er een aantal keren per jaar (circa 7 à 8 keer) een overlegvergadering plaats met de algemeen directeur, zijnde de bestuurder als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).

Deze overlegvergadering wordt voorbereid door het dagelijks bestuur van de OR en de algemeen directeur gezamenlijk en er wordt een agenda opgesteld. Tijdens iedere overlegvergadering wordt de OR uitvoerig geïnformeerd over lopende zaken, actualiteiten en de financiële cijfers (maandrapportages / kwartaalrapportages). Daarnaast worden ook de advies- en instemmingsaanvragen in de overlegvergadering besproken. Ook heeft de OR gelegenheid om nadere vragen te stellen, opmerkingen te maken of met suggesties te komen. Jaarlijks wordt tenminste één van de overlegvergaderingen bijgewoond door een lid van de Raad van Commissarissen. Ook de bestuurder van TSN gaat de dialoog aan met de OR. De OR heeft conform de WOR- adviesrecht (artikel 25) en instemmingsrecht (artikel 27). Verder kan de OR ook ongevraagd adviseren.

Extramurale Cliëntenraad

Voor de zorg thuis kent TSN een eigen cliëntenraad (CR). De CR heeft tot taak om de gemeenschappelijke belangen van cliënten op het gebied van wonen, welzijn en zorg te behartigen. Via medezeggenschap kunnen cliënten invloed uitoefenen op het beleid en de gang van zaken binnen TSN op voormelde gebieden.

Gelet hierop vindt TSN het van belang om regelmatig met de CR in gesprek te gaan. Volgens een vastgesteld schema vindt er een aantal keren per jaar een overlegvergadering plaats tussen de CR en de algemeen directeur.

Jaarlijks wordt tenminste één van de overleg- vergaderingen bijgewoond door een lid van de Raad van Commissarissen en door de bestuurder van TSN.

De overlegvergadering wordt voorbereid door de CR en de algemeen directeur gezamenlijk en er wordt een agenda opgesteld. Tijdens iedere overlegvergadering wordt de CR uitvoerig geïnformeerd over lopende zaken, actualiteiten en de financiële cijfers (maandrapportages/ kwartaalrapportages). Daarnaast worden ook adviesaanvragen in een overlegvergadering besproken. Ook heeft de CR gelegenheid om nadere vragen te stellen, opmerkingen te maken of met suggesties te komen. De CR wordt op die manier ook gestimuleerd om invloed uit te oefenen op de zorg, de dienstverlening en de koers van de organisatie.

De CR heeft conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) adviesrecht en verzwaard adviesrecht ten aanzien van diverse onderwerpen. Daarnaast kan de CR ook ongevraagd advies geven.

Verpleegkundig en Verzorgende Advies Raad (VAR)

Om continue de kwaliteit van zorg alsmede de cliëntveiligheid te verbeteren is bij TSN een Verpleegkundig en Verzorgende Adviesraad (VAR) ingesteld. De VAR heeft onder andere tot taak om de directeur gevraagd en ongevraagd te adviseren op zorginhoudelijk gebied en op het gebied van planmatige verbetering van kwaliteit van zorg en cliëntveiligheid. Daarnaast behoort het stimuleren van de beroepsinhoudelijke ontwikkelingen binnen de organisatie door verdere profilering en professionalisering van het beroep van verzorgende/verpleegkundigen tot één van de taken van de VAR.

De VAR bestaat uit 9 verzorgenden en verpleegkundigen van zowel de wijkverpleging als van Wonen met zorg en wordt ondersteund door een secretaris. De VAR vergadert 8 keer per jaar waarbij 4 keer MT leden aanwezig

(20)

zijn. De afgevaardigden van het MT zijn: Manager wijkzorg, locatiemanager en manager Zorg, Kwaliteit en Opleidingen. De directie is bij alle vergaderingen aanwezig. Het dagelijks bestuur van de VAR vergadert minimaal een keer per jaar met het dagelijks bestuur van de OR. De VAR wordt geïnformeerd over (MIC) meldingen, audits, ontwikkelingen in wet- en regelgeving etc. op basis waarvan de VAR-verbeteracties vaststelt en de voortgang bewaakt.

4.4.2 Gebruik van informatie en hulpbronnen

Met de komst van elektronische cliëntdossiers is steeds meer informatie op een gestructureerde manier beschikbaar.

Een gestructureerd classificatiemodel, in ons geval het OMAHA System, draagt ook bij aan een uniforme vastlegging. Dat stelt ons steeds beter in staat om de gegevens ook actiever te gaan gebruiken. Als TSN gaan we in toenemende mate meer gebruik maken van de data die we beschikbaar hebben om bij te dragen aan het leveren van kwalitatief goede zorg.

Onze BI-omgeving zal in 2020 verder groeien. Met de ontwikkeling van diverse rapportages ontstaan inzichten en monitoringsmogelijkheden die ons beter helpen de kwalitatieve zorg aan onze cliënten te volgen en bewaken.

 Enkele voorbeelden van beoogde rapportages zijn:

 Trends en analyses van MIC-meldingen

 Spiegelinformatie OMAHA tussen teams

 Kwantitatieve informatie met een kwalitatieve insteek, zoals aantal zorgverleners per cliënt

 Informatie over (uitkomsten van) evaluaties

 Meldingen onveilige situaties

Alle medewerkers van TSN in de zorgverlening beschikken over een eigen tablet waarop van iedere cliënt uiteraard het actuele dossier beschikbaar is, maar waarop daarnaast ook werkinstructies en -wijze van TSN en ook alle relevante Vilansprotocollen eenvoudig beschikbaar zijn.

Een juist overzicht van de medicatie en een correcte vastlegging van de toediening van medicatie en dubbelcontrole is van groot belang voor de kwaliteit van onze zorgverlening. TSN is daarom bezig met de uitrol van een module voor digitale toedieningsregistratie van medicatie.

Ten slotte vinden we dat betrokkenheid van de cliënt en eventuele mantelzorgers van groot belang is voor de kwaliteit van de zorg. We zetten daarom ons actief in om zoveel mogelijk cliënten gebruik te laten maken van het cliënten- en mantelzorgportaal dat wij hebben.

Naast uitwisseling van informatie met cliënten en mantelzorgers is ook en goede communicatie met overige zorgverleners, zoals de huisarts, belangrijk voor de kwaliteit. TSN neemt actief deel in een pilot voor uitwisseling van gegevens met huisartsen. Daarnaast heeft TSN ook een portaal voor huisartsen beschikbaar: na toestemming van de cliënt kan een huisarts meelezen in het dossier en communiceren met de zorgverleners van TSN. Op dit punt kunnen wij verbeteren door actiever deze mogelijkheid onder de aandacht van onze verwijzers te brengen. Wel moeten wij begrip tonen voor, en rekening houden met, de keuze voor VIPP live.

4.4.3 Inzet van technologische innnovatie

De toenemende levensverwachting zorgt dat er meer mensen langer gezondheidszorg nodig hebben. Om voor deze mensen kwalitatief goede zorg te verlenen is er meer personeel nodig. Daarbij zijn cliënten als gebruikers van nieuwe technologieën zoals webwinkels een hele andere ervaring gewend. Zij verwachten dezelfde snelheid, hetzelfde gemak en comfort van steeds meer diensten en instellingen in hun leven. Waaronder de gezondheidszorg.

TSN onderkent dat de inzet van technologische ontwikkelingen in de zorg een belangrijke bijdrage kunnen leveren in het voorzien in deze behoeften.

(21)

In 2019 is gestart met een onderzoek naar toepasbare, bewezen zorgtechnologie en financieringsmogelijkheden.

Onder voorbehoud van toewijzing van subsidies willen wij in en na 2020:

 Digicoaches aanstellen om teams te stimuleren meer gebruik te maken van zorgtechnologie;

 Slim incontinentiemateriaal inzetten om de inzet van nachtzorg te verminderen en daarmee de nachtrust van de cliënt te bevorderen;

 Beeldzorg toe passen zodat zorg waarvoor de wijkverpleegkundige niet letterlijk in huis hoeft te zijn op afstand kan;

 Leefstijlmonitoring toe passen teneinde op basis van verkregen inzichten gerichter (nacht-)zorg in te zetten.

(22)

Verbeterplan

In de voorgaande hoofdstukken is aan de hand van de reflectie op de thema’s van het Kwaliteitskader Wijkverpleging en het Addendum bij Kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een WLZ indicatie een goed beeld ontstaan van de wijze waarop TSN inhoud geeft aan deze van “wat” er beter kan. Dit hoofdstuk, Verbeterplan, neemt de lezer mee in “hoe” TSN deze verbeteringen wil bereiken en wanneer deze, behoudens calamiteiten, zijn terug te zien in haar bedrijfsvoering als resultaat.

Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning

4.1.1 10

Onze specialistische zorgprofessionals kennen en handelen naar de herziene afspraken en werkwijzen.

De herziene afspraken en werkwijzen delen via het TSN-

intranet (Infotheek) en bespreken in de teamoverleggen. Q4 2019

4.1.2 11

Wij begrijpen wat een client beweegt om wel of niet te kiezen voor TSN, hoe deze bij ons in zorg komt en wat daar voor client bij komt kijken.

Opstellen probleemanalyse vanuit interviews en analyse

en vertalen naar verbetervoorstellen. Eind januari 2020 Wij zijn alert op ervaren belemmeringen voor clientgroepen en

nemen deze weg waar mogelijk. Wij analyseren deze

belemmeringen periodiek en leren hiervan. Wij vertalen deze lessen naar de werkprocessen gericht op de ondersteuning van onze clienten bij keuze en instroom.

Herzien van bestaande werkinstructies of nieuw opstellen aan de hand van verbetervoorstellen.

De desbetreffende werkinstructies bespreken met, en uitleggen aan, de met de uitvoering belaste collega's.

Monitoren en bijsturen van de werking op basis van het gewenste resultaat.

Q2 2020

4.1.3 11

Wij zijn overtuigd dat de zelfredzaamheid van in aanmerking komende clienten sterk toeneemt door de inzet van medicijndispensers (bijvoorbeeld de Medido). Wij willen de inzet hiervan daarom verdubbelen.

Planmatig de knelpunten inventariseren en een probleemanalyse uitvoeren.

Vanuit de probleemanalyse trainingen ontwikkelen ten behoeve van onze professionals gericht op de inzet van de medido en bewustzijn op de mogelijkheden.

Een team gewijze implementatie uitvoeren.

Afhankelijk moment van toewijzing subsidieaanvraag

4.1.3 11

Wij weten wat de afgeronde opleiding de famielizorgers en onze professionals brengt en begrijpen hoe wij het beste deze opleiding kunnen geven.

Planmatig voor een geselecteerd aantal teams de bestaande scholing uitvoeren, de ervaringen evalueren en de resultaten meten.

Q2 2020 Wij weten hoe wij welk vervolg wanneer willen geven aan deze

opleiding voor al onze teams in de wijkverpleging. Op basis van de pilot resultaten een gefundeerd besluit nemen over inhoud en het eventueel (gefaseerd) vervolg

van de opleiding voor overige teams Q3 2020

4.1.3 11

Wij begrijpen wat het sociale netwerk om een client beweegt om wel of niet te kiezen voor familiezorg en hoe dit kan worden gestimuleerd.

Planmatig onderzoek naar de aanleiding voor een client te kiezen voor familiezorg (of juist niet) en de redenen achter het maken van keuzes in de samenstelling daarvan. Uit de verkregen resultaten een probleemanalyse opstellen en vertalen naar verbetervoorstellen.

Q2 2020

Wij zijn alert op ervaren belemmeringen voor en belasting van familiezorgers en helpen deze waar mogelijk weg te nemen of te beperken.

Herzien van bestaande werkinstructies of nieuw opstellen aan de hand van verbetervoorstellen.

De desbetreffende werkinstructies bespreken met, en uitleggen aan, de met de uitvoering belaste collega's.

Monitoren en bijsturen van de werking op basis van het gewenste resultaat.

Q3 2020

4.1.4 11

Wij hebben actuele kennis van relevante technologische mogelijkheden. Wij richten ons daarbij op innovaties die de kwaliteit van zorg en leven van onze clienten, als ook de werkdruk bij en effectiviteit van inzet van onze professionals, kunnen ondersteunen.

Ons doel is duurzame inzet van geselecteerde innovaties.

Vanuit de gescreende zorgdossiers de gesignaleerde kansen vertaald naar de inzet van technologische hulpmiddelen.

Een partnership met passende leveranciers voor de betreffende bewezen hulpmiddelen realiseren.

Voor 2020 zijn beeldzorg, slimmem incontinentie en leefstijlmonitoring geselecteerd als mogelijke pilots.

Q4-2020

4.1.5 13

Wij weten de professionals in onze wijk die onze client en ons kunnen ondersteunen bij het leveren van kwalitatieve, passend zorg te vinden.

Met de RWV en VAR een limitatieve lijst vaststellen van de gewenste omvang van de sociale kaart.

In de werkgebieden van de teams aan de hand van de gedefinieerde sociale kaart dit domein inventariseren (nulmeting).

De complete sociale kaart op handzame wijze aan de teams beschikbaar stellen.

Proces afspraken maken over eigenaarschap en onderhoud van de sociale kaart.

Q2 2020 Afronden en implementeren herziene rolbeschrijvingen en werkinstructies specialistische zorg

Clientreis

Verdubbelen ingezette Medido's (onder voorbehoud toewijzing subsiedieaanvraag)

Pilot teamscholing familiezorg

Onderzoek wijze van benaderen familiezorgers teneinde te leren van diens ervaringen en knelpunten

Actief samenwerkingen initiëren keteninnovatiepartners en technologische innovatie partners om de kwaliteit te verbeteren en de zorgkosten verlagen.

Sociale kaart

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• In 2021 verwachten wij te starten met Inflammatory Bowel Disease (IBD) als WGZ-traject. • Menzis start met Juiste Zorg op de Juiste Plek transitie-inkooptrajecten. Ons doel is om

Vanuit dat vertrekpunt zijn wij nauw betrokken bij het programma Langer Thuis en nemen wij ook deel aan de projectgroep en de werkgroepen van het Plan van Aanpak Zorg voor

T he CareWell-primary care program:design of a cluster controlled trial and process evaluation of a complex intervention targeting community-dwelling frail elderly Franca GH

Drie thema’s komen daarin naar voren: de vraag in hoeverre geestelijk verzorgers zich kunnen herkennen in de term ‘spiritualiteit’ als aanduiding voor hun domein; de

• laat de wond onbedekt en breng er geen verband, zalf of desinfectantia op aan.. • bekijk iedere dag de wond op roodheid of

Met deze folder informeren wij u over zorg voor kwetsbare ouderen en wat u kunt betekenen voor uw

Ouderen wonen graag zo lang mogelijk zelfstandig thuis en kunnen ook steeds langer zelfredzaam zijn.. Daardoor zijn er tegenwoordig meer verschillende zorg- en verblijfsvormen

Wanneer we de aanspraak op de V&V-zorgprofielen van de afgelopen kwartalen in beeld brengen (eerste kwartaal 2019 t/m derde kwartaal 2020) is te zien dat niet alleen