• No results found

Verpleging & Verzorging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verpleging & Verzorging"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Landelijke rapportage wachtlijsten

Verpleging & Verzorging

3E KWARTAAL 2020

SAMENWERKING ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND EN ZORGINSTITUUT NEDERLAND

(2)

Samenvatting

Sector V&V algemeen

Deze landelijke kwartaalrapportage brengt het aantal mensen dat in het derde kwartaal van 2020 wacht op zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) in de sector Verpleging en Verzorging (V&V) in beeld. De focus ligt daarbij op de vraagontwikkeling naar langdurige zorg. Deze rapportage wordt gezamenlijk door de zorgkantoren, verenigd in Zorgverzekeraars Nederland, en Zorginstituut Nederland uitgebracht om zo een beeld te schetsen van ontwikkeling van de wachtlijsten.

In Nederland heeft op 1 oktober 2020 bijna 1% van de bevolking een Wlz-indicatie voor de sector V&V. Dit zijn 172.538 cliënten, waarvan 15% op dit moment op een wachtlijst staat. Van de cliënten die op de wachtlijst staan, ontvangt 93% overbruggingszorg en 7% ontvangt geen Wlz-zorg. De meeste cliënten, circa 49%, hebben een zorgprofiel VV05, daarna volgen VV04 en VV06 met beide circa 20%. De stijging van de aanspraak op zorgprofiel VV05 werd in het tweede kwartaal van 2020 nog omgebogen naar een daling als gevolg van COVID-19. In het derde kwartaal groeit deze aanspraak weer.

De bevolkingsprognose van het CBS laat zien dat in de komende decennia het aantal 80-plussers in Nederland flink zal stijgen, waarbij aanzienlijke regionale verschillen zijn te onderscheiden. In Delfzijl en omgeving (Zorgkantoor Groningen), de Achterhoek (Zorgkantoor Arnhem en

Apeldoorn/Zutphen) en in Midden-Limburg (Zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg) is het aantal 80-plussers het hoogste ten opzichte van de landelijke bevolking. Het aantal Wlz-aanspraken in de sector V&V zal daardoor blijven stijgen.

Inzicht in wachtlijsten en wachttijden

In het tweede kwartaal 2020 vond nog een grote uitstroom plaats als gevolg van overlijdens vanwege de COVID-19-uitbraak. Ook de instroom in de Wlz daalde in deze periode omdat cliënten een opname uitstelden en geen indicatie aanvroegen. In het derde kwartaal 2020 herstelt de instroom omdat het aantal indicatieaanvragen bij het CIZ stijgt en op hetzelfde niveau als voor de COVID-19 crisis uitkomt.

Op 1 oktober 2020 ziet de wachtlijst er als volgt uit:

Er staan 20.223 mensen op de wachtlijst op 1 oktober 2020, tegenover 20.661 mensen op 1 juli. De groep Actief Wachtenden zonder zorg en langer wachtend dan zes weken, met in totaal 25 cliënten baart gezien de urgentie van de vraag de meeste zorgen. Het vermoeden bestaat dat hier sprake is van een situatie waarbij de klant in het ziekenhuis, op een Eerstelijnsverblijf (ELV) of Geriatrische revalidatiezorg (GRZ) plaats is opgenomen. De invoering van nieuwe wachtstatussen en

classificaties per 1-1-2021 moet hier meer inzicht in geven. Overigens is er voor deze groep sprake

Wachtstatussen zonder/met enige vorm van Wlz-zorg (peildatum 01 okt 2020)

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 – 6 maanden

6 – 12 maanden

> 12

maanden Totaal

Aantal actief wachtenden zonder zorg 332 17 1 5 2 357

Aantal actief wachtenden met zorg 843 66 26 16 5 956

Aantal niet-actief wachtenden zonder zorg 509 129 118 138 127 1.021

Aantal niet-actief wachtenden met zorg 3.303 2.810 3.436 5.445 2.895 17.889

Totaal 4.987 3.022 3.581 5.604 3.029 20.223

(3)

van een daling ten opzichte van de 63 Actief Wachtenden zonder zorg langer wachtend dan zes weken op 1 juli. Hoewel het totaal aantal wachtenden is afgenomen ten opzicht van 1 juli 2020 zien we juist een stijging van het aantal wachtenden bij de wachttijden vanaf zes maanden.

De groep Niet-Actief Wachtenden, met en zonder zorg, is de grootste groep. Er bestaan grote regionale verschillen, zowel in absolute als relatieve aantallen. Een laatste groep cliënten die niet op de wachtlijst staat, geen zorg ontvangt, maar wel een Wlz-indicatie heeft is de groep Niet-

Wachtenden zonder zorg. Zij geven aan op dit moment geen zorg te willen ontvangen, maar wel in beeld te willen blijven bij hun voorkeursaanbieder. Op 1 oktober 2020 gaat het om 6.051 cliënten, met zorgprofielen van VV01 t/m VV10. Dit is een daling t.o.v. 1 juli 2020 (6.812).

COVID-19

Gedurende het eerste kwartaal van 2020 kreeg Nederland te maken met de COVID-19-uitbraak. De COVID-19-uitbraak heeft ingrijpende invloed op mensen die gebruikmaken van Verpleging en Verzorging in Nederland. Dit effect is terug te zien in hogere aantal overleden cliënten in de V&V- instellingen in met name het tweede kwartaal van 2020 (uitstroom). De wachtlijsten zijn in het tweede kwartaal gegroeid omdat zorginstellingen te maken hebben met een opnamestop en/of cliënten die er zelf voor kiezen om tijdelijk niet opgenomen te worden in zorginstellingen. In het derde kwartaal, waarschijnlijk door het afnemen van de eerste COVID-19 golf, nemen de wachtlijsten weer af.

De COVID-19-effecten worden uiteraard meegenomen in de volgende kwartaalrapportages.

(4)

Inhoud

Samenvatting 1

1 Aanleiding 4

2 Sector V&V algemeen 5

2.1 Aantal mensen in met een Wlz-indicatie voor de sector V&V en per Zorgprofiel 5

2.2 Toenemende aanspraak op V&V-indicaties 6

2.3 Verblijfduur van cliënten intramuraal 7

3 Inzicht in wachtlijsten en wachttijden 8

3.1 Verhouding instroom en uitstroom V&V 8

3.2 Aantal wachtenden per wachtstatus 11

3.3 Onderscheid per zorgkantoorregio 13

3.4 Onderscheid per zorgprofiel 14

3.5 Aantal wachtenden naar 'wachttijdblok' 16

3.6 Opnameperformance 17

Bijlage 1 Definities

Bijlage 2 COROP-gebieden Bijlage 3 Zorgkantoorregio’s Bijlage 4 Bevolkingsopbouw

(5)

1. Aanleiding

De rapportages over de wachtlijsten voor langdurige Verpleging en Verzorging (V&V) waren voorafgaand aan 2020 voor partijen onvoldoende toereikend om goed zicht te krijgen op de wachtlijsten. Daarom is besloten om in 2020 te komen tot een landelijke rapportage die door samenwerkende partijen wordt uitgebracht. De focus ligt op ontwikkeling in de vraag naar V&V in Nederland, om zo gezamenlijk en gedeeld inzicht te krijgen op de wachtlijsten.

De volgende partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van de landelijke wachtlijstrapportages:

▪ Ministerie van VWS

▪ Zorgverzekeraars Nederland

▪ Zorginstituut Nederland

▪ Vektis

▪ ActiZ

▪ CIZ

Analyses (data en geografische weergaven) die in het rapport worden getoond, komen van het Zorginstituut Nederland. Maandelijks leveren de 31 zorgkantoorregio’s1 een bestand (xml) met uitvoeringsgegevens uit de iWlz aan het Zorginstituut, met behulp van het bericht AW317. In dit bericht staan gegevens van de cliënten met een geldig indicatiebesluit voor zorg uit de Wet

langdurige zorg (Wlz). Het betreft informatie over de cliënt, zijn geïndiceerde zorg, de toegewezen zorg en bijhorende leveringsstatussen. Met behulp van door veldpartijen vastgestelde rekenregels en normen bepaalt het Zorginstituut de wachtstatus aan de hand van de leveringsstatussen en berekent de wachttijd tot aan de peildatum.

De wachtlijstrapportages bieden allereerst inzicht in de omvang en samenstelling van de Wlz- populatie binnen de V&V in Nederland, waarmee een algemeen beeld geschetst wordt van de sector. Vervolgens wordt duiding gegeven aan de wachtlijstcijfers, waarbij de focus ligt op de

ontwikkeling van de vraag naar Wlz-zorg. Het rapport presenteert een doorkijk op zowel landelijk als regionaal niveau.

Context

In de periode van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2020 zijn circa 80.000 cliënten de Wlz ingestroomd met een indicatie voor een V&V-zorgprofiel. Daarvan zijn 46.900 cliënten opgenomen in een zorginstelling. Circa 12.400 cliënten krijgen zorg geleverd met MPT, VPT of PGB (of combinatie MPT/PGB). Van de circa 80.000 cliënten waren ongeveer 16.000 cliënten in oktober 2020 Actief of Niet-Actief Wachtend, waarvan 14.700 cliënten al enige vorm van Wlz-zorg ontvingen. 4.500 cliënten hadden de status 'Niet Wachtend', waarvan circa de helft al een vorm van Wlz-zorg ontving.

Figuur 1 .1: Verdeling totaal aantal cliënten met indicatie voor Zorgprofiel V&V met ingangsdatum 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020

–––––––

1 Voor overzicht zie Bijlage 3

(6)

2 Sector V&V algemeen

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de omvang en samenstelling van de Wlz-populatie binnen de sector Verpleging en Verzorging in Nederland. Ingezoomd wordt op trends die waarneembaar zijn gedurende de afgelopen kwartalen, zoals de aanspraak op V&V-zorg in de Wlz, verblijfsduur bij zorginstellingen en de 80-plus-populatie in Nederland. Bij dit laatste onderwerp wordt niet alleen een landelijk beeld geschetst, maar wordt ook gekeken naar de regionale verschillen.

1.1 Aantal mensen in Nederland met een Wlz-indicatie voor de sector V&V en per Zorgprofiel Nederland telt op 1 oktober 2020 17.461.543 inwoners. Van de Nederlandse bevolking heeft bijna 1% een Wlz-indicatie voor de langdurige verpleging en verzorging (V&V). Dit zijn 172.538 cliënten.

Het overgrote deel van de cliënten met een Wlz-indicatie, ruim 85%, ontvangt zorg, in natura of in de vorm van een PGB. De cliënten die op de wachtlijst staan voor een plek in het verpleeghuis, kunnen ter overbrugging tot opname gebruik maken van overbruggingszorg. Hier wordt door wachtenden veel gebruik van gemaakt. Van alle cliënten op de wachtlijst ontvangt 93%

overbruggingszorg.

De feiten over drie kwartalen 2020 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020

Inwoners in Nederland (Bron: CBS) 17.408.573 17.424.106 17.422.478 17.461.543 Aantal Wlz-indicaties voor Verpleging en Verzorging (bron:

iWlz) 171.191 173.016 169.668 172.538

Percentage Nederlanders met een Wlz V&V-indicatie 0,98% 0,99% 0,97% 0,99%

Aantal cliënten met Wlz-indicatie met zorg (excl. PGB).

133.903 134.807 131.631 135.298 (cliënten met zorg zijn de cliënten met de wachtstatussen 'in

zorg' en 'Niet Wachtend - met enige vorm van Wlz-zorg')

Aantal cliënten met Wlz-indicatie met zorg via een PGB 9.542 10.177 10.566 10.966 Percentage cliënten op de wachtlijst dat gebruik maakt van

overbruggingszorg

90% 92% 93% 93%

-cliënten op de wachtlijst zijn cliënten met de wachtstatussen 'actief Wachtend' en 'Niet-Actief Wachtend'

-cliënten met de wachtstatus 'Niet Wachtend zonder enige vorm van Wlz-zorg' zijn niet meegeteld in de wachtlijst.

Figuur 2.1: Feitentabel Wlz populatie

Tijdens de indicatiestelling bepaalt het CIZ objectief welk Zorgprofiel het beste past bij de cliënt.

Het Zorgprofiel VV05 blijft, in navolging van het eerste en tweede kwartaal, ook in het derde kwartaal van 2020 het meest geïndiceerd. Daarna volgen de Zorgprofielen VV04 en VV06 met beide ongeveer 20% van het totaal. Voor de lage Zorgprofielen (VV01-VV03) geldt dat deze niet meer worden geïndiceerd, daarom daalt de totale aanspraak VV01-VV03. Waar in het tweede kwartaal het CIZ minder indicaties heeft afgegeven in verband met COVID-19 en daarmee de aanspraak op Wlz-zorg afnam, zien we nu dat de aanspraak op Wlz-zorg in het 3e kwartaal weer is aangetrokken voor VV05 t/m VV09b. Dit geldt niet voor de aanspraak op Zorgprofielen VV04 en VV10, bij deze profielen daalde de aanspraak. Dit beeld komt overeen met de eerste COVID-19 golf die in betreffende periode afnam. De verdeling over de verschillende profielen, inclusief de procentuele

(7)

ontwikkeling ten opzichte van het tweede kwartaal 2020, ziet er in het derde kwartaal van 2020 als volgt uit:

Aantallen cliënten met een geldige indicatie per Zorgprofiel.

Peildatum 01-10-2020 Aantal % Groei

(bron: Zorginstituut Nederland) VV01 Beschut wonen met enige begeleiding

(wordt niet meer geïndiceerd) 315 -13,5

VV02

Beschut wonen met begeleiding en verzorging (wordt niet meer geïndiceerd)

764 -19,1

VV03

Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging (wordt niet meer geïndiceerd)

1.436 -15,7

VV04 Beschut wonen met intensieve

begeleiding en uitgebreide verzorging 34.062 -1,1

VV05 Beschermd wonen met intensieve

dementiezorg 84.303 2,7

VV06 Beschermd wonen met intensieve

verzorging en verpleging 35.638 3

VV07

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke

aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

11.939 2,8

VV08

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke

aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging

2.918 3

VV09b Herstelgerichte behandeling met

verpleging en verzorging 1.139 8,4

VV10

Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg (vervallen per 1 januari 2018)

24 -46,7

Totaal 172.538 0,7

Figuur 2.2: Aantal Wlz-cliënten per Zorgprofiel en procentuele groei in derde kwartaal 2020 t.o.v. tweede kwartaal 2020

1.2 Toenemende aanspraak op V&V-indicaties

Wanneer we de aanspraak op de V&V-zorgprofielen van de afgelopen kwartalen in beeld brengen (eerste kwartaal 2019 t/m derde kwartaal 2020) is te zien dat niet alleen het Zorgprofiel VV05 de grootste populatie bevat, maar dat het aantal cliënten dat aanspraak maakt op dit zorgprofiel sinds het eerste kwartaal van 2019 tot en met het eerste kwartaal van 2020 is gestegen. In het tweede kwartaal 2020 nam de aanspraak op Zorgprofiel VV05 kort af vanwege COVID-19, om vervolgens in het derde kwartaal 2020 weer te stijgen. Daarnaast zien we ook bij Zorgprofielen VV06 t/m VV08 een stijging van de aanspraak in het derde kwartaal 2020.

In bijlage vier is een landelijke bevolkingsprognose van het aantal inwoners in de leeftijd van 80+

opgenomen voor de jaren 2030, 2040 en 2050. Het aandeel 80+ers neemt komende decennia toe.

Deze ontwikkeling zal zorgen voor een stijgende aanspraak op de V&V-zorgprofielen.

(8)

De ontwikkeling in aanspraak op de Wlz-zorg is in Nederland niet overal gelijk. Figuur 2.4 toont de ontwikkeling van de aanspraak (VV04, VV05 en VV06) in de zorgkantoorregio’s gedurende het derde kwartaal 2020 (peildatum 1 oktober 2020). De ontwikkeling is afgezet tegen de aanspraak in het tweede kwartaal 2020. Bij geelgekleurde regio’s is er sprake van stabiliteit. Hoe meer oranje/rood de regio kleurt, hoe groter de procentuele groei is ten opzichte van het tweede kwartaal. Een groene regio wil zeggen dat er sprake is van een afname in de aanspraak op het zorgprofiel.

De ontwikkeling van Zorgprofiel VV04 toont gedurende het derde kwartaal van 2020 een wisselend beeld, variërend van -8% daling in de regio Amstelland en De Meerlanden tot +4% stijging in de regio’s Zuid-Oost Brabant en Midden-IJssel. Voor Zorgprofiel VV05 geldt dat er in het derde kwartaal in iedere regio een stijging te zien is, met uitzondering van de regio Westland Schieland Delfland(-1%). Zorgprofiel VV06 toont in het derde kwartaal de sterkste procentuele groei.

Figuur 2.4: Regionale ontwikkeling op aanspraak VV04, VV05 en VV06 op peildatum 1 oktober 2020: 3e kwartaal t.o.v. 2e kwartaal 2020

1.3 Verblijfduur van cliënten intramuraal

Naast de toename op de aanspraak op V&V-zorg in de Wlz, is het beeld ontstaan dat ook de

verblijfsduur van Wlz-cliënten intramuraal (binnen zorginstellingen) toeneemt. Dit wil zeggen dat de periode dat een bed door eenzelfde cliënt bezet de afgelopen jaren is toegenomen. Dit is een signaal dat gegeven wordt door ActiZ en dat wordt ondersteund door analyses van enkele zorgkantoren.

Een toename van de periode dat een bed bezet blijft, is van negatieve invloed op de “doorstroom”

van cliënten en dit heeft een verhogend effect op de wachtlijsten en wachttijden. Een landelijke analyse (door Zorginstituut Nederland) van de verblijfsduur van cliënten intramuraal wordt mogelijk in een volgende kwartaalrapport opgenomen.

VV004 VV05 VV06

Figuur 2.3: Aanspraak V&V-indicaties

(9)

3 Inzicht in wachtlijsten en wachttijden

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de wachtlijsten op landelijk niveau en op het niveau van zorgkantoorregio’s. Ingezoomd wordt op de in- en uitstroom in de V&V-sector en op verbijzonderingen van aantallen wachtenden per wachtstatus.

3.1 Verhouding instroom en uitstroom V&V

Wanneer de instroom van cliënten met een Wlz-indicatie in de sector V&V groter is dan de uitstroom (bij gelijkblijvende omstandigheden in de sector, bijvoorbeeld geen uitbreiding van plaatsen) dan groeit de wachtlijst. Deze paragraaf toont de stand van de instroom en uitstroom binnen sector V&V per kwartaal. Van 1-4-2019 tot 1 oktober 2020. . In onderstaande grafiek (figuur 3.1) ligt de blauwe lijn (instroom) op peildatum 1 oktober 2020 boven de oranje lijn

(uitstroom), maar in het twee kwartaal 2020 komt de oranje lijn juist ver boven de blauwe lijn. Daar waar als gevolg van COVID-19 de wachtlijst duidelijk afneemt in het tweede kwartaal, zien we na 1 juli 2020 dat de ontwikkeling van de wachtlijst weer stabiel wordt en de wachtlijst in september 2020 weer toeneemt. Het aantal overleden Wlz-cliënten ligt vanwege de COVID-19 uitbraak in 2020 aanzienlijk hoger dan dezelfde periodes in 2018 en 2019.

De instroom, die vanwege COVID-19 sterk was gedaald in het tweede kwartaal van 2020, is weer naar verwachting. De verhouding tussen instroom en uitstroom is in het derde kwartaal van 2020 herkenbaar vanuit de periode voor de COVID-19 crisis. Het aantal indicatieaanvragen bij het CIZ is in het derde kwartaal gestegen en ligt op hetzelfde niveau als voor de COVID-19 crisis.

Figuur 3.1: Trend instroom/uitstroom Wlz, sector V&V

Wanneer verder ingezoomd wordt op de in- en uitstroom per zorgprofiel zien we verschillen tussen zorgprofielen. Rond 1 september, net na de zomervakantie, wordt een hogere uitstroom dan instroom waargenomen bij de Zorgprofielen VV05 en VV06 en VV07 en VV08. De instroom op Zorgprofielen VV04 en VV09b ligt hoger dan de uitstroom. Door de hoge instroom van VV04 is op

3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000

01-apr-19 01-jul-19 01-okt-19 01-jan-20 01-apr-20 01-jul-20 01-okt-20

Trend in- en uitstroom in de Wlz, sector V&V

instroom uitstroom

(10)

1 september 2020 de instroom over de gehele linie hoger dan de uitstroom. Op 1 oktober 2020 is de instroom op de Zorgprofielen VV04, VV05 en VV09b hoger dan de uitstroom. De in- en uitstroom op Zorgprofiel VV06 is nagenoeg gelijk, terwijl er op Zorgprofielen VV07 en VV08 meer uitstroom dan instroom plaatsvindt.

Als we naar afgelopen periode kijken, valt op dat de in- en uitstroom op de Zorgprofielen VV05 en VV06 een grillig verloop laten zien. Op Zorgprofiel VV04 is de instroom structureel hoger dan de uitstroom. Terwijl voor Zorgprofielen VV07 en VV08 de uitstroom structureel hoger ligt. Mogelijk wordt (een deel) van dit effect verklaard door COVID-19, dat de meest kwetsbaren in onze samenleving het hardst lijkt te treffen.

Figuur 3.3: Instroom/uitstroom per zorgprofiel 1 augustus, 1 september en 1 oktober 2020

De gewijzigde in- en uitstroom heeft geen invloed gehad op de relatieve verdeling van de

leveringsvormen per zorgprofiel. Wanneer gekeken wordt naar alle cliënten in zorg, zien we dat de verhouding gedurende de eerste drie kwartalen 2020 nagenoeg niet gewijzigd is.

(11)

Figuur 3.4: Verdeling leveringsvormen per zorgprofiel (VV04, VV05 en VV06) over de 1e 9 maanden 2020

Regionale verschillen bij in- en uitstroom V&V

In onderstaande figuur (3.5) is per zorgkantoorregio in beeld gebracht hoe de instroom in de Wlz zich iedere maand verhoudt tot de uitstroom. Als de instroom in een regio nagenoeg gelijk is aan de uitstroom, met een verhouding tussen de 95% en 105%, dan kleurt de regio beige. Wanneer de instroom in een regio groter is dan de uitstroom, met een verhouding tussen de 105% en de 155% , dan kleurt de regio oranje/donkerrood. In deze regio’s kan sprake zijn van een knelpunt en groeiende wachtlijstproblematiek. Wanneer de instroom lager is dan de uitstroom, met een verhouding tussen de 25% en 95% , dan kleurt de regio lichtgroen tot donkergroen. In deze gebieden krimpt de wachtlijst. Hierdoor ontstaat meer ruimte om nieuwe cliënten van zorg te voorzien.

De regionale verschillen bij de in- en uitstroom zijn afgelopen periode groot als gevolg van COVID- 19 en laten in veel regio’s een grillig beeld zien. De ene maand kan een regio

groen/donkergroen kleuren (instroom lager dan de uitstroom) en krimpt de wachtlijst. Dit zien we door de eerste COVID-19 golf met name in de regio’s waar COVID-19 de meeste impact heeft gehad en waar veel Wlz-cliënten zijn overleden. De volgende maand kan dezelfde regio ineens oranje/donkerrood kleuren omdat de wachtlijst groeit. Dat komt omdat er, na een piek in COVID- 19 besmettingen, weer meer indicaties worden aangevraagd/afgegeven en omdat relatief veel kwetsbare mensen overleden zijn aan de gevolgen van COVID-19. De tweede COVID-19 golf laat een nog grilliger beeld zien, omdat de COVID-19 besmettingen wijdverspreid over het land plaatsvinden. In het derde kwartaal 2020 is het grillige verloop van de in- en uitstroom het grootst in Zuid- en Midden Nederland.

1 juli 2020 1 augustus 2020

(12)

1 september 2020 1 oktober 2020

Figuur 3.5: Knelpunten instroom / uitstroom Wlz per 1 juli, 1 augustus, 1 september en 1 oktober 2020 3.2 Aantal wachtenden per wachtstatus

In de Wlz worden drie verschillende wachtstatussen onderscheiden, namelijk Actief Wachtenden, Niet-Actief Wachtenden en Niet Wachtenden.

Actief en Niet-Actief Wachtende cliënten

Onderstaande twee figuren laten de ontwikkeling zien van het aantal Actief Wachtenden en Niet- Actief Wachtenden in de eerste drie kwartalen van 2020. In de figuur Actief Wachtenden (3.6) wordt onderscheid gemaakt naar Actief Wachtenden met/zonder zorg en binnen/buiten de Treeknorm. De groep wachtenden waar de grootste knelpunten worden ervaren is de groep Actief Wachtend, langer dan de Treeknorm, zonder zorg (de oranje lijn in figuur 3.6). Deze cliënten hebben immers direct zorg in een zorginstelling nodig en ontvangen op het peilmoment geen overbruggingszorg. Per 1 oktober 2020 gaat het landelijk om 25 cliënten. Dit is een forse daling t.o.v. de 63 cliënten op 1 juli 2020. De regionale verschillen zijn klein en varieerden voor deze groep wachtenden van 0 tot 4 cliënten per regio. De aantallen per zorgkantoorregio staan opgenomen in figuur 3.9. De invoering van de nieuwe wachtstatussen en classificaties per 1 januari 2021 geven meer eenduidig inzicht in de achterliggende redenen van cliënten die op de wachtlijst staan.

Het aantal Actief Wachtenden, langer dan de Treeknorm, met zorg (de gele lijn in figuur 3.6) bedraagt op 1 oktober 2020 113 cliënten. Ook hier zien we een positieve ontwikkeling. Het aantal Actief Wachtenden, langer dan de Treeknorm is ten opzichte van 1 juli 2020 (196) gedaald. Deze groep ontvangt overbruggingszorg en de zorgaanbieder houdt in de gaten of de situatie

verantwoord is. Zo niet, dan ontstaat er een crisissituatie.

Bij cliënten in de groep Actief Wachtenden, korter dan de Treeknorm (de blauwe en de grijze lijn) is een wachttijd tot zes weken aanvaardbaar (Treeknorm). Zorgaanbieders,

zorgkantoren en ZN hebben afspraken gemaakt over maatschappelijk aanvaardbare wachttijden in de zorg. Het streven is dat zoveel mogelijk cliënten binnen deze Treeknorm zorg ontvangen.

Op 1 oktober 2020 is de grootte van deze groep 1.175 cliënten. Zie hiervoor figuur 3.9. Het CIZ indiceert in het derde kwartaal 2020 vergeleken met het tweede kwartaal van 2020 meer klanten voor een Wlz-indicatie en dus ligt het aantal hoger dan op 1 juli 2020.

(13)

Figuur 3.6: Trend Actief Wachtenden tot 1 oktober 2020

In de grafiek Niet-Actief Wachtenden wordt onderscheid gemaakt tussen Niet-Actief Wachtenden mét en zonder zorg. Veruit de grootste groep en ook de hardst groeiende groep betreft de Niet- Actief Wachtenden met zorg. Deze cliënten hebben aangegeven uitsluitend bij de zorgaanbieder of locatie van de eerste voorkeur te willen gaan wonen en zijn bereid daarop te wachten. Op dit moment kunnen we deze groep niet nader duiden en is er geen stuurinformatie beschikbaar. De invoering van de nieuwe wachtstatussen en de daarbij horende classificaties per 1 januari 2021 moeten ervoor zorgen dat de zorgkantoren deze cliënten nog beter kunnen bemiddelen door het beschikbaar komen van betere wachtlijstinformatie.

Op 1 oktober 2020 gaat het om 17.889 Niet-actief wachtende cliënten met zorg en 1.021 zonder zorg. De daling die in het tweede kwartaal is ingezet, stabiliseert in het derde kwartaal van 2020.

Figuur 3.7: Trend Niet-Actief Wachtenden tot 1 oktober 2020

Niet Wachtend

Naast de Actief Wachtende en Niet-Actief Wachtende cliënten kennen we ook de wachtstatus Niet Wachtend. Deze cliënten hebben een Wlz-indicatie en aangegeven dat ze nu geen gebruik willen maken van verblijf in een instelling. Een deel van deze groep ontvangt Wlz-zorg en een deel niet. Het deel Niet Wachtende cliënten dat zorg ontvangt, krijgt deze zorg in de thuissituatie in de vorm van een regulier PGB, VPT of MPT. Betreffende cliënten willen graag in beeld blijven bij hun voorkeursaanbieder en staan daarom als Niet Wachtend geregistreerd. In de

wachtlijstcijfers worden deze cliënten niet meegeteld, omdat ze in feite niet wachten op opname. Ze tellen wel mee bij de cliënten die in zorg zijn. De hoogste aantallen Niet Wachtende cliënten betreffen de Zorgprofielen VV04, VV05 en VV06.

Over de groep Niet Wachtende cliënten die geen zorg ontvangen is geen verdere informatie beschikbaar. Het gaat landelijk om een groep van 6.051 cliënten per 1 oktober 2020, met

(14)

zorgprofielen VV01 t/m VV10. Dit is een daling t.o.v. 1 juli 2020 (6.812). De nieuwe wachtstatussen en classificaties moeten ook over deze groep meer stuurinformatie voor zorgkantoren opleveren. Wanneer we de aantallen Niet Wachtenden met zorg afzetten tegen het totaal aantal cliënten in zorg, zien we dat er verschillen per regio zijn. Figuur 3.8 laat per zorgkantoorregio het percentage Niet Wachtenden met/zonder zorg zien, afgezet tegen het aantal cliënten in zorg. Hoe hoger de waarde, hoe meer Niet Wachtenden er in de regio zijn ten opzichte van het aantal cliënten dat zorg ontvangt. De gele gebieden hebben de hoogste waarde.

Donkergroene gebieden hebben de laagste waarde.

Figuur 3.8: Percentages Niet-Wachtenden zonder Wlz-zorg (links) en met Wlz-zorg (rechts) ten opzichte van de totale Wlz-populatie In zorg in de zorgkantoorregio’s

3.3 Onderscheid per zorgkantoorregio

Figuur 3.9 geeft per zorgkantoorregio inzicht in de wachtenden per wachtstatus op 1 oktober 2020 en toont de regionale verschillen. Op 1 oktober 2020 staan in totaal 20.223 cliënten op de wachtlijst, waarvan 93% overbruggingszorg ontvangt. Van alle Actief Wachtenden ontvangt 73%

enige vorm van zorg en bij de Niet-Actief wachtenden is dit 95%.

Figuur 3.9: Per Zorgkantoorregio’s het aantal cliënten per wachtstatus (met/zonder zorg en binnen/buiten treeknorm)

(15)

De absolute aantallen per zorgkantoorregio geven geen volledig beeld van de totale populatie in de regio en de verschillen tussen de regio’s. Figuren 3.10 en 3.11 laten per zorgkantoorregio het percentage wachtenden (Actief en Niet-Actief Wachtend, met/zonder zorg) zien ten opzichte van de cliënten die zorg ontvangen. Hoe hoger het percentage (oranje/rode kleur) des te groter het risico dat er een knelpunt kan ontstaan.

Let op: de legenda bij het percentage Niet-Actief Wachtenden met enige vorm van Wlz-zorg ten opzichte van het totaal in zorg is uitgebreid. Dit komt omdat de absolute aantallen Niet-Actief Wachtenden met zorg veel hoger zijn dan bij de andere wachtstatussen. De grootste knelpunten bij Niet-Actief Wachtenden cliënten met zorg liggen op 1 oktober 2020 in de regio’s Zuid-Oost Brabant, Amstelland en de Meerlanden en Zaanstreek/Waterland.

Figuur 3.10: Percentages Actief Wachtenden met Wlz-zorg (links) en zonder Wlz-zorg (rechts) ten opzichte van de totale Wlz-populatie In zorg in de zorgkantoorregio’s op peildatum 1 oktober 2020

Figuur 3.11: Percentages Niet-Actief Wachtenden met Wlz-zorg (links) en zonder Wlz-zorg (rechts) ten opzichte van de totale Wlz-populatie In zorg in de zorgkantoorregio’s op peildatum 1 oktober 2020

3.4 Onderscheid per zorgprofiel

Onderstaande figuren (3.12 en 3.13) laten op landelijk niveau zien hoe de verdeling is per wachtstatus over de zorgprofielen. Meer dan de helft van de wachtenden heeft Zorgprofiel VV05 (Beschermd wonen met intensieve dementiezorg). Daarna volgen Zorgprofielen VV04 (Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging) en VV06 (Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding). Wanneer we de wachtenden met Zorgprofielen VV04 en VV06 optellen zien we dat deze “somatische” aanspraak meer dan 40% van het totaal bedraagt.

(16)

In het eerste half jaar van 2020 zien we in figuur 3.12 het aantal Actief Wachtenden zonder zorg aanmerkelijk afnemen. Het aantal Actief Wachtenden met zorg neemt ook af, maar in veel mindere mate. Vanaf het derde kwartaal 2020 stabiliseert dit zich. De verhouding naar zorgprofiel lijkt in het tweede en derde kwartaal voor de Zorgprofielen VV04, VV05 en VV06 redelijk stabiel te zijn.

Figuur 3.12: Trend Actief Wachtend zonder zorg (boven) en met zorg (onder) per Zorgprofiel tot 1 oktober 2020

Het aantal Niet-Actief Wachtenden zonder zorg in figuur 3.13 stabiliseert zich in het derde kwartaal van 2020 en ook het aantal Niet-Actief Wachtenden met zorg blijft in het derde kwartaal op niveau. Ook hier verschuift de verdeling naar zorgprofiel niet ten opzichte van het tweede kwartaal.

Figuur 3.13: Trend Niet-Actief Wachtend zonder zorg (boven) en met zorg (onder) per zorgprofiel

(17)

3.5 Aantal wachtenden naar 'wachttijdblok'

Onderstaande figuur 3.14 geeft weer hoe lang de cliënten die op de wachtlijst staan wachten.

Dit zegt niets over de totale tijd dat ze op de wachtlijst staan, maar wel over de wachttijd op het peilmoment. Het totaal aantal wachtenden op 1 oktober 2020 is 20.223 cliënten. Op 1 juli 2020 bedroeg dat aantal nog 20.661. Dit is een daling van 2,1% (438 cliënten). Dit is

nagenoeg dezelfde daling als in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal 2020. Hoewel het totaal aantal wachtenden per wachtstatus is afgenomen zien we juist een stijging bij cliënten die vanaf zes maanden wachten. Hier treedt een verschuiving op in de wachtblokken. Het aantal wachtenden met wachttijdblok 6-13 weken en 3-6 maanden is op 1 oktober 2020 afgenomen, terwijl het wachtblok 3-6 maanden van het eerste naar het tweede kwartaal van 2020 steeg.

Het aantal Actief Wachtenden zonder zorg dat in het wachtblok 0-6 weken valt kan gezien worden als de “normale werkvoorraad” van de zorgkantoren. Wanneer een passende zorgaanbieder wordt gevonden, is er vaak enige tijd nodig om de zorg te plannen en te organiseren. Ten opzichte van 1 juli 2020 is deze “normale werkvoorraad” gestegen (van 288 naar 332). Voor deze groep zien we in de overige wachtblokken dat er wel een duidelijke daling zichtbaar is, van 63 naar 25 cliënten. Het is aannemelijk dat deze “normale

werkvoorraad” blijft stijgen voor het wachtblok 0-6 weken, onder andere omdat het CIZ meer indicaties heeft afgegeven na afloop van de eerste COVID-19 golf. De grootste groep

wachtenden zijn de Niet-Actief Wachtenden, in totaal 18.910 cliënten op 1 oktober 2020. Dit aantal zien we ten opzichte van juli 2020 dalen. Ook hier geldt dat het totaal aantal

wachtenden met de wachtstatus Niet-Actief Wachtend is afgenomen, maar dat een duidelijke stijging waargenomen wordt bij cliënten die langer dan zes maanden wachten. Tot slot zien we dat de wachttijd van de groep Niet-Actief Wachtende cliënten met overbruggingszorg gedurende 2020 oploopt, met name in de categorie langer dan zes maanden. Hier ligt een aandachtspunt voor komende periode.

Wachtstatussen zonder/met enige vorm van Wlz-zorg (peildatum 01 oktl 2020)

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 – 6 maanden

6 – 12 maanden

> 12

maanden Totaal

Aantal actief wachtenden zonder zorg 332 17 1 5 2 357

Aantal actief wachtenden met zorg 843 66 26 16 5 956

Aantal niet-actief wachtenden zonder zorg 509 129 118 138 127 1.021

Aantal niet-actief wachtenden met zorg 3.303 2.810 3.436 5.445 2.895 17.889

Totaal 4.987 3.022 3.581 5.604 3.029 20.223

Wachtstatussen zonder/met enige vorm van Wlz-zorg (peildatum 01 jul 2020)

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 – 6 maanden

6 – 12 maanden

> 12

maanden Totaal

Aantal actief wachtenden zonder zorg 288 31 26 6 - 351

Aantal actief wachtenden met zorg 800 77 86 27 6 996

Aantal niet-actief wachtenden zonder zorg 441 165 207 135 129 1.077

Aantal niet-actief wachtenden met zorg 2.542 2.866 5.490 4.686 2.653 18.237

Totaal 4.071 3.139 5.809 4.854 2.788 20.661

(18)

Wachtstatussen zonder/met enige vorm van Wlz- zorg (peildatum 01 apr 2020)

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 – 6 maanden

6 – 12 maanden

> 12

maanden Totaal

Aantal actief wachtenden zonder zorg 419 50 15 3 1 488

Aantal actief wachtenden met zorg 1.040 114 63 21 3 1.241

Aantal niet-actief wachtenden zonder zorg 646 198 162 112 133 1.251

Aantal niet-actief wachtenden met zorg 3.932 3.580 4.459 3.788 2.367 18.126

Totaal 6.037 3.942 4.699 3.924 2.504 21.106

Figuur 3.14: Aantal cliënten per wachtstatus en wachttijdblok op peildatum 1 oktober 2020 (boven), 1 juli 2020 (midden) en 1 april 2020 (onder)

3.6 Opnameperformance

In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de weg die de cliënt heeft afgelegd van het moment van Wlz-indicatiestelling tot opname. Hierbij is de wachttijd de periode tussen de ingangsdatum van de (her)indicatie (in de periode 1 oktober 2019 - 1 oktober 2020) en de datum waarop zorg daadwerkelijk wordt geleverd. Het meest opvallende uit figuur 3.15 is dat er 15.908 cliënten een status Actief Wachtend hebben gehad met een wachttijd van 0 dagen (56%). Deze cliënten hebben geen wachttijd gehad.

Wachttijdperiode Cliëntenstroom voorgaande wachtstatussen tweede

kwartaal 2020

0 dagen

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 - 6 maanden

6-12

maanden Totaal

Cliënt is actief wachtend geweest 15.807 8.505 1.845 1.350 496 28.003

Cliënt is actief wachtend en niet wachtend geweest - 205 259 267 124 855

Cliënt is niet-actief wachtend geweest 45 1.683 1.919 1.629 726 6.002

Cliënt is niet-actief wachtend en niet wachtend geweest 9 819 1.585 1.732 750 4.895

Cliënt is actief- dn niet actief wachtend geweest - 60 202 314 158 734

Cliënt is actief, niet-actief en niet wachtend geweest - 19 172 351 197 739

Cliënt is niet wachtend geweest 108 2.066 1.036 867 348 4.425

Figuur 3.15: Aantal cliënten per wachtstatus en wachttijdblok in derde kwartaal (boven) en tweede kwartaal (onder) Wachttijdperiode

Cliëntenstroom voorgaande wachtstatussen derde

kwartaal 2020 0 dagen

0 tot 6 weken

6 tot 13 weken

3 - 6 maanden

6-12

maanden Totaal

Cliënt is actief wachtend geweest 15.908 8.862 1.787 1.253 525 28.335

Cliënt is actief wachtend en niet wachtend geweest - 223 247 258 120 848

Cliënt is niet-actief wachtend geweest 47 1.798 1.852 1.752 893 6.342

Cliënt is niet-actief wachtend en niet wachtend geweest 8 861 1.515 1.842 929 5.155

Cliënt is actief- dn niet actief wachtend geweest 1 45 192 319 165 722

Cliënt is actief, niet-actief en niet wachtend geweest - 11 154 360 224 749

Cliënt is niet wachtend geweest 114 2.304 1.058 846 377 4.699

(19)

Bijlage 1 Definities

Wachtstatussen:

In de Wlz kennen we verschillende wachtstatussen2 die gebruikt worden bij het samenstellen van de landelijke wachtlijsten:

Actief Wachtend:

De cliënt krijgt in iWlz de leveringsstatus (wachtlijststatus) Actief Wachtend als geïndiceerde en/of toegewezen zorg dringend (urgent) moet starten omdat zorg thuis niet meer verantwoord (of doelmatig) is. De cliënt wil deze zorg ontvangen, maar kan deze nog niet krijgen. Ofwel de cliënt wacht buiten zijn wil om op de gewenste zorg. De zorgbehoefte is zo urgent dat de zorg eventueel ook (tijdelijk) geboden moet worden door een andere aanbieder dan zijn voorkeuraanbieder.

Niet-Actief Wachtend:

Cliënt wil de geïndiceerde zorg alleen ontvangen van zijn voorkeuraanbieder

Niet Wachtend:

Cliënt wil de geïndiceerde zorg nu nog niet ontvangen.

Overbruggingszorg:

Overbruggingszorg is zorg die bij een cliënt met opnamewens tijdelijk wordt ingezet om de wachtperiode tot opname op een passende plaats in een instelling op

verantwoorde wijze te overbruggen.

Treeknorm:

Een Treeknorm is een streefnorm voor maatschappelijk aanvaardbare wachttijden voor het leveren van niet-spoedeisende zorg. In de sector V&V geldt een Treeknorm van zes weken.

Instroom:

Een cliënt waarvan de ingangsdatum van het indicatiebesluit ligt in de maand voorafgaand aan de peildatum, en de cliënt niet voorkomt in de aanlevering van de AW317 over de maand voorafgaand aan de maand voor de peildatum.

Uitstroom:

Een cliënt komt niet meer voor in de aanlevering van de AW317 over de maand voorafgaand aan de peildatum.

–––––––

2 Bron: Bijlage A: Begrippenlijst van Voorschrift Zorgtoewijzing 2020

(20)

COROP-gebied:

COROP-gebied is een regionaal gebied binnen Nederland dat deel uitmaakt van de COROP-indeling. Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. De naam COROP komt van Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgramma. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden. Twee provincies (Flevoland en Utrecht) zijn elk in hun geheel één COROP-gebied; de overige zijn een gedeelte van één provincie en bestaan uit een aantal gemeenten. Zie bijlage 2 voor geografisch overzicht van de gebieden.

Leveringsvorm:

Verzekerden met een indicatie voor Wlz-zorg kunnen ervoor kiezen in een instelling te gaan wonen om de zorg te krijgen. Zij kunnen er onder voorwaarden ook voor kiezen om de zorg thuis te ontvangen. Deze mogelijkheden worden leveringsvormen3 genoemd. De volgende leveringsvormen zijn mogelijk:

- Verblijf in een instelling;

- Volledig pakket thuis (VPT);

- Modulair pakket thuis (MPT);

- Persoonsgebonden budget (PGB);

- Deeltijd verblijf (DTV).

–––––––

3 https://www.zorginstituutnederland.nl/Verzekerde+zorg/leveringsvormen-instelling-vpt-mpt-en-pgb-wlz

(21)

Bijlage 2 COROP-gebieden

Landkaart COROP-gebieden

(22)

Bijlage 3 Zorgkantoorregio’s

1 Groningen 2 Friesland 3 Drenthe 4 Zwolle 5 Flevoland

6 Noord-Holland Noord 7 Zaanstreek-Waterland 8 Kennemerland 9 Amsterdam

10 Amstelland en De Meerlanden 11 t Gooi

12 Apeldoorn, Zutphen en Omstreken 13 Midden-IJssel

14 Twente

15 Zuid-Holland Noord 16 Utrecht

17 Arnhem 18 Haaglanden

19 Westland Schieland Delfland 20 Rotterdam

21 Midden-Holland 22 Waardenland 23 Nijmegen

24 Zuid Hollandse Eilanden 25 West-Brabant

26 Midden-Brabant 27 Noordoost Brabant 28 Zuidoost-Brabant

29 Noord- en Midden-Limburg 30 Zeeland

31 Zuid-Limburg

(23)

Bijlage 4 Bevolkingsopbouw

Het CBS heeft een prognose gemaakt van het aandeel 80-plussers op de totale bevolking per COROP-gebied4, gedurende de komende dertig jaar. Onderstaande figuren tonen de huidige situatie en de prognoses voor 2030, 2040 en 2050. In de groene gebieden ligt het percentage 80-plussers ten opzichte van de Nederlandse bevolking tussen de 0-6%, terwijl in de oranje/rode gebieden dit percentage boven de 11% ligt. De komende drie decennia is bij alle COROP-regio’s een procentuele groei te verwachten. De ontwikkeling is het meest opvallend in de omgeving Delfzijl

(Zorgkantoor Groningen), de Achterhoek (Zorgkantoor Arnhem en

Apeldoorn/Zutphen) en Midden-Limburg (Zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg).

Deze regio’s krijgen te maken met de grootste toename van het aantal 80-plussers en een extra toename van de vraag naar langdurige verpleging en verzorging.

Figuur bijlage 4: Prognoses CBS aandeel 80+ ten opzichte van de totale bevolking 2020-2050

–––––––

4 Voor definitie zie Bijlage 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Synthese, Vincent van Gogh en het CJG zijn voornemens om in samenwerking met scholen in 2019 themadagen op het Ursula te organiseren en voorlichting te organiseren voor jongeren

Het fonds behaalde in het derde kwartaal een positief rendement, met dank aan de verder gedaalde spreads op landen en bedrijfsobligaties (credits).. Actief

Uit deze analyse blijkt dat de totale waarde van de Nederlandse koopwoningvoorraad de afgelopen 8,5 jaar is toegenomen met maar liefst 1 biljoen (1.000 miljard) euro.. Het

Rijkswaterstaat 5 | Rijksvastgoedbedrijf 3 | Gemeente Rotterdam 1 | Gemeente Amsterdam 1 | Waterschap Limburg 1 | Gemeente Den Haag 1 | Gemeente Utrecht 1 |

Gedurende de rest van het jaar zal de onder- neming het omzetverlies als gevolg van een uitgestelde vraag naar bepaalde analytische instrumenten naar verwachting kunnen

Voor het eerst in ruim tien jaar werd de rente door de Amerikaanse centrale bank verlaagd met een kwart procentpunt.. Beleggers reageerden

 Solvay verwacht een organische groei [4] van de onderliggende EBITDA tussen -2% en -3% jaar op jaar, en een vrije kasstroom aan Solvay-aandeelhouders uit

Wij hebben u bij de behandeling toegezegd u te informeren welk proces voor de komende periode wij voor ogen hebben rondom het idee van Antes op haar terrein woningen te bouwen..