• No results found

Groep 1/2. Groep 3/4. Groep 5/6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Groep 1/2. Groep 3/4. Groep 5/6"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Doorgaande Leerlijn MUZIEK

Beleving – Kennis – Maken – Reflectie – Samenwerking Groep 1/2 Beleving:

De kinderen kunnen al zingend , spelend en bewegend verschillende betekenissen en gevoelens in liedjes en muziek ervaren.

Ze ervaren hoge en lage klanken en lange en korte klanken in de muziek.

De kinderen kunnen fantaseren, associëren en imiteren a.d.h. van het thema en leren zo

verschillende emoties te uiten.

Kennis:

De kinderen leren dat muziek iets kan uitbeelden en dat ze zelf iets kunnen uitbeelden.

Ze kunnen relaties leggen tussen afbeeldingen en muziekfragmenten.

Ze leren woordritmes herkennen.

Ze leren dat er verschillende speelmanieren zijn op instrumentjes.

Ze leren de klankkleur te onderscheiden van de instrumentjes.

Maken:

De kinderen zingen liedjes en kunnen hun eigen stukjes muziek maken .

Ze experimenteren met het maken van geluiden en klank

Ze maken zelf bewegingen bij muziek.

Reflectie:

De kinderen kunnen praten over hun ervaring met muziek: geluiden van dieren, verhalen in muziek en omgevingsgeluiden en hun eigen gevoelens.

Samenwerking:

Ze leren samen te werken aan een dansje of klankstuk. Ze leren op hun beurt te wachten en stil te zijn wanneer het nodig is en te luisteren naar anderen.

Groep 3/4 Beleving:

De kinderen kunnen al zingend, spelend en bewegend verschillende betekenissen in liedjes en muziek ervaren.

Ze ervaren al zingend vormprincipes, herhalingen en contrasten

De kinderen kunnen fantaseren, associëren en imiteren a.d.h. van muziekfragmenten en liedjes.

Maken:

Ze zingen liedjes met aandacht voor goed stemgebruik.

Ze kunnen hun eigen stukjes muziek maken.

Hoog -laag op verschillende instrumenten.

Een maatbegeleiding bij een lied.

Ze experimenteren met het maken van geluiden en klanken.

Ze kunnen werken met ritmische bouwstenen en ritmische ostinaten.

Kennis:

Ze leren dat muziek iets kan uitbeelden en dat ze zelf iets kunnen uitbeelden.

Ze kunnen relaties leggen tussen afbeeldingen en muziekfragmenten en maken zelf een grafische notatie voor hoog – laag, lang –kort, hard –zacht.

Ze leren woordritmes herkennen.

Ze leren dat er instrumenten zijn die alleen lang en kort spelen maar sommige ook hoog en laag.

Reflectie:

Ze kunnen praten over hun ervaring met muziek: geluiden van weerssituaties, verhalen in muziek en omgevingsgeluiden en hun eigen gevoelens.

Ze laten elkaar hun klankstukjes horen en evalueren.

Samenwerking:

Ze leren samen werken aan een klankstuk en naar elkaar te luisteren bij het samen spelen en zingen.

Groep 5/6 Beleving:

(2)

Leerlingen ervaren al spelend en luisterend de verschillende klankkleuren van bestaande en zelfgemaakte instrumenten.

Leerlingen kunnen de sfeer en de klank beleven bij het beluisteren van verschillende soorten muziekensembles.

Kinderen kunnen een levendige fantasie uiten in het experimenteren met klanken en het maken van geluiden op instrumenten.

Kinderen beleven plezier aan het goed kunnen spelen van een instrument: Dat wil ik ook!

(bewondering) Kennis:

De leerlingen herkennen , benoemen en ordenen de muziekinstrumenten uit de 4 hoofdgroepen.

Onderscheid maken tussen hoge en lage tonen. Afhankelijk van het instrument.

Ze kunnen zelf vertellen wat de verwachte klanken zijn van instrumenten ensembles zoals symfonieorkest, drumband of popgroep.

De leerlingen kunnen de hoge en lage klankkleur herkennen van een instrument.

Kennis van het eenvoudige notenschrift.

Kennis van het metrum en ritme.

Maken:

Gezamenlijk klappen of tikken of spelen op verschillende slaginstrumenten van verschillende ritmes.

Een eenvoudig muziekinstrument maken uit één van de hoofdgroepen.

Het spelen van eenvoudige melodieën of eenvoudige akkoorden op een bestaand of eigengemaakt instrument.

Een eigen liedje of begeleiding bedenken. (componeren)

Het naspelen of meespelen van een eenvoudig popsong/liedje of muziekfragment.

Reflectie:

De leerlingen kunnen praten over hun eigen ervaringen met het bespelen van instrumenten en het maken van geluiden .

Wie heeft er moeite met bespelen, maken van de klank van een instrument? En hoe komt dit?

Wat vond je het leukst om te doen?

Is het nuttig/nodig om het nog een keer te doen?

Kinderen kunnen elkaar corrigeren.

Samenwerking:

Samenspelen:gelijk inzetten,verschillende partijen door elkaar spelen. Op de onderlinge dynamiek letten.

Naar een gezamenlijk optreden/afsluiting toewerken.

Samen werken of in groepjes aan het ordenen van klanken en instrumenten Groep 7/8 Beleving:

Leerlingen kunnen de sfeer herkennen in de harmonie en melodie.

Kinderen kunnen een levendige fantasie uiten in de muziek.

Kinderen streven naar het goed kunnen spelen van een instrument: Dat wil ik ook!

(bewondering)

Kinderen kunnen zichzelf identificeren met hun popster of idool.

Kennis:

Onderscheid maken tussen hoge en lage tonen. Afhankelijk van het instrument.

Het kunnen herkennen van mineur en majeur akkoorden.

De hoge klankkleur en lage klankkleur herkennen van een instrument.

Kennis van het notenschrift.

Kennis van het metrum en ritme.

Maken:

Gezamenlijk klappen of tikken van verschillende ritmes. (polyritmiek)

Het spelen van noten en/of verschillende akkoorden. (polyfonie)

Een eigen liedje bedenken. (componeren)

(3)

Het naspelen van een éénvoudige popsong/liedje.

Reflectie:

Wie heeft er moeite met het bespelen van bepaalde noten en/of akkoorden? En hoe komt dit? (motorisch of gebrek aan theorie)

Wat vond je het leukst om te doen?

Is het nuttig/nodig om het nog een keer te doen.

Kinderen kunnen elkaar corrigeren.

Is de notering van noten/akkoorden correct?

Samenwerking:

Samenspelen:gelijk inzetten,verschillende partijen door elkaar spelen. Op de onderlinge dynamiek letten.

Naar een gezamenlijk optreden/afsluitng toewerken.

Onderling de taken verdelen voor het spelen van verschillende stukjes.

VO Klas 1 en 2 Beleving:

Leerlingen kunnen de sfeer herkennen in de harmonie en melodie.

Leerlingen kunnen een levendige fantasie uiten in de muziek.

Leerlingen streven naar het goed kunnen spelen van een instrument: Dat wil ik ook!

(bewondering)

Leerlingen kunnen zichzelf identificeren met hun popster of idool.

De leerlingen hebben een sterke emotionele wereld en kunnen dus heel heftig reageren op muziek/elkaar en op de stemming in de groep.

Kennis:

Onderscheid maken tussen hoge en lage tonen. Afhankelijk van het instrument.

Het kunnen herkennen van mineur en majeur akkoorden.

De hoge klankkleur en lage klankkleur herkennen van een instrument.

Kennis van het notenschrift.

Kennis van het metrum en ritme.

Kennis van bepaalde muziekstijlen.

Maken:

Gezamenlijk klappen of tikken van verschillende ritmes. (polyritmiek)

Het spelen van noten en/of verschillende akkoorden. (polyfonie)

Een eigen liedje bedenken. (componeren)

Het naspelen van een popsong/liedje.

Bedenken en spelen van een eigen geïmproviseerd stukje.

Reflectie:

Wie heeft er moeite met het bespelen van bepaalde noten en/of akkoorden? En hoe komt dit? (motorisch of gebrek aan theorie)

Wat vond je het leukst om te doen? Is dit mijn eigen stijl?

Is het nuttig/nodig om het nog een keer te doen.

Leerlingen kunnen elkaar corrigeren.

Is de notering van noten/akkoorden correct?

Samenwerking:

Samenspelen:gelijk inzetten,verschillende partijen door elkaar spelen.Op de onderlinge dynamiek letten.

Naar een gezamenlijk optreden/afsluitng toewerken.

Onderling de taken verdelen voor het spelen van verschillende stukjes.

Omschrijving Lessenserie groep 1/2

In deze lessenserie gaan de kinderen op een speelse wijze verschillende aspecten van muziek beleven a.d.h. van het thema: Het insectenbos.

De kinderen zingen en bewegen bij liedjes over allerlei beestjes zoals duizendpootjes, kevertjes, bijen, vlindertjes,maar ook fantasiebeestjes. Er wordt gewerkt met woordritmes en afbeeldingen.

De kinderen ervaren hoog en laag, vlug en langzaam d.m.v. opdrachten en beweging. Ze bedenken zelf geluiden ( stemvorming)of beelden iets uit op instrumentjes. Ze luisteren naar fragmenten van bestaande muziek en doen tenslotte een dans met fantasiedieren.

(4)

Omschrijving Kinderatelier groep 1 /2

In het kinderatelier maken de kinderen een speelse ontdekkingstocht door de wereld van muziek.

N.a.v. allerlei onderwerpen uit het kinderleven worden liedjes gezongen, verhalen uitgebeeld op muziek, veel muziekspelletjes gedaan en gespeeld op eenvoudige instrumenten. Al spelend ontwikkelen de kinderen hun muzikale capaciteiten.

Omschrijving Lessenserie groep 3/4

In deze lessenserie gaan de kinderen verschillende aspecten van muziek verkennen a.d.h. van het thema: Het weer.

De kinderen zingen liedjes over het thema, ze luisteren naar muziekfragmenten waar weersituaties in verklankt zijn, ze ontwerpen en noteren klankstukjes, ze reageren met bewegingen bij de liedjes en muziek met gebruikmaking van hoepels. Ze maken een regenboogdans met linten. De kinderen maken een liedbegeleiding en spelen deze op slaginstrumenten. Ze onderzoeken instrumenten op hun klankeigenschappen en doen luisterspelletjes. Ze spelen elkaar klankstukjes voor en het resultaat wordt met de kinderen besproken.

Omschrijving Kinderatelier groep 3/4

In tien lessen maken de kinderen kennis met de veelzijdigheid van muziek waardoor hun enthousiasme voor muziek gewekt wordt.

Omschrijving Lessenserie groep 5/6

In deze lessenserie gaan de leerlingen bepaalde nieuwe aspecten van de muziek verkennen.

Daarnaast gaan we ook muziek maken a.d.h. van het thema: vriendschap.

Vriendschap is terug te koppelen naar het Land van Scala en is erg goed geschikt voor deze groepen, omdat op deze leeftijd vriendschap en samenwerking ook belangrijk wordt in de klas.

De kinderen gaan luisteren naar muziek en fragmenten die over vriendschap gaan. Het is de bedoeling dat er vanaf nu ‘muziekles’ gegeven wordt. Daarnaast gaan we ook zelf muziek

schrijven over het thema en maken we zelf teksten op een eenvoudige manier. De lessen bestaan uit het leren van toonladders, melodieën (zingen en spelen) en akkoorden. Eventueel kunnen groepjes gevormd worden voor het spelen in een ensemble.

Omschrijving Kinderatelier groep 5/6

Bij het kinderatelier gaan we verder met het thema vriendschap. Hierbij spelen emoties een grote rol. We gaan eigen muziek maken, die we moeten voorzien van akkoorden, melodie en ritme.

Daarnaast moeten de kinderen zelf bepalen of de liedjes droevig, blij, boos, spannend etc. zijn.

Alles blijft vrij basis en de kinderen worden gestimuleerd d.m.v. positieve feedback!

Omschrijving Lessenserie groep 7/8

Bij deze lessenserie gaan we door het Land van Scala lopen en gaan we muziek maken/beluisteren a.d.h. van het thema: ‘Wie ben ik?’

De leerling kan d.m.v. melodie, harmonie, ritme en dynamiek zelf bepalen wat de muziekstijl is die bij hem/haar hoort.

We gaan luisteren naar verschillende muziekstijlen, zoals: Pop, hardrock, blues, jazz, funk, latin etc etc.

Wanneer leerlingen dezelfde voorkeur hebben, kun je ze bij elkaar in een groepje doen. Aan het einde van de lessen hebben de leerlingen/groepjes een eigen liedje gemaakt met hun eigen stijl:

‘Dit ben ik!’

Omschrijving Kinderatelier groep 7/8

Bij het kinderatelier gaan we verder met het thema: ‘Wie ben ik?’

De kinderen krijgen muziek- en zangles om zo hun eigen muziekstijl uit te voeren. Daarnaast kan iedereen ook zelf bepalen of hij/zij een bandje wil maken en wat voor instrumenten daar in komen. Dit wordt begeleid voor de docent. De docent is in sommige gevallen meer een soort coach dan een leraar.

Aan het einde van de lessen bespelen de kinderen de basis van een instrument of instrumenten, hebben ze een liedje met eigen stijl en kunnen ze het uitvoeren.

Omschrijving Jongerenlab VO klas 1 en 2

Bij de jongerenlabs lijken de lessen erg op de lessen uit groep 7/8. Er kan meer gekeken worden naar techniek en beheersing van je stem of instrument. Ook kunnen we naar een uitvoering toewerken.

De computer kan ingezet worden voor het uitwerken van songs. We kunnen muziek opnemen en steeds meer partijen toevoegen.

Ook de klassieke kant van de muziek wordt belicht: daar komt het uiteindelijk vandaan!

(5)

Een lessenserie Muziek voor groep 1 en 2

Les ideeën verzamelt door: Lucie Brandsma Korte

omschrijving lessenserie:

In deze lessenserie gaan de kinderen op een speelse wijze verschillende aspecten van muziek beleven a.d.h. van het thema: Het insectenbos.

De kinderen zingen en bewegen bij liedjes over allerlei beestjes zoals duizendpootjes, kevertjes, bijen, vlindertjes, maar ook fantasiebeestjes. Er wordt gewerkt met woordritmes en afbeeldingen. De kinderen ervaren hoog en laag, vlug en langzaam d.m.v. opdrachten en beweging. Ze bedenken zelf geluiden ( stemvorming)of beelden iets uit op instrumentjes. Ze luisteren naar fragmenten van bestaande muziek en doen tenslotte een dans met

fantasiedieren.

Doelgroep: 1 en 2 Aantal leerlingen

per groep:

Tot 30 leerlingen

Lesduur: 1 uur

Beginsituatie: Aangenomen mag worden dat de kinderen bekend zijn met het zingen en bewegen.

Voorbereiding groepsleerkracht:

N.v.t.

Leerdoelen: Les 1: De kinderen kunnen een lied in 6/8 maat zingen en begeleiden.

Ze kunnen woordritmes herkennen en maken bewegingen bij fantasie insecten Les 2: Ze kunnen hoog en laag herkennen in beluisterde muziek.

Les 3: Ze kunnen met beweging reageren op de verschillen tussen hoge en lage muziek. Ze kunnen een gedicht verklanken.

Les 4: zie 1,2 en 3 en er wordt een dans aangeleerd.

Benodigdheden van de school:

Verschillende muziekinstrumenten

Bloemen in verschillende kleuren( echte of namaak) Een handpopbij of zelfgemaakt.

Benodigdheden die de

Scaladocent meeneemt:

Instrumententas Cd Dansspetters 1 a

Les 1: Afbeeldingen van spin, vlinder, duizendpoot en langpootmugje.

Les 2: Vouwblaadjes in verschillende kleuren, touw en ritme stokjes Xylofoon

Cd met luistervoorbeelden.

Gewenste inrichting van het lokaal:

Speel of gymlokaal

Tips voor de leerlingen:

Les 1 Inleiding (15 minuten)

We beginnen met een afbeelding en een praatje over de duizendpoot.

(6)

Aansluitend zingt de docent het lied en maakt met alle kinderen een duizendpoot. (voor lied en beschrijving zie bijlage).Dit is meteen een kennismakingsliedje.

Kern (20 minuten)

Er zijn heel veel verschillende soorten insecten, het zijn kriebelbeestjes, prikbeestjes, sommige kunnen vliegen laat kinderen bedenken. Hoeveel poten hebben ze?

-We klappen de woorden van de insecten( voor en na klappen) Met behulp van afbeeldingen van een: spin, duizendpoot, vlinder en langpootmugje. -Plaatjes bekijken en ritmes klappen. -Daarna de plaatjes verspreiden in het lokaal. Docent klapt een ritme en kinderen gaan bij het juiste plaatje staan. Bij het opruimen zeggen: Inge jij mag het langpootmugje terug brengen.

-Hansje Pansje kevertje wordt gezongen en de kinderen laten Hansje klimmen met duim en wijsvinger. Als het goed gaat helft van de klas laten kijken naar de rest.

-Bij het liedje: Klimmen, klimmen laten we Hansje nog hoger klimmen en aan het eind naar beneden vallen( zie bijlage)

-Elk kind krijgt een bloem. Docent zingt zoem, zoem( bijlage) en de kinderen doen mee.

-Een kind krijgt een handpopbij en laat haar rondvliegen de groep blijft zoemen.

-Docent zingt: Bij en bloem. Bij ‘k zoek een mooie gele bloem”houden de kinderen met een gele bloem deze naar voren zodat er nectar uitgehaald kan worden. Alle kleuren komen aan de beurt.

-De kinderen maken een voor en naspel bij het lied met zoem, zoem een triangel, een klokkenspel en een trommelslag wanneer de bij steekt.( zie bijlage)

-I

Afsluiting:

De kinderen gaan terug naar hun lokaal als een lange duizendpoot achter de docent aan.

Les 2 Inleiding

De kinderen gaan weer in een kring zitten en hebben allemaal een van te voren op school gemaakte vlinder voor zich liggen.

Verhaaltje over een vlinder die honger heeft en op zoek is naar eten. Soms vindt hij iets in een bloem op een hoge of op een lage steel. Uitbeelden op xylofoon.

Kern (30 minuten)

Aanleren lied: Bloemen wiegen( zie bijlage) en opdrachten doen bij het lied. Ze laten hun vlinders hoog of laag vliegen bij de tekst van het liedje.

Bij luistervoorbeelden of gespeelde muziek de kinderen laten reageren.

Bewegingsspel:

De kinderen vliegen vrij door de ruimte. De armen zijn de vleugels. Tijdens het lied zitten ze stil, tijdens de muziek vliegen ze hoog of laag.

1 kind kan ook spelen op de xylofoon en de anderen reageren.

Afsluiting

Bloemen zoeken: In de ruimte liggen vouwblaadjes in de kleuren van de vlinders.

(7)

Tijdens het lied vliegen de kinderen tussen de bloemen door. Aan het eind van het lied laat de docent een kleur zien en de kinderen met die kleur gaan bij het blaadje staan( bloem).

Les 3 Inleiding ( 10 minuten)

Het lied Dina Duizendpoot wordt nog een keer gezongen en het spel wordt nog een keer gespeeld. Wie wil Dina zijn?

Kern( 20 minuten)

De vlindertjes zijn er ook weer. Het lied wordt gezongen. De kinderen staan verspreidt in de ruimte als bloem 2 kinderen fladderen er tussen door tijdens het lied. Bij: En stellen iedere bloem een vraag, staat het kind stil bij een “bloem”’ en stelt hem een vraag.

Kinderen gaan in de kring zitten.

Verhaaltje over het insectenbos:

-In het insectenbos wonen nog meer insecten en sommige zijn een beetje vreemd: de zigzagmug, de wandelende tiktak, de slungelspin en Dina Duizendpoot.

Zigzagmug: Vertel dat de zig zag mug heel zenuwachtig is. Wie kan dat eens laten horen op een schellenraam? De kinderen bewegen bij het geluid van een

schellenraam in zenuwachtige zigzagpatronen. Als het geluid stopt staan de muggen stil.

Wandelende tiktak: Robotachtige manier lopen bij een woodblock. Laat ook eens een kind spelen en 1 kind beeld uit enz.

Slungelspin: Heeft slappe poten, hij zakt er bijna doorheen Bij iedere slag op het bekken maakt hij een grote beweging en zakt weer in elkaar.

Er liggen verspreid 8 a 10 hoepels. In de hoepels liggen tekeningen van

instrumenten, woodblocks, bekkens, en schellenraam. Alle kinderen hebben een instrument wat ook afgebeeld staat op de tekening en staan in een kring om de hoepels. Een kind loopt rond op muziek en wanneer de muziek stil is stapt het kind in de hoepel. De kinderen die een instrument van de tekening uit de hoepel hebben spelen net zo lang het kind stil staat, en maken de muziek die bij de fantasiedieren horen.

Zo loopt hij door de hoepels tot dat alle geluiden geweest zijn. De

instrumententekeningen wisselen en ook de kinderen wisselen van instrument.

Een kind wordt geblinddoekt en moet op het gehoor een leeggemaakte hoepel vinden Gevonden? dan wordt er een ander kind aangewezen.

Afsluiting Dina Duizendpoot heeft evenveel poten als het aantal benen van de kinderen in de groep. Op trommelslagen stapt ze rond. Alle pootjes moeten wel gelijk gaan anders raken ze in de knoop. De kinderen gaan al zingend en lopend weer naar hun lokaal.

Les 4 Inleiding (10 minuten)

In de kring zitten. Vertel dat we met z’n allen in het bos zitten op het zachte mos, we willen graag weer naar huis maar we zijn een beetje verdwaald. We kunnen

(8)

de weg vragen aan 1 van de fantasiedieren van de vorige les.

Wie kan een dier uitbeelden op een instrument? Wie wil nog eens laten zien hoe de dieren bewegen?

Kern (30 minuten) Stemvorming:

We maken met ons allen het spinnenweb van de slungel spin. Met hun handen maken ze de draden en met hun stem begeleiden ze de draden sssssssssssss.

Eerst de 4 hoofddraden, dan de tussen draden en de draden er om heen.

We laten het geluid van de zig-zagmug horen. Korte klanken op zzz Zing het lied:

Samen zitten we hier in het bos. Ondersteunen met suggestieve bewegingen.

Wanneer het lied gekend is de hele dans doen als volgt:

Lied: zitten in een kring op de grond, uitbeelden zig-zagmug, lied weer zitten, uitbeelden wandelende tiktak, lied, uitbeelden slungelspin, lied, uitbeelden Dina Duizendpoot, die wijst ons de weg uit het bos.

Afsluiting (10minuten)

Gelukkig, we zijn weer allemaal veilig uit het bos gekomen. Samen met de insecten gaan we feest vieren. De kinderen dansen op vrolijke muziek van de vlinders met opdrachten.

Eventuele uitbreiding van lessenserie

Een les over spinnen of een bromvlieg

Bijlagen:

Overige opmerkingen

(9)

MUZIEK Groep 3 en 4

Korte omschrijving lessenserie:

In deze 4 lessen gaan de kinderen verschillende aspecten van muziek verkennen a.d.h. van een thema. Het thema is afhankelijk van de periode ( bv.

jaargetijde)waarin de lessen gegeven worden. In deze lessen hebben we gekozen voor het thema: Het weer.

Doelgroep: Groep 3 en 4 Aantal leerlingen

per groep:

20 – 30 leerlingen

Lesduur: 1 uur per les

Beginsituatie: Op school hebben leerlingen wel gezongen maar hebben nog weinig of geen ervaring met andere aspecten van muziek.

Voorbereiding groepsleerkracht:

Van te voren met de klassen leerkracht overleggen over opstelling kinderen( evt.

kring)Gebruik van digibord of CD speler. Gebruik van speellokaal. Vragen om liedlijst van de gekende liedjes.

Leerdoelen in deze lessen:

Les 1 -De kinderen kunnen een liedje zingen en een spreektekst uitvoeren.

-De kinderen kunnen een eenvoudig ritme herkennen en uitvoeren en grafisch noteren.

Les 2

-De kinderen kunnen klanktekens koppelen aan luisterfragmenten.

-De kinderen kunnen grafische speelstukjes ontwerpen en uitvoeren.

-De kinderen wordt bewust gemaakt van korte of lange klanken van een instrument.

Les 3 -De kinderen kunnen hun eigen muziek van natuurgeluiden ontwerpen en

noteren.

Les 4 -De kinderen kunnen een liedje zingen over hoog en laag.

-De kinderen kunnen hoog - laag grafisch noteren en uitvoeren.

Benodigdheden van de school:

Bord.

Afspeelapparatuur.

Benodigdheden die de

Scaladocent meeneemt:

Muziektas met klein slagwerk.

Luistervoorbeelden.

Begeleidingsinstrument.

Gewenste inrichting van het lokaal:

Moet per les overlegd worden.

Tips voor de

(10)

leerlingen:

Les 1 Inleiding

Laat het geluid van een regenkoker horen of een opname van een regenbui.

Waar doet je dit geluid aan denken?

Praat je over het weer van gisteren en vandaag. Wanneer regende het? Enz…

Regenmuziek maken met de kinderen. Tikken met de nagels op de tafel, de stoel, de grond enz. Zacht beginnen, steeds harder enz. Crescendo/ decrescendoteken gebruiken of kleine stipjes: zachte regen, grote stippen: harde regen.

Een spreektekst wordt uitgevoerd met de groep afwisselend met 1 leerling.

Kern

Een lied over regen wordt aangeleerd met aandacht voor het juist overnemen van de toon. De kinderen voeren activiteiten uit die in het lied voorkomen.

De kinderen doen een ritmespel met 2 regels uit het lied: Zeggen, fluisteren, op ritmestokjes,klappen enz.

Raadspelletje: Welke regel doe ik?

Notatie: Beide regels in grafische notatie op het bord. Punten en streepjes.

Kinderen maken zelf een regentekening door klanktekens te gebruiken:stip=kort Streep = lang

De kinderen tikken, klappen of spelen in 2 tallen de zelfbedachte regenbui aan elkaar voor of aan de klas.

Liedbegeleiding:

Het lied wordt door de kinderen zelf begeleidt op ritme instrumenten. Op verschillende woorden klinken verschillende instrumenten.

Afsluiting

Een aantal kinderen krijgen de opdracht een eigen route te lopen bij het lied als het lied uit is sta je weer bij je stoel.

Een kind loopt tijdens het lied met een paraplu, aan het eind van het lied is ze bij een ander kind aangekomen die het overneemt.

De kinderen maken in 2 tallen regenmuziek en voeren dit uit voor de hele groep.

De anderen kinderen verwoorden hoe de regenbui klonk.

Les 2 Inleiding

Verkenning van instrumenten. In de kring liggen een metallofoon, een trom en een bekken. Kinderen ontdekken dat er instrumenten zijn waar je hoog en laag op kunt spelen en op andere alleen lang en kort. Welk instrument klinkt het langst?

Kinderen bewegen op de klank van de verschillende instrumenten die door de docent bespeeld worden. De kinderen krijgen hierbij opdrachten: Beweeg als een robot, vlinder enz.

Wie kan het verschil laten zien tussen het bewegen op de muziek van de trom en het bekken?

Kern:

Bewegen bij luisterfragmenten uit Sacre du printemps met opdrachten.

Vastleggen:Verschillende klankkaarten zoeken die bij de muziek horen.

Spelen: De kinderen verklanken de kaarten met instrumenten.

(11)

Maken: De kinderen tekenen zelf een muziekstukje voor 3 verschillende instrumenten.

Afsluiting: Enkele klankstukjes worden uitgevoerd en worden aan de hand van vragen door de andere kinderen besproken. De kinderen zingen het lied van de vorige les nog een keer.

Les 3 Inleiding

Gesprekje over onweer. Opname laten horen.

Kern

Een liedje over storm en regen wordt aangeleerd.

Een verhaal wordt verklankt. Dit gaat over vogelgeluiden, wind, regen en onweer.

Het resultaat wordt met de kinderen besproken.

Luister naar onweersmuziek en klankkaarten in de goede volgorde zetten Zelf onweersmuziek maken met verschillende instrumenten en materialen.

De tegenstellingen hard/zacht worden hierin verwerkt.

Afsluiting

Een compositie van een componist die onweersmuziek hebben uitgebeeld.

De muziek bespreken en vergelijken met eigen stukje.

Verdieping

De kinderen bewegen bij Gewitter und storm uit de Pastorale Beethoven.

In het speellokaal. Ieder kind staat in een hoepel. Bij goed weer naar buiten ,bij slecht weer naar binnen.

Resultaat met kinderen bespreken.

Les 4 Inleiding

Vandaag is het mooi weer en we gaan naar de speeltuin. Gesprekje over de speeltuin. Spreektekst: De glijbaan.

Kern

De kinderen leren het lied De glijbaan en beelden de tekst in beweging uit. Aan de hand van de xylofoon wordt omhoog en omlaag beluisterd. Ze verklanken andere speeltoestellen op verschillende manieren.

Afsluiting

De kinderen tekenen hun eigen speeltoestel. Hoe moet het klinken? Welke instrumenten gebruik je daar voor. De kinderen presenteren hun vondsten en deze worden klassikaal besproken.

Eventuele uitbreiding van lessenserie

Bij een langere lessenserie kan er een ander thema gekozen worden bv. Feest, herfst, Het circus, Sprookjes,Indianen enz.

Bijlagen:

Overige opmerkingen

(12)

Kinderatelier groep 3/4

Gemaakt door: Marjanne Visscher Korte

omschrijving lessenserie:

In tien lessen maken de kinderen kennis met de veelzijdigheid van muziek waardoor hun enthousiasme voor muziek gewekt wordt.

Doelgroep: Groep 3 / 4 Aantal leerlingen

per groep:

10 kinderen

Lesduur: 10 lessen van 60 minuten aansluitend aan een schooldag

Beginsituatie: De kinderen hebben 4 tot 6 lessen muziek gehad onder schooltijd. Tijdens die lessen hebben zij kennisgemaakt met een aantal onderdelen van muziek, o.a.

zingen, bewegen, ritme, de begrippen hoog/laag, hard/zacht, lang/kort, luisteren, verklanking met eenvoudige instrumenten, eenvoudige grafische partituur maken, eenvoudig .grafisch partituur lezen en uitvoeren

Voorbereiding groepsleerkracht:

leerdoelen: De kinderen bewust maken van de veelzijdigheid van muziek.

 Een verdieping van dat gene dat tijdens de 4 tot 6 kennismakingslessen aan bod is gekomen

 Ruime aandacht voor zingen en gebruik van je stem

 Ruime aandacht voor de verschillende instrumentgroepen (slagwerk, snaar- en blaasinstrumenten) en haar instrumenten. Het herkennen van

verschillende instrumenten in de muziek

 Muziek beleven, ontdekken van de verschillende emoties in de muziek. Wat doet muziek met een verhaal / film

 Zingen en dansen tegelijkertijd, een kennismaking met musical

 Met elkaar muziek maken met ritme-instrumenten, boomwhackers etc., al dan niet aan de hand van een grafisch partituur

 Het maken van een grafisch partituur en het uitvoeren van een grafisch partituur

 Improviseren

De laatste les staat in het teken van het voorbereiden en het houden van een presentatie voor de ouders en belangstellenden.

Benodigdheden van de school:

Een ruimte waar de lessen gegeven kunnen worden, (digi)bord, cd-speler.

(13)

Benodigdheden die de

Scaladocent meeneemt:

Muziektas met klein slagwerk, luistervoorbeelden, begeleidingsinstrumenten, evt.

benodigdheden voor de les zoals potloden, pennen, papier, werkbladen etc.

Gewenste inrichting van het lokaal:

Moet per les bekeken worden

Tips voor de leerlingen:

Maak voor elke kind een mapje (snelhechter) met daarin de liedjes die gezongen worden.

Voorbeeld lessen

– De voorbeeldlessen zijn zo opgebouwd dat je verschillende onderdelen kunt combineren om afwisseling in de lessen te hebben

– Tijdens de eerste les begin je met kennismaking, eventueel een

kennismakingsspel. Bijvoorbeeld: de kinderen zitten in een kring. Jij zegt je naam en maakt een geluid. Het kind naast je zegt zijn/haar naam en maakt een ander geluid en zo ga je de kring rond. Als iemand geen geluid weet, vraag je wie hem/haar wil helpen. Zo ga je nog een keer de kring rond en maakt iedereen zijn/haar geluid.

Dan vraag je aan een van de kinderen wat zij een mooi begin geluid vindt voor een muziekstuk. Die gene laat zijn/haar geluid horen en je vraag aan zijn/haar buren om hun geluid te maken en hij/zij zegt welk van de twee geluiden het slot geluid wordt.

Zo ga je nog een keer alle geluiden bij langs en ontstaat er een improvisatie van geluiden.

– In de meeste lessen zal er gezongen worden. De liedjes die gezongen worden kunnen verzameld worden in een mapje, welke de kinderen mee mogen nemen naar huis. De kinderen kunnen eventueel thuis een tekening maken als voorblad.

Van tijd tot tijd is er aandacht voor ademtechniek, stemvorming en houding.

Les Wat doet muziek?

– Gesprek : Waar horen jullie allemaal muziek? Waarom hoor je in bijvoorbeeld winkels muziek?

– Muziek en emotie, wat voor gevoel geeft muziek?

Verschillende fragmenten (hoofdstuk 2, levendig en hoofdstuk 22 droevig) luisteren van de filmmuziek van de film 'Brother Bear' (Walt Disney), zonder beeld. De kinderen laten bedenken wat er tijdens het fragment gebeurt (gesproken tekst in het Engels laten horen, zodat ze niet met het verhaal bezig kunnen zijn)

– Wat doet muziek met een verhaal

Stukje film laten zien zonder geluid (uit de zelfde film, hoofdstuk 6), wat voor muziek verwacht je bij deze beelden? Vervolgens het zelfde stukje bekijken met geluid en beeld.

– Zelf muziek maken bij een verhaal

Kort verhaal vertellen, een Japans volksverhaal, daarna kernwoorden op het bord schrijven en daar de kinderen m.b.v. klein slagwerk en een metallofoon /

xylofoon (met pentatonische tonenreeks) geluiden bij laten bedenken, waarna het verhaal nog een keer verkort vertelt wordt en de kinderen de geluiden erbij maken.

Les

Grafisch partituur

– Grafisch partituur

Een partituur laten zien met noten en er wat over vertellen. Vervolgens korte uitleg over een grafisch partituur.

Grafisch partituur van de dierentuin. Kinderen geluiden laten maken (vocaal) van elk dier. Vervolgens verklanken via grafisch partituur van de dierentuin.

(14)

Werkblad geven met de grafische partituur van 'Het aquarium' van Camille Saint- Saëns, de muziek beluisteren en het partituur volgen.

Een ander stukje muziek beluisteren en vragen hoe zij dat zouden noteren en de kinderen het op het bord laten zetten. Aandacht voor hoog en laag, hard en zacht, hoe noteer je dat.

Groot uitgewerkte grafisch partituur ophangen van de 'Russische dans Trepak' van Tschaikowsky. Instrumenten uitdelen en partituur stap voor stap rustig uitvoeren en later met de muziek mee laten spelen en eventueel wisselen van

instrumenten.

Les Ritme en Kleuren- partituur

– Verschil tussen muziek uit ons land en uit bijvoorbeeld China

Twee stukjes muziek laten horen en vragen welke muziek er volgens hen uit China komt (Peking opera). Wat er anders aan?

– Aanleren lied 'Kleine Chineesje' (EW 164) – Kleuren-partituur

Het aanleren van verschillende ritmes aan de hand van de ritmekaarten. Eerste gecombineerd, zeggen en klappen, vervolgens alleen klappen om daarna met instrumenten te gaan werken. Vervolgens de ritmes uitvoeren volgens het kleurenpartituur. Uiteindelijk kan de volledige kleurenpartituur gespeeld worden in combinatie met het zingen van het lied 'Kleine Chineesje'.

Ook kan er nog gewerkt worden met een tussenspel waarbij een kind een improvisatie speelt op een xylofoon of metallofoon of losse klankstaven (c,d,e,g en a)

Les

Bewegen op muziek, maat en ritme

– Bewegen op muziek

Marsmuziek laten horen en één van de kinderen laten lopen op de maat van de muziek. Vervolgens met z'n allen marcheren. Loop vervolgens op het ritme van de muziek.

Vervolgens 7 verschillende soorten muziek laten horen en daarop gedanst (disco, hardrock, rap, country, baroque, house en een Weense wals). Vervolgens de verschillende fragmenten nogmaals beluisteren en de kinderen aan de hand van een werkblad het juiste plaatje bij de muziek laten zoeken (kledingstijlen) Les

Musical

– Het aanleren van een lied, bijvoorbeeld 'Onze wereld is mooi' uit de Disney film Aladdin

– De week erna het lied herhalen. Vervolgens een dans aanleren op de muziek van dit nummer

– De week daarna de dans herhalen en vervolgens de zang en de dans combineren Les

De Moldau

– Een gesprek voeren over Tsjechië, over het vastleggen van bijvoorbeeld

landschappen of gebeurtenissen in de tijd dat er geen foto- /filmcamera´s waren en het gebruik van schilderijen of muziek. Hoe heet iemand die muziekstukken

schrijft?

– Het aanleren van het lied van de Moldau

– Verhaal van de rivier de Moldau van Bedrich Smetane:

*het begin met de 2 fluiten

*langs de Moldau en het jachttafereel, de hoorns

*voorbij een stad met de bruiloft, feestmuziek

*de rivier die heel woest wordt

*de rivier die Duitsland binnen stroomt en over gaat in de Elbe

Deze fragmenten laten horen. De kinderen gaan een tekening maken over de muziek of kiezen een fragment waarvan ze een tekening willen maken met wasco en ecoline. Tijdens het tekenen klinkt de muziek zacht op de achtergrond.

(15)

– Nogmaals zingen van het lied van de Moldau.

Les Muziek- instrumenten

– Gesprek over blaasinstrumenten, het verschil tussen houtblazers en koperblazers en laten horen.

– Aan de hand van plaatjes van blaasinstrumenten de kinderen de verschillende instrumenten laten verdelen in één van deze twee groepen.

– Beluisteren van verschillende muziekfragmenten en kijken of de kinderen kunnen horen welke instrumenten er spelen.

– De namen op de kaartjes afplakken, kaartjes op de kop leggen en de kinderen om de beurt een kaartje laten trekken en het instrument benoemen.

– Muziekinstrumenten kwartet spelen

– Deze les kan ook gedaan worden met de snaarinstrumenten Les

boomwhackers

– Uitleggen wat boomwhackers zijn en wat gebeurt er als er een dop op zit – Chromatische reeks maken van boomwhackers

– Boomwhackers gebruiken bij een lied, bijv. met meerdere kinderen 1 liedje spelen, 1 kind een liedje laten spelen, het begeleiden van een liedje

Les Articulatie

– Zing het lied 'Zenuwlied' (blz. 109 muziek meester). Vraag aan de kinderen wat het verschil is tussen het refrein en het couplet. Leer de kinderen het lied.

– Luister met de kinderen 'Pizzicato' van L. Delibes. Wat valt op in deze muziek?

Hoeveel verschillende delen hoor je? Laat eventueel zien hoe de verschillende manieren van spelen genoteerd wordt aan de hand van het 'Zenuwlied' Luister nog een keer naar Pizzicato en voer een klapspelletje uit. In het legato gedeelte kunnen kinderen 2 aan twee ronddraaien links om, bij instrumentwissel rechtsom. Laatste deel weer stilstaan en klapspelletje doen

Les Klankspel Het spookhuis

– Teken op het bord een groot huis met 10 kamers, een voordeur en een gang. De kamers moeten zo groot zijn als de vellen papier die de kinderen straks krijgen.

– Vertel het verhaal over het spookhuis zo expressief mogelijk.

– De kinderen bedenken welke geluiden je kunt horen in een spookhuis, griezelige geluiden, zowel vocaal als instrumentaal, en laat de kinderen het uittekenen op het bord. Kies welke geluiden je gaat gebruiken in het huis. Laat de kinderen die geluiden uittekenen op een vel papier (per vel 1 geluid) en hang de vellen papier in de kamers van het huis op het bord. Verdeel de verschillende geluiden tussen de kinderen.

Iemand laat de klok 12 uur slaan en de docent gaat het huis binnen (piepende deur). Als de docent in de gang is, is het stil, gaat hij / zij een kamer in, wordt het geluid gemaakt van die kamer door het(de) kind(eren) die aangewezen is(zijn) bij die kamer. Zo ga je alle kamers bij langs. Tot slot verlaat je het huis (piepende deur).

– Welk geluid vond jij het griezeligst?

– Eventueel luisteren naar spookmuziek (CD 4 lvb. 26 van Moet je doen, Muziek) Les

Muziek- instrument maken

– Maak met de kinderen een of meerdere flessenorgels van minstens 8 tonen, tevens kennismaking met de toonladder. (Eventueel combineren met een lied over de toonladder.) Laat de kinderen ontdekken wat er gebeurt als er meer water in de fles gedaan wordt. Tot slot kunnen de kinderen leren een liedje te spelen op het flessenorgel.

– Maak met de kinderen een rainstick, zie http://members.home.nl/knutsel3/muziek.html

Of van waardeloos materiaal schudkokers maken of een tamboerijn.

Ook kun je met de kinderen een fantasie (orbitoon) muziekinstrument maken en er zelf een naam aan geven.

Met de zelfgemaakte instrumenten kun je een lied of een muziekstuk begeleiden.

(16)

(Uiteraard vergt deze les iets meer voorbereiding) Les

Bodypercussie

– Begin met eenvoudige ritmes, allen het zelfde, eventueel eerst met gesproken tekst. Dit kan steeds verder uitgebouwd worden. Leuk voor verloren momenten als je even tijd over hebt.

Les Spelen met muziek

- Kan goed in een speellokaal, als les op zich of als aanvulling tijdens andere lessen ( als er tijd over is)

- Als zelfstandige les aan te raden de muziekspelletjes te verwerken in een verhaal.

- Spiegelen; twee kinderen tegenover elkaar, de een beweegt op muziek, de ander doet na ( wisselen en evt. met andere partner)

- Op ( denkbeeldige) lijn/touw/ banken lopen op muziek, muziek stopt, de kinderen ook. Wie dit niet snel genoeg doet is af.

- Een grotere groep..?: briefjes met liedjes erop ( telkens twee briefjesmet hetzelfde liedje). Iedereen begint tegelijk te zingen, en zoekt zijn/ haar partner op met hetzelfde liedje.

- Luisterspel: muziek uit 4 verschillende landen ( niet te veel.), plaatjes erbij, kijken of de kinderen eerst de mensen op de plaatjes in het land kunnen plaatsen dan de muziek laten horen. Kinderen plaatsen het muziekfragment bij het goede plaatje.

- Muziekinstrumenten raden. Welk slagwerkinstrumentje hoor je..?

Eerst 1 geluid, dan meerdere achter elkaar. ( instrumenten als tamboerijn, rasp, triangel, trom)

- In een grote kring elkaar een ,, klap” ( in de handen) doorgeven om te oefenen eerst de kring rond. Dan mag degene die aan de beurt is, zo maar ineens de kring andersom laten lopen. Loopt het een beetje goed door krijg je een grappig ritmisch effect (uit te breiden met, klap naar de overkant, of een ritme klappen e.d.)

-Tekenen op muziek. Acht fragmenten met verschillende soorten muziek, worden acht tekeningetjes. Mag figuratief/ abstract. Tekenen wat de muziek met je doet.

Of een held bedenken die avonturen beleefd op de muziek.

- Wie is de boef….?? Kinderen krijgen iets in hun handen ( instrumentjes of boomwhacker) een van de kinderen gaat naar buiten. Er wordt een boef gekozen.

Het kind dat buiten staat wordt weer naar binnen geroepen, is de

Politieagent die de boef moet zoeken. Kinderen geven elkaar de beurt en mogen een geluid maken met hun instrument, het kind dat telkens geen beurt krijgt is de boef.

Eventuele uitbreiding van lessenserie Bijlagen:

Overige opmerkingen

(17)

Vriendschap

Gemaakt door: Johan Kloosterhuis en Melcher de Vries 06-21412670 06-42745254

Korte omschrijving lessenserie:

Korte demonstratie instrument, samen muziek maken, samen liedje schrijven, presentatie

Doelgroep: Groep 5 en 6 Aantal leerlingen

per groep:

Variërend, uitgaande van een gemiddelde van 20 leerlingen. Kan dus meer of minder zijn. Dit kan op maat aangeboden worden.

Lesduur: 1 uur

Beginsituatie: Leerlingen zijn niet voorbereid. Muzikale kennis is niet nodig. Leerlingen zijn wel ingelicht over het feit dat er ‘muziekles’ gegeven gaat worden en met welke instrumenten. Dit i.v.m. motorische of geestelijke beperkingen. Als de school muziekinstrumenten heeft, kunnen die wellicht ingezet worden. Ook is het handig om te weten of er al muziekles/theorieles gegeven wordt.

Voorbereiding groepsleerkracht:

Regelen ruimte die akoestisch niet storend is voor de omgeving. Regelen van voldoende stoelen en/of tafels. Eventueel goede voorzieningen voor audio- apparatuur en elektrische instrumenten.

Leerdoelen: Kleine basiskennis van instrument in kwestie.

Samen musiceren/zingen onderverdeeld in ritme en melodie. Dit is afhankelijk van het instrument.

Bespreken van goede onderdelen van de gemaakte liedjes en daar uitgebreid op ingaan.

Samenwerking d.m.v. aparte groepen met ieder eigen inzichten voor liedjes en instrumenten. Iedereen is nodig en uniek!

Benodigdheden van de school:

- Goede computer met internetverbinding - (digitaal) schoolbord/verplaatsbaar schoolbord - Cd-speler

- Eventueel piano of keyboard

- Mogelijkheid voor maken van kopieën Benodigdheden

die de Scaladocent meeneemt:

- Instrumenten

- Uitgewerkte muziek/info op papier - Randapparatuur

- Informatie over vervolglessen!

Gewenste inrichting van het lokaal:

- Tafels in groepjesvorm en voldoende ruimte voor instrument - Voldoende speelruimte en individuele ruimte voor leerling

Tips voor de leerlingen:

- Open staan voor muzikale beleving.

- Inbreng van ideëen voor liedjes of muzikale aspecten, gericht op het instrument

Les 1 Inleiding (25 minuten) - Voorstellen docent

(18)

- Demonstratie van liedjes en kleine demonstratie over hoe je een liedje maakt.

- Uitleg over kern, doel van de les!

- Uitdelen instrumenten Kern (25 minuten)

- Houding voor bespelen instrument - Wat heb je nodig voor de liedjes?

- Eenvoudige grepen (akkoordinstrument) - Naamgeving grepen, noten of akkoorden

- Simpel stukje tekst maken op muziek, gelet op de ritmiek Afsluiting (10 minuten)

- Bespreking van kern

- Vooruitloop volgende les(sen)

- Verzamelen van instrumenten en eventueel schoonmaken/opbergen instrument.

Les 2 Inleiding (20 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen - Uitleg van kern

- Nieuwe vaardigheid leren Kern (30 minuten)

- Nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van eventueel bekende song of nummer - Gezamenlijk maken van songtekst met melodie

- Ingaan op motoriek en eventueel toonvorming Afsluiting (10 minuten)

- Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 3 Inleiding (20 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen (theoretisch)

- Uitleg van kern - Leren vaardigheid

- Uitleg presentatie na volgende les - Korte warming up/spelen vorig materiaal Kern (30 minuten)

(19)

- Voorbereiding uitvoering met zelfde elementen uit vorige les:

- Eventueel nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van de eigen songs of nummers - Gezamenlijk spelen en luisteren naar elkaars nummers - Ingaan op fijne motoriek en techniek

Afsluiting (10 minuten) - Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les - Afspraken maken over presentatie

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 4 Inleiding (15 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Inspelen/warming up met geoefende materiaal.

- Klaarmaken generale repetitie Kern (35 minuten)

- Generale repetitie

- Presentatie/uitvoering van geleerde melodie/akkoorden Afsluiting (10 minuten)

- Bedankwoord voor leerlingen - Uitleg vervolgtraject

- Tijd voor vragen

- Verzamelen/schoonmaken/opruimen instrumenten.

Eventuele uitbreiding van lessenserie

- Vorming van eigen zanggroepje en simpel bandje - Individuele lessen

- Gezamenlijk luisteren bespreken van opgenomen presentatie - Samenwerking met andere disciplines bv. musical

Bijlagen: Afhankelijk van wat er op dat moment populair is.

Overige opmerkingen

Belevingswereld kan per school verschillen. De ene school wil graag popmuziek spelen, terwijl de andere school liever Christelijke muziek ten gehore brengt. De docent moet daar rekening mee houden en zich hierop voorbereiden!

(20)

Wie ben ik?

Gemaakt door: Johan Kloosterhuis en Melcher de Vries 06-21412670 06-42745254

Korte omschrijving lessenserie:

Korte demonstratie instrument, samen muziek maken, samen liedje schrijven met eigen identiteit, presentatie

Doelgroep: Groep 7 en 8 Aantal leerlingen

per groep:

Variërend, uitgaande van een gemiddelde van 20 leerlingen. Kan dus meer of minder zijn. Dit kan op maat aangeboden worden.

Lesduur: 1 uur

Beginsituatie: Leerlingen zijn voorbereid op het thema. Er kan uitleg gegeven worden over het individu in groepsverband. Je zet kinderen bij elkaar met dezelfde voorkeur.

Muzikale kennis is niet nodig. Leerlingen zijn wel ingelicht over het feit dat er

‘muziekles’ gegeven gaat worden en met welke instrumenten. Dit i.v.m.

motorische of geestelijke beperkingen. Als de school muziekinstrumenten heeft, kunnen die wellicht ingezet worden. Ook is het handig om te weten of er al muziekles/theorieles gegeven wordt.

Voorbereiding groepsleerkracht:

Regelen ruimte die akoestisch niet storend is voor de omgeving. Regelen van voldoende stoelen en/of tafels. Eventueel goede voorzieningen voor audio- apparatuur en elektrische instrumenten. Er kan ook een ruimte geregeld zijn met veel computers.

Leerdoelen: Basiskennis van instrument in kwestie.

Samen musiceren/zingen onderverdeeld in ritme en melodie. Dit is afhankelijk van het instrument.

Bespreken van goede onderdelen van de gemaakte liedjes en daar uitgebreid op ingaan. Wat doet dit liedje met je gevoel en hoe kun je persoonlijkheid in een liedje stoppen?

Samenwerking d.m.v. aparte groepen met ieder eigen inzichten voor liedjes en instrumenten. Iedereen is nodig en uniek!

Benodigdheden van de school:

- Goede computer met internetverbinding - (digitaal) schoolbord/verplaatsbaar schoolbord - Cd-speler

- Eventueel piano of keyboard

- Mogelijkheid voor maken van kopieën Benodigdheden

die de Scaladocent meeneemt:

- Instrumenten

- Uitgewerkte muziek/info op papier - Randapparatuur

- Informatie over vervolglessen!

Gewenste inrichting van het

- Tafels in groepjesvorm en voldoende ruimte voor instrument - Voldoende speelruimte en individuele ruimte voor leerling

(21)

lokaal: - Mogelijkheid om te werken met computer Tips voor de

leerlingen:

- Open staan voor muzikale beleving en eigen identiteit, maar ook respect hebben voor de ander!

- Inbreng van ideeën voor liedjes of muzikale aspecten, gericht op het instrument

Les 1 Inleiding (25 minuten) - Voorstellen docent

- Demonstratie van liedjes en kleine demonstratie over hoe je een liedje maakt. En hoe stop ik mijn eigen identiteit in een song.

- Uitleg over kern, doel van de les!

- Uitdelen instrumenten Kern (25 minuten)

- Houding voor bespelen instrument - Wat heb je nodig voor de liedjes?

- Eenvoudige grepen (akkoordinstrument) - Naamgeving grepen, noten of akkoorden

- Simpel stukje tekst maken op muziek, gelet op de ritmiek Afsluiting (10 minuten)

- Bespreking van kern

- Vooruitloop volgende les(sen)

- Verzamelen van instrumenten en eventueel schoonmaken/opbergen instrument.

Les 2 Inleiding (20 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen - Uitleg van kern

- Nieuwe vaardigheid leren Kern (30 minuten)

- Nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van eventueel bekende song of nummer - Gezamenlijk maken van songtekst met melodie en eigen identiteit - Ingaan op motoriek en eventueel toonvorming

Afsluiting (10 minuten) - Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 3 Inleiding (20 minuten)

(22)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen (theoretisch)

- Uitleg van kern - Leren vaardigheid

- Uitleg presentatie na volgende les - Korte warming up/spelen vorig materiaal Kern (30 minuten)

- Voorbereiding uitvoering met zelfde elementen uit vorige les:

- Eventueel nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van de eigen songs of nummers - Gezamenlijk spelen en luisteren naar elkaars nummers. Hierbij gaat

gevoel ook een rol: wat vind ik hiervan?/wat vind ik mooi?

- Ingaan op fijne motoriek en techniek Afsluiting (10 minuten)

- Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les - Afspraken maken over presentatie

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 4 Inleiding (15 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Inspelen/warming up met geoefende materiaal.

- Klaarmaken generale repetitie Kern (35 minuten)

- Generale repetitie

- Presentatie/uitvoering van geleerde melodie/akkoorden Afsluiting (10 minuten)

- Bedankwoord voor leerlingen - Uitleg vervolgtraject

- Tijd voor vragen

- Verzamelen/schoonmaken/opruimen instrumenten.

Eventuele uitbreiding van lessenserie

- Vorming van eigen band of zanggroep - Individuele lessen

- Gezamenlijk luisteren bespreken van opgenomen presentatie - Samenwerking met andere disciplines bv. musical

Bijlagen: Afhankelijk van wat er op dat moment populair is.

Overige opmerkingen

Belevingswereld kan per school verschillen. De ene school wil graag popmuziek spelen, terwijl de andere school liever Christelijke muziek ten gehore brengt. De docent moet daar rekening mee houden en zich hierop voorbereiden!

(23)

Titel lessenserie

Gemaakt door: Johan Kloosterhuis en Melcher de Vries 06-21412670 06-42745254

Korte omschrijving lessenserie:

Korte demonstratie instrument, samen muziek maken, presentatie

Doelgroep: VO onderbouw Aantal leerlingen

per groep:

Variërend, uitgaande van een gemiddelde van 20 leerlingen. Kan dus meer of minder zijn. Dit kan op maat aangeboden worden.

Lesduur: 1 uur

Beginsituatie: Leerlingen zijn niet voorbereid. Muzikale kennis is niet nodig. Leerlingen zijn wel ingelicht over het feit dat er ‘muziekles’ gegeven gaat worden en met welke instrumenten. Dit i.v.m. motorische of geestelijke beperkingen.

Voorbereiding groepsleerkracht:

Regelen ruimte die akoestisch niet storend is voor de omgeving. Regelen van voldoende stoelen en/of tafels.

Leerdoelen: Basiskennis van instrument en stukje geschiedenis/achtergrond.

Samen musiceren onderverdeeld in ritme, melodie en harmonie. Dit is afhankelijk van het instrument.

Bespreken van goede onderdelen van de gemaakte muziek en bespreken van beleving voor het instrument en muziek. Reflectie zorgt voor

intensivering/verbetering van de kwaliteit

Samenwerking d.m.v. aparte groepen met ieder een eigen competentie.

Iedereen is nodig en uniek!

Benodigdheden van de school:

- Goede computer met internetverbinding - (digitaar) schoolbord

- Cd-speler

- Eventueel piano of keyboard

- Mogelijkheid voor maken van kopiën Benodigdheden

die de Scaladocent meeneemt:

- Instrumenten

- Uitgewerkte muziek/info op papier - Randapparatuur

- Informatie over vervolglessen!!!

Gewenste inrichting van het lokaal:

- Tafels aan de kant of voldoende ruimte voor instrument - Voldoende speelruimte en individuele ruimte voor leerling

Tips voor de leerlingen:

- Open staan voor muzikale beleving.

- Inbreng van ideëen voor songs of muzikale aspecten, gericht op het

(24)

instrument Les 1 Inleiding (10 minuten)

- Voorstellen docent

- Demonstratie instrument met eventueel populaire muziek.

- Uitleg over kern, doel van de les!

- Uitdelen instrumenten Kern (35 minuten)

- Houding voor bespelen instrument - Toonvorming

- Grepen

- Naamgeving grepen noten of akkoorden

- Simpel stukje muziek spelen met geleerde techniek Afsluiting (10 minuten)

- Bespreking van kern

- Vooruitloop volgende les(sen)

- Verzamelen van instrumenten en eventueel schoonmaken/opbergen instrument.

Les 2 Inleiding (10 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen - Uitleg van kern

- Uitdelen instrumenten/gereed maken Kern (35 minuten)

- Nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van eventueel bekende song of nummer - Gezamenlijk spelen van een simpele melodie van bovengenoemd

nummer met persoonlijke ondersteuning - Ingaan op fijne motoriek/toonvorming/techniek Afsluiting (10 minuten)

- Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 3 Inleiding (15 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Doornemen van vorige les d.m.v. korte samenvatting en vragen (theoretisch)

- Uitleg van kern

- Uitdelen instrumenten/gereed maken

(25)

- Uitleg presentatie na volgende les - Korte warming up/spelen vorig materiaal Kern (30 minuten)

- Voorbereiding uitvoering met zelfde elementen uit vorige les:

- Nieuwe grepen/noten

- Uitleg van melodie en ritme van eventueel bekende song of nummer - Gezamenlijk spelen van een complexere melodie van bovengenoemd

nummer met persoonlijke ondersteuning, die aansluit bij de belevingswereld van leerlingen.

- Ingaan op fijne motoriek/toonvorming/techniek Afsluiting (10 minuten)

- Reflectie van kern

- Vooruitloop op volgende les - Afspraken maken over presentatie

- Verzamelen instrumenten/schoonmaken/opruimen Les 4 Inleiding (15 minuten)

- Uitdelen instrumenten

- Inspelen/warming up met geoefende materiaal.

- Klaarmaken generale repetitie Kern (35 minuten)

- Generale repetitie

- Presentatie/uitvoering van geleerde melodie/akkoorden Afsluiting (10 minuten)

- Bedankwoord voor leerlingen - Uitleg vervolgtraject

- Tijd voor vragen

- Verzamelen/schoonmaken/opruimen instrumenten.

Eventuele uitbreiding van lessenserie

- Vorming van rockband, orkest en/of bigband - Individuele lessen

- Gezamenlijk luisteren bespreken van opgenomen presentatie - Samenwerking met andere disciplines bv. musical

Bijlagen: Afhankelijk van wat er op dat moment populair is.

Overige opmerkingen

Belevingswereld kan per school verschillen. De ene school wil graag popmuziek spelen, terwijl de andere school liever Christelijke muziek ten gehore brengt. De docent moet daar rekening mee houden en zich hierop voorbereiden!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Bedenk samen waar het toneelstukje zich zou kunnen afspelen?. • Oefen de tekst een paar keer en bedenk hoe het toneelstukje af zou

De nadelen zijn dat Lotti gepest en gediscrimineerd wordt, het op school niet goed gaat, ze vaak strafwerk krijgt, dat Lotti en haar ouders in een pension wonen met een

In fruit zitten vezels, zodat je beter naar de wc kunt?. A en B zijn

M3 – Midden groep 3 → Na ongeveer 5 maanden leesonderwijs zijn deze boekjes geschikt. E3 – Eind groep 3 → De aanduiding geeft al aan wanneer kinderen met deze boekjes

→ We mogen ons richten op wat de Heere aan het doen is in deze wereld; alles ligt in Zijn hand en Hij gaat door met Zijn werk.. → Ondanks dat we de Heere soms niet kunnen

Als teams, na toepassing van b, c en d gelijk eindigen worden strafworpen genomen door 4 spelers/sters van elk team.. Dit herhalen tot er een winnaar

Wanneer de sfeer goed is in de klas komen kinderen graag naar school en zullen ze ook

Volkorenbrood is de beste keuze; dit brood bevat de meeste vezels en voedingsstoff en. Vraag