Geen afwijking termijn
kandidaatstelling
Dezerubriek signa-leertenbehandelt de belangrijkste jurispru-dentieop or-gebied. De rubriek wordt beurte-lings geschreven door mr Adriaan Dorresteijn (ondernemingsrecht) en mrGuus Heerma van Voss (sociaal recht).GUU$ Heerma van Voss 40
Bij verkiezingen spelen formele voorschrif-ten en het in acht nemen daarvan een gro-tere rol dan bij het overige maatschappe-lijk gebeuren.
(Kantongerecht Utrecht21 april 1993, artikel 10
WOR).
De
Vereniging voor Hoger Personeel (VHP) had in september 1992 de kandidatenlijst voor de ver-kiezingen bij Unitcentre bv enkele uren te laat in-gediend, zodat or werd gekozen zonder deze lijst. De eis van de vakbond om de verkiezingen over te doen werd in kort geding afgewezen (zie OR-Informatie 16 december 1992).Hierna kaartte de VHP de zaak aan bij de be-drijfscommissie. Vervolgens wendde de bond zich tot de kantonrechter en vroeg hem te verkla-ren dat de indiening van de kandidatenlijst niet te laat was geweest, dan wel dat uitsluiting van de verkiezingen onredelijk was. De VHP voerde aan dat de dagtekening van ontvangst volgens het draaiboek en het or-reglement geen uur en mi-nuut hoefde te bevatten. De lijst was te laat bin-nengekomen door een afspraak van het bedrijf met de PTT over een afwijkende postbestelling, niet op zaterdag, maar op maandagmiddag. De VHP vond bovendien dat de bereidverklaringen van afzonderlijke kandidaten ook konden wor-den opgevat als een kandidatenlijst. Voor zover dit alles werd afgewezen verzocht de VHP de rechter om te verklaren dat de FNV-kandidaten-lijst (ook) te laat en onvolledig was ingediend. De bond vroeg om de or-verkiezingen ongeldig te verklaren omdat de FNV-lijst wel had deelgeno-men, en om de or te bevelen nieuwe verkiezingen te organiseren.
De or voerde eerst aan dat de VHP nu andere zwaren naar voren bracht dan eerder bij de be-drijfscommissie waren aangevoerd en verzocht deze niet-ontvankelijk te verklaren. Daarnaast vroeg de or om het verzoek af te wijzen en wees erop, dat er geen sprake was van een verruiming van het in het draaiboek genoemde tijdstip van verkiezingen. De or achtte zich niet aansprakelijk voor een afwijkende postbestelling. De bereids-tellingsverklaringen waren volgens de or geen kandidatenlijst en bovendien was er slechts één op tijd binnen.
De kantonrechter achtte de nieuw aangevoerde gronden voor het verzoek van VHP wel ontvan-kelijk. Volgens artikel 36 WOR is het niet nood-zakelijk, dat die ook al bij de Bedrijfscommissie zijn besproken. Voor het overige kreeg de or
op-nieuw gelijk. De or was gerechtigd het tijdstip waarvoor de lijst moest worden ingediend tot op het uur te bepalen. Dit was duidelijk vermeld in het draaiboek. Het feit dat op andere plaatsen geen tijden worden genoemd, doet hier niets aan af. Van een bijzondere afspraak over de postbe-stelling was niets gebleken. Bovendien mocht de or afgaan op het moment van ontvangst van de lijst. De bereidverklaringen, die bovendien op één na ook te laat waren binnengekomen, vormden geen kandidatenlijst. Bij verkiezingen spelen for-mele voorschriften een grotere rol dan bij het grootste deel van het overige maatschappelijk beuren. VHP had ruimschoots de gelegenheid ge-had te voorkomen dat de brief te laat zou aanko-men. De termijn van indiening stond al ruim twee maanden tevoren vast. Het stond vast dat de FNV-bond haar lijst wel op tijd had ingediend bij de Verkiezingscommissie.
Commentaar
Het valt op dat de kantonrechter accepteert dat nieuwe bezwaren naar voren worden gebracht die niet door de bedrijfscommissie zijn behan-deld. Hierin wijkt hij af van de praktijk bij de on-dernemingskamer van het Gerechtshof te Am-sterdam, die beslist over beroepsprocedures inza-ke het adviesrecht. Als daar argumenten worden ingebracht die niet in het advies of het onderne-mersbesluit naar voren zijn gekomen, dan wor-den deze buiten beschouwing gelaten. De rewor-den voor dit verschil lijken tweeledig. De bemidde-lingsprocedure bij de bedrijfscommissie is ge-woonlijk wat informeler. Ten tweede mag een advies in het kader van artikel 25 niet worden aangevuld, omdat daarmee de feiten veranderen waarover de procedure gaat. Het voordeel van het buiten beschouwing laten van nieuwe argu-menten is, dat de partijen dan direct alle kaarten op tafel moeten leggen en niet iets achter de hand kunnen houden voor later. Het voordeel van de uitleg van deze kantonrechter is dat een gebrek-kige motivering kan worden aangevuld. Zeker omdat professionele rechtshulpverleners vaak pas in een laat stadium worden ingeschakeld kan hieraan behoefte bestaan.
Wat betreft de redenen voor een formele houding ten aanzien van verkiezingsprocedures verwijs ik naar mijn eerder commentaar. Kort gezegd komt het erop neer, dat de hand lichten met de regels alleen maar problemen veroorzaakt. Zeker bij verkiezingen moet men het niet laten aankomen op het laatste moment. Wie tijdig handelt krijgt geen problemen.
