Vraag nr. 182 van 28 mei 2003
van mevrouw MARIJKE DILLEN Huishoudelijk afval – Voorzorgsprincipe
Inzake huishoudelijk afval is een beleid van duur-zame ontwikkeling gericht op het vrijwaren van de gezondheid van de mens en het milieu tegen de schadelijke invloed van afvalstoffen, en op het te-gengaan van de verspilling van grondstoffen en energie.
Door het toepassen van het voorzorgsprincipe kan dikwijls veel grotere of onomkeerbare schade wor-den voorkomen.
1. Op welke wijze werd tijdens deze legislatuur het voorzorgsprincipe toegepast in de beleidsvoe-ring inzake huishoudelijk afval in Vlaanderen ? Welke principes werden hierbij gehanteerd ? Welke criteria staan centraal ?
2. Op welke wijze werd dit in praktijk gebracht door concrete maatregelen ? Welke zijn deze maatregelen ?
3. Wordt er voorzien in een evaluatie ? Zo ja, w i e staat hiervoor in en wanneer wordt ze uitge-voerd ?
Antwoord
1. Het Vlaams milieubeleid in zijn geheel is geba-seerd op een aantal beginselen, zoals voorko-ming en voorzorg, maar ook brongerichte maat-r e g e l e n , het pmaat-rincipe de "vemaat-rvuilemaat-r betaalt" en het stand-still-beginsel. Ook in het huishoude-lijk-afvalstoffenbeleid vormen deze beginselen de basis.
De absolute prioriteit vormt sinds deze legisla-tuur afvalvoorkoming, waar in het verleden al te vaak de nadruk lag op selectieve inzameling. Eén van de strategische projecten in het be-leidsdomein Leefmilieu is dan ook afvalpreven-t i e. Heafvalpreven-t zorgafvalpreven-t ervoor daafvalpreven-t alle maaafvalpreven-tregelen of in-strumenten die ingezet worden, als eerste priori-teit afvalvoorkoming nastreven en dat alle maatregelen op mekaar worden afgestemd. Afval dat niet voorkomen wordt, moet maxi-maal selectief ingezameld worden. Zo wordt de hoeveelheid restafval tot een minimum beperkt. Dit restafval kan enkel verwerkt worden in
ver-werkingsinstallaties die als beste beschikbare techniek geboekstaafd staan.
2. Inzake afvalpreventie kunnen heel wat maatre-gelen vermeld worden. De belangrijkste zijn : maximaal stimuleren van thuiscomposteren (reeds 34 % van de Vlaamse gezinnen compos-teren al hun organisch afval), uitbouwen van een netwerk van 40 kringloopcentra met bijna 100 kringloopwinkels, oprichten van het STIP (Steunpunt en Informatiecentrum voor Preventie van Afval – red.).
De selectieve inzameling is toegenomen tot 67 % van alle huishoudelijke afvalstoffen. Dit is het beste resultaat in heel Europa. Inzake eindver-werking werd de verbrandingsinstallatie van M I WA in Sint-Niklaas gesloten, werden reeds milieuvergunningen verleend voor 600.000 ton alternatieve verwerkingstechnieken zoals schei-den-vergisten en werd het storten van afvalstoffen systematisch afgebouwd ( M I WA : I n t e r c o m -munale Vereniging voor Huisvuilverwerking M i d d e n - Waasland – red.). Het moratorium op het bouwen van nieuwe roosterverbrandingsin-stallaties blijft gehandhaafd. Diverse instrumen-ten gericht op de lokale besturen werden aange-past richting afvalvoorkoming en zelfs richting g r o n d s t o f f e n b e h e e r. Hier kunnen het subsidie-besluit van 29 maart 2002 en de samenwerkings-overeenkomst met de gemeenten en de provin-cies vermeld worden. Complementair aan al deze maatregelen is de communicatie en sensi-bilisering naar de bevolking, de bedrijfswereld en allerlei specifieke doelgroepen en interme-d i a i r e n . Het Uitvoeringsplan Huishouinterme-delijke Afvalstoffen 2003-2007 bundelt alle vermelde maatregelen en vormt de basis om de vooropge-stelde doelstellingen te bereiken.