Vraag nr. 1
van 22 september 1997
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Adressenbestand nieuwe Brusselse Vlamingen – Bevoegdheid
In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 1 8 0 van 2 juli 1997 (Bulletin van Vragen en A n t w o o rd e n n r. 1 van 20 oktober 1997, b l z . 113 – red.) a a n g a a n-de het ter beschikking stellen van adressen van nieuwe Brusselse Vlamingen deelt de minister mij mee dat hij meent te weten dat de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer de federale minister van Binnenlandse Zaken heeft laten weten dat de omzendbrief terzake van de Vlaamse regering naar de gemeentebesturen niet herzien dient te worden.
Aan de specifieke vraag van de Vlaamse Gemeen-schapscommissie (VGC) om deze adressen te ver-k r i j g e n , wordt tegemoetgever-komen door het ont-werp-koninklijk besluit dat de federale minister voor advies aan de Raad van State heeft voorge-legd.
Niettemin blijft bij sommige gemeentebesturen na de interventie van het federale ministerie van Bin-nenlandse Zaken de indruk bestaan dat de V l a a m-se minister van Binnenlandm-se A a n g e l e g e n h e d e n met zijn brief aan de Vlaamse gemeentebesturen in december 1996, zijn bevoegdheid te buiten is g e g a a n . Een aantal gemeentebesturen hebben hun weigering om adressen aan de VGC door te geven op basis daarvan verantwoord.
Het lijkt mij derhalve hoe dan ook aangewezen dat de minister terzake duidelijkheid schept.
Werd er reeds een initiatief in die zin genomen ?
Antwoord
Inzake duidelijkheid met betrekking tot vermeen-de bevoegdheidsoverschrijding verwijs ik vermeen-de Vlaamse volksvertegenwoordiger naar mijn ant-woord op zijn schriftelijke vraag nr. 180 van 2 juli 1997.
Het ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brus-sels Hoofdstedelijk Gewest rechtstreeks toegang wordt verleend tot de informatiegegevens van het rijksregister van de natuurlijke personen, w e r d door de federale minister van Binnenlandse Zaken
op 2 juli 1997 voor advies overgezonden aan de Raad van State.
Binnen afzienbare tijd zal dit ontwerp-koninklijk besluit dan ook uitvoering krijgen. Het lijkt mij dan ook niet opportuun om bijkomende initiatieven te nemen.
