Vraag nr. 364 van 3 juni 1997
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Veerdienst Niel-Wintam – Verplaatsing (2)
1. De minister heeft uiteindelijk toch beslist om het veer tussen de Rupelstreek en Klein-Bra-bant te verplaatsen van Niel naar Schelle. D e oversteek daar zou veiliger zijn.
Volgens de huidige veerman zou de oversteek in Schelle evenwel op een gevaarlijke aanvaar-route liggen.
Werd bij de beslissing rekening gehouden met de bezwaren van ervaren schippers en van de Dienst der Tijgebonden Waterwegen ?
2. Eigenaardig is dat intussen blijkbaar werd gestart met de renovatie van de aanlegsteigers en het ponton in Niel.
Kan de minister mij meedelen wat hiervan de bedoeling is ? Wordt er toch rekening gehouden met een alternerende overvaart vanuit Schelle, respectievelijk Niel ?
Hoeveel kosten die bewuste renovatiewerken ?
Antwoord
1. Het nautisch aspect werd door de in deze mate-rie bevoegde personen onderzocht.
Dit onderzoek werd aangevuld met een onder-zoek in situ, teneinde alle aspecten te kunnen vatten. De experten concludeerden dat er geen enkel bezwaar bestaat tegen deze vestigings-p l a a t s, mits de nodige reglementaire borden opwaarts en afwaarts, aangezien er een vrijva-rend veerpont is.
Dit besluit is niet verwonderlijk, vermits op de nieuwe vestigingsplaats reeds sinds de jaren 1600 een veerovergang was, en dat tot in de jaren zestig. Ook onze voorouders hebben zich bij deze vestigingsplaats van het veer laten lei-den door hun nautische ervaring.
2. Deze renovatiewerken waren geraamd op 4,9 miljoen frank. Zij hadden tot doel de steiger te herstellen met betrekking tot de schade opgelo-pen gedurende de voorbije winter (ijsschade) en de recente blikseminslag.
Gezien mijn beslissing tot verplaatsing van het v e e r, heb ik opdracht gegeven deze werken te beperken tot de strikt noodzakelijke middelen 1998 om de veiligheid in gebruik voor het publiek te waarborgen, totdat de nieuwe veer-overgang operationeel is.