Vraag nr. 145 van 20 januari 1999
van de heer DIDIER RAMOUDT
Luchthaven Oostende – Veiligheidsomheining In het Ostend International Airport Masterplan (Spiekermannrapport) kunnen we op blz. 24 onder titel 3.3.8. "Veiligheid aan de luchtzijde" lezen :
"De beveiliging van de luchthaven door een veilig- heidsomheining die overeenstemt met de interna- tionale normen, ontbreekt voor de luchthaven van Oostende op vele plaatsen. In het noordelijk gele- gen deel van de luchthaven bestaat de veiligheids- omheining uit een staalconstructie die beantwoordt aan de norm. In het zuiden en zuidwesten van de luchthaven is er een houten omheining van onge- veer 1,5 m hoog, die gedeeltelijk sterk verweerd, stuk en niet meer effectief is. In het gedeelte gele- gen in het zuidoosten, in de buurt van zender 26 voor de naderingsbaan, is er helemaal geen omhei- ning. Men kan er zonder meer het terrein van de luchthaven betreden. Een ring rond de luchthaven voor de controle van de begrenzing van de luchtha- ven ontbreekt volkomen."
In het kader van de bovenvermelde internationale veiligheidsnormen in het algemeen en de veiligheid van en op de Oostendse luchthaveninstallaties in het bijzonder had ik graag het volgende van de mi- nister vice-president vernomen.
1. Op welke termijn krijgen de problemen op het gebied van deze elementaire veiligheidsvoor- schriften qua omheining van de luchthaven een oplossing ? Heeft de minister vice-president hiertoe reeds maatregelen getroffen en zo ja, welke ? Zo neen, waarom niet ?
2. Op welke wijze en door wie gebeurt in afwach- ting van een oplossing voor deze problematiek de controle op en aan de grenzen van de lucht- haven van Oostende ?
Wat is de frequentie van de controles ?
Hoeveel en welke inbreuken werden bij deze controles reeds vastgesteld ?
Wat zijn de gevolgen of eventuele sancties ge- weest die werden getroffen bij vaststellingen van het ongeoorloofd betreden van het grond- gebied van de luchthaven van Oostende ?
Antwoord
1. De problematiek rond de beveiliging van de
Vlaamse regionale luchthavens is genoegzaam bekend bij de administratie. Hij vormde het on- derwerp van een uitvoerige studie, opgesteld eind 1996. Dit document besteedde onder meer ruime aandacht aan de lacunes in de fysieke be- veiliging van de luchthaven Oostende ten gevol- ge van de verouderde en in slechte staat verke- rende omheining.
Hierbij wordt evenwel gewezen op het feit dat deze omheining in dergelijke staat reeds be- stond bij de overname van het beheer van de luchthavens in 1992 door het Vlaams Gewest.
Gelet op de beperkte investeringsmiddelen die de luchthaven ter beschikking krijgt en de daar- uit voortvloeiende prioriteiten en keuzes die dienen te worden gemaakt, was het onmogelijk de niet-reglementaire gedeelten van de omhei- ning onmiddellijk te vervangen. Het gaat hier over een perimeter van ettelijke kilometers die moet worden beveiligd, overeenkomstig de gel- dende ICAO-normen (Organisatie van de Inter- nationale Burgerlijke Luchtvaart) en aanbeve- lingen, met een 2,5 meter hoge en vrijstaande omheining, voorzien van een integrale ringbaan met verlichting. Daarenboven moeten bepaalde gedeelten van deze omheining worden opge- trokken uit composietmateriaal, teneinde de ra- diogeleidingssystemen niet te storen, wat de kostprijs exponentieel verhoogt.
In 1997 werd overgegaan tot de plaatsing van een voorlopige omheining aan de oostzijde van de luchthaven. Op deze plaats werd de oor- spronkelijke omheining namelijk verwijderd met het oog op het uitvoeren van de werken voor de aanleg van een nieuwe rolbaan. Deze voorlopige omheining loopt van de bedrijven aan de kop van baan 26, dwars over de rolbaan, tot aan een waterloop die een natuurlijke af- scherming vormt van het luchthaventerrein.
Op dit ogenblik wordt een aanbesteding uitge- schreven teneinde nog in 1999, samen met de aanleg van de nieuwe Apron aan de luchtvaart- gebonden industriezone, aan de oostelijke zijde van de luchthavenperimeter, te beginnen aan de kop van baan 26 en via de nieuwe industriezone tot aan de vestigingsplaats van de ILS (Instru- ment Landing System), de fysieke beveiliging (waaronder de omheining) aan te passen.
De andere gedeelten van de omheining die aan vernieuwing toe zijn, zullen, naar gelang van de ter beschikking staande budgetten, over een pe- riode van drie à vijf jaar kunnen worden ver- vangen. Wel loopt momenteel de systematische vervanging van de gedeelten van de houten om- heining die in slechte toestand verkeren.
2. De patrouilles rond de luchthavenperimeter worden in eerste instantie uitgevoerd door de luchthavenpolitie. Aan luchtzijde wordt daaren- boven toezicht uitgeoefend door de luchthaven- inspectie.
De toegangscontrole van land- naar luchtzijde op personen en voertuigen wordt eveneens uit- gevoerd door leden van de luchthavenpolitie.
De luchthavenpolitie kreeg opdracht om dage- lijks, en in combinatie met de overige werk- zaamheden, meerdere patrouilles uit te voeren rond de perimeter.
Er wordt geen eigenlijke lijst bijgehouden van vastgestelde inbreuken. Deze zijn meestal be- perkt tot luchtvaartamateurs die van de rand van luchtzijde foto's nemen van bepaalde types landende en vertrekkende vliegtuigen. Soms worden op de rolbaan, maar buiten de voorlopi- ge omheining, spelende kinderen of jongeren, die er met hun motoren komen rondrijden, op- gemerkt.
Tegen kwaadwillige personen, die bewust een inbreuk plegen tegen de beveiliging van de bur- gerluchtvaart, wordt opgetreden. Zo werd in het verleden reeds de toegangsmachtiging ontno- men van of proces-verbaal opgemaakt lastens personen die inbreuken pleegden of misbruik maakten van hun toegangskaarten voor luchtzij- de.
Proces-verbaal werd in het verleden eveneens opgemaakt tegen activisten die zich wederrech- telijk toegang verschaften tot luchtzijde met het oog op het verhinderen van het vertrek van een luchttransport. Eenzelfde maatregel werd geno- men tegen personen die zich wederrechtelijk toegang verschaften tot de cockpit van een op de luchthaven geparkeerd toestel.
Met het oog op onder meer de veiliging van de burgerluchtvaart en de luchthaven is het nood- zakelijk dat de Vlaamse ambtenaren, perso- neelsleden van de diensten luchthavenpolitie en -inspectie, blijven beschikken over de nodige gerechtelijke bevoegdheden teneinde hun op- drachten naar behoren te kunnen vervullen.
