CVSE/OVSE in Georgië
Duur: 25 mei 1994 - 1 mei 1996 Aantal militairen: 4 Onderscheidingen: geen Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
De voormalige sovjetrepubliek Georgië verklaarde zich op 9 april 1991 onafhankelijk. De islamitische Osseten in Georgië verzetten zich hiertegen en zochten met geweld aansluiting bij hun geloofsgenoten in Rusland. Rusland, Georgië en Ossetië stelden in juli 1992 gezamen- lijk een vredesmacht in die verdere escalatie van het conflict moest voorkomen. De Conferen- tie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE, sinds december 1994 Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, OVSE) intensiveerde eind 1992 haar pogingen het conflict in Zuid-Ossetië op vreedzame wijze te beslechten. De CVSE besloot op 6 novem- ber 1992 een missie bestaande uit negen diplomaten naar Georgië te sturen. Haar opdracht was de vreedzame onderhandelingen tussen de strijdende partijen te bevorderen met als eind- doel een politiek akkoord. De CVSE breidde op 29 maart 1994 de missie uit met acht militai- re waarnemers, die toezicht moesten houden op het functioneren van de vredesmacht.
Het Nederlandse aandeel in de missie
Het Ministerie van Defensie stuurde op 25 mei 1994 een militair van de Koninklijke Lucht- macht (KLu) als waarnemer naar Georgië. Daarna leverden de KLu en de Koninklijke Land- macht gedurende twee jaar om beurten een waarnemer. Deze moest voldoende kennis hebben van de Russische taal om aan onderhandelingen te kunnen deelnemen. De militaire waarne- mers legden contacten met de militaire commandanten van alle partijen, onderzochten schen- dingen van het staakt-het-vuren en konden lokale commandanten wijzen op de mogelijke ge- volgen van hun acties. De Nederlandse waarnemers hadden een dubbelfunctie en fungeerden, bijvoorbeeld ook als transportofficier. De laatste Nederlandse waarnemer keerde op 1 mei 1996 terug naar Nederland.