• No results found

Bijlage 2 Verzoek tot aanpassing verordening

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage 2 Verzoek tot aanpassing verordening"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente Asten

T.a.v. het college van B&W Postbus 290

5720 AG Asten

31 juli 2013

Verzoek tot aanpassing verordening ruimte t.b.v. Tuinderij Koolen B.V.

5598600/KB/20130618 PV11-349

Geacht College,

Hierbij verzoek ik u namens Tuinderij Koolen B.V., Meijelseweg 19, 5725 BA te Heusden om medewerking te verlenen aan het indienen van een verzoek tot aanpassing van de verordening ruimte. Dit naar aanleiding van het eerder

ingediende principeverzoek en het eerder kenbaar gemaakt collegestandpunt van 29 mei 2012 en uw brief van 8 mei 2013. Onder voorwaarde dat de verordening Ruimte wordt aangepast is de gemeente bereid om medewerking te verlenen aan het

formele verzoek. Hieronder zal ik een nadere motivatie geven voor het indienen van een verzoek tot aanpassing van de Verordening Ruimte.

Reden van verzoek tot aanpassing Verordening ruimte:

Nieuwe bedrijfsactiviteiten:

Tuinderij Koolen B.V. is een bedrijf wat zich heeft gespecialiseerd in het telen en vermarkten van trostomaten, komkommers en groente snack producten. De

snacklijn wordt verkocht aan diverse klanten in binnen en buitenland onder de naam Viva Veggie Snackgroente www.vivaveggie.nl

Binnenlandse klanten van Tuinderij Koolen zijn o.a. Hanos Sligro in het horeca segment, DekaMarkt, Jan Linders en Jumbo in het supermarkt segment. Daarnaast worden er aan 15 supermarkten in de regio verschillenden tomaten geleverd die door Tuinderij Koolen geteeld worden. Deze worden geleverd tezamen met komkommers en paprika’s. Het bedrijf heeft hiervoor 4 bestelauto’s die dagelijks de verse

producten naar de winkels brengen. Daarnaast is er bij het bedrijf een snack automaat waar consumenten tomaten en komkommers uit kunnen halen.

Het bedrijf heeft met name de laatste 5 jaar geïnvesteerd in de lokale en regionale markt. De trend in de markt is dat consumenten steeds meer op zoek zijn naar

Datum Betreft Ons kenmerk Uw kenmerk

Arvalis Adviseurs

Deputé Petersstraat 27 5808 BB Oirlo

Postbus 5043 5800 GA Venray

Telefoon 0475-355745 Fax 0478-578260

www.arvalis.nl kbartels@arvalis.nl

(2)

eerlijke producten die in hun regio geteeld worden Er vanuit milieuperspectief zijn food miles en CO2-uitstoot vermindering en local for local actuele thema’s.

Tuinderij Koolen wil als bedrijf deze trends volgen en de afhankelijkheid van de grote supermarkten en handelsbedrijven verminderen. Ook is de wens het rendement van de huidige beteelde oppervlakte te verhogen door meer speciale producten te gaan telen en te verpakken of te bewerken tot een meerwaarde. Een voorbeeld hiervan is de Milanino soep welke door Tuinderij Koolen is ontwikkeld.

Vanuit de regionale horeca komt ook steeds meer de vraag of wij hen het totale producten pakket uit de regio kunnen leveren. Nu moeten de restaurants zelf naar de boer of tuinder. Ook zij willen zich onderscheiden met verse en smakelijke producten met een verhaal en herkenbaarheid.

Tot op heden is door Tuinderij Koolen dit marktsegment niet ingevuld omdat het bedrijf hier nog niet op ingericht is. Voor de toekomst wil Tuinderij Koolen dit wel graag op gaan pakken. Het voldoet immers aan een behoefte in de markt en zou een toegevoegde waarde zijn op de teeltactiviteiten. Dit met name om de door ons geteelde speciale producten ook af te kunnen zetten naar dit marktsegment.

Benodigde bedrijfsruimte voor verbredingsactiviteiten:

Tuinderij Koolen B.V. wil voor deze voorgenoemde nevenactiviteiten een nieuwe bedrijfsruimte van circa 2.500 m2 realiseren om hiermede de kansen welke de markt biedt te benutten. Dit om hiermede de bestaande teeltactiviteiten te kunnen

versterken. Doordat er ook regionale producten van derden worden ingekocht vindt hiermede ook een versterking plaats van de regionaal geteelde producten. De locatie waar deze nieuwe bedrijfsruimte wordt beoogd is gelegen tussen bestaande

bedrijvigheid (namelijk bouwbedrijf Hartman en het bedrijf van Veugen) en is hiermede passend in de omgeving.

Strijdigheid met het planologisch regime:

De betreffende gronden waar de nieuwe bedrijfsactiviteiten zijn gesitueerd zijn gelegen binnen het gebied waarvoor het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Asten 2008 geldt. De gronden zijn daarin bestemd voor agrarisch met de aanduiding concentratiegebied glastuinbouw. De strijdigheid met het bestemmingsplan betreft de nieuwe activiteiten, die zijn aan te merken als nevenactiviteiten in de zin van het bestemmingsplan. Nevenactiviteiten zijn binnen het bestemmingsplan slechts

toegestaan middels gebruikmaking van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. De voorgestelde activiteiten (vermarkten van streek/regioproducten) komen echter niet in aanmerking voor deze afwijking, omdat de maximaal toegestane oppervlakte voor nevenactiviteiten wordt overschreden en omdat de activiteiten worden uitgeoefend in een nieuw op te richten gebouw. Medewerking aan het plan is uitsluitend mogelijk middens een buitenplanse afwijking of een bestemmingsplanherziening. Daarvoor is in ieder geval overeenstemming met het provinciale beleid vereist. Dat is nu niet het geval. Volgens de verordening is de voorgestelde bebouwing gesitueerd binnen vestigingsgebied glastuinbouw, waarbinnen niet-agrarische activiteiten, zoals in casu het geval is, niet zijn toegestaan.

Daarnaast is reeds eerder aangetoond dat de inrit minimaal 25 meter breed is en hiermede geschikt is voor het draaien van vrachtauto’s op eigen terrein. Op

bijgaande tekening kunt u zien dat de inrit ruim 25 meter breed is en dat het draaien op eigen terrein van vrachtauto’s dus goed mogelijk is.

(3)

Onderbouwing in het licht van de Provinciale Structuurvisie:

De Structuurvisie RO:

De Structuurvisie RO geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040) weer. De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie.

In de Structuurvisie RO is de locatie gelegen binnen gemengd landelijk gebied en accentgebied agrarische ontwikkeling. Hieronder wordt een nadere omschrijving gegeven van gemend landelijk gebied en accentgebied agrarische ontwikkeling.

Gemengd landelijk gebied

De provincie beschouwt het hele landelijk gebied als een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is: het gemengd landelijk gebied. De mate van mening varieert daarbij van de gebieden waarbinnen meerdere functies in evenwicht naast elkaar bestaan tot gebieden waar de land- en tuinbouw de dominante functie is.

In de primair agrarische gebieden wil de provincie de ruimte voor de aanwezige agrarische functie behouden, versterken en voorkomen dat menging met andere functies leidt tot aantasting van de primaire productiestructuur. In deze gebieden worden daarom geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen gepland op het gebied van verstedelijking, recreatie of natuur. Ook kleinschalige (stedelijke) functies die ten koste gaan van de ruimte voor agrarisch gebruik of die conflicteren met de landbouw worden geweerd. De landbouwontwikkelingsgebieden of de

vestigingsgebieden glastuinbouw beschouwt de provincie in ieder geval als primair agrarisch gebied. Binnen die gebieden worden (stedelijke) functies die de ruimte voor agrarische ontwikkelingen beperken of functies die strijdig zijn met de landbouwfunctie geweerd.

Accentgebied agrarische ontwikkeling:

Het gebied waar de projectlocatie is gelegen is aangeduid als zijnde accentgebied agrarische ontwikkeling. Het accentgebied agrarische ontwikkeling is hier

aangegeven omdat het gebied wordt gekenmerkt door mogelijkheden voor een meer dominante positie van de hier aanwezige landbouwsectoren. In deze gebieden ziet de provincie niet alleen ontwikkelingsmogelijkheden voor de aanwezige sector maar ook voor activiteiten die gelieerd zijn aan de in het gebied voorkomende agrarische sector mits daarmee een bijdrage wordt geleverd aan de duurzaamheidsdoelen.

Binnen het accentgebied agrarische ontwikkeling geldt het beleid zoals omschreven bij gemengd landelijk gebied. In aanvulling daarop wil de provincie optimale

ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor het verbeteren van de agrarische

productiestructuur. De landbouw levert met de verduurzaming van de productie een goede kwaliteit van water, bodem, lucht en natuur en een (vernieuwt) rubuust landschap. De maat en schaal van de omgeving en de draagkracht van het gebied inclusief aspecten van volksgezondheid, zijn sturend voor de groei van agrarische activiteiten. De ruimere mogelijkheden gelden alleen in gebieden waar de land- en tuinbouw een voorkeurspositie inneemt, de primair agrarische gebieden. Binnen de verschillende deelgebieden wordt clustering en samenwerkingscollectieven van gelijk geaarde bedrijven, aansluitend op de bestaande, sterk vertegenwoordigde sector in het gebied, nagestreefd.

Dit betekend dat:

(4)

 Aansluitend bij de karakteristiek van de aanwezige bedrijven (sector) is er ruimte, maar niet elk bedrijf kan zich op elke plek ontwikkelen;

 Er ruimte is voor aan de sector gelieerde en/of ondersteunende activiteiten zoals voor verwerking, opslag, logistiek en duurzame energieopwekking op de locatie;

 De infrastructuur past bij grootschalige landbouw;

 Duurzaamheid door samenwerking en uitbouw van kringlopen wordt ruimtelijk ondersteund.

Bij het uitwerken van de ruimere ontwikkelingsmogelijkheden worden de

aanbevelingen voor verduurzaming van de agrofood sectoren en bevindingen van de agrofoodtafels betrokken.

Toetsing aan de Structuurvisie RO:

De beoogde ontwikkeling in gemengd agrarisch gebied en tevens in accentgebied agrarische ontwikkeling is passend gezien het feit dat de ontwikkeling leidt tot versterking van de primaire productiestructuur. Er is dus geen sprake van een functie die conflicterend of strijdig is met de primaire productiestructuur.

Onderbouwing in het licht van de Verordening Ruimte 2012:

De Verordening ruimte is een van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te realiseren. In de verordening vertaalt de provincie de kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid in regels die van toepassing zijn op

(gemeentelijke) bestemmingsplannen.

In de Verordening Ruimte 2012 van de Provincie Brabant is de locatie gelegen binnen het gebied aangeduid als vestigingsgebied glastuinbouw. Zie hiervoor de navolgende afbeelding vanuit de kaart Overige agrarische ontwikkeling en windturbines.

Direct ten noorden van de beoogde ontwikkelingslocatie is reeds een gedeelte buiten het vestigingsgebied glastuinbouw gehouden (op deze locatie zijn bestaande

bedrijven gelegen). Deze inham zou voor de beoogde ontwikkeling richting het zuiden doorgetrokken dienen te worden om het beoogd plangebied buiten het vestigingsgebied glastuinbouw te leggen om hiermede de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken (zie rode kader voor indicatieve ligging projectlocatie).

(5)

Overzicht huidige bestemming in de Verordening Ruimte 2012 vanuit de kaart overige agrarische ontwikkeling en windturbines:

In artikel 11.6 van de Verordening Ruimte 2012 zijn de regels opgenomen voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied. Hieronder zijn de relevante delen uit dit artikel opgenomen met daaronder de nadere motivatie op basis van het initiatief.

Artikel 11.6 Regels voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen:

Een bestemmingsplan dat is gelegen bin de groenblauwe mantel of agrarisch gebied, niet zijnde van een landbouwontwikkelingsgebied of een vestigingsgebied glastuinbouw, kan voorzien in een VAB-vestiging of een uitbrieding van een niet-agrarische ruimtelijke ontwikkeling.

(6)

a. De beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bestemmingsvlak met een omvang van meer dan 5.000 m2;

b. Is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt;

c. De beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf, behorend tot de milieucategorie 3 of hoger;

d. De beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven;

e. De beoogde ontwikkeling niet leidt tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie;

f. De beoogde ontwikkeling niet leidt tot al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m2.

Het betreft hier een VAB-vesting aangezien het bestaande bestemmingsplan agrarische

bebouwing reeds rechtstreeks toestaat conform het vigerende bestemmingsplan. Hieronder zal ik op basis van bovenstaande regels toetsen aan de regels:

a. De ontwikkeling zal een bestemmingsvlak hebben dat dat kleiner is dan 5.000 m2;

b. Er is momenteel geen bebouwing aanwezig en hiermede dus geen overtollige te slopen bebouwing. De bestaande in- uitrit zal daarbij tevens voor de nieuwe ontwikkeling gebruikt worden;

c. De beoogde ontwikkeling is niet exact ingedeeld in een milieucategorie echter deze activiteit is te vergelijken met een groothandelsfunctie welke is ingedeeld in

milieucategorie 2;

d. Op de locatie zal uitsluitend 1 zelfstandig bedrijf worden gevestigd;

e. Er zal geen zelfstandige kantoorfunctie worden gevestigd;

f. Tevens wordt er geen detailhandelsvoorziening gerealiseerd van meer dan 200 m2.

De enige voorwaarde waaraan niet voldaan wordt is het gegeven dat de locatie is gelegen in het vestigingsgebied glastuinbouw. Daarom wordt middels dit verzoek verzocht deze begrenzing aan te passen.

Tevens wordt in toelichting bij het bestemmingsplan een verantwoording opgenomen waaruit blijkt dat:

a. Ingeval de beoogde ontwikkeling plaatsvindt in de groenblauwe mantel, deze ontwikkeling onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b, gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en

landschappelijke waarden en kenmerken;

b. Ingeval de geoogde ontwikkeling in een agrarische gebied plaatsvindt, deze ontwikkeling bijdraagt aan de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie;

c. De inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert;

d. Er sprake is van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;

e. De beoogde activiteit niet leidt tot grootschalige ontwikkeling;

Hieronder zal ik kort de bovengenoemde punten nader motiveren op basis van het initiatief:

a. Ontwikkeling vindt niet plaats binnen de groenblauwe mantel;

b. De ontwikkeling vindt plaats binnen het agrarische gebied. Zoals ook eerder verwoordt leidt de nieuwe activiteit tot versterking van het glastuinbouwbedrijf en zorgt het tevens voor de versterking van de positie van agrarische bedrijven in de regio. Het levert hiermede een belangrijke bijdrage in de ontwikkeling van een gemengde

plattelandseconomie in tijden met een steeds grotere dominantie van supermarktketens;

(7)

c. Bij de inrichting van het bestemmingsvlak zal rekening gehouden worden met een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;

d. Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte zijn passend binnen de omgeving daar het nieuwe initiatief direct aangrenzend aan bestaande bedrijvigheid is gelegen;

e. De activiteit leidt niet tot een grootschalige ontwikkeling (meer dan 100.000 bezoekers per jaar).

Plangebied conform kaart stedelijke ontwikkeling:

Het beoogd te ontwikkelen plangebied is gedeeltelijk aangeduid als “stedelijk gebied- kernen in landelijk gebied” op navolgende verbeelding in donkergeel. De

projectlocatie is daarbij ook weergegeven (zie rode kader voor indicatieve ligging projectlocatie) om een goed beeld van de ligging te verkrijgen. Zoals te zien is ligt de locatie deel in en direct aansluitend aan het gebied voor stedelijke ontwikkeling en de nieuwe activiteiten zijn hiermede passend in deze omgeving.

Overzicht huidige bestemming in de Verordening Ruimte kaart stedelijke ontwikkeling:

(8)

Nieuwe Verordening Ruimte:

Momenteel heeft de provincie een nieuwe Verordening Ruimte en Structuurvisie in voorbereiding. Op basis van deze nieuwe Verordening Ruimte vindt geen aanpassing plaats met betrekking tot de regels voor niet-agrarische ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied welke van invloed zijn op onderhavig initiatief.

Toetsing aan de Verordening Ruimte:

De beoogde ontwikkelingslocatie is gelegen aan de rand van het vestigingsgebied glastuinbouw direct aangrenzend aan bestaand stedelijk gebied- kernen in landelijk gebied. De ontwikkeling is hiermede passend binnen het provinciale beleid.

Onderbouwing in het licht van de gemeentelijke (structuur)visies:

Toekomstvisie De Avance:

De toekomstvisie De Avance (vastgesteld in 2006) vormt een belangrijk beleidskader voor ruimtelijke ontwikkelingen in Asten tot 2020.

In deze visie is met name voor de landbouw aangegeven dat nieuwe economische dragers gezocht dienen te worden en er ook aandacht moet zijn voor VAB’s. Ook andere bedrijvigheid kan hierin een plek vinden. Daarnaast wordt aangegeven dat de verwachting is dat er een herpositionering plaats zal vinden waarbij bedrijven in grofweg 3 richtingen kunnen gaan: schaalvergroting, verbreding door levensvatbare nevenactiviteiten op te starten en daarnaast omschakeling naar biologische

landbouw. Bedrijven met duurzaam perspectief wil de gemeente de ruimte bieden.

De verbredingsrichting sluit daarbij aan bij de ontwikkeling welke Tuinderij Koolen door wil maken en de gemeente wil de ruimte hiervoor bieden.

Structuurvisie bebouwingsconcentraties:

In de Structuurvisie bebouwingsconcentraties van de gemeente Asten welke is vastgesteld op 14-12-2010 is de locatie gelegen binnen het gebied aangeduid als zijnde “kleinschalige zandontginningen” en tevens is de locatie aan de zijde van de Meijelseweg nader aangeduid als zijnde “bebouwingsconcentraties”. De locatie is gelegen direct aangrenzend aan het gebied bestaande kernen waarbij zowel aan de noord- alsmede aan de zuidzijde reeds bestaande bedrijven zijn gevestigd.

De visie bebouwingsconcentraties geeft op basis van een ruimtelijke analyse en visie per bebouwingsconcentratie aan welke ontwikkelingsmogelijkheden er geboden kunnen worden. Tevens zijn de doelstellingen beschreven ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit binnen de bebouwingsconcentraties.

(9)

Als mogelijke functies binnen de bebouwingsconcentraties Meijelseweg worden genoemd:

 Ambachtelijke bedrijven of agrarische verwante bedrijvigheid in de categorie 1 en 2;

 (Kleinschalige) bouwnijverheid (verwante bedrijvigheid, tot maximaal 400 m2 of de huidige bebouwingsoppervlakte (indien < 400 m2);

 Vrije beroepen (dienstensector) en kantoren aan huis;

 Wonen.

Verbeelding uit Structuurvisie Asten en bijbehorende legenda:

De beoogde ontwikkeling betreft agrarisch verwante bedrijvigheid en is hiermede passend binnen de mogelijke functies en hiermede dus qua ontwikkeling passend binnen de structuurvisie bebouwingsconcentraties van de gemeente Asten. Het perceel ligt net buiten de bebouwingsconcentratie Meijelseweg. De ontwikkeling past wel goed binnen het beleid wat voor deze bebouwingsconcentratie is vastgelegd in de structuurvisie.

iDOP Heusden:

Het DorpsOntwikkelingsPlan Heusden (12 oktober 2005) is geschreven met het doel om op de (midden)lange termijn te kunnen werken aan de leefbaarheid van de kleine kernen. In het plan wordt ook aangegeven dat aan de Meijelseweg zwaardere bedrijvigheid voorkomt (o.a. bouwmaterialenbedrijf en roestvrijstaalbedrijf). Daarbij wordt aangegeven dat ondernemers creatief zijn in het vinden van nieuw

mogelijkheden hetgeen gefaciliteerd dient te worden. De locatie waar deze nieuwe ontwikkelingen beoogd worden ligt daarbij aansluitend aan bestaande bedrijvigheid en is hiermede hiervoor geschikt. Tevens wordt aangegeven dat de Meijelseweg geen bijzondere cultuurhistorische waarde voor Heusden heeft. In dit gebied kan een ruimhartiger beleid worden gevoerd voor nieuwe economische dragers, met

grootschalige en meer intensieve activiteiten. Daarbij passen aan de Meijelseweg in principe de grootste bedrijven.

(10)

Glastuinbouwvisie Asten:

In de glastuinbouwvisie (maart 2013) is het gebied aangeduid als

kassengebied/lokale concentratie kassengebied. In de glastuinbouwvisie wordt in paragraaf 2.3. benoemd (naast de andere benoemde ontwikkelingsrichtingen) dat er ook nichebedrijven, gelieerde bedrijvigheid en tevens hybride bedrijven zich zullen ontwikkelen. Qua verkaveling dient de inrichting van het glastuinbouwcluster hierop te worden afgestemd. De zone langs de Meijelseweg leent zich bij uitstek om deze niche bedrijvigheid te faciliteren gezien het feit dat de locatie zich aan de rand van het kassengebied bevindt. Tevens wordt de zone vanuit andere visies hiervoor geschikt geacht. De vernieuwende marktbenadering vanuit Tuinderij Koolen B.V. zal daarbij de glastuinbouwactiviteiten van het eigen bedrijf en bedrijven in de regio versterken.

Conclusie:

Gezien bovenstaande verwoording van provinciaal en gemeentelijk beleid is er beleidsmatig ruimte om medewerking te geven aan onderhavig initiatief en is hierbij het verzoek om een verzoek in te dienen om de verordening ruimte aan te passen zodat medewerking kan worden gegeven aan onderhavig initiatief. Als bijlage is de kaart weergegeven met de besluitvlakken vanuit de Verordening Ruimte.

Hopende u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben om dit verzoek tot aanpassing van de verordening ruimte bij de Provincie Brabant in te dienen.

Mocht u nog een nadere verduidelijking wensen dan vernemen wij dit uiteraard.

Inmiddels verblijf ik, Met vriendelijke groet,

ing. K.V. (Kamiel) Bartels, bedrijfsadviseur tuinbouw

Bijlage: Update situatietekening nieuwe situatie van datum 13-8-2012 Kaart met besluitvlakken Verordening Ruimte;

(11)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In februari 2008 heeft KPN aan het college verzocht om de besluitvorming voor wat betreft de lopende periode (WPC-tarieven) ter hand te nemen, omdat KPN inmiddels een openbaar

De maximumtarieven treden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017 in de plaats van de tarieven die Nuon met ingang van 1 januari 2017 voor de in randnummer 1 genoemde

• Per locatie, medewerker en gebruiker moeten toegangscodes ingegeven kunnen worden en rechten worden toegekend of niet voor de verschillende onderdelen van het programma.

In deze gebieden ziet de provincie niet alleen ontwikkelingsmogelijkheden voor de aanwezige sector maar ook voor activiteiten die gelieerd zijn aan de in het gebied

ondervangen kunnen worden door de algemene openstelling op grond van artikel 2 van de verordening, ware het niet dat de in dit artikel vervatte openingstijden voor een groot deel

In de commissie Ruimte van 7 december is gevraagd of er een extra ontsluiting kan komen voor verkeer vanuit het plan Fruithof naar de van Heemstraweg.. Dit om het verkeer op

Kennisgeving van een nieuwe aangeboden opleiding Wanneer de ANVS een opleidingsinstituut erkent voor het geven van opleidingen op het gebied van stralingsbescherming, worden

Met ingang van 1 oktober 2016 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, wordt voor deelname aan activiteiten georganiseerd in het kader van Grabbelpas en SWAP een