• No results found

Nederlandse geo-gereedheid daalt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederlandse geo-gereedheid daalt"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

w w w .g eo in fo rma tien ed er lan d. nl V ak bl ad v an G eo -In fo rma tie N ed er lan d 20 18 • j aa rg an g 1 5 • N um m er 2

Mini-symposium

‘Nederland 200 jaar op peil’

Landelijk 3D-model voor geluidsstudies

Duurzaam ontwerpen met Minecraft

Meervoudig onderhandse aanbesteding

(2)

DONDERDAG

7 JUNI 2018

MAARSSEN

2018

INMETEN & UITZETTEN

FOTOGRAMMETRIE

3D-SCANNING

HYDROGRAFIE

METEN IN DE KAART

MONITORING

U I T N O D I G I N G

Ontmoet vakgenoten en kom alles te weten

over de laatste ontwikkelingen. De ervaringen

van professionals uit het vak staan centraal tijdens

de 15

de

editie van de Trimble Gebruikersdag.

Naast informatieve presentaties zijn er speciale

software sessies en productdemonstraties op

het land en water. U bent er toch ook bij?

(3)

Ferjan Ormeling

DONDERDAG

7 JUNI 2018

MAARSSEN

2018

INMETEN & UITZETTEN

FOTOGRAMMETRIE

3D-SCANNING

HYDROGRAFIE

METEN IN DE KAART

MONITORING

U I T N O D I G I N G

Ontmoet vakgenoten en kom alles te weten

over de laatste ontwikkelingen. De ervaringen

van professionals uit het vak staan centraal tijdens

de 15

de

editie van de Trimble Gebruikersdag.

Naast informatieve presentaties zijn er speciale

software sessies en productdemonstraties op

het land en water. U bent er toch ook bij?

Namen op de kaart

Dat een kaart zonder geografische namen of toponiemen de oriëntatie

bemoeilijkt, zo niet onmogelijk maakt, is genoegzaam bekend. Om te voorkomen

dat kartografen zich het hoofd moeten breken over de spelling, is het van belang

dat die namen qua spelling gestandaardiseerd zijn. Om dat laatste te bevorderen,

organiseert de VN overal ter wereld cursussen (deze column is geschreven in Manila,

tijdens zo’n cursus waar kartografen uit een zestal landen in Zuidoost-Azië zich

bekwaamden in de procedures die moeten leiden tot standaardisatie van de spelling

van toponiemen).

Het geven van namen aan mariene objecten heeft op het ogenblik prioriteit in

deze regio, met het oog op de expansieve Chinese benadering van dit zeegebied.

Het aan de cursus verbonden veldwerk werd dan ook deels op zee gehouden, waar

vissers en andere vertegenwoordigers van de kustbevolking werden geïnterviewd

over de geografische namen die ze gebruikten. De Filippijnen missen, net als

Nederland, nog een ‘national names bureau’ dat in dubieuze gevallen uitspraken

kan doen. Zo’n cursus helpt om de expertise voor zo’n nationaal bureau voor

geografische namen op te bouwen. Op de Filippijnen is het gevaar dat men door

commerciële belangen de voorkeur geeft aan Engelse namen (die nog niet leven

bij de plaatselijke bevolking) in plaats van aan plaatselijke namen levensgroot, en

dat laatste zou weer ten koste gaan van een effectieve reactie op rampen zoals

tsunami’s, taifoons, vulkaanuitbarstingen en modderstromen.

Afgezien van deze ‘capacity building’ is zo’n cursus ook uitermate geschikt om

kartografen uit verschillende landen in contact te brengen met elkaar: het was

opvallend hoe weinig bijvoorbeeld de Indonesische en Filippijnse cursusdeelnemers

van elkaar en elkaars landen wisten.

Ook in Nederland doen we weer pogingen om een nationaal bureau voor

geografische namen op te zetten, dat kan adviseren of zelfs beslissingen nemen

aangaande de geschiktheid of bruikbaarheid van nieuwe geografische namen (zoals

bij het ontstaan bij nieuwe kunstwerken of bij gemeentefusies). En dat een partij is

in de bespreking van veranderingen in de spellingvoorschriften voor het Nederlands

(alleen al het invoeren in 2002 van een verbindingsstreepje, zoals tussen Zuid- en

Chinese bij de Zuid-Chinese Zee leidde tot meer dan 500 veranderingen in de

Nederlandse geografische namen inclusief de Nederlandse exoniemen). Het zou zich

tevens hard maken om de spelling van de Nederlandse geografische namen meer

conform de spellingvoorschriften voor het Nederlands te laten verlopen, zoals dat in

Vlaanderen al jaar en dag het geval is. In de toekomst zullen dan mogelijk archaïsch

geschreven geografische namen zoals Texel, Arcen en Acquoy weer geschreven

worden op een manier waarop iedereen ze correct uitspreekt.

Tot slot nog iets heel anders: om het contact tussen het GIN-bestuur en de

leden te versterken, beginnen we in dit Geo-Info-nummer met een nieuwe rubriek:

‘Van de bestuurstafel’. Door een e-mailadres aan die rubriek toe te voegen, hoopt

het bestuur ook dat leden direct willen reageren op de te melden voorgenomen

bestuursbesluiten en daar niet mee wachten tot de ledenvergaderingen.

(4)

Agenda GIN

Colofon

Partners Geo-Informatie Nederland

Uitgever Geo-Informatie Nederland www.geoinformatienederland.nl Redactieadres Redactie Geo-Info Postbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415 Fax: (033) 246 0470 E-mail: gi@geo-info.nl Hoofdredacteur Roelof Keppel Redacteuren

Adri den Boer, Eric Hagemans, Ferjan Ormeling, Sytske Postma, Frans Rip

Bladmanagement

MOS bv, Nijkerk

Deirdre Bernard, José Broekhuizen

Inzenden kopij

Indienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie. Zie ook www.geoinformatienederland.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatie

MOS bv Jan van de Vis Telefoon: (033) 247 3400

E-mail: acquisitie@mos-net.nl of gi@geo-info.nl Advertentietarieven op aanvraag

Vormgeving en druk

VdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl

Abonnementen/inlichtingen

Postbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415 E-mail: info@geo-info.nl

Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail. Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal twee maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2018

Persoonlijk lidmaatschap: € 77,50.

(Bedrijfs-)abonnement op Geo-Info: € 160,00, incl. 6% BTW.

Bedrijfslidmaatschap: € 350,00.

Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 30,- (excl. 21% btw) en buiten Europa € 55,- (excl. 21% btw).

Kijk voor meer informatie op de website www.geoinformatienederland.nl. Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2,- per jaar.

© 2018. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur.

ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online) IBAN: NL55RABO0395278430

Esri GIS Tech 2018

Datum: 10 april

Locatie: Beurs-WTC, Rotterdam Meer info: bit.ly/2Gwh4bG

FIG Congres

Datum: 6-11 mei Locatie: Istanboel, Turkije Meer info: bit.ly/2EoCXYc

GeoWeek 2018

Datum: 28 mei-1 juni Meer info: bit.ly/2phV8ZT

UNIGIS Connect event

Datum: 15 juni

Locatie: Vrije Universiteit Amsterdam Meer info: volgt

Symposium GeoTrends

Datum: 19 juni Locatie: Aeres, Almere Meer info: volgt

Baltic Geodetic Congress (BGC Geomatics) 2018

Datum: 21-23 juni

Locatie: University of Warmia and Mazury in Olsztyn, Polen

Meer info: bit.ly/2Gvzj0V

FOSS4GNL 2018

Datum: 11 juli

Locatie: Aeres Hogeschool, Almere Meer info: foss4g.nl/2018/

INSPIRE Conference 2018

Datum: 18-21 september

Locatie: Flanders Meeting & Convention Center, Antwerpen

Meer info: volgt

Geo Delft Conference 2018

Datum: 1-5 oktober Locatie: TU Delft Meer info: bit.ly/2pgQewO

w w w .geo in fo rma tien ed er lan d. nl V ak bl ad van G eo -In fo rma tie N ed er lan d 20 18 • j aa rg an g 1 5 • N um m er 2 Mini-symposium

‘Nederland 200 jaar op peil’

Landelijk 3D-model voor geluidsstudies Duurzaam ontwerpen met Minecraft Meervoudig onderhandse aanbesteding

(5)

...en verder

7

Van de bestuurstafel

11

Gezocht: enthousiaste redactieleden

16

GIN 15 jaar: een felicitatie waard (1)

21

Column - Camille van der Harten

22

Verslag - Bijeenkomst GIN Noord

25

Column - Nikkie den Dekker

29

Open Kaart - Esri Storymap van 11

vestingsteden

30

Verslag - Alumnibijeenkomst

'Vroeger en nu in de GIS/Cartografie'

32

Verslag - GIN Oost Nieuwjaarsborrel

33

Column - Marjan Bevelander

34

Verslag - Lancering Alcarta Schoolatlas

van ThiemeMeulenhoff

36

Verslag - Workshop GNSS Interferentie

en Authenticatie

38

Weet u al wat u gaat doen tussen

10 en 5 mei, over 2 jaar?

40

Verslag - Mini-symposium 'Nederland

200 jaar op peil'

43

Boek - Van Amsterdams Peil naar

Europees referentievlak

44

Nederlandse geo-gereedheid daalt

46

De Snelwegkaart

48

Autokeuze verraadt politieke voorkeur

in VS

In dit nummer ...

8

Duurzaam ontwerpen

met Minecraft

26

GIN-website uitgebreid met

digitaal tijdschriftenarchief

18

Visualisatie van data

belangrijk voor begrip

12

Landelijk 3D-model

voor geluidsstudies

4

Meervoudig onderhandse

aanbesteding

(6)

Natuurlijk bent u het fenomeen

wel eens tegengekomen als

aanbestedende dienst of als

ondernemer: de ‘meervoudig

onderhandse aanbesteding’.

Maar wat mag er nu wel of niet

in een dergelijke aanbesteding?

Is het ‘Vrijheid blijheid’ of zijn

de regels strikter dan u dacht?

Onderstaand artikel geeft u een

inkijkje en tien aandachtspunten

voor aanbestedende diensten en

ondernemers aan de hand van

ervaringen uit de wereld van

geo-informatie en Geo-ICT.

Door Jos Anneveld en Ronald Vroom

Wanneer meervoudig onderhands?

Een meervoudig onderhandse aanbesteding (verder ook ‘mvo’) vindt in het algemeen plaats als de waarde van de opdracht (excl. BTW) die wordt aanbesteed beneden de zogenaamde EU-drempelwaarden blijft. Die drempelwaarde is voor leveringen en diensten voor de meeste aanbestedende diensten €221.000, maar voor de Rijksoverheid € 144.000. Voor werken is de EU-drempel-waarde voor alle aanbestedende diensten € 5.548.000. In de praktijk worden er voor werken echter lagere drempels voor mvo gehanteerd, en wordt meervoudig onder-hands aanbesteden voor opdrachten met een waarde boven de € 1.500.000 niet proportio-neel geacht (Gids Proportionaliteit par. 3.4.2). Tussen de € 1.500.00 en de EU-drempelwaarde is de Nationale[1] openbare of niet-openbare procedure aangewezen. Daarnaast zijn voor speciale sector bedrijven de drempelwaar-den € 418.000 (leveringen en diensten) en € 5.548.000 (werken) als het een opdracht is die te maken heeft met hun kernactiviteit (bijvoorbeeld vervoer, transport van energie). Daarnaast vinden mvo’s plaats als binnen een raamovereenkomst of een erkenningsregeling nadere opdrachten worden uitgezet bij twee of meer ondernemers.

Tip 1

Aanbestedende dienst: zorg er voor dat, als er in het inkoopbeleid is aangegeven wanneer er meervoudig onderhands aanbesteed moet worden, dat ook gebeurt. Anders handelen kan, maar dan moet er wel een afwijkingsbe-sluit van de directie zijn. Is dat er niet dan kan de inkoop door de controlerend accountant als onrechtmatig worden aangemerkt. Ondernemer: als er een vermoeden bestaat dat er eigenlijk had moeten worden aanbe-steed, vraag dan de aanbestedende dienst waarom dat niet gebeurt. Vaak heeft de aanbestedende dienst een goede reden die u dan maar moet respecteren, maar niet altijd! Is het antwoord onbevredigend, vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts[2] of een kort geding te starten.

Hoeveel ondernemers uitnodigen?

In de Gids Proportionaliteit[3] wordt voorge-schreven dat er minimaal drie en ten hoogste vijf ondernemers worden uitgenodigd. Afwijkingen hiervan moeten worden gemo-tiveerd als een ondernemer daarom vraagt. Drie wordt meestal voorgeschreven in het inkoopbeleid, maar meer dan drie kan handig zijn bij opdrachten waar veel aanbieders met verschillende kwaliteiten bestaan.

Tip 2

Aanbestedende dienst: weeg het aantal ondernemers dat wordt uitgenodigd zorgvul-dig af tegen de inspanning en de kosten van het schrijven van een offerte door onderne-mers. Betrek ook het karakter van de opdracht in verhouding tot de markt in deze keuze. Ondernemers: in het grootste deel van alle aanbestedingen worden drie ondernemers uitgenodigd, maar even navragen hoeveel ondernemers er zijn uitgenodigd mag altijd!

Welke ondernemers uitnodigen?

Natuurlijk willen de aanbestedende diensten zelf bepalen wie ze uitnodigen om een offerte uit te brengen. Toch is de vrijheid hier niet zo groot als deze lijkt, omdat de aanbestedende

Meervoudig onderhandse aanbesteding:

‘vrijheid blijheid’ of niet?

(7)

dienst op basis van artikel 1.4 lid 1 sub b Aanbestedingswet 2012 objectieve criteria moet vaststellen welke ondernemer(s) worden uitgenodigd. Het vinden van dergelijke criteria kan lastig zijn, maar denk aan bijvoorbeeld de omvang van de onderneming, voor de opdracht relevante diploma’s, certificering etc. Een mooi voorbeeld in dit verband is de aanbesteding voor een systeem van kabel- en leiding data waar ondernemingen werden uitgenodigd die op een congres hun interesse hierin hadden kenbaar gemaakt. Tot slot kunnen ook de prestaties uit het verleden (bijvoorbeeld toerekenbare tekortkoming) worden gehanteerd als criterium, maar dat moet dan wel goed worden onderbouwd.

Tip 3

Aanbestedende dienst: zorg dat u altijd kunt motiveren hoe u de ondernemers die u heeft uitgenodigd op basis van objectieve criteria heeft geselecteerd. Het helpt als u de criteria al bij de voorbereiding van de aanbesteding vaststelt.

Ondernemer: als u niet bent uitgenodigd, vraag dan op basis van welke objectieve criteria de uitgenodigde ondernemers zijn geselecteerd. Is het antwoord onbevredigend,

vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedings-experts of een kort geding te starten.

Uitsluitingsgronden

Aanbestedende diensten zijn bij mvo’s in feite vrij in de keuze van uitsluitingsgronden zolang deze maar relevant zijn voor de opdracht. Toch zien we in de praktijk zelden uitsluitings-gronden bij mvo’s. Dat is niet zo gek, want bij mvo’s is het uitgangspunt dat de aanbeste-dende dienst de uit te nodigen ondernemers kent. Als de mvo wordt uitgevoerd binnen een erkenningsregeling of raamovereenkomst, zijn de uitsluitingsgronden als het goed is al getoetst bij de aanbesteding van die erken-ningsregeling of raamovereenkomst.

Tip 4

Aanbestedende Diensten: hanteer alleen uitsluitingsgronden als dat relevant is voor de opdracht en zorg er voor dat de motivering daarvan klaar ligt!

Ondernemers: als er uitsluitingsgronden worden gehanteerd bij een mvo en ze lijken niet relevant voor de opdracht of de aanbe-stedende dienst kent u al, vraag dit dan na bij de aanbestedende dienst! Is het antwoord onbevredigend, vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts.

Geschiktheidseisen

Bij mvo’s is het uitgangspunt dat de aan-bestedende dienst de ondernemers die zij uitnodigt kent en geschikt acht. Het hanteren van geschiktheidseisen is volgens de Gids Proportionaliteit dan ook iets waar zeer terughoudend mee moet worden omgegaan, met name om de administratieve lasten te beperken. Indien de aanbestedende dienst de uitgenodigde ondernemer(s) niet kent, kan de aanbestedende dienst aan alle uit te nodigen ondernemers (proportionele) geschiktheidsei-sen stellen. Als de mvo wordt uitgevoerd binnen een erkenningsregeling of raamover-eenkomst, zijn de uit te nodigen ondernemers als het goed is al getoetst op de geschiktheid

bij de aanbesteding van die erkenningsrege-ling of raamovereenkomst.

Tip 5

Aanbestedende Diensten: stel alleen geschikt-heidseisen als één of meer ondernemers niet bekend zijn en zorg er voor dat die eisen proportioneel zijn.

Ondernemers: als er geschiktheidseisen worden gesteld en de aanbestedende dienst u al kent, stel dan de vraag waarom er nu toch geschiktheidseisen worden gesteld. Is het antwoord onbevredigend, vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts.

Nota’s van Inlichtingen

Bij mvo’s kent de aanbestedende dienst de ondernemers in verreweg de meeste gevallen. Maar kennen de uitgenodigde ondernemers de aanbestedende dienst en de opdracht goed genoeg? Zorg er dan ook voor dat er vragen kun-nen worden gesteld en dat die (vanzelfsprekend) met alle uitgenodigde ondernemers worden gedeeld in één of meer Nota’s van Inlichtingen. Let er daarbij wel op dat ondernemers voldoende tijd hebben om de vragen te formuleren en de antwoorden in hun inschrijvingen te verwerken.

Tip 6

Aanbestedende Dienst: geef gelegenheid tot het stellen van vragen, ook al denkt u dat de ondernemers u en uw opdracht kennen. Het kost tijd aan de voorkant, maar leidt in de regel tot veel betere inschrijvingen!

Ondernemer: maak gebruik van de mogelijk-heid tot vragen stellen! Is die mogelijkmogelijk-heid er niet, vraag dan waarom niet. Volhardt de aanbestedende dienst dan kunt u maar beter niet inschrijven…

Transparantie in de offerteaanvraag

Net als bij Europese aanbestedingen moet de aanbestedende dienst de offerteaanvraag en bijlagen zo opstellen dat iedere geïnteres-seerde ondernemer in staat is vast te stellen of hij kans op de opdracht maakt. Daarnaast moet de aanbestedende dienst volgens de grondbeginselen van het aanbestedingsrecht

Meervoudig onderhandse aanbesteding:

‘vrijheid blijheid’ of niet?

(8)

transparant handelen: ze moet doen wat ze in de aanbestedingsstukken opschrijft.

Tip 7

Aanbestedende Dienst: zorg er, ook als alle inschrijvers bekend zijn, voor dat het duidelijk is wat er van inschrijvers wordt verwacht. Geef bijvoorbeeld bij eisen en/of bepalingen waar een sanctie op staat helder aan wan-neer de sanctie wordt opgelegd en wat deze precies inhoudt. Nog belangrijker is het dat bij de beoordeling wordt aangegeven wat er beoordeeld wordt, hoe er beoordeeld wordt en welke scores er kunnen worden behaald. Omdat een zekere mate van subjectiviteit niet te vermijden is, heeft de aanbestedende dienst altijd een zekere ruimte voor eigen oordeel om zo het verschil tussen inschrijvers te kunnen maken.

Ondernemers: lees de aanbestedingsstukken heel zorgvuldig door en stel vragen zodra iets niet duidelijk is. Misschien overbodig, maar lees de bepalingen over het stellen van vragen goed door en stel vragen! Is het antwoord onbevre-digend, vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedings-experts of een kort geding te starten.

Gelijke behandeling van inschrijvers

Bij mvo’s moet de Aanbestedende dienst inschrijvers op gelijke wijze behandelen, dat schrijft artikel 1.15 van de Aanbestedingswet

2012 voor. Geeft een aanbestedende dienst één partij extra tijd om de inschrijving in te dienen, dan moeten de anderen die ook krijgen!

Tip 8

Aanbestedende dienst: behandel inschrijvers gewoon gelijk, dat scheelt een hoop ellende. En bij twijfel: liever gelijk dan achteraf gez…. Ondernemers: als u er op een of andere wijze lucht van krijgt dat u niet gelijk bent behandeld, maak dat dan zo snel mogelijk kenbaar bij de aanbestedende dienst! Is het antwoord onbe-vredigend, vraag dan door en overweeg of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedings-experts of een kort geding te starten.

Gunningsbeslissing

Ook bij mvo’s moet de aanbestedende dienst een gunningsbeslissing sturen naar alle inschrijvers. In die gunningsbeslissing moeten alle relevante redenen voor de gunningsbe-slissing staan, want na het verzenden van de gunningsbeslissing mogen er geen nieuwe redenen voor afwijzing worden aangedragen. De reden hiervoor is dat een afgewezen inschrijver op basis van de genoemde redenen moet kunnen bepalen of het zinvol is bezwaar te maken.

Tip 9

Aanbestedende dienst: zorg ervoor dat alle rele-vante redenen in de gunningsbeslissing staan.

Ondernemer: als de gunningsbeslissing niet duidelijk is, stel dan direct een vraag! Is het antwoord niet bevredigend, bedenk dan of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbeste-dingsexperts of een kort geding te starten.

Opschortende termijn

In de Aanbestedingswet 2012 is niets opgeno-men over een opschortende termijn bij een mvo. Toch is er voor aanbestedende diensten op grond van vaste jurisprudentie de ver-plichting om bij een mvo een opschortende termijn in acht te nemen. Gebeurt dat niet, dan is de kans groot dat afgewezen inschrij-vers niets meer tegen de gunning kunnen doen, wat volgens de rechter in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Tip 10

Aanbestedende dienst: neem een opschor-tende termijn van tenminste 5 werkdagen maar liever 7 kalenderdagen in acht. Ondernemers: bent u van mening dat u onterecht bent afgewezen en wordt er in de gunningsbeslissing geen opschortende ter-mijn genoemd? Reageer dan direct met een bezwaar en verzoek om een opschortende termijn! Is het antwoord niet bevredigend, bedenk dan of de opdracht belangrijk genoeg is om een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts of een kort geding te starten.

Referenties

[1] Bij de Nationale procedure wordt de opdracht alleen in Nederland gepubliceerd.

[2] Zie www.commissievanaanbestedingsexperts.nl [3] De Gids Proportionaliteit geeft op basis van ‘Comply or

explain’ een nadere uitwerking van het begrip ‘Proportiona-liteit’ uit de Aanbestedingswet. De voorschriften in de Gids Proportionaliteit moeten worden nageleefd, maar indien deugdelijk gemotiveerd kan er worden afgeweken.

mr. ir. Jos C. Anneveld is DGA van Cernan BV en als onaf-hankelijk adviseur verbonden aan AeroVision BV. De heer Anneveld is te bereiken via jos. anneveld@aerovision.nl. Ronald Vroom is als senior pro-curement specialist verbonden aan Procure-IT, onderdeel van Emeritor. Hij is gespecialiseerd in IT-sourcing en aanbeste-dingsrecht. Hij is te bereiken via r.vroom@procure-it.com.

(9)

De hoofdredacteur van Geo-info vroeg vorige maand na de bestuursvergadering of één van de bestuursleden een stukje wilde schrijven. Ik moest even nadenken en gaf toen aan dat ik dat wel wilde doen.

Sinds 2015 ben ik penningmeester van onze vereniging en draag deze een warm hart toe. De ontwikkelingen in ons vak gaan de laatste tijd zo snel, dat het belangrijk is om elkaar te kennen en kennis en ervaringen uit te wisselen. Als voorbeeld kan ik de bijeenkomsten noemen in onze regio’s, waar we elkaar kunnen en móeten opzoeken. De vorige bijeenkomst van GIN-Oost was bij de Grolsch brouwerij in Enschede met twee indruk makende sprekers. Leo Essink, eigenaar en oprichter van Topicus, vertelde hoe snel software zich ontwikkelt en wordt afgeschreven. Hij stelde dat de innovaties op ICT-gebied komen uit de defensiemarkt en het sociale netwerk (wereldwijd), daarna geïmplemen-teerd worden in de auto-industrie, vervol-gens op de retail- en financiële markten via het onderwijs en de zorg, en tenslotte binnen de overheid. Hij gaf aan dat de tijd tussen het bereiken van de verschil-lende markten drie jaar bedraagt en dat dit precies de afschrijvingsperiode is van software. Tevens gaf Leo aan dat ICT-bedrij-ven nieuwe auto’s ontwikkelen met de vereiste sensoren en software. De tweede spreker was Wessel Verheij, student HAN en werkzaam als stagiair bij Nieuwland Geo uit Wageningen. Wessel maakte de brug naar geo door enkele vraagstukken uit de zorg op kaart te zetten.

De rondleiding in de brouwerij van Grolsch was speciaal voor ons toegespitst op het logistieke verhaal: hoe komen al die biertjes op tijd in de winkel en het café? Daar was nog geen handige GIS toepassing voor bedacht volgens de begeleider van Grolsch. Dus werk aan de winkel. Tijdens het proeven van een aantal opvallende biertjes werd de nodige kennis en kunde uitge-wisseld om uiteindelijk met een voldaan gevoel huiswaarts te keren.

Het hebben van de juiste informatie op het juiste moment is een uitdaging in ons vak. Wij hebben mensen, systemen en data nodig om dat te bewerkstelligen. Het is daarom belangrijk om mensen en vak-disciplines met elkaar te verbinden. Als je alleen al kijkt naar de Omgevingswet die eraan komt, waarbij wij allerlei data moeten koppelen en ontsluiten … een uitdaging! De Topografie (BGT) moet op orde, de Kadastrale Kaart moet bij zijn, naast de Adressen en Gebouwen, het beheer van de openbare ruimte, et cetera. Hoe gaan we dat doen? Want de vergrijzing slaat toe en de instroom blijft achter.

Ik wil me de komende periode actief inzetten voor de vereniging, naast mijn werk. Op 1 januari 2018 ben ik gestart met Bee4GIS en werk daarin samen met een GIS-data-productiebedrijf. Wij helpen klanten bij het beheren en onderhouden van hun GIS-data. Via het relatie-netwerk binnen GIN ga ik ervan uit dat ik hiermee de kost kan verdienen en een bijdrage kan leveren op het op orde brengen van onze

informatievoorzieningen en daar heb ik jullie bij nodig. En ja, geo-informatie is het middel om processen te verbeteren en te optimaliseren, want een kaart zegt meer dan 1.000 woorden! Henk Ensink penningmeester GIN h.ensink@geo-info.nl bestuur@geo-info.nl

Henk Ensink

Wordt geo-informatie

nu

echt het centrale middel

om processen

te optimaliseren?

(10)

In het kader van GeoCraft2017

heeft het SPINlab (Spatial

Information Labratory), in nauwe

samenwerking met Rijkswaterstaat,

ruim honderd leerlingen in

Lelystad en Apeldoorn intensief

betrokken bij de belangrijke

thema’s ‘Building with Nature’

en de ‘Klimaatbestendige Stad’.

Met behulp van computer game

‘Minecraft’ werkten de leerlingen

tussen september en december

2017 zes uur per week aan

slimme oplossingen voor het

verbeteren van de veiligheid en de

biodiversiteit van het Markermeer

en het voorbereiden van de stad

Apeldoorn op het veranderende

klimaat in de 21ste eeuw.

Door Mark Opmeer en Anne Faber

Digitale revolutie in het aardrijkskunde-onderwijs

Waarom jongeren betrekken bij duurzame ruimtelijke planvorming? En waarom daarbij de computer game Minecraft gebruiken? Sinds 2015 doet het SPINlab in het kader van de raamwerkovereenkomst met Rijks-waterstaat onderzoek naar methoden en technieken die aardrijkskunde-onderwijs op een betekenisvolle wijze verrijken. Als gevolg van de digitale revolutie is het onderwijs in hoge mate aan verandering onderhevig. Smartboards, iPads en WIFI zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het klaslokaal. Docenten proberen hun leerlingen blijvend te inspireren en te enthousiasmeren voor hun lessen door deze technieken op een didac-tisch verantwoorde manier te integreren in hun lespraktijk.

EduGIS

SPINlab, Geodan B.V., het Kadaster en onderwijscentrum VU zagen in 2003 reeds

een grote behoefte bij aardrijkskundedo-centen om hoogwaardig kaartmateriaal op een digitale manier aan te bieden. In reactie hierop werd in 2004 het gratis platform EduGIS gelanceerd. Tot op de dag van vandaag biedt EduGIS leraren in het middelbaar onderwijs

de mogelijkheid om een grote hoeveelheid GIS-data van het Kadaster, het CBS en andere dataproviders te benutten in hun klaslokaal. Ook biedt EduGIS verschillende kant-en-klare

Duurzaam ontwerpen met Minecraft

Minecraft als middel om jongeren te betrekken bij incident- en crisismanagement, en het klimaatbestendig maken van de Nederlandse weg- en waterinfrastructuur

Figuur 1 - Voorbeeld 1 leerlingenontwerp Marker Wadden fase 2 in Minecraft.

Als gevolg van de digitale

revolutie is het onderwijs

in hoge mate aan

veran-dering onderhevig

(11)

lesmodules, waarmee docenten direct aan de slag kunnen. Vanwege de betrouwbaarheid van het EduGIS-platform hebben de educa-tieve uitgeverijen Malmberg en Noordhoff

sinds lange tijd EduGIS een prominente plek gegeven in hun aardrijkskundemethoden. Vanwege de sterk verankerde positie die EduGIS heeft verworven in de educatieve

geo-community, richtten SPINlab, Geodan, Geo Informatie Nederland (GIN) en Het Geofort in november 2017 de Stichting EduGIS op, om de dienstverlening van EduGIS ook in de toekomst te kunnen waarborgen.

Minecraft

Het gebruik van de computer game Minecraft voor onderwijskundige doeleinden behoort tot één van de laatste innovaties van EduGIS. In 2015 stelden SPINlab, Geodan en Het Geo-fort onder de noemer van GeoCraft (www.geocraft.nl) de contouren (level of detail 2) van heel Nederland beschikbaar in dit computerspel. Duizenden jongeren in de leeftijd van acht tot vijftien jaar brengen dagelijks grote hoeveelheden details aan, waardoor gebouwen, wegen, kanalen en andere landschapselementen gemakkelijk te herkennen zijn.

Succes op middelbare scholen

Vanwege dit grote succes heeft het SPINlab, samen met Rijkswaterstaat, in 2015 en 2017 geprobeerd om Minecraft een belangrijk onderdeel te maken van het formele

Aardrijks-kundeonderwijs in Nederland. In samenwer-king met de Technasia Lelystad en Dronten, en het Gymnasium in Apeldoorn, zijn middelbare scholieren uitgedaagd om creatieve oplossin-gen te bedenken voor belangrijke uitdaginoplossin-gen van de 21e eeuw. In de Flevopolder gingen de jongeren ruim drie maanden aan de slag met

Duurzaam ontwerpen met Minecraft

Minecraft als middel om jongeren te betrekken bij incident- en crisismanagement, en het klimaatbestendig maken van de Nederlandse weg- en waterinfrastructuur

Figuur 1 - Voorbeeld 1 leerlingenontwerp Marker Wadden fase 2 in Minecraft.

Figuur 2 - Voorbeeld 2 leerlingenontwerp Marker Wadden fase 2 in Minecraft.

Duizenden jongeren

in de leeftijd van acht

tot vijftien jaar brengen

dagelijks grote

hoeveel-heden details aan in de

GeoCraft-Server

De hoogwaardige,

gere-aliseerde ontwerpen

geven aan hoe

betrok-ken de leerlingen bij de

opdrachten waren

(12)

een casus over de Marker Wadden. In Apel-doorn boog men zich over het vraagstuk van de klimaatbestendige stad. Beide projecten waren een groot succes. Docenten gaven aan enthousiast te zijn over de mogelijkheden van Minecraft om kinderen enthousiast te maken voor abstracte, ruimtelijke vraagstukken en

over de werkzaamheden van Rijkswaterstaat. De hoogwaardige, gerealiseerde ontwerpen geven daarnaast aan hoe betrokken de leerlingen bij de opdrachten waren. SPINlab heeft het de meerwaarde van Minecraft voor het doceren van duurzaam ruimtelijk ontwerp in het middelbaar aardrijskunde-onderwijs nauwkeurig omschreven in twee studies[1].

Toekomst

In 2018 is SPINlab wederom van plan om met Rijkswaterstaat enerzijds en de scholen anderzijds een project te beginnen, waarin leerlingen met behulp van Minecraft moeten nadenken over oplossingen voor complexe, Rijkswaterstaat-gerelateerde vraagstukken.

Twee thema’s zijn hierbij gedefinieerd: 1. Klimaatbestendigheid en de Nederlandse

weg- en waterinfrastructuur;

2. Crisismanagement en calamiteitenbestrij-ding na een (natuur)ramp.

In de driehoek SPINlab – Rijkswaterstaat – Scholen pogen we dit jaar een betekenisvol project over crisismanagement en klimaatver-andering voor het Aardrijkskundeonderwijs te realiseren. De opdrachtgever (Rijkswaterstaat) daagt jongeren uit om kritisch na te denken over methoden, technieken en ruimtelijke interventies, die Rijkswaterstaat helpen met het klimaatbestendig maken van de Neder-landse infrastructuur. Met name de stijgende waterspiegel in de zeeën en rivieren, en de dalende bodem in de veengebieden, maakt ons land kwetsbaar voor overstromingen en verzakkingen. Daarnaast wordt een educatief project geïnitieerd over calamiteitenbestrij-ding en crisismanagement als gevolg van een (natuur-)ramp. Minecraft biedt voor het aardrijkskundeonderwijs unieke mogelijkhe-den om een grootschalig incimogelijkhe-dent met groot gevaar voor de waterkwaliteit na te bootsen, om zodoende de leerlingen kritisch te laten nadenken over de crisisbestrijding met verschillende hulpdiensten.

Door jongeren door middel van Minecraft te betrekken bij bovenstaande 21ste eeuwste uitdagingen, krijgen zij een beter en genuanceerder beeld van de activiteiten van Rijkswaterstaat. Bovendien bieden de aan-geleverde leerling-ontwerpen interessante input voor professionals die zich dagelijks hard maken voor het klimaatbestendig maken van de Nederlandse infrastructuur. Kortom, dit project biedt een unieke kans om de kloof tussen experts en de jonge generatie op een bijzondere en innovatieve manier te dichten.

De besproken projecten laten zien welke mogelijkheden reeds bestaan met behulp van onder andere Minecraft. Heeft u ook interessante ideeën voor nieuwe projecten of modules? We komen graag met u in contact.

Referenties

[1] Opmeer, M., E. Dias, L. Tangerman, H. Scholten, Minecraft in Support of Teaching Sustainable Spatial Planning in Secondary Education. Lessons Learned from the Marker Wadden-project; Opmeer, M., E. Dias. H. Scholten, Investi-gating the Affordances of Commercial off-the-shelf games in mitigating the development of disaffected emotions in secondary geography education. Lessons learned from small-scale research on teaching sustainable spatial plan-ning with Minecraft.

Mark Opmeer, MPhil, is Promoven-dus aan de Vrije Universiteit. Hij is bereikbaar via info@edugis.nl.

Anne Faber, is BSc. Student-Assistent EduGIS aan de Vrije Universiteit. Zij is bereikbaar via info@edugis.nl. Figuur 3 - Voorbeeld 3 leerlingenontwerp Marker Wadden fase 2 in Minecraft.

Minecraft biedt unieke

mogelijkheden voor het

aardrijkskundeonderwijs

om leerlingen kritisch te

laten nadenken over onder

andere crisisbestrijding

Nederland nu 34 ha groter

In Geo-Info nummer 2, 2016 stond een arti-kel van Adri den Boer: ‘Grondruil met België’. Per 1 januari 2018 is de grens rechtgetrokken en zijn stukjes land uitgewisseld.

In het relatiemagazine Terzake, nummer 2018-1, van het Kadaster eindigde het artikel ‘Grens aange-past om orde beter te handhaven’ als volgt: ‘De afspraken met onze Belgische collega’s werden vastgelegd in een Memorandum van Overeenstemming en een Tractaat. Dit werd op 28 november 2016 officieel ondertekend door de beide koningen. Beide parlementen gingen daarna akkoord met de grondruil. Kadasterbe-stuurder Frank Tierolff: “Wij hebben binnen de kaders van de verdragen die daarvoor gelden binnen beide landen, in een constructieve en zorgvuldige samenwerking een voorstel gemaakt voor een grensaanpassing. En ik denk dat die manier van samenwerken vrij uniek is in deze tijd.” En zo is ons land op 1 januari 2018 ook ruim 34 ha groter geworden. Zonder wapengekletter.’

(13)

Gezocht:

enthousiaste redactieleden!

Ter versterking van ons redactieteam zijn wij op zoek naar enthousiaste mensen met ervaring of affiniteit met geo-informatie, die hun kennis en ervaring op professionele wijze willen delen, goed kunnen schrijven, communicatief vaardig zijn én een breed netwerk hebben.

Werkzaamheden

Geo-Informatie Nederland verspreidt 6 keer per jaar het vakblad Geo-Info. Van de redactieleden verwachten wij dat ze: • Actief bijdragen leveren voor het blad. Dit kunnen zelf geschreven artikelen zijn of inbreng vanuit hun netwerk; • Anderen enthousiasmeren om bijdragen te leveren;

• Ideeën aandragen voor bladthema’s en artikelen;

• 6 keer per jaar redactievergaderingen bijwonen (locatie: Nijkerk).

Wat bieden wij?

Een enthousiaste club mensen met een passie voor geo-informatie in de breedste zin van het woord.

De redactiewerkzaamheden vergroten je netwerk door je contacten met actieve leden, andere vakdeskundigen en contacten buiten GIN.

Wat zoeken wij?

• Enthousiasme • Inzet

• Bereidheid om een actieve rol te vervullen binnen de redactie

Overige informatie

• Aan de functie van redactielid is geen vergoeding verbonden.

• Wij zoeken iemand die zich tenminste 2 tot 4 uur per maand vrij kan én wil maken voor de werkzaamheden van redactielid.

• Je bent lid van Geo-Informatie Nederland of wilt dat binnenkort worden.

Procedure

Ben je geïnteresseerd? Dan kan je dat per e-mail kenbaar maken: gi@geo-info.nl. Kandidaten worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek.

Wil je meer informatie over de functie van redactielid? Neem dan contact op met Roelof Keppel, bestuurslid van Geo-Informatie Nederland en hoofdredacteur van het vakblad Geo-Info via r.keppel@geo-info.nl.

(14)

Bij de aanleg van een nieuwe

weg of spoorlijn is het wettelijk

verplicht om geluidsonderzoek

te doen. Bij overschrijding van

de normen moet de overheid

geluidsmaatregelen treffen, zoals

het plaatsen van geluidsschermen

of de geluidsisolatie van woningen.

Hetzelfde geldt bij wijziging van de

infrastructuur en de toename van

verkeer. Ook voor het verbeteren

van de leefbaarheid in Nederland

worden - in het kader van de

zogenoemde geluidssanering

- geluidsmaatregelen toegepast.

Geluidsadviseurs berekenen

de geluidsbelastingen met

3D-computermodellen. Maar het

maken van deze modellen is

tijdrovend. Kan dit werk niet

geautomatiseerd worden met

big-data en computerkracht?

Door Henk de Kluijver en Tom van Tilburg

Om deze noot te kraken zijn wij, Henk de Kluijver (geluidsspecialist) en Tom van Tilburg (Geo-ict’er), bij Geodan aan de slag gegaan. En er zijn behoorlijke stappen gezet. Een eer-ste resultaat was een 3D-model voor een geluidsstudie ten behoeve van de geluids-sanering in de Bollenstreek, in opdracht van de Omgevingsdienst West-Holland. Na deze succesvolle praktijktest gaan de servers van Geodan in 2018 aan de slag met de opbouw van een landelijk 3D-model. Met een landelijk 3D-model kan geluidsonderzoek efficiënter, dat wil zeggen: sneller en met minder tijdro-vend handwerk worden uitgevoerd. Dat wil niet zeggen dat het werk van de akoestische experts in Nederland nu volledig weg wordt geautomatiseerd. Het belangrijkste werk blijft uiteraard voor de geluidsdeskundige, namelijk het op een innovatieve manier zoeken naar goede maatregelen om het bestaande geluidsprobleem in Nederland optimaal aan te pakken en het voorkomen van nieuwe geluidsproblemen bij nieuwe ruimtelijke ont-wikkelingen. Voor dit werk, waarvoor juist de akoestische expertise van de specialist nodig is, is nu, dankzij verdergaande automatisering, meer ruimte.

Geluidmodellering met AHN als basis

Met behulp van laseraltimetrie vanuit vlieg-tuigen (LIDAR) wordt al jaren de hoogte van Nederland ingescand. Het primaire doel voor de inwinning van dit Actuele Hoogtebestand Nederland (AHN) is de strijd tegen het water.

Maar ook in de strijd tegen decibellen blijkt het AHN goud waard te zijn. In Amsterdam staan de Geodan-servers te stampen om de terabytes aan data te verwerken. Aan de ene kant gaan er grote datasets, zoals het AHN, in. Aan de andere kant komen er kant-en-klare 3D-modellen uit. De conversie-software is ontwikkeld door een combinatie van geo-ict expertise en geluidspecialisme.

Voorheen was het nodig om in het veld de hoogtes van gebouwen en het maaiveld-verloop op het oog in te schatten. Het model werd met de hand ingeklikt (in 2D) op de digitaliseertafel en daarna werden de hoog-ten ingetypt. In de loop der tijd heb ik (Henk) zelf jaren met de hand digitale 3D-modellen ingeklikt. Maar de tijd van geluidsspecialisten kan beter worden besteed aan het werkelijke probleem, namelijk het bedenken van goede oplossingen voor geluidsknelpunten. De komst van digitaal kaartmateriaal (na 2000) was al een verademing voor de geluidsspecialisten. De winst hiervan zat in 2D maar nog niet in 3D. Vanaf het moment dat het AHN vrij beschikbaar kwam, werd het ook al snel ingezet voor geluidsmo-dellering. De meerwaarde bleef in eerste instantie beperkt. Vooral het goed model-leren van gebouwen kon nog niet worden geautomatiseerd en handwerk bleef nodig. In de loop der jaren nam de resolutie toe in het AHN2 en het AHN3. Zou de automati-sche generatie van 3D-geluidsmodellen nu dan mogelijk zijn?

Landelijk 3D-model voor geluidsstudies

(15)

Opbouw van geluidsmodellen

In Nederland bestaan twee softwarepakketten die veel gebruikt worden voor geluidsbere-keningen, namelijk GeoMilieu en WinHavik. Voor een berekening moet de situatie worden ingevoerd. De basis is een 3D-model van de omgeving. Hieraan worden geluidsbronnen, bijbehorende geluidsschermen en rekenpun-ten toegevoegd. Het basis 3D-omgevingsmo-del bestaat uit 2,5D gebouwen, 3D hoogtelij-nen en 2D-geluidsabsorberende/reflecterende bodemvlakken. We kijken nog even iets specifieker naar deze drie modelonderdelen.

Gebouwen in een geluidsmodel

In een geluidsmodel wordt een pand in 2D plus hoogte (2,5D) gemodelleerd. Panden, ook met een schuine kap, worden als rechte blokken gemodelleerd. In het reken- en meetvoorschrift geluid is voorgeschreven dat hierbij de nok-hoogte bepalend is. Een relevant lager deel van het pand, bijvoorbeeld de aanbouw van een woning, moet de geluidsexpert wel als afzonder-lijk blok invoeren.

Er zijn al enkele jaren 2,5D-bestanden van gebou-wen beschikbaar, maar daarin heeft een gebouw één enkele hoogte, bijvoorbeeld een gemid-delde hoogte op basis van het AHN. Eén hoogte per blok dus, wat betekent dat een geluids-specialist nog een nabewerking moest doen. Onder andere om de lagere aanbouw handmatig los te knippen (splitsen) en te verlagen.

Waar dit splitsen dus nog vaak veld- en handwerk was, is het Geodan gelukt om een gebouw goed te modelleren voor geluid. De ontwikkelde com-puterscripts ‘herkennen’ de verschillende dakvlak-ken in de AHN-punten, splitsen de panden en maken afzonderlijke 2,5D-bouwblokken. Zowel AHN-data als BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) worden hier als input gebruikt.

Landelijk 3D-model voor geluidsstudies

Figuur 2 - Schematische weergave geluidsmodel.

Afbeelding 1 - Modellering van een woning met aanbouw voor een geluidsberekening.

(16)

Hoogte van de bodem in een geluidsmodel

Vanzelfsprekend heeft een geluidswal maar ook een dijk of een heuvel, een belangrijke invloed op de geluidsoverdracht. Het hoogte-verloop wordt gemodelleerd met zogenoemde hoogtelijnen. Dit zijn ‘breaklines’. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de boven- en onderrand van een dijk. Met breaklines, in tegenstelling tot isolijnen, wordt het 3D-bodemverloop met een minimaal aantal lijnen gemodelleerd. Dit is rele-vant voor de beperking van de data-omvang in de geluidsmodellen en het verkorten van de rekentijden.

Het blijkt goed mogelijk om de breaklines automatisch te genereren uit het AHN en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De conversie-software van Geodan is zo ont-worpen, dat het aansluit bij het voor geluids-studies benodigde nauwkeurigheidsniveau en optimalisatie van rekentijden. Het BGT wordt versoberd, op hoogte gebracht en aangevuld met relevante breaklines op basis van het AHN.

Akoestisch absorberende en reflecterende bodemvlakken

Geluid draagt verder over water dan over grasland. De geluidsreflectie en -absorptie van de bodem speelt hierbij een rol. Dit wordt gemodel-leerd met bodemvlakken met een geluidsab-sorptiefactor. Water en verharde oppervlakken worden ingevoerd als akoestisch reflecterend (B-factor = 0) en onverharde oppervlakken als absorberend (B-factor = 1). Dankzij de BGT is het mogelijk om een groot deel van deze vlakken automatisch te genereren, zodat de geluids-expert ze direct in het model kan invoeren. Ter beperking van de data-omvang, zonder ver-lies aan akoestische relevantie, worden de harde BGT-vlakken samengevoegd en vereenvoudigd.

Praktijktoepassing: 3D-geluidsmodel van gemeente Lisse

Wij zijn nu enkele maanden bezig met nieuwe computerscripts om een digitale

3D-maquette van Nederland te maken. Op een gegeven moment zochten we een pilotproject om ons werk te toetsen in de praktijk. Een gesprek met Guido Distelbrink, senior geluidsadviseur bij de Omge-vingsdienst West-Holland, leidde tot een eerste opdracht. Leuk, maar wel spannend. Nu moesten we het waarmaken.

Guido Distelbrink: “Onze omgevingsdienst doet voor twaalf gemeenten rond Leiden en de provincie Zuid-Holland onderzoek naar geluidseffecten. De sanering van geluids-knelpunten is daarbij een belangrijk aspect. Onze geluidsmodellen worden gedeeltelijk al automatisch gebouwd. Maar vooral het detailniveau van 3D-gebouwen kon nog niet worden geautomatiseerd volgens de wet-telijke modelleringsregels voor geluid.”

Sneller en kostenefficiënter

Geodan heeft aan de Omgevingsdienst West-Holland een 3D-model geleverd van de gemeente Lisse. Guido Distelbrink: “De bud-getruimte voor geluidsonderzoek is vaak beperkt. Het Geodan 3D-model maakt ons werk een stuk kostenefficiënter (minder dan 2 eurocent per gebouw) en de doorlooptijd veel korter. Het alternatief zou handwerk betekenen: GoogleStreetView bekijken, gebouwhoogten schatten, BAG-pandvlakken met de muis opknippen en hoogten intypen. Monnikenwerk dus.”

Nauwelijks correcties nodig

De computer kan veel, maar een visuele check door de geluidsexpert blijft belangrijk. Het AHN is immers een momentopname, maar de wereld verandert. Er worden continu panden bijgebouwd, verbouwd en afgebro-ken. Guido Distelbrink: “In het 3D-model dat wij hebben ontvangen, waren nagenoeg

Figuur 4 – Hoogtelijnen (breaklines) van het terrein rond de Burcht in Leiden (3D-beeld GeoMilieu).

Figuur 5 - Bodemvlakken voor een geluidsmodel op basis van het BGT.

(17)

geen correcties nodig. Alleen nog her en der een puntje op de –i-. Het was vrijwel direct inzetbaar in ons onderzoek. Dit heeft Geodan mooi voor elkaar. We waren blij verrast met de kwaliteit van het product.”

Digitaal Stelsel Omgevingswet met landelijk 3D-geluidsmodel binnen handbereik

In de toekomst zullen we ten aanzien van de automatisering van geluidsstudies nog verdere ontwikkelingen gaan zien. Een com-binatie van het 3D-model met de gegevens van geluidsbronnen ligt voor de hand. Het is voor Rijkswaterstaat en ProRail momenteel al

wettelijk verplicht om deze gegevens vast te leggen in zogenoemde geluidregisters en te publiceren.

Met de Omgevingswet zal de registratie en publicatie van de geluidgegevens worden verbreed naar provinciale wegen, gemeen-telijke wegen en industrie. Logischerwijs wordt een 3D-model van Nederland en alle registraties van geluidsgegevens onderdeel van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Door de beschikbare basisgegevens - waarbij het AHN essentieel is - en de snelle technische ontwikkelingen van de laatste jaren is een landelijk 3D-model nu binnen handbereik.

Geluid en geluidsberekeningen

Geluidsonderzoeken zijn grotendeels gebaseerd op berekeningen. Wordt er dan niet gemeten? Voor de bepaling van de rekenregels is uitgebreid gemeten aan geluidsoverdracht en de geluidsemissie van de bronnen. Dit is verwerkt in de rekenvoor-schriften. Rekenen heeft het voordeel dat toekomstige situaties, zoals een bouwplan, met een computersimulatie in beeld gebracht kunnen worden.

Ontstaan en overdracht van geluid Voor onderzoek naar geluidsbelastingen is in de eerste plaats het geluidsvermogen bij de bron van belang. Bij verkeer bijvoorbeeld is dat gerelateerd aan het type voertuig (vracht-wagen of personenauto), de verkeersintensi-teit, de snelheid en het soort wegdek (denk aan straatklinkers versus stille asfaltsoorten). Bij de geluidsbron brengen trillingen de lucht in beweging en het geluid plant zich in de lucht voort als drukgolven. Aangekomen bij het oor worden deze geluidsgolven via de gehoorgang, het trommelvlies en de gehoorbeentjes, naar het slakkenhuis geleid. Daarin komt het basilair membraam in trilling en neuronen op dit membraam worden geac-tiveerd en vuren elektrische pulsen richting de hersenen. We nemen geluid waar. Ons gehoor is een prachtig systeem. Dat is een ander interessant onderwerp. In dit artikel bespreken we echter vooral het pad tussen de geluidsbron en het oor.

Van de geluidsbron naar de ontvanger (rekenpunt) neemt het geluidsniveau af. Duidelijk zal zijn dat dit door de afstand komt. Ook kunnen er geluidsschermen/-wallen en/ of gebouwen zijn die de ontvanger afscher-men voor het geluid. De geluidsoverdracht over harde bodemoppervlakken (bijvoor-beeld water) is sterker dan over grasland. Hierbij is ook de gemiddelde bodemhoogte

van invloed. Daarnaast zijn de windrichting, windgradiënt en temperatuurgradiënt in de lucht en de energieoverdracht aan de lucht zelf relevant voor de geluidsoverdracht. Een ander belangrijk aspect hangt samen met het golfkarakter van geluid. Omdat geluid een golf is, buigt het ook wat om objecten heen. Ook door de wind- en temperatuureffecten kan geluid, onder de juiste meteorologi-sche omstandigheden, achter een gebouw of geluidsscherm komen. Bij geluid zijn

daardoor geen haarscherpe schaduwen, zoals bij licht.

Een manier om geluid door te rekenen, aansluitend bij het fysische karakter van geluid, is met een eindig elementenmodel van de golfvoortplanting. Maar voor de berekening van omgevingsgeluid is dat praktisch geen mogelijkheid. Het model en de rekentijden zouden volledig uit de hand lopen. Daarom wordt in veel geluidsbere-keningssoftware, gekozen voor een andere insteek, waarbij geluid benaderd wordt als ‘stralen’ (stel je lichtstralen voor) met correcties voor bovengenoemde ‘buigings-effecten’. Ook wordt gerekend met reflectie van geluid tegen bijvoorbeeld de gevel van een gebouw. Deze ‘stralenbenadering’ is ook de insteek die gebruikt wordt in de in Nederland veel gebruikte Standaard Reken-methode 2-software. De rekenformules en modelleringsmethoden die we daarvoor gebruiken, zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op uitgebreide onderzoeken in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw en vastgelegd in de al genoemde Reken- en meetvoorschriften.

Figuur 8 - Geluidssimulatie met een stralenmodel in 3D (Unity). Figuur 7 - Geluidssimulatie met een golfmodel

met diffractie van geluid bij/over schermtop (geen scherpe schaduw).

Henk de Kluijver is zelfstandig geluidsconsultant en expert op het gebied van verkeerslawaai. Henk is bereikbaar via Henk.de.kluijver@geodan.nl.

Tom van Tilburg is geo-ICT specialist en developer bij Geodan Research. Hij is te bereiken via Tom.van.Tilburg@geodan.nl.

(18)

Op Valentijnsdag, 14 februari, schrijf

ik dit stukje: ik hou van GIN. Het is

vandaag ook precies 15 jaar geleden

dat Leen Murre, Menno-Jan Kraak en

Henk Ottens de oprichtingsakte van

GIN ondertekenden. Zij vormden

het voorlopige dagelijks bestuur.

Er was al jaren aan het fusieproces

gewerkt. Hadden Geodesia en het

Kartografisch Tijdschrift al niet in

1995 samen één tijdschriftnummer?

(Zelfs ik mocht erin schrijven en

wel over het luxeprobleem van

wegennetten bij Defensie én bij

V&W. Naast meervoudig meten was

ook dubbel digitaliseren praktijk

geworden….).

Door Adri den Boer

In Geodesia 2003-2 stond een stukje ‘Vereniging GIN definitief opgericht’ met daarin, en zonder uitleg, het anno 2018 nog steeds benutte rood-wit-blauwe GIN-vignet. Is trouwens dat derde woord ‘Nederland’ in de naam, gezien de Vlaamse vakgenoten, niet wat nationalis-tischer dan nodig was? Op Geodesia 2003-3 (van de 11) stond het nieuwe vignet al voorop.

Op Kartografisch Tijdschrift 2003-3 (van de 4) ook. Letterlijk tussen haakjes zou later eens in het blad komen te staan dat de Flevolandse polderkartograaf Jan Schilder ‘de ontwerper van het omslag van dit tijdschrift was’.

Het Geodesia-najaarscongres 2003 was vijftien jaar geleden in het voorjaar al aangekondigd. De duidelijke titel was…’Voorbij Geodesia’. In april 2003 verscheen het derde nummer van de analoge nieuwsbrief GINformatief. Met voorop een foto, maar met ook een bericht over de start van de werkgroep PR & Communicatie. Vermeld werd dat ik daarin actief was vanuit de vereniging Geo-V&W, een van de négen fusiepartners. Dat was waar ook, die club heette niet meer VMDR (Vereniging Meetkundige Dienst Rijkswaterstaat). Het hernoemen ging door: ook het departement van V&W veranderde intussen al tweemaal van naam. En GIN nog niet éénmaal! Eerst kwam er echter een heus nummer 2003-0 van Geo-Info uit, met een éénmalige redactie, inclusief ook mezelf: het was leuk, maar wennen. (Het moest zich onderscheiden van VI Matrix,

GIN 15 jaar: een felicitatie waard (1)

GINformatief nummer 3 en Geo-Info nummer 0.

Het blad Geo-Info

werd in steeds sterkere

mate hét GIN-product

(19)

dat in 2010 GeoInside ging heten en in 2013 verdween!). Het ongedateerde nulnummer verscheen, gezien de inhoud, ná 23 oktober 2003, de tweede dag van het congres, de dag waarop de fusie-akte werd getekend. Eind 2005 mocht ik (1948) bij V&W met pensioen. Dat maakte het GIN-redactiewerk, met (na CirCum uit Deurne) als ‘ontzorger’ MOS uit Nijkerk, alleen maar leuker. Het blad Geo-Info (nu 100% digitaal doorzoek-baar) werd in steeds sterkere mate hét

GIN-product. Meer dan verwacht zelfs. Niet uniek voor déze vakorganisatie was dat papier niet of langzamer verdween dan gedacht! Dat werd in de opeenvolgende GINstands op GeoBuzz ook geïllustreerd door de exclusieve aandacht voor het blad: covers aan de wand en een tijdschrif-tenstapel op de balie. In 2017 was er zelfs niks geen digigeluidje of beeldschermpje meer. Fun-damenteler is de vraag of het vakgebied geo-info achteraf bezien een hype was. Volgens Van Dale ‘iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt,

maar weinig voorstelt’. Nee, en daarom feliciteer ik de GIN-leden graag met dit derde lustrum. Op naar het vierde! Stond in 2013 al niet voorop het tijdschrift ’10 voor GIN! Op naar de 20!’?

Adri den Boer, redacteur Geo-desia (1983-2003) en Geo-Info (vanaf 2004). Adri is bereikbaar via amdboer@xs4all.nl. GIN-stand op GeoBuzz 2016.

(20)

Ook de overheid vergaart en

gebruikt data om beleid op af te

stemmen, calamiteiten voor te zijn,

of om beslissingen op te baseren.

De gemeentes Nijmegen en Almere

en Hoogheemraadschap van

Delfland vertellen hierover meer.

Door Niels van de Graaf

Data inzichtelijker maken

Paul Geurts is Informatie Architect bij de gemeente Nijmegen. “We zijn twee jaar geleden gestart met het opzetten van een goed programma om data-gestuurd te gaan werken. Dat kan nu, omdat we de afgelopen jaren veel data goed hebben opgebouwd. Nu we met de eerste concrete projecten bezig zijn, richten we ons ook op de privacyvraag-stukken.” In Nijmegen worden data (nog) niet gebruikt als middel om beslissingen te nemen. “We maken wel analyses en proberen die infor-matie te benutten in het beleid. Bijvoorbeeld een voorspellende analyse over bijstandsfraude. Zo weten we beter wat we nú moeten doen om erger te voorkomen. Beslissingen nemen we op basis van intuïtie, data en professionaliteit.” Geurts stelt dat visualisatie van data vaak bijzonder prettig en vooral werkbaarder is. “Neem als voorbeeld de openbare ruimte; data over klachten én de planning van benodigd onderhoud tonen we op een kaart, waardoor we onze onderhoudsplanning flexibeler kunnen inrichten. Grafieken en kaarten helpen om grote hoeveelheden data inzichtelijker te maken.” Geurts raadt andere gemeentes aan ook meer data-gestuurd te gaan werken. “Data betekent informatie en daarmee kan het beleid beter afgestemd worden op de werkelijkheid. In de ideale situatie vormt het beleid zich dan naar de dagelijkse praktijk.”

Raad informeren

Gerhard Dekker, manager onderzoek & statis-tiek in Almere, vertelt dat de gemeenteraad besloten heeft om meer informatie-gestuurde besluiten te nemen. “Daarbij is het belang-rijk dat de raad ook goed geïnformeerd is. Wordt er bijvoorbeeld in een raadsvergadering

gesproken over zzp’ers in Almere, dan zorgen de data ervoor dat zij van tevoren weten hoeveel zzp’ers de stad heeft, wat zij doen en waar zij zich bevinden. Dat zorgt direct voor een duidelijk beeld en is tijdbesparend, omdat alle raadsleden over deze informatie beschikken vóór de vergadering.” Dekker stelt dat de aanpak van Almere om de raad vooraf zo breed mogelijk te informeren, innovatief is. “We werken natuurlijk ook met diep techni-sche berekeningen om, bijvoorbeeld, een

Visualisatie van data bela ngrijk voor begrip

‘Data betekent informatie en daarmee kan het beleid

beter afgestemd worden op de werkelijkheid. In de

ideale situatie vormt het beleid zich dan naar de

dagelijkse praktijk’

(21)

prognose te geven over het aantal uitkerings-gerechtigden in Almere over vijf jaar, om een betere begroting te kunnen maken.”

Dekker zegt over visualisatie van data: “We kie-zen voor de meest aansprekende vorm. Soms

een PowerPoint presentatie en soms een interactief systeem met ‘live’ gegevens. Bij een buurtgesprek is het handig om met virtual reality brillen door de wijk te lopen, maar zo futuristisch hoeft het niet altijd te zijn. Soms is een spontaan gesprek voor de supermarkt beter dan tweehonderd pagina’s statistieken.”

Slimme inzet systemen

Alous Spaanderman is gegevenscoördinator bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Zij vertelt; “We verzamelen data door het inmeten op de grond, vliegen/scannen, luchtfoto’s, bouwtekeningen, projectplannen en vergunningen, en gebruiken deze voor watersysteemanalyses.

Daarnaast is het ook belangrijk om beslis-singen te nemen zoals peilbesluiten, vergun-ningen, handhaving of maatregelen nemen bij een calamiteit, of om het beleid op te baseren.” Bij een calamiteit, zoals waterover-last, maakte Delfland een begin met het nemen van beslissingen op basis van alle beschikbare data. “We ondersteunen dat door slimme inzet van systemen (LCMS en 3Di) en net-centrisch werken. 3Di is speciaal ontwikkeld voor beslissingsondersteuning in het waterbeheer betreffende waterveiligheid

(overstroming), wateroverlast, calamiteitenbe-heer en ruimtelijke planvorming.”

Spaanderman stelt dat datavisualisatie helpt om de informatie te begrijpen en patronen en verbanden te zien die ertoe doen. “Met de inzet van GIS wordt al veel gevisualiseerd en worden ook data-analyses in beeld gebracht. Ook in het hierboven genoemde 3Di worden prachtige en realistische 3D-stereo visualisaties getoond. In de televisieserie ‘Als de dijken breken’ is dit met 3Di zeer realistisch in beeld gebracht. Daarnaast wordt ook gewerkt aan real-time visualisatie in slimme dashboards.”

Niels van de Graaf is Market-manager Overheid bij IMAGEM. Niels is bereikbaar via niels.vandegraaf@imagem.nl.

Visualisatie van data bela ngrijk voor begrip

‘IMAGEM helpt ons met datavisualisatie oplossingen

om de informatie te begrijpen en vervolgens de

patronen en verbanden te zien die ertoe doen’

Alous Spaanderman, Gegevenscoördinator bij Het Hoogheemraadschap Delfland

‘We kiezen voor de

meeste aansprekende

vorm van visualisering’

Gerhard Dekker, Manager Onderzoek & Statistiek, Gemeente Almere

(22)

Na 35 jaar…

Bij het symposium Rise of a Campus, georga-niseerd door de Afdeling Architectuur (Bouw-kunde) en het Team Academisch Erfgoed van de TU Delft, is er een mini-tentoonstelling opgesteld. Daar komen ook de vroegere geo-desiegebouwen Kanaalweg 4 en Thijsseweg 11 in voor.

Er is een paneel met een foto met Jan Ebbinge voor Thijsseweg 11, 35 jaar geleden gemaakt door Axel Smits. Jan staat achter een automatisch waterpasinstrument van Wild en had niet meer het jasje van 35 jaar geleden. De tentoonstelling is te zien op de derde verdieping van de Aula, Mekelweg 5 te Delft en is tot eind augustus voor iedereen toegankelijk. De aanleiding voor de ten-toonstelling is het verschijnen van het tijdschrift OverHolland 18/19, waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de campussen van Delft en Eind-hoven.

Joop Gravesteijn

Richer-objecten in bestuurskamer TU Delft

Onderstaande tekst - richting en afstand in kort bestek - maakte ir. Sylvia Nijhuis, Cura-tor Academic Heritage, voor in de vitrine met twee Richer-objecten in, sinds kort, de kamer van het College van Bestuur van de TU Delft.

Het is deze tachymeter van rond 1865 die in het Historisch Nieuwsblad van November 2017 werd afgebeeld als de theodoliet waar Darwin tegen 1835 moeite mee had!

Joop Gravesteijn

Tachymeter and Slide Rule.Design: I. Moinot. Produced by: Richer (Paris) around 1865

The Special Collections department of the TU Delft Library houses a large collection of objects related to the university’s history. A unique group within this collection are the land surveying instruments. These historic objects played an important part in mapping the Netherlands, from the 18th up to the 20th century.

One of the highlights of this sub collection is the tachy-meter, made by Richer. It is an early example of a ‘Total Station’, including not only a theodolite (for measuring angles in horizontal and vertical planes) but an optical

rangefinder as well. To determine the horizontal distance, additional calculations are necessary. Specifically for this purpose Richer produced the ‘tachymetrical slide rule’. During the second half of the 19th century the Richer tachymeter and slide rule were used in the Dutch railway construction for land surveying. Until then horizontal distances were still measured using a chain or tape and a separate levelling instrument. With the arrival of the tachymeter, the chain could be eliminated, improving speed and accuracy of the measurements.

Dorine Burmanje ‘Geospatial Ambassador of the Year’!

Tijdens het Geospatial World Forum in India heeft Dorine Burmanje de Award ontvan-gen voor ‘Geospatial Ambassador of the Year 2018’.

Dorine Burmanje, bestuursvoorzitter Kadas-ter, is door de jury geprezen om haar leiderschap, waarmee ze op inspirerende en betrokken wijze de waarde en verbindingskracht van

geo-infor-matie uitdraagt. Dat doet ze onder meer door overheid en bedrijfsleven bij elkaar te brengen, waarbij de kracht van ‘locatie’ centraal staat. Daarnaast profileert zij het Kadaster als kennis-partner voor binnen- en buitenlandse vraagstuk-ken, waarbij nauw samengewerkt wordt aan een goede geo-informatievoorziening.

(23)

Het gaat goed met Nederland. Het consumenten-vertrouwen is hoog en de bedrijven staan er goed voor. Volgens De Nederlandsche Bank is de economische groei in 2017 uitgekomen op 3,3 procent, het hoogste niveau in de laatste 10 jaar. Ook dit jaar en in 2019 valt een groei te verwach-ten van respectievelijk 3,1 en 2,2 procent.

Deze groei is vooral te danken aan de aantrekkende wereldhandel, gevolgd door een stijgende binnenlandse consumptie. Nederlanders hebben meer te besteden door-dat er meer banen zijn, de brutolonen stijgen en doordoor-dat het kabinet de consumptie aanjaagt via belastingmaatregelen.

Het regeerakkoord van het kabinet Rutte III zorgt daarnaast de komende jaren voor een extra steun in de rug door hogere overheidsbestedingen. Deze plannen komen bovenop de door de vorige regering geplande overheidsuit-gaven, waardoor de overheidsbestedingen de komende jaren zeer sterk bijdragen aan de economische groei.

Goed nieuws ook voor het Nederlandse geo-bedrijfsle-ven. Nog altijd wordt een groot deel van de omzet gehaald uit opdrachten vanuit de overheid. Belangrijk zijn opdrachten met betrekking tot de basisregistraties, infrastructuur en geo-ICT dienstverlening. Ook de Omgevingswet speelt nu al een belangrijke rol. In combinatie met de harmonisatie van de basisregistraties zal dit zorgen voor een volle orderportefeuille voor het bedrijfsleven in de komende jaren.

Het gaat dus goed, maar er zijn ook zorgen. Belangrijk is het tekort aan personeel. Niet alleen onze sector heeft hiermee te maken, dit is een breed gevoeld probleem. Hier is al veel over gezegd en geschreven. Het gaat met name om een tekort aan personeel met geodetische vakkennis en ICT-vaardigheden.

Een ander probleem is de besluitvaardigheid bij de politiek en de overheid. Die leidt tot uitstel dat schadelijk is voor het bedrijfsleven en de economische groei onnodig kan vertragen. Ik noem een paar voorbeelden.

Bedrijven zijn op dit moment hard bezig om per 25 mei 2018 te voldoen aan de AVG (Algemene Verordening Gege-vensbescherming). Ook het kabinet is aan zet. De Europese regels moeten namelijk nog vastgelegd worden in Neder-landse wetgeving. Onlangs bleek echter dat minister Dekker in tijdnood komt en voorstelt een aantal vernieuwingen uit te stellen. Dat betekent dat bedrijven mogelijk ook na 25 mei nog te maken kunnen krijgen met aanpassingen in de wetgeving. Dit is niet wenselijk, want bedrijven worden hier geraakt in hun bedrijfsvoering, dienstverlening en productie. Het is dus voor zowel het bedrijfsleven als de overheid zelf belangrijk dat de Nederlandse wetgeving zo snel mogelijk up-to-date is. Toch ging het voorstel voor de uitvoeringswet pas in december 2017 naar de Tweede Kamer. Nu moet alles op

alles worden gezet om de wet vóór 25 mei door beide Kamers te loodsen en te publiceren in de Staatscourant.

Ook de uitbreiding van Lelystad Airport heeft te maken met uitstel. Het vernieuwde vliegveld zal pas op zijn vroegst in 2020 open gaan. Volgens minister van Nieuwenhuizen is het niet verantwoord om onder maximale druk de luchthaven in 2019 te openen voor vakantievluchten. In de Tweede Kamer wordt verheugd gereageerd op het uitstel, maar de betrokken bedrijven, met de KLM voorop, zijn teleurgesteld. Zij hebben al geïnvesteerd in nieuwe diensten, gebouwen en andere services, waardoor de rekening van dit besluit terecht komt bij deze bedrijven.

Iets dichter bij huis zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de Omgevingswet.

In oktober 2017 heeft toenmalig minister Schultz van Haegen de planning van de Omgevingswet herzien en de datum van inwerkingtreding uitgesteld naar 1 januari 2021. De einddatum van de transitie blijft 2029. De reden voor de nieuwe planning is dat meer tijd nodig is om de wetgeving zorgvuldig te kunnen afronden. Begrijpelijk, want het gaat om een grote wetgevingsoperatie met verschillende onder-delen die gelijktijdig worden ontworpen, zoals de ministeriële regeling, invoeringsregelgeving en de vier aanvullingswetten. Het resultaat is straks een inzichtelijk stelsel bestaande uit één wet, vier AMvB’s en één ministeriele regeling.

In de verklaring van de minister wordt gesteld dat de nieuwe datum in goed overleg met de provincies, gemeentes en waterschappen is vastgesteld. Ook begrijpelijk, maar is er ook gekeken naar de gevolgen voor het bedrijfsleven?

Hierbij gaat het om het bedrijfsleven dat betrokken is bij de ontwikkeling van onderdelen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de daarop gebaseerde applica-ties. Maar ook het bedrijfsleven dat afhankelijk is van deze wetgeving heeft er last van. Het gaat hierbij ondermeer om activiteiten waarop milieu, bouw en infrastructurele regels van toepassing zijn. Het is daarom vreemd dat het bedrijfsleven juist bij deze besluitvorming niet is gehoord.

Het uitstellen van belangrijke ontwikkelingen die de groei van de economie kunnen beïnvloeden, is niet wenselijk. Toch is het soms nodig een planning te herzien, maar zorg er dan voor dat ook het bedrijfsleven tijdig wordt betrok-ken bij de besluitvorming. Dat geeft niet alleen vertrouwen, maar voorkomt ook dat investeringen door het bedrijfsleven onnodig moeten worden teruggedraaid of afgeschreven.

Camille van der Harten

Directeur GeoBusiness Nederland c.vanderharten@geobusiness.nl

Column

Camille van der Har

ten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toch wil dit niet zeggen dat Vlaanderen op haar lauweren kan rusten wat betreft de integratie van ouderen op de arbeidsmarkt: ondanks de sterk gestegen werkzaamheidsgraad van de

T o t mijn voldoening vond men in het V oorlopig V e rslag van de V a ste Commissie voor P riv aat- en S trafrech t in de T w eede Kam er der S taten -

Dit zijn, dames en heren, zo maar wat bouwstenen voortkomend uit mijn zorg voor de betrokkenheid van de mensen met onze parlementaire democratie. En behoort juist dat niet tot

VOLE is blij te vernemen dat de gemeente Tynaarlo geen militair vliegveld op haar grondgebied wil.. Wij zijn eveneens ontstemd over de zienswijze van GAE, te meer daar de

€1.000 gemiddeld per maand. Dit laatste geldt alleen voor klanten die het magazine al kregen, bij nieuwe klanten die evt. in aanmerking komen voor het magazine wordt er alleen

Onder het motto ‘Elke crisis haar eigen crimineel’ analyseert Slot het verschijnsel dat in de periode van het moderne kapitalisme elke economische hausse en de daaropvolgende

29 De tijdschriften waren Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), Recht der Werkelijkheid

Herman te Riele, een van de organisatoren van het 5ECM en Jaap Top, hoofdredacteur van het Nieuw Archief voor Wiskunde, geven hier een impressie van dat congres.. Als voorloper van