• No results found

Huishoudkunde 2000, huishouding en huishoudkunde in beweging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Huishoudkunde 2000, huishouding en huishoudkunde in beweging"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HUISHOUDKUNDE

2000

Huishouding en huishoudkunde in beweging

A. J. HARDON-BAARS

Op 16 november 1984 vierden de Vere- niging voor Huishoudkunde in Neder- land (VHN) en de vakgroepen Huishoud- kunde aan de Nieuwe Lerarenopleidin- gen hun tienjarig bestaan en de Stichting Voorlichtina Huishoudwetenschappen (SVHW) haar eerste lustrum. ~ n t i n i ~ a r - don-Baars, voorzitster van de VHN, ging in haar inleiding op die dag in op trends in de samenleving die van belang zijn voor de huishouding en allen die zich be- roepsmatig direkt of indirekt daarmee bezighouden. In het onderstaande een verkorte weergave van haar inleiding. Trends

Trends, hoe ontdek je die? ,,Looking into the seeds of time", al kijkend naar het kiemkrach- tige, dat wat in de sociale bewegingen in de schaduwmaatschappij leeft (ZWART, 1984). iOf deze trends - de vrouwenbeweging, de mi- lieubeweging, de informele ekonomie (zelf- hulpgroepen, zelfbouw, kleinschalig onderne- men) - trends voor de toekomst zijn, zal mede afhangen van het licht dat hen geboden wordt. ZWART spreekt van autonomie van men- sen en noemt het tijdperk egokratie.

Volgens het Sociaal Cultureel Rapport (SGP) 1984 heeft de kultuur van de samenleving nieuwe accenten gekregen, die vermoedelijk ongeacht de korte termijnontwikkeling zullen blijven gelden. Trefwoorden zijn: verzelfstan- diging van individuen, emancipatie van kate- gorieën, demokratisering van verhoudingen, voortgaand streven naar gelijkheid, diversifi- katie van levensstijl. Ontwikkelingenrdie in een tiid van welvaart en welziin ziin ontstaan.

als het aantal huishoudens, maar dat middelde huishoudensgrootte verder zal d len (tabel 1 ).

De samenstelling van de bevolking zal ook n . zigingen ondergaan. Voor een zicht op de be- hoefte aan bejaardenzorg is het van belang te weten dat de relatieve stijging van het aantal hoogbejaarden en niet-gehuwde bejaarden groot zal zijn: in 1990 verwacht men dat 26.6% meer mensen ouder zijn dan 80 jaar en 28.9% meer ongehuwden in die kategorie dan in 1980. Het is ook erg belangrijk voor de mo- gelijkheden voor informele hulp, dat verwacht wordt dat in 2000 25% van de bejaarden kin- derloos zal ziin. Noq enkele ciifers: het aantal eenoudergezinnen ;erdubbelt.tot 308.000; et- nische minderheden blijven 4 a 5% van de be- volking uitmaken (SCP, 1984).

Het CBS geeft in haar prognoses van 1982 voor de bevolking tot het jaar 2025 drie va- rianten aan. De prognose dat de bevolking na 2000 numeriek zal afnemen wordt het meest waarschijnlijk gevonden.

Relaties C

Er wordt verwacnt dat de nieuwe betekenis van het traditionele gezin verder zal afnemen en dat nieuwe relatievormen veld zullen win- nen; de acceptatie hiervan in Nederlañd is

Tabel 1. Bevolkingsontwikkeling:)

Bevolking Huis- Gem.

(mln) houdens grootte

( X 1000)

1960 11.5 3204 3.59

1965 12.4 3651 3.40 *

(2)

de ge- zal da- )ok w+ de be- lang te aantal

w

rden Irn kim t sanltal

m;

M- n 1982 irie ya- king na

:

meest

.

!tekenis hemen en win- land is I. n0

bijstand van ,,voordeurdelers" - waarvan het effekt op vormen van samenwonen nog niet i ) te overzien.

Willen we nog weten waarover wij praten als we het over huishoudens hebben, dan is 01% -de rzgek n ~ d i g . Een voarbeeld:

renamen% v i n de ge-

l

.l

>

4

2elMandEg wanende klaarden past bij een dergelijke keuze. Uit onderzoek (Hovwn e.a., 198.4) blijkt ook d i t bejaarden zo lang mogelijk

-1

zetfstandig willen wonen, maar uit datzalfde onderzoek blijkt &k. &t bij ouderen vaak een voorkeur bestaat voor professionele hulp bo- ven hulp van kinderen; men vreest van deze laatste vorm een afhankelijkheidsrelatiq. Uit, onderzoek van BW (1983) komt naar voren, dat naarmate de hulp langduriger moet zijnen de problemen van ernstiger aard. het aanbod ven informele hulp afneemt.

.

-

FIC@@M

zeer

k r i t i ~ ~ h . Huishoudkunde- en vrouwen opleiden tot n" en hun gevangen hou-

ien.

Een deel van deze kri- hwaardigd. De waarden. en van leden van huishou: traditionele huirhoudkun- ~nlemodel benaderd. Kona elangen en de daarmee samena tronen werden nauwelijks geproble. matisaerd. Relaties werden niet als inoutfaktar beschouwd en h& venorgingsniveau niet ge,' ,

problematiseerd.

..

b "I

De

huishoudkundige benadering van prob,i@ men van huishoudens i n ontwikkelingslande@~ volgens Amerikaans model kreeg dezelfde@&&& tiek. De rol van de vrouw in de voedselpilodu;@*& tie en haar problemen daarbij .wer,déninpc

door de landbouwvoorlichtina moch d o ~ & d

d

home-economics voorlichting%alc'%~b

interventie-strategieën beschouwd. Vrouwenstudies en femimisnie;

b

deze mechtsverschillen, die &@l v-er-

Werkelooshcjd:

-,o

neer we het,werk:'

(3)

beid 63 uur per week en voor betaalde arbeid 43 uur; een verhouding van 3 : 2. De verschil- len tussen de huishoudenstypen waren groot; voor een huishouden van een vrouw met kin- deren was de verhouding bijvoorbeeld 3 : 1.

De verschillen tussen de sexen in bestede uren aan huishoudelijke arbeid zijn ook nog zeer groot (figuur l), ondanks dat de ideeën over een evenwichtiger verdeling wel veld winnen.

Veranderingen die de kongresgangers in de beleidssfeer nodig achtten om te komen tot een herverdeling van huishoudelijke arbeid waren onder meer: algemene arbeidstijdver- korting, uitbreiding van de voorzieningen voor dienstverlening en opvang van kinderen, aan- passing van openingstijden van winkels en andere voorzieningen, verlofregelingen voor ouders. Verder vond men scholing van jon- gens en meisjes in huishoudkundige kennis en vaardigheden noodzakelijk, evenals ,,twee- de kans" scholing voor mannen en vrouwen op dit vakgebied.

Onderwijs

Diskussies over huishoudkunde-onderwijs worden niet alleen in Nederland gevoerd. Op de jaarvergadering van de Deutsche Gesell- schaft fur Hauswirtschaft in september 1984

kwam in een diskussie met politici duidelijk het belang naar voren van huishoudkunde-

Figuur 1. Gemiddelde tijdbesteding aan huishoude- lijke produktie door personen van 12 jaar en ouder naar geslacht en leeftijdsgroep (Nederland 1980: ge- middeld aantal uren per week)

A. J. HARDON-BAARS

onderwijs voor alle leerlingen. Ook politici ble- ken hierin een mogelijkheid te zien om maat- schappelijk wenselijke veranderingen te sti- muleren.

Voor degenen die we in de beleidssfeer horen zeggen dat huishoudkundige opvoeding maar thuis moet gebeuren, nog een interessant ge- geven uit Duitsland. Uit onderzoek blijkt dat gezinsleden steeds minder gezamenlijk de maaltijden gebruiken. De huiselijke eettafel wordt steeds minder een plek voor kommuni- katie en opvoeding: slechts 6,5% van de ge- zinnen gebruikt door de week alle maaltijden gezamenlijk (TEUTEBERG, 1984). Ook voor Neder- land zeker een interessant onderwerp voor on- derzoek.

Vrije tijd

Velen verwachten dat beroepsarbeid toekomst een minder overheersende rol zal gaan spelen. De waarden en normen die uit het arbeidsbestel zijn voortgekomen zullen steeds minder passen bij de veranderende verhoudingen.

BIJSTERVELD (1983) verwacht dat in het algemeen een verschuiving zal optreden van een kon- sumptieve en receptieve leefstijl naar een pro- l,

duktieve en aktieve vrijetijdsbesteding. De groei in doe-het-zelf aktiviteiten in de eigen woning ziet hij als ,,vijetijdsbestedingr'

. . .

een mannelijke visie? Hobby's en doe-het-zelf akti- viteiten zullen gepaard gaan met groepsvor- ming, kommunikatie en informatie-uitwisse-

ling. Hij brengt deze ontwikkeling ook in ver- 1 \.

band met de kontaktarme wijze, waarop in kie toekomst geproduceerd zal worden.

Ruimte

Wat zullen nu de ruimtelijke gevolgen van en de ruimtelijke kondities voor enkele van deze te verwachten ontwikkelingen zijn?

Wonen zal in de huishoudkundige betekenis ook werken zijn. De woning en de buurt als werkplek èn verblijfsruimte (HARDON-BAARS,

1981). Een ko;nklusie uit het eerder genoemde SCP-rapport is, dat mede door de toege- nomen woonlasten, het voor de bewoners steeds interessanter wordt om een deel van de bouwwerkzaamheden zelf te verrichten. De l

vraag naar voorlichting en scholing ter onder- !: steuning van deze aktiviteiten kan groter wo-r-

den - een uitdaging voor de huishoudelijke

voorlichting?

k

(4)

N-BAARS tici ble- i maat- te sti- ? r horen g maar ant ge- ijkt dat lijk de :ettafel nmuni- de ge- jltijden die uit

B?

zuilen erende I emeen n kon- i n pro- ! ig. De m eigen

.

.

.

een slf akti- Zpsvor- twisse- l in ver- I p in 'de van en n deze fekenis iurt als i-BAARS, oemde toegëi Noners ?el van ten. De I onder- h. :r wo?- idelijke I b umer". ;urnent au v'an dd kti'ei TsZhWn

deze aktiviteiten is delvraag. Vanuit de vrou- wenbeweging - d e groepen Vrouwen bouwen en wonen - komen studies en akties aangaan- de deze vraagstukken van ruimte-inrichting en -verdeling. Wonen, werken, rekreatie en ver- keer zijn gescheiden in de afstemming op het formele arbeidsproces, maar wensen voor ruimtegebruik en daarmee voor ruimteverde- ling veranderen. Vanuit de woonekologie, die naast het vrouwenbelang meer het algemene gebruikersbelang bestudeert, is een huis- houdkundige bijdrage geleverd op dit gebied; woonekologie als katalysator van de vrouwen- beweging in dit geval.

r de invloed van ontwikkelingen in de logie op werken en vrije tijd en de ge- daarvan of voorwaarden daartoe, in Nederland nog weinig nagedacht (v.

MIR, 1984). Een poging tot inven-

tarisatie van ideeën:

ologische ontwikkelingen hebben onder bijdragen aan de verandering van hulp- ronnen, produkten en voorzieningen, waar- r huishoudens in onze Westerse samenle- kunnen beschikken. Maar terwijl in de formele sektor de toepassing van technologie in het algemeen tot besparing van arbeidstijd heeft geleid, is dat in de huishoudelijke sektor nauwelijks het geval (GROOT-MARCUS, 1984). De technisering van de huishouding, die in Ne- derland na de tweede wereldoorlog op grote schaal heeft plaatsgevonden, heeft wel het ka- rakter van de huishouding veranderd. De fy- sieke belasting van het huishoudelijk werk is verminderd, de flexibiliteit van de arbeidsor- ganisaties is toegenomen en de verzorgings- technologische processen zijn beter beheers- baar geworden. Door automatisering, bijvoor- beeld van het wasproces, hoeft de mens niet meer voortdurend in het proces in te grijpen. Al is de totale arbeidstijd in de huishouding weinig verminderd, de verdeling over de ver- schillende aktiviteiten is wel veranderd. Voor schoonmaken en onderhoud is de bestede tijd minder geworden, voor voedselbereiding daarentegen toegenomen. GROOT-MARCUS noemt ook nog enkele mogelijke positieve ef- fekten van het toepassen van technologie in de huishouding: verhoogde hygiëne, de gro- tere aanvaardbaarheid van het werk en meer keuzemogelijkheden voortijdsbesteding. Dat er zo weinig verandering is opgetreden in de tijd die wordt ingezet in de huishouding, kan te wijten zijn aan het feit dat de dienstver- leningstaken die tot de huishouding behoren

, l moeijijk door technologie of door andere voorzieningen zijn op te vangen. Voor imma-

Ie taken als het begeleiden van mensen, leden en verzorgen van kinderen, hulp aan ouderen, buren en anderen blijft de privé- huishouding een belangrijke funktie houden. Bovendien vergt de verhoging van het verzor- gingsniveau, bijvoorbeeld een hogere kon- sumptiestandaard, meer tijd voor selekteren, transporteren, onderhoud en dergelijke.

Technologie-ontwikkeling wordt vaak gezien als een autonoom, onbeheersbaar proces, als een onontkoombaar gebeuren. Anderen stel- len daarentegen dat technologische ontwikke- lingen in de eerste plaats als sociale proces- sen moeten worden geanalyseerd, die wel de- gelijk beheersbaar zijn.

NAISBITT (1984) beschrijft tien belangrijke trends die de Amerikaanse samenleving in- grijpend zullen veranderen, maar hij voorspelt dat de nieuwe ,,high technology" alleen zal slagen als dit door mensen wordt gedragen. Hij noemt dit de hightechlhightouch relatie.

Informatietechnologie

Naast veranderingen in arbeid en werkgele- genheid en de toepassing van biotechnologie wordt van informatietechnologie de komende jaren een grote invloed verwacht op maat- schappelijke ontwikkelingen.

BELL (in: TUININGA, 1983) geeft als kenmerken van informatiesamenleving:

Het verwerven, verwerken en transporte- ren van informatie is de centrale faktor in een zeer groot aantal produktieprocessen en vor- men van dienstverlening.

Het grootste deel van de beroepsbevolking is werkzaam in de informatiesektor (produ- centen van apparatuur, programmatuur en in- formatie; transporteren en distribueren van informatie).

Informatietechnologie bepaalt de funda- mentele infrastruktuur van onze samenleving.

Belangrijke maatschappelijke processen en politieke besluitvorming worden ingrijpend beïnvloed door informatietechnologie. Over dit type samenleving wordt verschillend gedacht. Sommigen laten zich leiden door een geloof in vooruitgang, anderen staan er seep- tisch tegenover en willen een nuchtere kosten- /baten analyse en ,,Technology Assessment" (STB/TNO, 1984).

Het tijdschrift Wetenschap en Samenleving geeft in een themanummer over de informa4 ' >-

tiesamenleving een schema ( l ) , waarinrde lq' *i.

menhana tussen de verschillende techi6168i.I -Y+

or Huist

en en de maa n effekten is

tuk van het k

:

...

U : '

(5)

jJOOA [IM ua 6~ oz ~e ep

...

uaalle uannnoin uen uaôuelaq ap uee u ! !z pladdoyaô iaaw la!u up lez Lswoyaol ap u1 .piaqN apuaôiozian ap ueh " "

--g<

L ôuelaq iaq uemeep a p6 ua p~ iaq u!, ua 'WaT -!!lq ôu!haluawes ua np!h!pu! JOOA apunypnoq -s!nq ueh 6uelaq iaq aôow apuee6ioon iaq

i!n

wasuaw ueA uayaoqaq do uap -JOM pwaisaôp ua6u!~ayy!~luo-a!6o~ouqaa~ iepdo i ee w 'uassed a i uee yaoq ya!uq3al ap uee ia!u q3!z suaw ap iepdo 'uaJahal uai -aow aôe~p!!q uaa uallnz U~~!~U~~~IIO~S!IIH ~ueeisiuo uauuny 6u!lapJahyeel aya!lpads -axas aMna!u uaa noz y00 .auiie-a!~ewioju! ua uaôu!naluawes ay!!ia!iewioju! uassni ',,siou -ahel(" ua ,,saheq" uassn) uaôuaiq uallnz 6a a~ ai 6u!p!aq3s annna!u uaa uaa!ôo(ouq3al azap iep u !!z uauuny ua(asu!!q3sia~ua~au ap -laopaquo ay!!~ôuelaa '(1861 't mw ww iz 11861 '(nlH3SHlO&J !P861 ' n0 1 3A S 3t l d !P861 ' 3X 3 1M - J) U aA -aiq3saq ua~enaô ap yoo uapionn ôu!pnoqs!nq ap u! siaindwoy ueh uapaqy!!laôow ap iseeN %e ei ~ uaa yeeh iJaaaJy poquee uaa !uauueld a i i aa w wo uapionn ôu!ôepi!n uaa ieeiedde uaa y!!l~nnieu uey nN juauueld ai wo uaii!z neainq uaa iaiq3e lee6 a!M '!!q yaoq -sey uaa ipnoq a!M 'ôu!pnoqs!nq ap u! s ~a 6 -euew uayiann plaas!ueô~oaô aoH %eeih ap s! sa3oid iuawa6euew iaq ! !q u !!z Jeeqy!nJq yoo siaindwoy 4 0 ~ô u! s~ aa qa qp ee ~io o~ ap ua Jaaqaq ala!3ueu!j iaq lo on aieMi)os 'inniei -edde ay!!lapnoqs!nq u! s io ss a~ o~ do iy !w aJap -ue iapuo. uaplonn pwaoua9 '(innieiai!l :a!z) . .. . -ndwoy uen ~a ~a qy !! ~a 6o ~Ü ay$Jj&d~.ap;a~O

(6)

.omct zal jelangen voor! t r. dand. So. n -beleid. >p hgp ge-

m&#

%. ankompu- I hndagien elektroni- und Wta- m*. FJW efl 0 p l 0 5 >lad voor in b w - lonen. WwnLw- S.B., Den

IHe:

what h Sympo- tot 2000. directionq ons, Lon- uw.

-

SCP.

~ h w ~ ~ ~ l s h u n g . Lenng DGH, Univ Munster. Ir A. J. Hardon-Baarc, Vakgroep Wonen LH.

h os tb ui

T w c h E. J. 1983 Twhnolegie, ons een zorg? Em- 6700, Wageningen.

DAAR ZORGEN

WE

VOOR

JOSE VAN DEN BERG en GERDA CASIMIR vroegen 15 mensen uit heel verschillende sek- toren van onze samenleving naar hun visie op ontwikkelingen in de dagelijkse ,

verzorging in de komende 15 jaar. De interviews werden gebundeld tot het lus- ' trumboek ,,DAAR ZORGEN WE VOOR" als stimulans voor de diskussie rond het thema ,,HUISHOUDKUNDE 2000" op 16 november 1984.

.

fi

Na haar inleiding overhandigde ANTINE HARDON het lustrumboek aan enkele geno- digden. Drs. E. VAN DER KOOY (HD Maatschappelijke Dienstverlening ministerie van .:r; WVC) vestigde in zijn dankwoord de aandacht op nieuwe vormen van huishou-

."'

delijke en konsumentenvoorlichting, vooral afgestemd op de kwetsbare groe- pen in onze samenleving. Over de zogenaamde ,,experimentele struktuur huis-

i:

houdelijke en konsumentenvoorlichting" vindt u informatie op pagina 00 van dit

blad. S+# r3i

De heer A. H. KOELINK (plv. DG Voortgezet Onderwijs ministerie O&W) ging voor-

:;;

' al in op huishoudkunde als onderwijsvak. Zijn mededeling, dat overwogen werd

I applica- ? 4 f e and em'enting

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat σ y (z) = z, veranderen deze twee driehoeken niet onder spiegeling in de y-as, en liggen deze dus symmetrisch om de y-as.. In de zwart-witte zeshoek z wijzen deze twee

Hier kan de overheid binnen de agribusiness stimulerend optreden, zoals ook voor andere sectoren plaatsvindt: onder meer door stimulering van clustervorming,

Het idee van de Langste Eettafel van Nederland sluit aan bij het thema van de Week tegen Eenzaamheid: ‘Kom de deur uit’.. Dit initiatief biedt een mooie gelegenheid om met mensen

Evaluation of European Commission youth training support measures for youth national agen- cies and young people.. March 2002 – July

Consequent zijn is daarbij belangrijk: door steeds op dezelfde manier te reageren als een kind een grens overschrijdt, weten ze wat ze kunnen verwachten.’ Marijke vult aan:

Door te leren luisteren, verantwoordelijkheid te delen en respect te hebben voor ieders eigenheid, draagt ieder zijn steentje bij aan een warme en begripvolle wereld waarin we

Dit leidt tot een pleidooi voor meer aandacht voor evidence based practice in de lichamelijke opvoeding en maakt het belang van onderzoek in het onderwijsprogramma van de Academie

Op Plein 1945 in IJmuiden kunt u duurzame helden uit Velsen en de regio ontmoeten: ondernemers en initiatiefnemers die niet alleen voor winst gaan, maar iets