De Vecht, een kansrijke rivier
Onderzoek naar de recreatiemogelijkheden rondom rivier de Vecht
13-1-2014 Adviesrapport Margriet Overweg
De Vecht, een kansrijke rivier
Onderzoek naar de recreatiemogelijkheden rondom rivier de Vecht
Opdrachtgever: Kenniscentrum Hospitality Achterliggende opdrachtgever: Minicamping ‘Vecht & Zo’ Eerste examinator: Dhr. A. van Es
Tweede examinator: Mw. M. van Loon Onderzoeksdocent: Dhr. J. Verwijmeren Student: Margriet Overweg Studentnummer: 2428682
Voorwoord
Voor u ligt het adviesrapport dat is gemaakt in opdracht van het Saxion Kenniscentrum Hospitality, de Provincie Overijssel en Minicamping ‘Vecht & Zo’. In dit rapport wordt onderzoek gedaan naar hoe de rivier de Vecht beter kan worden benut voor dag- en verblijfsrecreatie. Dit rapport is geschreven in het kader van de opleiding Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs aan Saxion Hogescholen te Deventer. Dit rapport is tot stand gekomen in de periode van april 2013 tot en met januari 2014.
Graag wil ik een aantal mensen bedanken die hebben bijgedragen aan het tot stand komen van deze thesis. Allereerst wil ik mijn eerste examinator, dhr. A. van Es, bedanken voor de begeleiding die hij mij heeft gegeven gedurende dit semester. Zijn goede feedback en bruikbare tips hebben mij erg geholpen bij het uitvoeren van het onderzoek. Daarnaast wil ik Esther en Dick Meussen van minicamping ‘Vecht & Zo’ bedanken voor hun aandeel bij het opzetten van het onderzoek. Ook wil ik hen bedanken voor de hartelijke ontvangst op de camping en de rondleiding. Ook gaat mijn dank uit naar de onderzoeksdocent, dhr. J. Verwijmeren. Hij heeft mij onder andere geholpen bij het maken van de enquête en ook met het programma SPSS. Ook mijn tweede examinator, mevrouw M. van Loon, wil ik bedanken. Tot slot wil ik graag het Kenniscentrum Hospitality bedanken voor het verschaffen van de nodige informatie.
Hardenberg, januari 2014 Margriet Overweg
Samenvatting
Dit adviesrapport is uitgevoerd in opdracht van het Kenniscentrum Hospitality in samenwerking met de Provincie Overijssel. De achterliggende opdrachtgever is de minicamping ‘Vecht & Zo’. Het Saxion Kenniscentrum Hospitality werkt samen met de Provincie Overijssel om organisaties te helpen bij de ontwikkeling en realisatie van productideeën. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in de wensen van de dag- en verblijfsrecreanten die rondom de Vecht verblijven en recreëren. De thesis brengt een advies uit over welke Product-Markt-Partner-Combinaties kansrijk zijn voor het beter benutten van de Vecht. Hierdoor zal het aantal bezoekers van het Vechtdal gestimuleerd worden en de bestedingen verhoogd worden.
In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag: “Welke Product-Markt-Partner-Combinaties zijn kansrijk voor het beter benutten van de Vecht voor (dag- en verblijfs-)recreatie?”. Aan de hand van de hoofdvraag zijn er vier deelvragen geformuleerd. Deze zijn door middel van deskresearch en veldonderzoek beantwoord. Maar eerst is er literatuuronderzoek verricht. Hierin zijn de kernbegrippen van het onderzoek nader toegelicht. De kernbegrippen van deze thesis zijn waterrecreatie, vrijetijd, PMPC en beleving.
In de deskresearch is onderzoek gedaan naar het huidige recreatieve aanbod rondom de Vecht en naar het aanbod rond andere rivieren in Nederland. De onderzochte rivieren zijn de Maas, de IJssel en de Waal. Hieruit is gebleken dat de Maas meer te bieden heeft op het gebied van fietsroutes en kanovaren in vergelijking met de Vecht. Uit het onderzoek naar de IJssel is gebleken dat deze rivier innovatieve recreatiemogelijkheden biedt op het gebied van wandelroutes en fietsmogelijkheden. Rivier de Waal heeft innovatieve mogelijkheden op het gebied van varen. Ook is het Nationaal Landschap het Groene Hart onderzocht, omdat dit gebied bezig is met het vergroten van de waterrecreatie. Hier wordt er onder andere voor gezorgd dat op de Toeristische Overstapplaatsen (TOP’s) ook de vaarmogelijkheden worden aangegeven.
Het veldonderzoek is verricht door middel van het afnemen van enquêtes. Hierin de huidige beoordeling van het recreatieve aanbod rondom de Vecht onderzocht en wat de verdere wensen zijn van dag- verblijfsrecreanten in het Vechtdal. Hieruit is gebleken dat voornamelijk de wandelmogelijkheden, de fietsmogelijkheden en het kanovaren extra aandacht nodig hebben. Deze recreatieve mogelijkheden zijn van groot belang bij de respondenten. Ook zijn er verschillen tussen de verschillende typen recreanten gebleken. Verder zijn de trends en ontwikkelingen in de toeristische en recreatieve branche en in de waterrecreatie onderzocht. De belangrijkste trends en ontwikkelingen zijn de vergrijzing, het ‘zapgedrag’ en de behoefte aan rust en ruimte.
Op basis van deze uitkomsten zijn er drie mogelijke oplossingen bedacht in de vorm van PMPC’s. Deze drie oplossingen zijn: een driedaags arrangement op Minicamping ‘Vecht & Zo’ inclusief de huur van kano’s, een pontjesroute met een elektrische fiets en een kanotocht naar Zwolle met stadswandeling. Deze drie PMPC’s zijn getoetst aan de hand van vastgestelde criteria. Hieruit is gebleken dat de kanoroute vanaf de minicamping ‘Vecht & Zo’ naar Zwolle met een stadswandeling de meest geschikte oplossing is. Deze oplossing speelt zeer goed in op de behoeften en de wensen van verschillende typen recreanten. Ook draagt de kanotocht zeer goed bij aan het vergroten van de beleving van rivier
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 8
1.1 Kenniscentrum Hospitality ... 8
1.2 Provincie Overijssel ... 8
1.3 Minicamping ‘Vecht & Zo’ ... 8
1.4 Aanleiding ... 9
1.5 Doelstelling ... 9
1.6 Work Breakdown Structure ... 9
1.7 Leeswijzer ... 9
2 Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording ... 10
2.1 Hoofdvraag ... 10 2.2 Deelvragen ... 10 2.3 Literatuuronderzoek... 10 2.4 Deskresearch ... 11 2.5 Veldonderzoek ... 11 2.5.1 Onderzoeksstrategie ... 11 2.5.2 Waarnemingsmethode ... 11 2.5.3 Meetinstrument ... 12
2.5.4 Selectie van onderzoekseenheden ... 12
2.5.5 Analyseplan ... 12 3 Theoretisch kader ... 13 3.1 Waterrecreatie ... 13 3.2 Vrije tijd ... 14 3.3 Product-Markt-Partner-Combinatie (PMPC) ... 15 3.4 Beleving ... 17
3.5 Relaties tussen de kernbegrippen ... 18
4 Recreatie rondom de Vecht ... 19
4.1 De Vecht ... 19 4.2 Wandelroutes ... 19 4.3 Fietsmogelijkheden ... 19 4.4 Vaarmogelijkheden (motorboot) ... 20 4.5 Kanovaren ... 20 4.6 Zwemmogelijkheden ... 20 4.7 Vismogelijkheden... 20 4.8 Horecagelegenheden ... 20
4.9 Streekproducten ... 21
4.10 Georganiseerde evenementen ... 21
4.11 Attracties ... 21
4.12 Culturele activiteiten ... 21
4.13 Steden Zwolle/Kampen ... 21
5 Recreatie rondom andere rivieren ... 22
5.1 De Maas ... 22
5.2 De IJssel ... 23
5.3 De Waal ... 24
5.4 Het Groene Hart ... 24
6 Beoordeling huidig recreatieaanbod rondom de Vecht ... 25
6.1 Tevredenheid ... 25
6.2 Nogmaals bezoeken ... 26
6.3 Aanbevelen ... 26
7 Wensen van recreanten rondom de Vecht ... 27
7.1 Belang en tevredenheid ... 27
7.2 Verschillen typen recreanten ... 28
7.3 Verschillen geslacht ... 30
7.4 Verschillen reisgezelschap ... 30
7.5 Wensen ... 31
8 Trends en ontwikkelingen ... 32
8.1 Algemene trends en ontwikkelingen in toerisme en recreatie ... 32
8.2 Trends en ontwikkelingen in de waterrecreatie... 33
9 Conclusie ... 34 9.1 Conclusie onderzoeksvragen ... 34 9.2 Discussie... 36 9.2.1 Betrouwbaarheid ... 36 9.2.2 Validiteit ... 36 10 Advies... 38 10.1 Doelstelling ... 38 10.2 Oplossingen ... 38 10.2.1 Criteria ... 40 10.2.2 Confrontatiematrix ... 41 10.3 Advies ... 43 10.3.1 PDCA-cyclus ... 43 10.3.2 Implementatieplan... 45
Nawoord ... 48
Literatuurlijst ... 50
Bijlagen ... 56
Bijlage I Work Breakdown Structure ... 57
Bijlage II Operationalisering kernbegrippen ... 58
Bijlage III Het Vechtdal ... 59
Bijlage IV Project ‘Ruimte voor de Vecht’ ... 63
Bijlage V Recreatie rondom de Maas ... 67
Bijlage VI Recreatie rondom de IJssel ... 69
Bijlage VII Het Groene Hart ... 71
Bijlage VIII De enquête ... 75
Bijlage IX Uitkomsten enquête ... 77
Bijlage X Uitkomsten verschillen in wensen ... 91
1
Inleiding
In dit eerste hoofdstuk, de algemene inleiding, wordt allereerst ingegaan op de achtergrondinformatie van de opdrachtgevers van deze thesis. De opdrachtgever van deze thesis is het Kenniscentrum Hospitality in samenwerking met de Provincie Overijssel. De achterliggende opdrachtgever is de minicamping ‘Vecht & Zo’. Hierna worden de aanleiding en de doelstelling van de thesisopdracht besproken. Een Work Breakdown Structure van de thesis is in de bijlage te vinden. Tot slot wordt er in dit hoofdstuk een leeswijzer gegeven voor de rest van de thesis.
1.1 Kenniscentrum Hospitality
Het Kenniscentrum Hospitality leidt via relevant en praktijkgericht onderzoek studenten op tot flexibele, competente professionals. Samen met ondernemingen, organisaties en overheid brengen zij young professionals kennis, competenties en een kritische onderzoekshouding bij. Bij het Kenniscentrum werken lectoren samen met onderzoekers, docenten en studenten aan praktijkgericht onderzoek (Kenniscentrum Hospitality, 2013). Het Saxion Kenniscentrum Hospitality werkt samen met de Provincie Overijssel om organisaties te helpen bij de ontwikkeling en realisatie van productideeën. Het doel hiervan is om ondernemers en andere partijen in de vrijetijdssector te ondersteunen (Provincie Overijssel, 2013).
1.2 Provincie Overijssel
‘Overijssel is een prachtige provincie om te wonen, te werken en te recreëren’ volgens de Provincie Overijssel (2013). De Provincie Overijssel vindt het belangrijk dat iedereen zich kan ontplooien. Dat er werk is en ruimte om te ondernemen. Dat er mooie natuur is en dat je kunt recreëren. De provincie Overijssel werkt samen met gemeenten, waterschappen, het Rijk, maatschappelijke instanties en de inwoners. Overijssel telt ruim 1,1 miljoen inwoners verspreid over 25 gemeenten. Ze vervullen samen 539.670 banen.
De provincie Overijssel is verdeeld in vijf toeristische regio’s: Twente, Salland, Overijssels Vechtdal, IJsseldelta en WaterReijk Weerribben Wieden. In 2012 hebben de Nederlanders bijna 1,6 miljoen vakanties in Overijssel doorgebracht. De aantrekkelijkheid en naamsbekendheid van toeristische regio’s leveren een positieve bijdrage aan de economische ontwikkelingen van de provincie (Provincie Overijssel, 2013). In noordoost Overijssel ligt de regio Vechtdal. De gemeenten Dalfsen, Ommen, Hardenberg en Staphorst behoren tot dit gebied. In het Vechtdal neemt de rivier de Vecht een centrale plaats in. De Overijsselse Vecht stroomt tussen Zuid-Drenthe en Twente door, van de Duitse grens bij Gramsbergen tot het Zwarte Water bij Zwolle. Het gebied aan weerszijden van de rivier is het Vechtdal. Deze regio biedt bezoekers vele fiets- en wandelroutes, campings en culturele bezienswaardigheden (Trips in Nederland, 2007-2013).
1.3 Minicamping ‘Vecht & zo’
De achterliggende opdrachtgever is de (mini)camping ‘Vecht & Zo’. Deze camping is gelegen in het Vechtdal, tussen Zwolle en Dalfsen. De camping ligt aan de rivier de Vecht. ‘Vecht & Zo’ beschikt over verschillende typen accommodaties. Zo zijn er kampeerplaatsen, een bed&breakfast, vakantiewoningen, een groepsaccommodatie en Yurts (Minicamping ‘Vecht & Zo’, 2013).
1.4 Aanleiding
De aanleiding van deze thesisopdracht is de behoefte van minicamping ‘Vecht & Zo’ en de Provincie Overijssel om inzicht te krijgen in de wensen van (dag- en verblijfs-) recreanten in het Vechtdal die recreëren rondom de Vecht. Dit om te komen tot innovatieve, kansrijke Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s), om recreatie te stimuleren rondom de Vecht en zodat de rivier meer bij de doelgroep op de kaart komt te staan. Dit zal uiteindelijk moeten leiden tot meer bezoekers en recreatie in en rondom de Vecht.
1.5 Doelstelling
Doel van dit project is om inzicht te krijgen in de wensen van de dag- en verblijfsrecreanten die rondom de Vecht verblijven en recreëren. De thesis zal gaan dienen van advies met betrekking tot het ontwikkelen van Product-Markt-Partner-Combinaties. De thesis zal de minicamping ‘Vecht & Zo’ en de Provincie Overijssel advies gaan geven over welke Product-Markt-Partner-Combinaties kansrijk zijn voor het beter benutten van de Vecht voor dag- en verblijfsrecreanten. Ook zal er advies worden gegeven over hoe ondernemers rondom de Vecht het aantal bezoekers kunnen vergroten en de bestedingen verhoogd kunnen worden.
Om deze doelstelling te realiseren staat de volgende beleidsvraag centraal: ‘Welke Product-Markt-Partner-Combinaties zijn kansrijk voor het beter benutten van de Vecht voor dag- en verblijfsrecreatie zodat het aantal bezoekers en bestedingen verhoogd kunnen worden?’
1.6 Work Breakdown Structure
Een Work Breakdown Structure waarin de deelprojecten van deze thesis worden benoemd is te vinden in bijlage I op pagina 57.
1.7 Leeswijzer
In hoofdstuk twee wordt de onderzoeksopzet en de methodologische verantwoording besproken. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie het theoretisch kader weergegeven. In hoofdstuk vier worden de recreatiemogelijkheden rondom rivier de Vecht in kaart gebracht. Hierna worden in hoofdstuk vijf andere rivieren in Nederland onderzocht op recreatiemogelijkheden. In hoofdstuk zes wordt de beoordeling van de recreatiemogelijkheden rondom rivier de Vecht besproken. Vervolgens worden in hoofdstuk zeven de wensen van de respondenten besproken. In hoofdstuk acht worden de trends en ontwikkelingen in de toeristische en recreatieve branche en in de waterrecreatie besproken. De conclusies van dit onderzoek worden in hoofdstuk negen gegeven. Tevens wordt er hier in de discussie de betrouwbaarheid en de validiteit van dit onderzoek besproken. Tot slot wordt in hoofdstuk tien van dit rapport het advies uitgebracht. Hierin worden drie PMPC’s beschreven, waarna de meest geschikte oplossing aan de hand van de vastgestelde criteria wordt gekozen en geïmplementeerd.
Hoofdvraag:
Welke Product-Markt-Partner-Combinaties zijn kansrijk voor het beter benutten van de Vecht voor dag- en verblijfsrecreatie?
2
Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet en de methodologische verantwoording besproken. Als eerste wordt de hoofdvraag van dit onderzoek gegeven, en vervolgens de bijbehorende deelvragen. Vervolgens wordt de opzet van het literatuuronderzoek, deskresearch en veldonderzoek besproken.
2.1 Hoofdvraag
Om tijdens het onderzoek een duidelijke structuur aan te houden is er een onderzoeksopzet geformuleerd. Allereerst is er een centrale vraag ten behoeve van het onderzoek opgesteld. Deze vraag wordt ook wel de hoofdvraag genoemd. De hoofdvraag luidt als volgt:
2.2 Deelvragen
Aan de hand van de hoofdvraag zijn er vier deelvragen geformuleerd. Gezamenlijk kunnen deze vragen antwoord geven op de hoofdvraag. De deelvragen luiden als volgt:
2.3 Literatuuronderzoek
Allereerst is er literatuuronderzoek verricht. Het literatuuronderzoek dient als theoretische onderbouwing van het onderzoek. Hierin worden de kernbegrippen van de thesis toegelicht op basis van (wetenschappelijke) literatuur (Verhoeven, 2004). De kernbegrippen van het onderzoek zijn waterrecreatie, vrije tijd, Product-Markt-Partner-Combinatie (PMPC) en beleving. Ook worden de relaties die tussen deze begrippen bestaan beschreven. Om definities van de kernbegrippen te vinden is er gebruik gemaakt van verschillende zoekmachines, namelijk de Saxion Bibliotheek (www.saxionbibliotheek.nl) en Google. Hierbij horen ook Google Books (www.books.google.com) en Google Scholar (www.scholar.google.com). In deze zoekmachines is gezocht op verschillende zoektermen. Voorbeelden zijn verblijfsrecreant, verblijfsrecreatie, beleving, waterrecreatie, kenmerken van waterrecreatie, vormen van waterrecreatie, experience economie, experience, dagrecreatie, dagrecreanten, PMPC, Product-Markt-Partner-Combinatie, vrije tijd, leisure en vrijetijdsbesteding.
Om de zoekresultaten te beoordelen zijn de AAOCC-criteria gebruikt (Kapoun, 1998). Door middel van deze criteria kan er worden vastgesteld of de bron onder andere geloofwaardig en actueel is. Hierbij
Deelvragen:
1. Wat is het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden voor dag- en verblijfsrecreanten rondom de Vecht?
2. Wat hebben andere regio’s te bieden aan recreatie voor dag- en verblijfsrecreanten rondom rivieren?
3. Wat vinden de recreanten van het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden rondom de Vecht?
Authority In hoeverre zijn de auteur en/of de uitgever gekwalificeerd en geloofwaardig? Accuracy Wat zijn validiteit en betrouwbaarheid van de informatie in de publicatie?
Objectivity Hebben de auteurs enig (persoonlijk) belang bij de kerninformatie uit de publicatie? Currency Is de informatie volledig up-to-date?
Coverage Is de informatie compleet, uniek en relevant?
2.4 Deskresearch
De onderzoeksmethode die gehanteerd is ter beantwoording van de eerste twee deelvragen is deskresearch. Deskresearch is het raadplegen van informatie die al beschikbaar is. Dit kan informatie uit boeken, rapporten of databases zijn (Verhoeven, 2004). De doelstelling van de deskresearch is om er achter te komen hoe het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden voor dag- en verblijfsrecreanten rondom de Vecht eruit ziet en wat andere regio’s aan recreatiemogelijkheden voor dag- verblijfsrecreanten rondom rivieren bieden.
2.5 Veldonderzoek
De onderzoeksmethode die wordt gehanteerd voor het beantwoorden van de laatste twee deelvragen is veldonderzoek. De doelstelling van het veldonderzoek is de beoordeling van het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden rondom de Vecht in kaart brengen en wat de verdere wensen zijn van dag- en verblijfsrecreanten rondom de Vecht. Verder wordt er hierbij rekening gehouden met de verschillende typen recreanten en of er verschillen zijn in de wensen van deze recreanten.
2.5.1 Onderzoeksstrategie
Er is gekozen voor kwantitatief onderzoek door middel van een survey, ook wel enquête of vragenlijstonderzoek genoemd. Hiervoor is gekozen om uitspraken te kunnen doen die een representatief beeld van de werkelijkheid geven. Surveyonderzoek is een gestructureerde dataverzamelingsmethode. Dat wil zeggen dat de vraagstelling van tevoren vast staat en dat er een klein aantal antwoordmogelijkheden wordt gegeven waar de ondervraagde uit kan kiezen. Bij een survey worden gegevens verzameld van een steekproef uit de te onderzoeken groep. Een steekproef is een selectie uit een totale populatie. Als die steekproef op verantwoorde wijze is getrokken, kunnen er toch betrouwbare uitspraken worden gedaan over de groep als geheel. Kwantitatief onderzoek is geschikt voor dit onderzoek omdat het veel informatie oplevert. Verder is kwantitatief onderzoek bestemd om gegevens te krijgen over percentages en verhoudingen binnen de totale doelgroep (Verhoeven, 2004).
2.5.2 Waarnemingsmethode
In dit onderzoek zal gebruikt worden gemaakt van de vragenlijst als waarnemingsmethode. De methode is gebaseerd op het stellen van vragen. Binnen dit onderzoek wordt de schriftelijke enquête gebruikt (Brotherton, 2008). In dit onderzoek vult de respondent zelf de vragenlijst in. Bij het grootste deel van de enquêtes vraagt de enquêteur aan een respondent om de vragenlijst ter plekke in te vullen en neemt de ingevulde vragenlijst vervolgens direct weer in. Dit heeft als voordeel dat de respons vaak hoger ligt. Een ander deel van de enquêtes wordt ingevuld door recreanten op Minicamping ‘Vecht & Zo’ en worden later door de enquêteur ingenomen. Van de dag- en verblijfsrecreanten in het Vechtdal zijn geen e-mailadressen of telefoonnummers voorhanden, daarom is deze methode het meest geschikt om toe te passen onder de doelgroep.
2.5.3 Meetinstrument
De enquête die is opgesteld voor het veldonderzoek is te vinden in bijlage VIII op pagina 75. In elke probleemstelling komen één of enkele begrippen voor die in een onderzoek centraal staan. Deze begrippen moeten gedefinieerd worden, er moet vast komen te staan wat er in het onderzoek onder de begrippen verstaan wordt. Hiermee wordt voorkomen dat er tijdens het onderzoek een ongewenste of onopgemerkte verschuiving ontstaat in de betekenis van de begrippen (Korzilius, 2000). De begrippen in dit onderzoek die onderzocht moeten voor de enquête worden zijn waterrecreatie, vrije tijd en beleving. Deze begrippen worden in hoofdstuk drie, het theoretisch kader, besproken. Op basis hiervan zijn deze begrippen geoperationaliseerd. Dit is gedaan in de vorm van een boomdiagram. Deze is te vinden in bijlage II op pagina 58.
2.5.4 Selectie van onderzoekseenheden
De populatie binnen dit onderzoek zijn alle dag- verblijfsrecreanten in de regio Vechtdal. Omdat het praktisch gezien niet haalbaar is om iedereen uit de populatie te ondervragen wordt er een aselecte steekproef gehanteerd. Bij een aselecte steekproef heeft elk element uit de onderzoekspopulatie een even grote kans om in de steekproef terecht te komen. Om betrouwbare gegevens te kunnen krijgen, zal de steekproef voldoende groot moeten zijn. Hoe kleiner de steekproef, hoe groter de invloed van één respondent op de verhouding tussen de antwoorden op een vraag. Een realistische steekproef is afhankelijk van factoren zoals de grootte van de populatie, de gekozen methode en het beschikbare budget en de tijd. In dit onderzoek wordt gestreefd naar een respons van tweehonderd. Dit aantal is berekend door middel van een steekproefcalculator en in overleg met de onderzoeksdocent. Er is geen steekproefkader beschikbaar, dus de populatie worden gevraagd op basis van beschikbaarheid (Alles over marktonderzoek, 2013). Jaarlijks worden in Overijssel 90,5 miljoen vrijetijdsactiviteiten buiten huis van twee uur of langer ondernomen. Dit zijn zowel activiteiten van eigen inwoners als activiteiten van recreanten uit de rest van Nederland die naar Overijssel komen. 34 miljoen vrijetijdsactiviteiten worden ondernomen in Noord-Overijssel (IJsseldelta, Vechtdal en WaterReijk Weerribben Wieden) waarvan ongeveer een derde in het Vechtdal (Provincie Overijssel, 2013). Voor dit onderzoek zijn er in totaal tweehonderd enquêtes afgenomen onder de recreanten in de maanden juli en augustus. Deze enquêtes zijn afgenomen onder dag- en verblijfsrecreanten op drie verschillende plaatsen in het Vechtdal. De enquêtes zijn afgenomen op verschillende tijdschippen en onder verschillende weertypen. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 9.2 op pagina 36 (betrouwbaarheid en validiteit).
2.5.5 Analyseplan
Om de resultaten uit de ingevulde enquêtes te analyseren wordt gebruikt gemaakt van statistische analyse met behulp van SPSS. SPSS is een programma waarmee alle gangbare statistische procedures kunnen worden uitgevoerd. Dit programma heeft zeer veel mogelijkheden om statistische bewerkingen uit te voeren op het gebied van de beschrijvende en de toetsende statistiek. In beschrijvende statistiek worden gegevens (data) beschreven die afkomstig zijn van de onderzoeksgroep. Bij toetsende statistiek kunnen er uitspraken worden gedaan over een populatie aan de hand van gegevens afkomstig uit de steekproef (Basiscursus SPSS, 2011). Tijdens dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van twee analysetechnieken: univariate en bivariate analyse. Univariate analyse is een analyse op één variabele tegelijk. Bivariate analyse is een analyse waarbij inzichtelijk gemaakt wordt of er een samenhang tussen twee variabelen bestaat. Ook wordt er getoetst of er verschillen bestaan tussen verschillende typen recreanten en welke verbanden hiertussen bestaan (Brotherton, 2008).
3
Theoretisch kader
In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader van de thesis beschreven. Hierin worden de kernbegrippen van de thesis toegelicht en welke relaties hier tussen bestaan. De kernbegrippen van dit onderzoek zijn waterrecreatie, vrije tijd, Product-Markt-Partner-Combinatie (PMPC) en beleving.
3.1 Waterrecreatie
Er zijn verschillende definities van het begrip waterrecreatie. Volgens het beleidsplan van de recreatievaart (1991) wordt onder waterrecreatie verstaan: “alle vormen van recreatie zijn waarbij de recreant zich op, in of langs het water bevindt”.
Tuunter (2008) beschrijft het begrip als volgt: “Alle recreatie en toerisme die in de openlucht in, op of nabij het water plaatsvinden. Openlucht zwembaden en kunstijsbanen zijn uitgesloten”.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum (2008) omschrijft waterrecreatie als: “De vormen van openluchtrecreatie die in hoofdzaak op het gebruik van water gericht zijn”. Deze stichting verdeelt waterrecreatie in drie categorieën: recreatievaart, kleine watersport en oeverrecreatie. Recreatievaart wordt beschreven als boten met vaste slaapaccommodatie die geschikt zijn voor langere tochten. Met kleine waterrecreatie worden kleine motor- en zeilboten, kano’s, watersport, schaatsen en zeilen bedoeld. Met oeverrecreatie worden activiteiten bedoeld als wandelen, fietsen en paardrijden langs het water, zonnen en zwemmen en sportvissen.
Er zijn vele verschillende vormen van waterrecreatie. Zo verdeelt het beleidsplan waterrecreatie en – toerisme van de waterwegen en kust in Vlaanderen waterrecreatie in de volgende vormen: toervaart, hengelsport, snelvaart (speedboten, waterski en jetski), kano-kajak-roei, jaagpadrecreatie, passagiersvaart en veerdiensten, kustrecreatie en –toerisme en overige vormen van waterrecreatie zoals zwemmen, duiken en varen.
In de ‘Toekomstvisie Waterrecreatie 2025’ uit 2011 wordt de waterrecreant beschreven als iedereen die op, aan of in het water zijn vrije tijd doorbrengt, of een sport beoefent. Binnen de context van de Toekomstvisie waterrecreatie 2025 gaat het specifiek over zeilen, motorbootvaren, sportvissen, kitesurfen, waterskiën, wakeboarden, sportduiken, kanoën en roeien. Ook wordt hierin gezegd: “Iedereen kan deelnemen aan waterrecreatie, jong en oud, avonturier en stadsmens. Sportief bezig zijn, rust zoeken, genieten van de natuur, gezellig op of aan het water, in de stad en aan de kust. De drempels om mee te doen zijn laag, wat waterrecreatie is eenvoudig en dichtbij” (Stichting Recreatietoervaart Nederland, 2011, p. 5).
Definitie waterrecreatie:
De definitie van waterrecreatie die in dit rapport wordt gehanteerd, is de definitie die door Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum (2008) is geformuleerd: “De vormen van openluchtrecreatie die in hoofdzaak op het gebruik van water gericht zijn”. Hierbij worden drie vormen onderscheiden: recreatievaart, kleine watersport en oeverrecreatie.
3.2 Vrije tijd
Door de stijgende welvaart, vrije tijd, mobiliteit en individualisering is de vrijetijdsbesteding toegenomen. In diezelfde ontwikkeling heeft ook de watergebonden recreatie aan betekenis gewonnen (Stichting Recreatietoervaart Nederland, 2011).
In het ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO) van het NBTC-NIPO (2012) wordt de volgende definitie van vrijetijdsactiviteiten gehanteerd: Alle (dag)recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning en waarbij men minimaal een uur van huis is (inclusief reistijd). Bezoek aan familie/vrienden/kennissen en activiteiten ondernomen tijdens vakanties blijven buiten beschouwing. De volgende activiteiten worden onderscheiden:
- Buitenrecreatie - Waterrecreatie en –sport - Zelf sporten - Bezoek sportwedstrijd - Beauty/wellness - Bezoek attractie - Bezoek evenement - Recreatief winkelen - Cultuur - Uitgaan - Verenigingsleven
Omdat dit onderzoek zich richt op dag- en verblijfsrecreanten is het belangrijk om deze twee typen recreanten toe te lichten. Van het begrip verblijfsrecreatie zijn verschillende definities. Volgens de beleidsnota ‘Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied’ van de gemeente Rijssen-Holten (2009) is verblijfsrecreatie het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats in Nederland, waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat. Zij onderscheiden verschillende vormen van verblijfsrecreatie:
Overnachten in de openlucht, zoals kamperen
Overnachten kort verblijf, hierbij zijn toeristen vaak op doorreis, zoals bed & breakfast Overnachten lang verblijf, zoals recreatiewoningen, hotels en pensions
Overnachten op het platteland, zoals plattelandskamers of een kampeerboerderij (Beleidsnota ‘Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied’, 2009, p. 9).
Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt onderscheid binnen de verschillende typen logiesaccommodaties als hotels, pensions en jeugdaccommodaties, huisjescomplexen, kampeerterreinen en groepsaccommodaties (CBS, 2008).
In het rapport ‘Mogelijkheden voor toeristisch-recreatieve voorzieningen en activiteiten in West Maas en Waal’ uit 2008 wordt verblijfsrecreatie beschreven als verblijfsrecreatie die vormen omvat van recreatie gericht op verblijf buiten de eigen woningen, waarbij tenminste één overnachting plaats vindt in een recreatief nachtverblijf en waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Voorbeelden zijn kampeerboerderijen en
Ook dagrecreatie kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. Dagrecreatie, of dagtoerisme, is een vorm van recreatie die niet langer duurt dan een dag. Er is dus geen sprake van een overnachting. Volgens het NRIT (2009) is dagrecreatie alle commercieel opererende ondernemingen die vrijetijdsactiviteiten aanbieden waarbij men minstens een dagdeel buiten de deur verblijft (inclusief reistijd).
In het rapport ‘Mogelijkheden voor toeristisch-recreatieve voorzieningen en activiteiten in West Maas en Waal’ uit 2008 wordt dagrecreatie onderscheiden in extensieve dagrecreatie en kleinschalige dagrecreatie. Extensieve dagrecreatie betreft die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen. Kleinschalige dagrecreatie betreft de vormen van recreatie met een beperkte omvang en uitstraling en gericht op het beleven van het buitengebied, zoals: verhuur van fietsen, verhuur van kano’s, verhuur van huifkarren, pony’s etc., uitvoeren van ambachten (kaasboerderij e.d.), tuinbezichtiging en bezichtiging historisch deel boerderij, schuur e.d.
In de CAO dagrecreatie van Recron (2010) wordt het begrip dagrecreatie als volgt omschreven: “Het bieden van een product en/of dienst op het gebied van recreatie, educatie en/of cultuur, dat voor de consument binnen één dag kan worden afgenomen” (Recron, 2010).
3.3 Product-Markt-Partner-Combinatie (PMPC)
De VROM-raad zet in het rapport ‘Groeten uit Holland’ (2006) het vrijetijd & toerisme cluster (V&T cluster) uiteen via de invalshoeken ruimtelijke kwaliteit, economische ontwikkeling en organiserend vermogen. Dit cluster is te zien in figuur 3.1.
De VROM-raad zegt samenvattend het volgende over het V&T cluster: “De raad is ervan overtuigd dat de ruimtelijke kwaliteit van de Nederlandse stedelijke en landelijke gebieden in de 21e eeuw ingrijpend zal veranderen onder invloed van de mondiale markt van vrije tijd en toerisme. Tegelijkertijd vormt de ruimtelijke kwaliteit van de Nederlandse landschappen en steden in toenemende mate een harde voorwaarde om aan de toegenomen concurrentie om bedrijvigheid en koopkracht op regionaal en mondiaal niveau het hoofd te kunnen bieden. De vraag is hoe het cluster van vrije tijd en toerisme (V&T) – waartoe de sport en entertainment, de kunst en cultuur en de natuur en recreatie worden gerekend – zo kan worden toegerust dat het zijn dubbelrol kan spelen als coproducent van ruimtelijke kwaliteit en als bron van economische ontwikkeling” (VROM-raad, 2006, p. 28).
Definitie vrije tijd:
In dit rapport wordt de definitie gehanteerd van het NBTC-NIPO in het ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO) uit 2012. Het CVTO formuleert vrije tijd als volgt: “Alle (dag)recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning en waarbij men minimaal een uur van huis is (inclusief reistijd). Bezoek aan familie/vrienden/kennissen en activiteiten ondernomen tijdens vakanties blijven buiten beschouwing.”
Figuur 3.1 Cluster V&T
Volgens de VROM-raad is de koppeling tussen verschillende sectoren van vrije tijd en toerisme van steeds groter belang. Dit kan door het ontwikkelen van Product-Markt-Partner-Combinaties.
Het begrip Product-Markt-Partner-Combinatie (PMPC) kent verschillende definities.
Bij een product-markt-partner-combinatie gaat het erom wat voor soort product er ontwikkeld zal worden, voor welke doelgroep het product bestemd zal zijn, wie er gaat samenwerken aan de ontwikkeling van het product en op welke wijze uiteindelijk het product op de markt gezet zal worden (Nieuwenhuis, 2003).
De Provincie Overijssel beschrijft PMPC als volgt: “Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s) zijn combinaties van vrijetijd economische producten of diensten die door samenwerkende ondernemers of organisaties ontwikkeld zijn voor de bezoekers of bewoners van Overijssel” (2013).
Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) definieert een PMPC in het onderzoek naar inkomend toerisme (2009) als volgt: “Door het aanbod in Nederland te combineren met reismotieven van potentiële reizigers uit de diverse herkomstmarkten kan een reeks product-marktcombinaties samengesteld worden. Door deze te vermarkten in samenwerking met publieke en private partners ontstaan product-markt-partner combinaties (PMPC’s)” (NBTC, 2009).
Definitie PMPC:
In dit rapport wordt de definitie van PMPC van de Provincie Overijssel uit 2013 gehanteerd: “Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s) zijn combinaties van vrijetijd economische producten of diensten die door samenwerkende ondernemers of organisaties ontwikkeld zijn voor de bezoekers of bewoners van Overijssel”.
3.4 Beleving
Het begrip beleving kent verschillende betekenissen. Beleving is een betekenisvolle ontmoeting op een bepaalde plaats en tijd volgens Boswijk, Thijssen, en Peelen (2007).
Thijssen, Groen en Pijls (2009) beschrijven beleving als volgt: “Beleving is een continu en interactief proces van doen en ondergaan, van actie en reflectie die zin en betekenis geven aan persoonlijke, sociaal-culturele, economische en maatschappelijke contexten in de fysieke en in de virtuele wereld. Bij betekenisvolle belevenissen gebruiken we onze zintuigen terwijl we iets doen en ondergaan. We worden positief of negatief geprikkeld door wat we ondergaan en dat leidt tot bepaalde emoties (plezier, verassing, angst, boosheid, afschuw, minachting of verdriet). De belevenis levert zin en betekenis op in de vorm van waardering (positief of negatief), herhalingsbereidheid, bereidheid om de belevenis met anderen te delen” (Thijssen, Groen en Pijls, 2009).
Omdat beleving een complex begrip is, hebben Thijssen, Groen en Pijls beleving in een eenvoudig model weergeven. Het zogenaamde Guest Journey model. Dit model is te zien in figuur 3.2. Thijssen (2007): “Door beleving te plaatsen in het Guest Journey Model kunnen we betekenisvolle belevenissen plaatsen in een bepaalde context, in een bepaald proces van doen en ondergaan in de tijd en op een bepaalde plaats, waarbij zintuiglijke waarnemingen emoties oproepen die betekenis geven. Hierdoor wordt het complexe begrip beleving beter inzichtelijk en kunnen we beleving in de praktijk bestuderen en beter leren begrijpen, meten en bevorderen.”
Ook hebben Thijssen, Groen en Pijls de kenmerken van een betekenisvolle beleving toegevoegd om een compleet beeld te krijgen:
1. Duidelijk doel of motief 2. Uniek proces voor elk individu 3. Gevoel van controle over de situatie 4. Proces van doen en ondergaan 5. Alle zintuigen zijn betrokken 6. Contact met mensen
7. Contact met authentieke materialen
8. Veranderende perceptie van tijd door concentratie en focus 9. Balans tussen uitdaging en eigen competenties
10. Element van play of flow 11. Emotioneel geraakt 12. Geeft zin en betekenis (Thijssen, Groen en Pijls, 2009)
Pine en Gilmore (1991) beschrijven beleving als: “Beleving is de wijze waarop iemand iets ervaart, een onmiddellijke relatief geïsoleerde gebeurtenis met een complex aan emoties die indruk maken en een bepaalde waarde vertegenwoordigen voor het individu binnen de context van een specifieke situatie. Er zijn vier verschillende soorten belevenissen, namelijk: de lerende belevenis, de amuserende belevenis, de ontsnappende belevenis en de ethische belevenis. Deze vier belevenissen sluiten op elkaar aan en worden samen een unieke en persoonlijke ervaring” (Pine en Gilmore, 1991).
3.5 Relaties tussen de kernbegrippen
Er zit een relatie tussen de besproken begrippen waterrecreatie, vrije tijd, PMPC en beleving. Waterrecreatie is een vorm van vrijetijdsbesteding. Binnen de vrijetijdsbesteding voor dag- en verblijfsrecreanten speelt beleving een grote rol. Het grootste verschil tussen dagrecreatie en verblijfsrecreatie is dat dagrecreatie één dagdeel duurt en verblijfsrecreatie met minimaal één overnachting is. Dit zorgt voor verschillende belevingen voor de recreanten. Ook met betrekking tot de waterrecreatie (Recron, 2013). Voor het maken van een PMPC is het belangrijk om deze drie begrippen duidelijk te hebben.
Definitie beleving:
De definitie van beleving die in dit rapport gehanteerd wordt, is de definitie van Pine en Gilmore (1991). Deze luidt als volgt: “Beleving is de wijze waarop iemand iets ervaart, een onmiddellijke relatief geïsoleerde gebeurtenis met een complex aan emoties die indruk maken en een bepaalde waarde vertegenwoordigen voor het individu binnen de context van een specifieke situatie.” Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in vier verschillende soorten belevenissen, namelijk de lerende belevenis, de amuserende belevenis, de ontsnappende belevenis en de ethische belevenis.
4
Recreatie rondom de Vecht
In dit hoofdstuk wordt het recreatie aanbod van het gebied rondom de Vecht in de regio Vechtdal (Overijssel) onderzocht. De deelvraag die in dit hoofdstuk centraal staat is als volgt geformuleerd:
4.1 De Vecht
De Overijsselse Vecht is met haar 167 kilometer lang de ‘kleinste rivier’ van Nederland, maar wordt ook wel als kleinste ‘grote rivier’ beschouwd. De Vecht is een grensoverschrijdende rivier die in het Duitse Münsterland ontspringt en uitmondt in het Zwarte Water, tussen Zwolle en Hasselt. De Vecht stroomt de eerste honderd kilometer door Duitsland (Vechtdal Hoeve, 2012). Informatie over de rivier de Vecht en het Vechtdal is te vinden in bijlage III op pagina 59.
4.2 Wandelroutes
In het Vechtdal zijn honderden kilometers aan wandelroutes te vinden, zoals het Beerze pad, wandelpad Oudleusen, Verhalenpad en Kastelenpad Dalfsen, Reestpad Balkbrug en Veenpad Sibculo. Daarnaast zijn er ook diverse plaatsen waar rode, blauwe of witte paaltjes te volgen zijn. Veel van deze routes zijn uitgezet door Wandelnetwerk Vechtdal. Dit netwerk bevat in totaal 1300 kilometer aan wandelroutes. Ook het bekende Pieterpad loopt door het Vechtdal, namelijk door de plaatsen Gramsbergen, Hardenberg en Ommen. Verder wordt elk jaar in juni wordt de wandelvierdaagse georganiseerd (Wandelnetwerk Vechtdal, s.a.). Ook wandelen langs rivier de Vecht is mogelijk. Bijvoorbeeld met het Vechtdalpad. Deze wandeltocht is opgesplitst in vier etappes, variërend van 14 tot 22 kilometer per dag. Deze tocht loopt van Zwolle naar Gramsbergen, veelal langs het water (Wandelmagazine, 2013). Verder is de gemeente Ommen door wandelkrant ‘Te Voet’ verkozen tot wandelgemeente 2013. Reden voor deze titel zijn de manier waarop wandelpaden worden onderhouden, de mooie omgeving en de goede faciliteiten (RTV Oost, 2013).
4.3 Fietsmogelijkheden
Ook zijn er vele fietsroutes te vinden in het Vechtdal. Voorbeelden zijn de Klaverbladroute in Staphorst, fietsroute rond en door Nieuwleusen, fietsen langs cultuurhistorie in Dalfsen, Mountainbike Hardenberg en Rondje Gramsbergen. Elk jaar in september wordt de fietsvierdaagse georganiseerd (Reizen en Recreatie, 2012). Een voorbeeld van een route speciaal langs de Vecht is de Vechtdalroute. Deze fietsroute volgt het verloop van de rivier de Vecht. De Vechtdalroute is in totaal 245 kilometer lang en loopt door Duitsland en door Nederland. Deze route loopt langs het water en de Vecht wordt veelvuldig gekruist. Soms gaat de route wat verder van rivier de Vecht af om langs bezienswaardigheden te gaan (Bike and Breakfast, s.a.). In Dalfsen is sinds juni 2013 een pontje in de vaart genomen. Deze verbinding maakt een rondje Dalfsen mogelijk voor fietsers en wandelaars (Provincie Overijssel, 2013).
Deelvraag 1:Wat is het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden voor dag- en verblijfsrecreanten rondom de Vecht?
4.4 Vaarmogelijkheden (motorboot)
De rivier de Vecht is zeer geschikt om met eigen boot op te varen. Om het varen in goede banen te leiden heeft waterschap Velt en Vecht regels opgesteld voor het varen op de Vecht. Hierdoor worden onveilige situaties tegengegaan, krijgen recreatie en toerisme een impuls en worden de natuurwaarden in en langs het water beschermd (Waterschap Velt en Vecht, s.a.). Rondvaarten over de Vecht zijn ook mogelijk. Onder andere in Ommen is een opstapplaats gevestigd.
4.5 Kanovaren
De rivier de Vecht is zeer geschikt om te kanovaren. Rondom de Vecht zijn er diverse organisaties waar kano’s te huur zijn en er zijn veel opstapplaatsen en routes (Waterschap Velt en Vecht, s.a.). Onder andere bij de organisatie Hiawatha Actief in Dalfsen (Provincie Overijssel, 2013). De kanomogelijkheden van de Vecht zijn nog vol in ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in Hardenberg. Hier is in juli 2013 een recreatiesluis gerealiseerd. Deze sluis maakt de Vecht beter bevaarbaar. De sluis kan gepasseerd worden door kleine vaartuigen, sloepen, kano’s en vlotten. Ook kleine rondvaartboten kunnen van de sluis gebruik maken. Deze sluis is een van de projecten van het programma ‘Ruimte voor de Vecht’ (NRIT Media, 2013). Meer informatie over ‘Ruimte voor de Vecht’ is te vinden in bijlage IV op pagina 63.
4.6 Zwemmogelijkheden
De rivier de Vecht is geschikt om te zwemmen. Zo zijn er enkele strandjes aan de waterkant aangelegd om te kunnen zwemmen en zonnen. Doordat de rivier de Vecht een kleine rivier is met weinig scheepvaart is zwemmen in de Vecht lang niet zo gevaarlijk als in de grote rivieren in Nederland (Trips in Nederland, 2013).
4.7 Vismogelijkheden
Aan de Vecht is er keuze uit mooie plekjes om te gaan vissen. Er leven uiteenlopende vissoorten in de Vecht. Veel voorkomende vissen in de Vecht zijn; Brasem, Winde, Voorn, Baars en Karper. De Overijsselse Vecht staat in de Landelijke Lijst van Viswateren. Een VISpas is nodig om te kunnen vissen in de Vecht (Topvisser.nl, 2010).
4.8 Horecagelegenheden
In Overijssel zijn in 2012 totaal 26.070.000 horecabedrijven gevestigd. In de gemeente Hardenberg zijn 1.390.000 horecabedrijven te vinden, in de gemeente Ommen 650.000, in de gemeente Dalfsen 530.000 en in de gemeente Staphorst zijn 190.000 horecabedrijven gevestigd (Koninklijke Horeca Nederland, 2013). Langs de rivier de Vecht zijn ook horecagelegenheden te vinden. Een voorbeeld hiervan is ‘Hotel de Zon’ in Ommen. Dit hotel ligt aan de oevers van rivier de Vecht en heeft een prachtig uitzicht over het Vechtdal. Ook in de overige gemeenten in het Vechtdal zijn er diverse restaurants, cafés en ijssalons gevestigd langs het water. Een ander voorbeeld is restaurant Mooirivier in Dalfsen. Dit restaurant ligt direct aan de Vecht en middenin de natuur (Mooirivier, s.a.). Ook zijn er veel campings gevestigd langs rivier de Vecht. Voorbeelden zijn camping Koeksebelt bij Ommen, de Vechtvallei bij Hardenberg en de ‘boerencamping’ de Boerhoes bij Dalfsen (Vechtdal Overijssel, 2012).
4.9 Streekproducten
Het Vechtdal kent ook zijn eigen streekproducten. Een voorbeeld hiervan is de organisatie Vechtdal Producten. Hier werken veel regionale ondernemers en organisaties samen voor het produceren van Vechtdal Producten. Dit zijn kwalitatief hoogstaande producten waar bij oog is voor een eerlijke beloning van de boer, zijn medewerkers en een eerlijke prijs voor de consument. Deze producten zijn geproduceerd met respect voor de omgeving en het milieu. Er is een milieu, natuur- en diervriendelijk agrarisch productiesysteem wat toegankelijk is voor burgers en toeristen (Vechtdalproducten, s.a.).
4.10 Georganiseerde evenementen
Aan de Vecht worden, met name in de zomer, verschillende evenementen georganiseerd. Een voorbeeld hiervan is “Festival de Vecht”. Sinds drie jaar wordt in augustus in Ommen het bijzondere evenement ‘Festival de Vecht’ georganiseerd. Hierbij worden op en rond de Vecht vele activiteiten georganiseerd. Tijdens het gehele festival zijn er antieke bootjes vanuit heel Nederland te zien op de Vecht. Ook worden er diverse concerten georganiseerd tijdens het festival voor jong en oud (Festival de Vecht, 2013).
4.11 Attracties
In de omgeving van het Vechtdal is ook genoeg te doen. In Attractiepark Slagharen kunnen kinderen zich ook prima een dag vermaken. Dit park beschikt over vele attracties en heeft voor zowel jong als oud genoeg te bieden. Ook zijn er verschillende attracties voor de kinderen in het Vechtdal. Zoals het Giga Konijnenhol op camping De Beerze Bulten. Dit is een ondergronds speelparadijs voor kinderen (Vechtdal Overijssel, 2012).
4.12 Culturele activiteiten
In het Vechtdal is er ook een divers aanbod voor culturele gasten te vinden. Voorbeelden zijn het Tinnenfigurenmuseum in Ommen, de historische plaats Staphorst en diverse ateliers. Verder is het landgoedcentrum Vilsteren ook populair bij cultuurliefhebbers. Hier vlakbij staat ook de hoogste molen van Overijssel, de Vilsterse molen (Vechtdal Overijssel, 2012).
4.13 Steden Zwolle/Kampen
Hoewel de steden Zwolle en Kampen niet aan de Vecht liggen, de Vecht stopt namelijk bij het Zwarte water in Hasselt, vervullen zij wel een sleutelrol voor veel (dag- en verblijfs-)recreanten in het Vechtdal. Om deze reden worden de steden kort besproken. In de Hanzestad Zwolle is er voor inwoners en bezoekers veel te doen. De hoofdstad van Overijssel heeft veel te bieden op culinair, cultureel, sportief, toeristisch en recreatief gebied. Er zijn veel culturele instellingen te vinden, zoals een schouwburg, bibliotheek, filmhuis en musea. Zwolle is een stad met uiteenlopende trekpleisters. Ook worden er veel evenementen georganiseerd, zowel op cultureel als op sportief gebied. Voorbeelden zijn het Bevrijdingsfestival en de Zomerkermis (Gemeente Zwolle, 2013). In Kampen zijn er op het gebied van vrijetijdsbesteding ook veel mogelijkheden voor inwoners en bezoekers. Kampen is een Hanzestad gelegen aan de IJssel. Kampen heeft en sfeervolle binnenstad met verschillende musea, winkels en horecavoorzieningen. Ook in het buitengebied van Kampen zijn er opties om te recreëren. Er zijn diverse wandel- en fietsroutes in de natuur (Gemeente Kampen, 2012).
5
Recreatie rondom andere rivieren
In dit hoofdstuk staat de volgende deelvraag centraal:
In dit hoofdstuk worden eerst drie verschillende grote rivieren in Nederland onderzocht op recreatiemogelijkheden. Hierbij worden de recreatiemogelijkheden behandeld waarmee deze rivieren meer te bieden hebben dan de Vecht. In de eerste paragraaf is de Maas in de regio Zuid-Limburg onderzocht op recreatiemogelijkheden. In de tweede paragraaf van dit hoofdstuk is onderzocht wat de rivier de IJssel in de omgeving van Deventer in de regio Salland te bieden heeft aan recreatiemogelijkheden. In paragraaf drie wordt rivier de Waal behandeld. In paragraaf vier wordt het gebied het Groene Hart behandeld. Voor deze regio is gekozen omdat dit landschap op dit moment bezig is om de waterrecreatie te verbeteren. Hierbij worden verschillende initiatieven genomen. De initiatieven waarmee het Vechtdal zich ook mee bezig zou kunnen houden worden nader toegelicht.
5.1 De Maas
In deze paragraaf wordt onderzocht wat de rivier de Maas te bieden heeft aan recreatiemogelijkheden in de regio Zuid-Limburg. Er wordt specifiek onderzocht op welke punten rivier de Maas zich verder heeft ontwikkeld op het gebied van (water)recreatie in vergelijking met rivier de Vecht. Meer informatie over de recreatiemogelijkheden van rivier de Maas in Zuid-Limburg is te vinden in bijlage V op pagina 67.
Rivier de Maas ontspringt in Noord-Frankrijk. De Maas is in totaal 935 kilometer lang. Het Nederlandse deel van de Maas is 250 kilometer lang. Ook het Maasplassengebied bij Maasbracht en Roermond hoort bij de rivier en heeft veel mogelijkheden op het gebied van waterrecreatie (Langs de Maas, 2004). De natuur in Zuid-Limburg is uniek in Nederland. Het heuvelachtige landschap heeft veel afwisseling. De regio Zuid-Limburg trekken jaarlijks vele toeristen en recreanten, mede door de rivier de Maas (VVV Zuid-Limburg, 2012). In Zuid-Limburg hebben in 2012 in totaal 1035000 Nederlanders hun vakantie doorgebracht (CBS, 2013). Uit de deskresearch is gebleken dat de rivier de Maas meer te bieden heeft aan recreanten op het gebied van fietsmogelijkheden en het kanovaren. Deze twee mogelijkheden worden nader toegelicht.
Fietsmogelijkheden
In Zuid-Limburg zijn veel fietsmogelijkheden. Een voorbeeld hiervan is de Maasdalroute. Deze route van 44 kilometer loopt langs de Maas bij Maastricht tot aan de grens met België. Een andere route langs de Maas is de Maasstadjesroute. De route is 39 kilometer lang. Een nieuwe methode om de route te fietsen is met de elektrische VVV-fiets. Deze fietsen zijn te huren op diverse locaties in Zuid-Limburg. Fietsen met een elektrische fiets is heerlijk licht. De kracht op de pedalen wordt door de geruisloze aandrijving van de fiets verdubbeld. De fietsen zijn heel eenvoudig en gemakkelijk te bedienen (Fietsvriendelijk, 2012).
Deelvraag 2:Wat hebben andere regio’s te bieden aan recreatie voor dag- en verblijfsrecreanten rondom rivieren?
Kanovaren
De Maas per kano verkennen is ook mogelijk. Er zijn diverse organisaties waar een kano gehuurd kan worden. Bijvoorbeeld bij de organisatie Kajak Maasland. Hier kan een kano, kajak of raft gehuurd worden om mee de Maas op te gaan. Ook bij Kano & Rafting Maastricht is dit mogelijk. Zij hebben een avontuurlijke tocht met stroomversnellingen, geschikt voor jong en oud. Hier is het mogelijk om een kanotocht te maken met aansluitend een fiets- of wandeltocht langs het water (VVV Zuid-Limburg, 2012).
5.2 De IJssel
In deze paragraaf wordt onderzocht wat de rivier de IJssel te bieden heeft aan recreatiemogelijkheden in de omgeving van Deventer in de regio Salland. Er wordt specifiek onderzocht op welke punten rivier de IJssel zich verder heeft ontwikkeld op het gebied van (water)recreatie in vergelijking met rivier de Vecht. Meer informatie over de recreatiemogelijkheden van rivier de IJssel in de regio Salland is te vinden in bijlage VI op pagina 69.
Rivier de IJssel is een aftakking van rivier de Rijn. De totale lengte van de IJssel is ongeveer 125 kilometer. De stad Deventer en de plaatsen Olst en Wijhe nemen een belangrijke plek in langs de IJssel. Deventer ligt in de Overijsselse regio Salland (Rivieren in Nederland, 2013). Salland is een uniek vakantiegebied in de provincie Overijssel. De regio is gelegen tussen de rivier de IJssel en het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug (Salland Natuurlijk Gastvrij, 2013). Uit de deskresearch is gebleken dat de rivier de IJssel heeft meer te bieden aan recreanten dan de Vecht op het gebied van wandelroutes en fietsmogelijkheden. Deze twee mogelijkheden worden nader toegelicht.
Wandelroutes
De regio Salland heeft een eigen wandelnetwerk. Er zijn 735 kilometer aan gemarkeerde wandelpaden en 140 gemarkeerde wandelroutes (Salland Natuurlijk Gastvrij, 2013). De natuurgebieden en uiterwaarden langs de IJssel hebben een bijzondere natuur en zijn daarom geliefd bij natuurliefhebbers om te wandelen. Verder werkt Staatsbosbeheer aan plannen om natuurgebieden langs de IJssel beter toegankelijk te maken. Dit gebeurt door nieuwe ‘laarzenpaden’ aan te leggen en delen van het wandelstreekpad “Hanzestedenpad” te verbeteren (IJssel, 2013). Langs de IJssel bestaan al enkele van deze zogenaamde ‘laarzenpaden’. Dit zijn paden zonder verharding en gaan door greppels en over takken (Staatbosbeheer, s.a.).
Fietsmogelijkheden
Fietsmogelijkheden langs de IJssel zijn er genoeg. Een voorbeeld van een fietsroute is de pontjesroute langs de IJssel van 42 kilometer. Deze fietsroute gaat langs de westgrens van Salland langs de rivier de IJssel. In Wijhe en in de stad Deventer wordt de IJssel per pontje overgestoken. Een andere route langs de IJssel is de Landgoederen langs de IJssel route. In Salland zijn veel landgoederen waar historische landhuizen bewaard zijn gebleven. Deze fietsroute komt langs vele van deze landgoederen. Deze route is ontwikkeld door het Sallands Bureau voor Toerisme (Fietswandelweb, 2008-2013). Ook in Salland is het mogelijk om, net als in Zuid-Limburg, de routes te fietsen met de elektrische VVV-fiets. Deze zijn onder andere te huur bij de VVV in Deventer. Hier zijn ook boekjes te koop met verschillende fietsroutes. Hierin worden de rustpunten vermeld en er wordt aangegeven waar onderweg de elektrische fiets opgeladen kan worden (VVV Deventer, s.a.).
5.3 De Waal
Rivier de Waal is een grote en woeste rivier. De totale lengte van de Waal in Nederland bedraagt 82 kilometer. De Waal is de drukst bevaren rivier van Nederland. Er liggen verschillende plaatsen langs de rivier. De grootste stad langs de Waal is Nijmegen. Andere grote steden waar de rivier doorstroomt zijn Tiel en Zaltbommel. De overheid is in 2006 het project ‘Ruimte voor de Waal’ gestart. De overheid hoopt met het project de kans op overstromingen tegen te gaan (Rivieren in Nederland, 2013). Op en langs de Waal worden er veel recreatieve activiteiten georganiseerd. Op het gebied van vaarmogelijkheden heeft de Waal innovatieve mogelijkheden.
Vaarmogelijkheden
Bezoekerscentrum De Grote Rivieren, Staatsbosbeheer en Stichting Wetland Passewaaky organiseren gezamenlijk het een arrangement ‘Wetland Adventure’ aan voor natuur- en cultuurliefhebbers. Hierbij wordt een ‘belevingstocht’ georganiseerd van Tiel naar Fort Sint Andries. Tijdens deze tocht wordt struinen onder begeleiding van een ervaren gids, varen over de ‘wilde rivier’ en picknicken gecombineerd. Onderweg wordt er stilgestaan bij verschillende culturele en historische plaatsen en bouwwerken. Bij dit arrangement staat beleving voorop (Beleef de Waal, 2013). De organisatie NavigArt organiseert luxe minicruises over de Waal. Aan boord van een jacht kan er een tocht worden gemaakt met vrienden, relaties of familie. Op de Waal zijn elf trajecten beschikbaar om te varen. Tijdens de tocht worden er hapjes en drankjes geserveerd en kan men genieten van het uitzicht (NavigArt, 2013).
5.4 Het Groene Hart
Het Groene Hart is een binnen de Nederlandse Randstad gelegen relatief dunbevolkt veenweidegebied. Rond het Groene Hart liggen Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer, Leiden, Haarlem, Amsterdam en Utrecht. Het Groene Hart van Holland is één van de twintig Nationale Landschappen. Het Groene Hart van Holland bestaat uit weiden, veengebieden, meren, rivieren en historische dorpen en steden (Groene Hart, 2013). De Stuurgroep wil de aantrekkingskracht van het Groene Hart als gebied van recreatie en toerisme vergroten. De Stuurgroep voelt zich verantwoordelijk voor de toekomst van het Groene Hart als geheel. Zij volgt de ontwikkelingen en ondersteunt die waar nodig. Eén van de kernprojecten van de Stuurgroep is waterrecreatie. Hierbij wordt aan tien projecten gewerkt. Informatie over deze projecten en de Stuurgroep is te vinden in bijlage VII op pagina 71.
In het Groene Hart groeit het aantal Toeristische Overstapplaatsen (TOP’s) en de worden de faciliteiten van bestaande TOP’s verder uitgebreid. Bij de TOP’s die aan het water liggen bij het Groene Hart worden steeds vaker ook de vaarmogelijkheden aangegeven. Daar is dan de mogelijkheid een boot te huren of je eigen boot te water te laten en van daaruit verder te varen. Met name in Noord-Holland en Utrecht komen binnenkort nog meerdere nieuwe TOP’s tot ontwikkeling waarbij indien ze aan het water liggen ook de vaarmogelijkheden, naast wandelen en fietsen, onder de aandacht worden gebracht. In Zuid-Holland zijn de vaarmogelijkheden bij de TOP’s al aangegeven. Ook wordt er in het Groene hart, in samenwerking met de kanobonden en meerdere gemeenten, gewerkt aan het kanonetwerk. Daarbij wordt bij de ontwikkeling van sloepennetwerken, aanlegvoorzieningen en TOP’s het gebruik van kano’s meegenomen. Het kanonetwerk kan bij deze ontwikkelingen meeliften. Met kleine aanpassingen zoals een lage uitstap bij een aanlegvoorziening, het kanonetwerk in het Groene Hart ook versterkt kan worden (Groene Hart, 2013).
6
Beoordeling huidig recreatieaanbod rondom de Vecht
De deelvraag die in dit hoofdstuk centraal staat is als volgt geformuleerd:
Om deze deelvraag te beantwoorden zijn er een aantal uitkomsten uit de enquête geanalyseerd. Eerst wordt de tevredenheid van de respondenten over het aanbod van de verschillende recreatiemogelijkheden besproken. Vervolgens wat de respondenten hebben geantwoord op de vraag of zij het gebied rondom de Vecht nogmaals zullen bezoeken. Tot slot worden de uitkomsten besproken of de respondenten van de enquête het gebied rondom de Vecht zullen aanbevelen.
De enquêtes zijn afgenomen in de maanden juli en augustus. De enquêtes zijn afgenomen op drie verschillende locaties in het Vechtdal, namelijk op Minicamping ‘Vecht & Zo’, in Dalfsen aan de Vecht en aan de Vecht in Ommen. Tijdens het afnemen van de enquêtes is er rekening gehouden met verschillende dagen, tijdstippen en weertypes. De totale respons is tweehonderd. De precieze onderzoek handelingen zijn opgenomen in hoofdstuk 9. De resultaten van alle vragen uit de enquête zijn te vinden in bijlage IX op pagina 77.
6.1 Tevredenheid
In tabel 6.1 is te zien in hoeverre de respondenten tevreden zijn over het huidige aanbod van de recreatiemogelijkheden in het gebied rondom rivier de Vecht. De recreanten konden hierbij een cijfer geven van 1 tot en met 5. Hierbij is 1 zeer ontevreden en 5 zeer tevreden. De gemiddelde cijfers zijn berekend. Uit het onderzoek is gebleken dat de respondenten het minst tevreden zijn over de winkel met streekproducten, de attracties, de zwemmogelijkheden, het kanovaren en de georganiseerde evenementen. De vaarmogelijkheden en de culturele activiteiten scoren beide wat hoger. Boven de score van 3,5 zitten de wandelroutes, de horecagelegenheden, de vismogelijkheden, en de fietsmogelijkheden. Hierover zijn de respondenten dus meer tevreden.
Tabel 6.1 Uitkomsten tevredenheid recreatiemogelijkheden
Descriptive Statistics
Aantal Gemiddelde Std. Deviatie Tevredenheid winkel met streekproducten 121 2,74 ,834
Tevredenheid attracties 180 3,06 ,768
Tevredenheid zwemmogelijkheden 154 3,06 ,798
Tevredenheid kanovaren 162 3,12 ,911
Tevredenheid georganiseerde evenementen 160 3,13 ,716 Tevredenheid vaarmogelijkheden 146 3,37 ,715 Tevredenheid culturele activiteiten 164 3,48 ,817 Tevredenheid wandelroutes 176 3,60 ,822 Tevredenheid horecagelegenheden 186 3,67 ,612 Tevredenheid vismogelijkheden 120 3,70 ,616 Tevredenheid fietsmogelijkheden 190 3,84 ,760
Deelvraag 3: Wat vinden de recreanten van het huidige aanbod van recreatiemogelijkheden rondom de Vecht?
6.2 Nogmaals bezoeken
Om de tevredenheid verder te onderzoeken is er in de enquête ook gevraagd of de respondenten het gebied rondom de Vecht nogmaals zullen bezoeken. In tabel 6.2 is te zien wat de respondenten hebben geantwoord. 10 respondenten (5%) hebben aangegeven dat het onzeker is of zij het gebied rondom rivier de Vecht nogmaals gaan bezoeken. 68 respondenten (34%) zijn neutraal, 92 respondenten (46%) zijn zeker dat zij het gebied nogmaals gaan bezoeken, en 30 respondenten (15%) zijn hierover zeer zeker.
Tabel 6.2 Uitkomsten nogmaals bezoeken
Gebied rondom de Vecht nogmaals bezoeken
Frequentie Percentage Valide Percentage Cumulatief percentage
Valid Onzeker 10 5,0 5,0 5,0 Neutraal 68 34,0 34,0 39,0 Zeker 92 46,0 46,0 85,0 Zeer zeker 30 15,0 15,0 100,0 Total 200 100,0 100,0 6.3 Aanbevelen
Ook is er aan de respondenten gevraagd of zij het gebied rondom rivier de Vecht zullen aanbevelen. In tabel 6.3 zijn de antwoorden van de respondenten te zien. 20 respondenten (10%) zijn neutraal, 112 respondenten (56%) zouden het gebied rondom rivier de Vecht waarschijnlijk aanbevelen, en 68 respondenten (34%) zouden dit zeer waarschijnlijk doen.
Tabel 6.3 Uitkomsten aanbevelen
Gebied rondom de Vecht aanbevelen Frequentie Percentage Valide
Percentage Cumulatief Percentage Valid Neutraal 20 10,0 10,0 10,0 Waarschijnlijk 112 56,0 56,0 66,0 Zeer waarschijnlijk 68 34,0 34,0 100,0 Total 200 100,0 100,0
7
Wensen van recreanten rondom de Vecht
In dit hoofdstuk staat deelvraag vier centraal, deze is als volgt geformuleerd:
Eerst worden het belang en de tevredenheid van de recreatiemogelijkheden vergeleken in een grafiek. Hierna wordt er gekeken naar de verschillen in wensen van verschillende typen recreanten en de overige wensen. Alle cijfers zijn op een schaal van 1 tot en met 5 gebaseerd.
7.1 Belang en tevredenheid
Om de wensen van de respondenten van de enquête te analyseren, is er een grafiek gemaakt waar het belang en de tevredenheid van de verschillende recreatiemogelijkheden worden vergeleken. Deze grafiek is te zien in figuur 7.1.
Figuur 7.1 Grafiek belang en tevredenheid
2 3 4 5 2,00 3,00 4,00 Tevr e d e n h e id Belang
Aandachtsgebied
Deze grafiek laat zien waar de respondenten het minst tevreden over zijn, maar wat zij wel van belang vinden. De grens van de tevredenheid ligt bij 4. Hiervoor is gekozen omdat 4 en de 5 zijn de hoogste twee cijfers zijn, dit betekent dat de recreanten tevreden of zeer tevreden. Dit is voldoende. De grens van het belang ligt bij 3,2. Hiervoor is gekozen de recreanten meerdere belangen kunnen hebben om naar het Vechtdal te komen. Om deze reden is deze grens lager gesteld dan de tevredenheid. De volgende punten komen in het aandachtsgebied terecht: wandelroutes, fietsmogelijkheden en kanovaren. Het belang van deze recreatiemogelijkheden ligt hoog bij de respondenten, maar de tevredenheid ligt onder de vastgestelde grens van 4.
De grafiek laat zien dat de attractiemogelijkheden vlak bij het aandachtsgebied liggen. Toch is het belang van de attracties niet hoog genoeg. Bij de horecagelegenheden is dit hetzelfde geval. Deze ligt net op de grens van het aandachtsgebied. Het belang van de zwemmogelijkheden, de georganiseerde evenementen, de vismogelijkheden en de culturele activiteiten liggen in het midden. De tevredenheid is lager dan de grens van 4, maar de respondenten vinden deze recreatiemogelijkheden ook niet van groot belang in het Vechtdal. Over de winkel met streekproducten zijn de respondenten ook niet tevreden, maar het belang van de streekproducten scoort het laagst van alle recreatiemogelijkheden. In tabel 7.1 zijn alle gemiddelde cijfers te zien van het belang en de tevredenheid.
Tabel 7.1 Gemiddelde belang en tevredenheid
Belang Tevredenheid Winkel met streekproducten 2,60 2,74
Vismogelijkheden 2,95 3,7 Georganiseerde evenementen 2,99 3,13 Vaarmogelijkheden 2,99 3,37 Zwemmogelijkheden 3,02 3,06 Culturele activiteiten 3,05 3,48 Attracties 3,16 3,06 Horecagelegenheden 3,19 3,67 Kanovaren 3,25 3,12 Wandelroutes 3,55 3,6 Fietsmogelijkheden 4,01 3,84
7.2 Verschillen typen recreanten
Om de wensen nader te onderzoeken is er ook gekeken naar de verschillen in wensen van typen recreanten. Als eerste is er gekeken naar de verschillen van de dagrecreanten, de verblijfsrecreanten en de omwonenden van het Vechtdal. Er is onderzocht of er verschillen zijn in de tevredenheid en het belang van de verschillende recreatiemogelijkheden. Met behulp van variantieanalyse kan getoetst worden of de gemiddelden van meer dan twee onafhankelijke groepen van elkaar afwijken. Uit de hoogte van de F-waarde in combinatie met de overschrijdingskans (0.005) kan er worden gekeken of er significante verschillen bestaan. De uitkomsten zijn te vinden in bijlage X op pagina 91.
TEVREDENHEID
Door de gemiddelde uitkomsten over de tevredenheid te vergelijken van de dagrecreanten, de verblijfsrecreanten en de omwonenden van het Vechtdal, kunnen de verschillen worden geconstateerd.
Hieruit is gebleken dat er significante verschillen bestaan tussen de tevredenheid over het kanovaren, de horecagelegenheden, de georganiseerde evenementen en de attracties.
Kanovaren:Tussen de tevredenheid over de kanovaarmogelijkheden bestaat er een significant verschil. De dagrecreanten geven gemiddeld een 2,88 en de omwonenden een 2,71. Zij zijn hierover het minst tevreden. De verblijfsrecreanten geven gemiddeld een 3,31, en zijn hierover het meest tevreden. Horecagelegenheden: De tevredenheid over de horecagelegenheden rondom de Vecht is ook verdeeld. De omwonenden zijn het meest tevreden met een gemiddelde van 3,94. De dagrecreanten zitten er iets onder met een 3,77. De verblijfsrecreanten zijn het minst tevreden met gemiddeld een 3,54.
Georganiseerde evenementen: Ook bij het aanbod van de georganiseerde evenementen bestaat er een significant verschil. De omwonenden zijn hier het meest tevreden over. Zij geven gemiddelde een 3,50. De dagrecreanten zitten net iets lager met een gemiddelde van 3,33. De verblijfsrecreanten zijn het minst tevreden. Zij geven gemiddeld een 2,91.
Attracties: Bij het aanbod van de attracties is de tevredenheid ook verdeeld. De dagrecreanten zijn redelijk tevreden met een gemiddelde van 3,44. De verblijfsrecreanten en de omwonenden geven een 2,94 en een 3,00. Dit betekent dat zij neutraal zijn over de tevredenheid van het aanbod van de attracties.
BELANG
Ook is er gekeken naar de verschillen in het belang van de recreatiemogelijkheden van de dagrecreanten, de verblijfsrecreanten en de omwonenden. Door de gemiddelden te vergelijken is uit het onderzoek gebleken dat er significante verschillen bestaan tussen het belang van de wandelroutes, de fietsmogelijkheden, de zwemmogelijkheden, de georganiseerde evenementen en het bezoek aan de steden Zwolle/Kampen.
Wandelroutes: De wandelroutes zijn het meest van belang onder de dagrecreanten. Deze geven gemiddeld een 4,00. Hierna volgen de verblijfsrecreanten met een 3,51. Voor de omwonenden zijn de wandelroutes minder van belang. Zij geven gemiddeld een 3,11. Het grootste verschil zit dus tussen de dagrecreanten en de omwonenden.
Fietsmogelijkheden: Ook bij het belang van de fietsmogelijkheden zit er een groot verschil tussen de dag- en verblijfsrecreanten en de omwonenden. De dagrecreanten geven gemiddeld een 4,17 en de verblijfsrecreanten een 4,20. De omwonenden zitten hier een stuk onder met gemiddeld een 3,17. Zwemmogelijkheden: Het belang van zwemmogelijkheden in de omgeving van de Vecht is het grootst bij de omwonenden. Zij geven gemiddeld een 3,78. Het gemiddelde van de dag- en verblijfsrecreanten liggen allebei onder de 3. Namelijk 2,96 en 2,81. De dag- en verblijfsrecreanten vinden zwemmogelijkheden dus van minder belang.
Georganiseerde evenementen: Het belang van de georganiseerde evenementen is het hoogst bij de omwonenden. Zij geven gemiddeld een 3,94. De dagrecreanten geven een 2,91, en de verblijfsrecreanten een 2,73. Dit betekent dat zij minder belang hechten aan de georganiseerde evenementen in de omgeving van de Vecht.
Bezoek aan steden Zwolle/Kampen: Een bezoek aan de steden Zwolle en/of Kampen is het meest van belang voor de verblijfsrecreanten. Zij geven gemiddeld een 3,73. De omwonenden hebben het laagste gemiddelde, namelijk 2,78. De dagrecreanten zitten er tussen in, namelijk 3,35. Waarschijnlijk komt dit doordat de verblijfsrecreanten langer in het Vechtdal verblijven, en daarom ook de omliggende steden gaan bezoeken.
