• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid,37 van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid,37 van de Mededingingswet."

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid,37 van de Mededingingswet.

Nummer 7273 / 29

Betreft zaak: 7273/HTM - Qbuzz - HTM Buzz

I. MELDING

1. Op 27 september 2011 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat HTM Personenvervoer N.V. en Qbuzz B.V. voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, in de zin van artikel 27, tweede lid van de Mededingingswet.

2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 17998 van 4 oktober 2011. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant is een zienswijze van een derde naar voren gebracht. De NMa heeft vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

3. HTM Personenvervoer N.V. (hierna: HTM) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. De gemeente Den Haag houdt alle aandelen in HTM.

(2)

gebied van het aanbieden van openbaar busvervoer in de regio Haaglanden, via de concessie Bus Haaglanden-Stad (hierna: de Stadsbusconcessie Haaglanden).1

III. DE GEMELDE OPERATIE

7. De gemelde operatie betreft het voornemen van HTM en Qbuzz om gezamenlijke zeggenschap te verwerven in HTM Buzz. HTM Buzz zal worden ingericht om een bod uit te brengen op de Stadsbusconcessie Haaglanden en bij gunning zal HTM Buzz verantwoordelijk zijn voor de uitvoering daarvan.2 De hierover tussen partijen gemaakte afspraken zijn neergelegd

in de Intentieverklaring. Op 5 oktober 2011 zijn door partijen conceptstatuten opgesteld voor HTM Buzz.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

8. Ter beoordeling van de toepasselijkheid van het concentratietoezicht wordt in het navolgende onderzocht of de gemelde operatie resulteert in de totstandkoming van een

gemeenschappelijke onderneming waarin HTM en Qbuzz gezamenlijke zeggenschap hebben en vervolgens of deze gemeenschappelijke onderneming duurzaam alle functies van een

zelfstandige economische eenheid vervult.

1) Gezamenlijke zeggenschap

9. Er is sprake van gezamenlijke zeggenschap indien zowel HTM als Qbuzz de mogelijkheid heeft om beslissende invloed uit te oefenen op de gemeenschappelijke

onderneming HTM Buzz. Beslissende invloed betekent in dit verband dat de betrokkenen bij machte zijn maatregelen te blokkeren die het strategische commerciële gedrag van een onderneming bepalen.3

10. Uit de Intentieverklaring blijkt dat de gelijkwaardigheid van partijen in de nieuw op te richten onderneming zich uitstrekt tot de zeggenschap, de aandelenverhouding en het

rendement. Partijen zullen op basis van een 50/50%-verhouding deelnemen in het kapitaal van de op te richten gemeenschappelijke onderneming. Volgens de conceptstatuten geeft elk van de

1 Partijen hebben desgevraagd aangegeven dat de samenwerking vooralsnog alleen ziet op de Stadsbusconcessie

Haaglanden. Indien de samenwerking zou worden uitgebreid, bijvoorbeeld […], hebben partijen toegezegd dat zij deze nieuwe situatie zullen voorleggen aan de NMa.

2 Intentieverklaring van partijen van 7 september 2011, artikel 2.6. (hierna: de Intentieverklaring)

3 Zie de Geconsolideerde Mededeling van de Commissie over Bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG)

(3)

aandelen recht op een gewone stem. Partijen beslissen derhalve op basis van een gelijke stemverhouding.

11. Uit het voorgaande volgt dat sprake is van gezamenlijke zeggenschap.

2) Zelfstandigheid

12. Voor de toepassing van artikel 27, tweede lid, Mededingingswet dient voorts te worden vastgesteld dat de gemeenschappelijke onderneming duurzaam alle functies zal vervullen van een zelfstandige economische eenheid. De gemeenschappelijke onderneming zou in dit geval als ‘volwaardige’ gemeenschappelijke onderneming kunnen worden gekwalificeerd zodra de

Stadsbusconcessie Haaglanden door Stadsgewest Haaglanden aan haar wordt toegekend. De gemeenschappelijke onderneming zal dan in operationeel opzicht zelfstandig op de markt opereren.4

13. Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt dat de gemeenschappelijke onderneming zal worden uitgerust met een bestuur, bestaande uit een directeur die zich fulltime aan de dagelijkse bedrijfsvoering zal wijden, alsmede met personeel en de noodzakelijke

vermogensbestanddelen om in ieder geval een bieding op de Stadsbusconcessie Haaglanden uit te brengen en, na gunning, de concessie zelfstandig te kunnen uitvoeren.

14. De gemeenschappelijke onderneming zal na oprichting, maar vóór de bieding, worden uitgerust met de benodigde middelen, waaronder personeel dat een biedteam zal vormen om de bieding voor te bereiden en in te dienen. De beide moederondernemingen zullen voorts

voldoende middelen inbrengen om de werkzaamheden mogelijk te maken.

15. Na gunning van de Stadsbusconcessie Haaglanden zal HTM personeel (chauffeurs, indirect personeel en leidinggevenden) inbrengen in HTM Buzz. In totaal zal HTM Buzz ongeveer […] werknemers krijgen waarvan circa […] buschauffeurs. Deze zullen in beginsel van rechtswege overgaan op grond van artikel 37 Wet personenvervoer 20005 (hierna: Wp2000).

16. Naast personeel en vermogensbestanddelen zullen partijen financiële middelen inbrengen in de vorm van kapitaalstorting naar rato van het aandelenbelang en zullen de moeders, indien nodig, garanties verstrekken zodat de onderneming extern financiering kan aantrekken.

4 Zie de Geconsolideerde Mededeling van de Commissie, reeds aangehaald, punten 93 en 105.

5 Wet van 6 juli 2000, houdende nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer (Wet

(4)

17. Op basis van het voorgaande kan worden vastgesteld dat HTM Buzz als zelfstandige economische eenheid kan worden gekwalificeerd.

3) Duurzaamheid

18. Partijen hebben de intentie HTM Buzz voor onbepaalde tijd te laten functioneren. De looptijd van de Stadsbusconcessie Haaglanden is vijf jaar. Vanwege de onomkeerbare inbreng van honderden personeelsleden en bussen kan geconcludeerd worden dat HTM Buzz na eventuele gunning van de concessie een duurzaam karakter heeft.

Conclusie

19. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, tweede lid, van de Mededingingswet. De hierboven, onder de randnummers 8 tot en met 18 omschreven transactie leidt ertoe dat een gemeenschappelijke onderneming tot stand wordt gebracht die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult.

20. Betrokken ondernemingen zijn HTM, Qbuzz en HTM Buzz.

21. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

Inleiding

22. Het openbaar vervoer in Nederland wordt sinds de inwerkingtreding in 2001 van de Wp2000 en het Besluit personenvervoer 20006

(Bp2000) Europees openbaar aanbesteed via concessies.7

Een concessie is het recht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer te verrichten in een bepaald gebied gedurende een bepaald tijdvak.

23. Uitzondering op de aanbestedingsplicht waren tot nu toe de concessies voor het hoofdrailnet en voor het stadsvervoer in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. In artikel 36b Bp20008 is echter bepaald dat de concessies in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam uiterlijk met

ingang van 1 januari 2013 moeten zijn verleend aan een concessiehouder nadat er een

6 Besluit van 14 december 2000, houdende vaststelling van een Algemene Maatregel van Bestuur ter uitvoering van de Wet

personenvervoer 2000, Stb 2000/563.

(5)

aanbesteding is gehouden voor zover het alleen openbaar vervoer per bus of openbaar vervoer per bus en per metro en/of tram betreft. Als de aanbestedende diensten in deze steden ervoor kiezen om voor 2013 alleen het busvervoer aan te besteden, moet de concessie voor het openbaar vervoer per metro of tram uiterlijk met ingang van 1 januari 2017 na aanbesteding zijn verleend.9

24. Het Stadsgewest Haaglanden als aanbestedende dienst heeft besloten de aanbesteding van het busvervoer Den Haag eind 2011 te laten plaatsvinden zodat in december 2012 de nieuwe concessiehouder van start kan gaan. De aanbesteding van het railvervoer (tram) volgt later.10

Stadsgewest Haaglanden

25. Het Stadsgewest Haaglanden is als concessieverlener verantwoordelijk voor de aanbesteding van de volgende openbaar vervoerconcessies in de stadsregio:

- Concessie Bus Haaglanden-Stad: het busvervoer in (delen van) de gemeenten Den Haag,

Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Concessiehouder is HTM tot en met december 2012. - Concessie Regionaal Busvervoer Haaglanden: het busvervoer in (delen van) de gemeenten

Ypenburg, Leidschenveen, Delft, Zoetermeer, Rijswijk, Naaldwijk, Maassluis, Hoek van Holland, Monster, Wassenaar, Pijnacker, Voorschoten, Leidschendam-Voorburg. Concessiehouder is Veolia tot en met december 2017.

- Concessie Rail: alle tramlijnen in Den Haag en omstreken. Concessiehouder is HTM tot en

met december 2016.

- Concessie Randstadrail. Erasmuslijn regio Den Haag. Concessiehouder is RET tot en met

december 2016.

A. RELEVANTE MARKTEN

Relevante productmarkt(en)

26. Partijen gaan in de melding uit van een markt voor betwistbaar openbaar vervoer ongeacht modaliteit, maar uitgezonderd het openbaar vervoer per tram en metro in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

9 Tot die tijd zijn deze concessies onderhands gegund aan de gemeentelijke vervoersondernemingen GVB, HTM en RET. 10 De Stadsregio Rotterdam heeft eveneens besloten het busvervoer nu aan te besteden, zodat de nieuwe concessiehouder

(6)

27. In het besluit in de zaak 6957/Veolia - CDC - Transdev11 heeft de NMa een markt

vastgesteld voor betwistbaar openbaar vervoer, exclusief het openbaar vervoer in de drie grote steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, waarbij geen nader onderscheid wordt gemaakt naar vervoersmodaliteit waaronder bus, trein, tram en ferry. Redenen hiervoor waren dat concessieverleners steeds vaker afzonderlijke concessies met verschillende modaliteiten samenvoegen tot één concessie en dat vrijwel alle spelers op de markt verschillende vervoersmodaliteiten uitvoeren.

28. Vanwege de verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer in de drie grote steden kan worden aangenomen dat ook deze concessies tot de markt voor betwistbaar openbaar vervoer behoren op het moment dat zij worden aanbesteed. In ieder geval geldt dit voor het op korte termijn aan te besteden busvervoer in Den Haag.

29. Gelet op het voorgaande wordt hierna uitgegaan van een markt voor betwistbaar openbaar vervoer, inclusief het openbaar busvervoer in de grote steden voor zover hiervoor op korte termijn een aanbesteding zal worden gehouden.

Relevante geografische markt(en)

30. Partijen stellen zich, onder verwijzing naar het besluit in de zaak 6957/Veolia - CDC -

Transdev12, op het standpunt dat de markt voor betwistbaar openbaar vervoer nationaal van

omvang is. Omdat de gemeenschappelijke onderneming uitsluitend actief zal zijn op het deel van deze markt bestaande uit openbaar vervoer in het Stadsgewest Haaglanden gaan partijen in de melding ook in op de mogelijke gevolgen van de concentratie voor de concurrentie in deze regio.

31. De NMa gaat er voor de beoordeling van deze concentratie van uit dat de markt voor betwistbaar openbaar vervoer nationaal van omvang kan zijn omdat de

concurrentieomstandigheden bij aanbestedingen van concessies voor openbaar vervoer overal in Nederland gelijk zijn en de meeste spelers interesse hebben in, dan wel bieden op de overgrote meerderheid van de concessies.

32. In dit geval is er echter reden om eveneens te kijken naar de gevolgen van de

concentratie op een mogelijke regionale markt die het Stadsgewest Haaglanden omvat, omdat de gemeenschappelijke onderneming wordt opgericht met het doel vooralsnog uitsluitend op de Stadsbusconcessie Haaglanden te bieden. Daarbij komt, zoals hiervoor in randnummer 3 is vermeld, dat HTM een dochteronderneming van de gemeente Den Haag is, die 100% van de aandelen houdt. De concurrentieomstandigheden op deze mogelijke regionale markt kunnen

(7)

anders zijn dan op de nationale markt. Daarom moet voor de beoordeling van de gevolgen van de concentratie in dit specifieke geval ook worden gekeken naar de effecten op de mededinging bij de aanbesteding van de Stadsbusconcessie Haaglanden.

33. Gezien het vorenstaande zijn voor de beoordeling van de gevolgen van de concentratie hieronder zowel de effecten op een nationale markt voor betwistbaar openbaar vervoer als de effecten voor de mededinging op een mogelijke regionale markt die het Stadsgewest Haaglanden omvat in kaart gebracht.

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

34. Partijen hebben in de melding beargumenteerd dat de voorgenomen concentratie niet leidt tot een beperking van de mededinging omdat er op de Stadsbusconcessie Haaglanden biedingen worden verwacht van verschillende andere spelers, naast het voorgenomen gezamenlijke bod van HTM en Qbuzz.

Nationale markt

35. Op een nationale markt voor betwistbaar openbaar vervoer bedraagt het marktaandeel van HTM en Qbuzz gezamenlijk in 2010 circa 6% in concessies en circa [10-20%] in omzet. Indien de posities van NS en Syntus aan die van Qbuzz toegevoegd zouden moeten worden13,

bedraagt dit gezamenlijke marktaandeel in concessies circa 25% en in omzet circa [20-30%].14 Of

NS met Qbuzz en Syntus als één speler op de markt gezien moet worden, kan hier in het midden worden gelaten, omdat het de uiteindelijke beoordeling van deze concentratie niet beïnvloedt. 36. Andere grote partijen die actief zijn op een nationale markt voor betwistbaar openbaar vervoer zijn Connexxion/Veolia (circa 57% in concessies in 2010) en Deutsche Bahn/Arriva (20% in concessies in 2010).15 Als gevolg hiervan kan reeds gesteld worden dat er voldoende grote(re)

partijen overblijven waardoor deze concentratie geen significante beperking van de concurrentie op een nationale markt kan opleveren.

37. Gelet op het feit dat hier sprake is van een biedmarkt hebben marktaandelen bij de inschatting van het concurrentiepotentieel van verschillende partijen een relatief beperkte waarde. Ook dan geldt voor een Nederlandse markt voor betwistbaar openbaar vervoer conform het

13 NS is aandeelhouder in zowel Qbuzz als Syntus. Zie hiervoor ook het NMa besluit in zaak 6957/Veolia - CDC - Transdev

van 7 september 2010, punt 34.

14 Inclusief de concessie Regio Utrecht komt het marktaandeel van Qbuzz op circa [10-20%]. Het marktaandeel van HTM is

[0-10 %], van Syntus [0-10%] en van NS [10-20%].

(8)

besluit in zaak 6957/Veolia - CDC-Transdev16 dat partijen bij de inschatting van hun concurrentie

bij een willekeurige aanbesteding in Nederland normaal gesproken rekening zullen houden met één of meerdere serieuze concurrenten die een bod kunnen en mogelijk zullen doen. Dit verandert niet als gevolg van de onderhavige concentratie.

Stadsbusconcessie Haaglanden

38. Zoals hiervoor in randnummer 32 is vermeld, zullen mogelijke effecten van de

concentratie op de mededinging zich met name voordoen in het Stadsgewest Haaglanden. Deze effecten kunnen zich vooral voordoen als HTM of Qbuzz de ander als meest nabije concurrent ziet en Qbuzz en HTM beide afzonderlijk op voorhand méér kans zou hebben om de

aanbesteding te winnen dan andere vervoersondernemingen die een bod zouden kunnen uitbrengen. In dat geval zouden HTM en Qbuzz gezamenlijk een minder scherp bod kunnen uitbrengen dan zij afzonderlijk van elkaar zouden doen.

39. De concessie waar partijen gezamenlijk op willen gaan bieden betreft grootstedelijk busvervoer. In het onderzoek van de NMa onder marktpartijen hebben diverse partijen aangegeven dat het vervoer in de grote steden interessant is, omdat juist hier nog

groeimogelijkheden zijn. Op basis van de aard van deze concessie is daarom de verwachting gerechtvaardigd dat naast HTM en Qbuzz grote landelijke vervoersbedrijven, zoals Arriva en Connexxion, maar mogelijk ook buitenlandse toetreders, zoals Keolis en National Express, een bod zullen uitbrengen. Hoewel er dus andere concurrenten zijn, zouden Qbuzz en HTM in de regio Haaglanden sterke concurrenten van elkaar kunnen zijn. HTM heeft als zittende speler mogelijk voordelen. Zo heeft HTM als zittende vervoerder een informatievoordeel en in Den Haag als geen ander ervaring met stadsvervoer, dat volgens partijen gecompliceerder is dan streekvervoer omdat het zich kenmerkt door een zeer hoge vervoersfrequentie en regelmatige lokale (stedelijke) verstoringen. HTM is reeds goed bekend met de opdrachtgever en zij beschikt over kennis van lokale vervoerstromen, van het personeel en van de interactie tussen busvervoer en tramvervoer in Den Haag. Qbuzz is de afgelopen jaren in staat gebleken belangrijke

busconcessies te winnen.17 In verband hiermee heeft de NMa onderzocht of HTM en Qbuzz als

elkaars meest nabije concurrenten gezien moeten worden of dat Qbuzz niet méér kans maakt om de aanbesteding te winnen dan andere vervoersondernemingen die een bod kunnen uitbrengen.

40. […].

Concurrentiepositie van HTM

16 Reeds aangehaald, punt 81.

17 Waaronder de concessie Groningen - Drenthe en de recent gewonnen concessie Busvervoer Regio Utrecht die in

(9)

41. In zaak 6957/Veolia - CDC - Transdev heeft de NMa geconstateerd dat zittende spelers, net als de houder van een aangrenzende concessie, over het algemeen geen doorslaggevend voordeel hebben bij het winnen van concessies ten opzichte van andere spelers. In het specifieke geval van de Stadsbusconcessie Haaglanden is het echter zeer goed mogelijk dat HTM als zittende vervoerder wel bepaalde voordelen heeft ten opzichte van andere spelers op de markt (zie hiervoor randnummer 39). […].

42. Gezien het vorenstaande moet HTM gezien worden als belangrijke gegadigde voor de Stadsbusconcessie Haaglanden. Deze omstandigheid vormt voor de NMa aanleiding te

onderzoeken of Qbuzz voor deze concessie een betere positie inneemt dan de andere spelers op de markt. Het onderzoek heeft zich dan ook met name gericht op de vraag of Qbuzz over dermate voordelen beschikt die haar onderscheiden van de andere spelers op de markt, dat zij gezien moet worden als de meest nabije concurrent van HTM.

Concurrentiepositie Qbuzz

43. Qbuzz is in 2008 toegetreden tot de markt en heeft sindsdien een aantal belangrijke concessies weten te winnen18, waarbij Qbuzz zich met name richt op busvervoer.19

44. Qbuzz heeft qua ervaring met aanbestedingen en in financieel opzicht, bijvoorbeeld als het gaat om schaalvoordelen bij de inkoop van (rollend) materieel en brandstof, een vergelijkbare positie als andere grote vervoersmaatschappijen zoals Arriva en Connexxion/Veolia. In het onderzoek onder marktpartijen van de NMa hebben bevraagde marktpartijen ook aangegeven dat het belang van NS in Qbuzz ervoor zorgt dat Qbuzz over kosten- en schaalvoordelen beschikt en vertrouwen schept bij de banken bij het aangaan van garanties en leningen.

45. Qbuzz beschikt voor de Stadsbusconcessie Haaglanden echter niet over specifieke voordelen die andere vervoersbedrijven niet op vergelijkbare wijze hebben en die haar daarbij tot de belangrijkste concurrent van HTM zouden maken. Qbuzz is nog nooit actief geweest in het Stadsgewest Haaglanden en heeft als gevolg daarvan nog geen relatie met de opdrachtgever en geen specifieke kennis van het gebied. Qbuzz verkeert ook in dat opzicht niet in een betere positie dan andere mogelijke gegadigden voor de onderhavige aanbesteding.

46. De NMa stelt op basis van onderzoek onder marktpartijen en de uitkomsten van recente biedingen vast dat er geen reden is te veronderstellen dat andere spelers op voorhand als minder competitief dienen te worden gezien dan Qbuzz. Niet valt in te zien waarom bijvoorbeeld Arriva

18 Zie hiervoor, randnummer 39 en noot 17.

(10)

of Connexxion/Veolia niet in staat zouden zijn om een concurrerend bod uit te kunnen brengen op de onderhavige concessie. Ten aanzien van de Stadsbusconcessie Haaglanden heeft Qbuzz derhalve ten hoogste een vergelijkbare positie ten opzichte van HTM als haar concurrenten.

47. Gezien het vorenstaande heeft de NMa geen reden om aan te nemen dat onderhavige concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren, met name als het resultaat van het in het leven roepen of het versterken van een economische machtspositie.

Coördinatie tussen de moederondernemingen

48. Bij de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies vervult van een zelfstandige economische eenheid, zoals HTM Buzz, onderzoekt de NMa of het aannemelijk is dat met de oprichting van die gemeenschappelijke onderneming coördinatie van concurrentiegedrag tussen de oprichtende ondernemingen, in dit geval Qbuzz en HTM, wordt beoogd of tot stand gebracht.20

49. In dit geval betekent dit dat moet worden nagegaan in hoeverre het aannemelijk is dat HTM en Qbuzz hun activiteiten die niet worden ingebracht in HTM Buzz zullen coördineren als rechtstreeks gevolg van de concentratie.21

50. Met betrekking tot Stadsgewest Haaglanden geldt dat HTM en QBuzz in de Intentieverklaring hebben opgenomen dat zij op geen andere wijze dan via de

gemeenschappelijke onderneming een bod zullen uitbrengen op de Stadsbusconcessie Haaglanden, tenzij hiervoor schriftelijk toestemming is verleend door de andere partij. In het geval dat partijen, naast hun bieding middels HTM Buzz, ieder toch afzonderlijk zouden inschrijven op deze concessie - hetgeen niet waarschijnlijk is -, is de kans zeer wel aanwezig dat zij hun inschrijvingen zouden coördineren of althans dat zij minder sterk met elkaar zouden concurreren dan het geval zou zijn wanneer de gemeenschappelijke onderneming niet zou bestaan. Echter, gegeven de verwachte aanwezigheid van verschillende andere grote aanbieders (zie randnummers 39 en 46), is het niet aannemelijk dat de mededinging hierdoor significant zou kunnen worden beperkt.

51. Wat betreft het regionale busvervoer en het tramvervoer (inclusief RandstadRail) in deze regio geldt het volgende. De huidige Concessie Regionaal Busvervoer Haaglanden heeft een looptijd tot en met december 2017; de Concessie Rail zal naar verwachting pas op zijn vroegst op

20 Artikel 37, derde lid, van de Mededingingswet.

21 Zie randnummer 27 considerans en artikel 2, vijfde lid, van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op

(11)

1 januari 2017 na aanbesteding moeten zijn verleend.22 Gezien de dynamiek in de markt voor

betwistbaar openbaar vervoer, in de vorm van nieuwe (buitenlandse) aanbieders, regelmatige nieuwe aanbestedingen en de mogelijkheden tot toetreding, kunnen de gevolgen van de

onderhavige concentratie op een dergelijke termijn met onvoldoende zekerheid worden overzien en beoordeeld.

52. Partijen hebben aangegeven dat HTM Buzz vooralsnog niet actief zal worden buiten het Stadsgewest Haaglanden (zie hiervoor randnummer 6 en voetnoot 1) In het geval dat HTM Buzz, na winst van de Stadsbusconcessie Haaglanden, niet verder actief zou zijn op de nationale markt, is het in principe nog altijd mogelijk dat de moederondernemingen hun gedrag coördineren met betrekking tot toekomstige concessies waarop zij beide afzonderlijk (dus niet via HTM Buzz) inschrijven. In die situatie zou het enkele feit, dat het bestaan van de gemeenschappelijke onderneming een platform biedt voor dergelijke coördinatie, onvoldoende zijn om te concluderen dat die eventuele coördinatie een rechtstreeks gevolg is van de onderhavige concentratie. Een direct causaal verband is daarom in dit specifieke geval onvoldoende aannemelijk.

53. Gezien het vorenstaande heeft de NMa geen reden om aan te nemen dat met

onderhavige concentratie de coördinatie van het concurrentiegedrag van Qbuzz en HTM wordt beoogd of tot stand gebracht.

VI. CONCLUSIE

54. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft geen reden om aan te nemen dat de onderhavige concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren. 55. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 31 oktober 2011

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

(12)

W.g. Henk Don

Lid van de Raad van Bestuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Lisse omvat, behalen partijen een marktaandeel van maximaal [30-40] procent op het

Op grond van de ter beschikking staande gegevens kon met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat er geen sprake is van een door de concentratie te beïnvloeden markt in de zin

marktaandelen kleiner zijn dan 25% in de horizontale relatie en kleiner zijn dan 30% in de verticale relatie, en er anderszins ook geen aanwijzingen zijn dat de

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Hierin is medegedeeld dat Gilde Equity Management (GEM) Benelux Capital Partners B.V., onderdeel van Gilde Equity Management (GEM) Benelux Holding B.V., voornemens is zeggenschap