De effectiviteit van de auditcommissie en ondernemingsprestaties
Een onderzoek naar de invloed van de kenmerken van de auditcommissie in relatie tot de ondernemingsprestaties voor beursgenoteerde ondernemingen
uit Nederland en de Verenigde Staten.
Masterthesis Accountancy
Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde 21 december 2014
Hinke Fennema Studentnummer: 2030799
Eendrachtskade 5a 9718BA Groningen
tel,: 0630344779
e-mail: hinke_fennema@hotmail.com
Begeleider: Dr. F. van Beest
ABSTRACT
In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de invloed van de effectiviteit van de auditcommissie op de ondernemingsprestaties van ondernemingen uit Nederland en de Verenigde Staten. De effectiviteit van de auditcommissie komt tot uitdrukking door de invloed van een vijftal kenmerken in relatie tot de ondernemingsprestaties. De kenmerken onafhankelijkheid, financiële expertise, het aantal vergaderingen, de omvang en geslachtsdiversiteit worden meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van 136 beursgenoteerde ondernemingen uit Nederland en de Verenigde Staten over de jaren 2011 en 2012. Uit het onderzoek blijkt dat de kenmerken omvang en geslachtsdiversiteit positief en significant gerelateerd zijn aan de ondernemingsprestaties.
Daarentegen blijkt dat onafhankelijkheid, financiële expertise en het aantal vergaderingen
niet significant gerelateerd zijn aan ondernemingsprestaties .
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING 4
1.1. Introductie en relevantie 4
1.2. Wetenschappelijke bijdrage 5
1.3. Structuur onderzoek 7
2. THEORIE 8
2.1. Agency theorie 8
2.2. Corporate Governance codes 8
2.3. Accountingstandaarden 10
2.4. Auditcommissie en ondernemingsprestaties 11
2.4.1. Onafhankelijkheid 12
2.4.2. Financieel expert 13
2.4.3. Aantal vergaderingen 14
2.4.4. Omvang 14
2.4.1. Diversiteit 15
2.5. Conceptueel model 16
3. METHODEN 17
3.1. Steekproef 17
3.2. Ondernemingsprestaties 17
3.3. Effectiviteit van de auditcommissie 17
3.4. Controlevariabelen 18
3.5. Robuustheidtest 19
3.6. Statistisch model 20
4. RESULTATEN 21
4.1. Beschrijvende statistieken 21
4.2. Correlatie 22
4.3. Hypothesen 23
4.4. Robuustheidtest 26
5. CONCLUSIE 29
5.1. Conclusies 29
5.2. Beperkingen en vervolgonderzoek 30
6. REFERENTIES 32
7. BIJLAGE 35
7.1. Ondernemingen uit de steekproef 35
1. INLEIDING
1.1. Introductie en relevantie
‘Eenmalige fraude of een structureel controle gebrek?’ is de belangrijkste vraag die opspeelt na de bekendmaking dat gefraudeerd is bij detacheringsbedrijf Brunel. Begin 2013 kelderde de beurskoers van Brunel na de bekendmaking van de onterechte winstverhoging van €10 miljoen met als gevolg dat het vertrouwen van investeerders werd geschonden. De fraude werd toegeschreven aan een frauderende werknemer. Eveneens werd benadrukt door de bestuursvoorzitter dat de interne beheersing tekort schoot, leidend tot hervormingen in de afdeling die verantwoordelijk is voor de interne beheersing. 1 Het financiële schandaal van Brunel en andere recente financiële schandalen tonen aan dat fraude nog altijd speelt bij ondernemingen. Een groot aantal financiële schandalen kwamen al aan het begin van de eeuwwisseling aan het licht. In de Verenigde Staten werd fraude geconstateerd bij Enron en Worldcom en in Nederland werd eveneens fraude geconstateerd bij onder andere Ahold. De grootschalige financiële schandalen hebben geleid tot veel ophef in de financiële wereld en hebben aangetoond dat Corporate Governance binnen ondernemingen faalde. De universele reactie op deze schandalen is de komst van aangescherpte Corporate Governance maatregelen zodat onaannemelijk gedrag voorkomen wordt en er meer transparantie komt in de wijze waarop ondernemingen handelen (Ghafran & O’Sullivan, 2012). Dit draagt bij in het verwezenlijken van het algehele doel van Corporate Governance doordat de belangen van de stakeholders beschermd worden (Aguilera & Cuervo-Cazurra, 2004). De komst van aangescherpte Corporate Governance maatregelen kwam onder andere tot uiting in de oprichting van de Sarbanes-Oxley Act in de Verenigde Staten in 2002. De Sarbanes-Oxley Act heeft als doel investeerders te beschermen en het vertrouwen in de jaarrekening te herstellen. Sindsdien zijn Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen verplicht een systeem ten aanzien van de interne beheersing op te zetten alsmede de effectiviteit van de interne beheersing te beoordelen (Sarbanes-Oxley Act, 2002). Als gevolg van de financiële schandalen is in Nederland eveneens een Corporate Governance code in werking getreden. In Nederland is de commissie Tabaksblat aangesteld om een code te ontwikkelen waardoor beursgenoteerde ondernemingen vanaf 2004 verplicht zijn de code na te leven.
De implementatie van de aangescherpte Corporate Governance codes is van belang, omdat miljoenen mensen afhankelijk zijn van ondernemingsprestaties. Aandeelhouders en andere belanghebbenden hebben aandelen in een beursgenoteerde onderneming of zijn vanwege een hypotheek gekoppeld aan beurskoersen. Goed bestuur en toezicht op de beursgenoteerde ondernemingen is daarom van belang 2 . Corporate Governance codes kunnen hierin voorzien doordat ze bepalingen bevatten op het gebied van de taak en werkwijze van het dagelijks bestuur en de Raad van Commissarissen. Tevens bevatten ze bepalingen voor het proces rond de financiële verslaggeving, het functioneren van de externe accountant en de relatie tussen de aandeelhouder en het management (Aguilera & Cuervo-Cazurra, 2004). Een onderdeel van de Corporate Governance structuur is de auditcommissie. De auditcommissie is een subcommissie van de Raad van Commissarissen en heeft als primaire functie toezichthouden op het financiële verslaggevingsproces. Daarnaast spreekt de auditcommissie regelmatig af met de externe accountant en de interne financiële managers om de jaarrekening, het auditproces en de interne beheersingsmaatregelen te beoordelen (Klein, 1998). De
1
Accountancynieuws- http://www.accountancynieuws.nl/actueel/sectoren/kpmg-onderzoekt-gang-van-zaken- amerikaanse.121336.lynkx
https://www.dekameronline.nl/artikel/10043
2