Besluit Openbaar
Ons kenmerk:
OPTA/AM/2010/201978
Zaaknummer:Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wet openbaarheid van bestuur inhoudende de afwijzing van een verzoek om informatie van Alticom B.V.
1 Samenvatting
1. Met onderhavig besluit beslist het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op een verzoek om informatie op grond van de Wet
openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Hiertoe is nagegaan in hoeverre het verstrekken van de desbetreffende informatie achterwege dient te blijven vanwege enige (uitzonderings)grond in de Wob. Het college komt tot de slotsom dat het verzoek niet voor inwilliging in aanmerking komt.
2 Verloop van de procedure
2. Bij brief van 23 juni 2010 - bij het college binnengekomen op 25 juni 2010 - heeft Alticom met een beroep op de Wob verzocht om verstrekking van de correspondentie tussen OPTA en Mazars en van informatie neergelegd in documenten, een en ander met betrekking tot de werkzaamheden van Mazars als externe deskundige.
3 Juridisch kader
3. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
Ingevolge het vijfde lid van artikel 3 Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de Wob.
4. Ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Wob wordt, in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.
5. Ingevolge artikel 1 van de Wob, voor zover hier van belang, wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:
c. intern beraad: het beraad over een bestuurlijke aangelegenheid binnen een bestuursorgaan,
Besluit Openbaar
2 dan wel binnen een kring van bestuursorganen in het kader van de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor een bestuurlijke aangelegenheid;
f. persoonlijke beleidsopvatting: een opvatting, voorstel, aanbeveling of conclusie van één of meer personen over een bestuurlijke aangelegenheid en de daartoe door hen aangevoerde argumenten.
4 Overwegingen
6. Ten behoeve van het te nemen besluit ter zake van de aanvraag om geschilbeslechting
1van NOVEC B.V. van 26 mei 2009 heeft het college gebruik gemaakt van de financiële en economisch expertise van Mazars. In dat verband is door Mazars onder meer een rapport opgesteld. Voordat het definitieve rapport van 3 december 2009 gereed was - welk rapport door het college is gebruikt voor zijn oordeelsvorming voor het geschilbesluit van 26 april 2010
2- bevond het rapport zich in de conceptfase.
7. Alticom heeft verzocht om verstrekking van de correspondentie tussen OPTA en Mazars en van informatie neergelegd in documenten, een en ander met betrekking tot de werkzaamheden van Mazars als externe deskundige.
8. Ten aanzien van de bij het college berustende documenten merkt het college op dat in het kader van voormelde aanvraag om geschilbeslechting het college meermaals met Mazars heeft gecorrespondeerd via e-mails. Deze e-mails betreffen de perioden augustus 2009 – december 2009 en april 2010. Ze zijn uitgewisseld tussen OPTA-medewerkers en
medewerkers van Mazars en gaan over de inhoud van de conceptrapportage van Mazars en over het concept geschilbesluit.
9. Verder berusten bij het college e-mails tussen OPTA-medewerkers dan wel tussen Mazars en OPTA-medewerkers over de conceptversies van de brieven van het college van 7 december 2009
3, 5 januari 2010
4en 15 februari 2010
5. Deze brieven zijn aan de gemachtigde van Alticom B.V. gestuurd en gaan onder meer over de rol van Mazars in het
besluitvormingsproces ter zake van de geschilaanvraag van NOVEC B.V.
10. Het college is van oordeel dat sprake is van een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wob. Het college zal hierna aangeven of en in hoeverre er sprake is van informatie die in het licht van de artikelen 10 en/of 11 van de Wob niet wordt verstrekt.
11. De hiervoor bedoelde conceptrapportage van Mazars, het concept geschilbesluit, de
1
Op basis van artikel 12.2 jo. 3.11, derde en vierde lid van de Telecommunicatiewet.
2
Kenmerk: OPTA/AM/2010/201351.
3
Kenmerk: OPTA/AM/2009/203345.
4
Kenmerk: OPTA/AM/2009/203690.
5
Kenmerk: OPTA/AM/2010/200625.
Besluit Openbaar
3 conceptbrieven bedoeld in randnummer 9 en de e-mails daarover zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad als bedoeld in artikel 11, eerste lid jo. artikel 1, aanhef en lid 1, van de Wob.
12. Artikel 11, eerste lid, van de Wob, beoogt onder meer ambtenaren alsmede alle anderen die bij het intern beraad zijn betrokken in staat te stellen vrijelijk hun opvattingen te uiten ten behoeve van de beleidsvoorbereiding of -uitvoering zonder dat zij daarmee naderhand worden
geconfronteerd en hun opvattingen bijvoorbeeld worden uitgespeeld tegen de opvattingen van anderen. In dit verband merkt het college op dat van intern beraad ook sprake is wanneer externe personen, zoals in dit geval de betrokken medewerkers van Mazars, binnen het overheidsorgaan worden betrokken. Ook documenten die afkomstig zijn van derden die niet tot de kring van de overheid behoren, kunnen worden aangemerkt als documenten die zijn
opgesteld ten behoeve van intern beraad. Het oogmerk waarmee het desbetreffende document is opgesteld is in dat verband bepalend.
613. Vorenbedoelde e-mails bevatten opvattingen, voorstellen en aanbevelingen van de betrokken medewerkers van Mazars en van de bij OPTA werkzame medewerkers over de
conceptrapportage van Mazars en het concept geschilbesluit. De e-mails en de concepten bevatten daarmee persoonlijke beleidsopvattingen zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f, van de Wob. Voor zover in de bewuste correspondentie sprake is van andere informatie die niet als persoonlijke beleidsopvattingen kwalificeert, is deze informatie zozeer verweven met de persoonlijke beleidsopvattingen dat het de openbaarmaking van deze overige informatie in de weg staat.
14. Tot slot merkt het college nog op dat diverse telefoongesprekken zijn gevoerd tussen medewerkers van OPTA en Mazars en er ten kantore van het college overleg is gevoerd tussen medewerkers van OPTA en Mazars. Informatie daarover is echter niet vastgelegd in enig document; gespreksverslagen zijn niet opgesteld. In dit verband merkt het college nog wel op dat een kopie van de opdrachtbevestiging van Mazars van 3 december 2009 waar het gaat om haar werkzaamheden ten behoeve van de geschilprocedure NOVEC B.V./Alticom B.V. bij brief van het college van 7 december 2009 aan Alticom B.V. is verstrekt.
6