• No results found

VOORONTWERP VAN RESOLUTIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VOORONTWERP VAN RESOLUTIE"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RE\1235881NL.docx PE695.202v01-00

NL

In verscheidenheid verenigd

NL

Europees Parlement

2019-2024

Commissie internationale handel

2021/2769(RSP) 10.9.2021

VOORONTWERP VAN RESOLUTIE

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

over multilaterale onderhandelingen met het oog op de twaalfde Ministeriële Conferentie van de WTO van 30 november t/m 3 december 2021 in Genève (2021/2769(RSP))

Bernd Lange, Sven Simon

namens de Commissie internationale handel

(2)

PE695.202v01-00 2/8 RE\1235881NL.docx

NL

B9-0000/2021

Resolutie van het Europees Parlement over multilaterale onderhandelingen met het oog op de twaalfde Ministeriële Conferentie van de WTO van 30 november t/m 3 december 2021 in Genève

(2021/2769(RSP))

Het Europees Parlement,

– gezien de overeenkomst van Marrakesh van 15 april 1994 tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO),

– gezien de door de WTO geformuleerde ministersverklaring van Doha van 14 november 20011,

– gezien zijn eerdere resoluties over de WTO, met name die van 15 november 2017 over

“multilaterale onderhandelingen met het oog op de elfde Ministeriële Conferentie van de WTO”2, van 29 november 2018 over “WTO: de weg vooruit”3, en van

28 november 2019 over “de crisis van de WTO-Beroepsinstantie”4,

– gezien zijn resolutie van 10 juni 2021 over de omgang met de uitdaging van de wereldwijde COVID-19-pandemie: gevolgen van een opschorting van de TRIPS-overeenkomst van de WTO voor COVID-19-vaccins en de behandeling, uitrusting en productiecapaciteit in ontwikkelingslanden5,

– gezien het slotdocument dat op 7 december 2018 bij consensus werd goedgekeurd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Parlementaire Conferentie over de WTO in Genève6,

– gezien de resultaten, waaronder een reeks ministeriële besluiten, van de elfde Ministeriële Conferentie in Buenos Aires in december 2017, waar echter geen overeenstemming over een ministeriële verklaring kon worden bereikt7,

– gezien de verklaring van Buenos Aires over vrouwen en handel van 12 december 2017, alsook de gezamenlijke verklaringen over elektronische handel, bevordering van investeringen, en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (mkmo’s), die op 13 december 2017 in Buenos Aires werden aangenomen,

– gezien de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling8,

– gezien de Overeenkomst van Parijs binnen het Raamverdrag van de Verenigde Naties

1Ministersverklaring van Doha (WT/MIN(01)/DEC/1) van 14 november 2001 – https://www.wto.org/english/thewto_e/minist_e/min01_e/mindecl_e.htm

2Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0439.

3Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0477.

4Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0083.

5Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0283.

6https://www.europarl.europa.eu/cmsdata/158345/outcome_document-final-e.pdf

7https://www.wto.org/english/news_e/news17_e/mc11_10dec17_e.htm

8http://www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-development-goals/

(3)

RE\1235881NL.docx 3/8 PE695.202v01-00

NL

inzake klimaatverandering (UNFCCC), die sinds november 2016 van kracht is, – gezien de op 14 januari 2020 aangenomen gezamenlijke verklaring over de trilaterale

vergadering van de ministers van Handel van de Verenigde Staten, Japan en de Europese Unie9,

– gezien de conceptnota van de Commissie van 18 september 2018 over modernisering van de WTO10,

– gezien de evaluatie van het handelsbeleid door de Commissie11en de bijlage daarbij getiteld “Hervorming van de WTO: naar een duurzaam en doeltreffend multilateraal handelsstelsel”12,

– gezien het initiatief inzake handel en gezondheid van de Groep van Ottawa13,

- gezien de “mededeling van de EU aan de Algemene Raad van de WTO: urgente respons in het kader van het handelsbeleid op de COVID-19-crisis”14,

– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

– gezien het voorontwerp van resolutie van de Commissie internationale handel,

A. overwegende dat de WTO opgericht is om de liberalisering van de handel in goederen en diensten te bevorderen, het multilateralisme te versterken, en een open, inclusief, op regels gebaseerd en niet-discriminerend multilateraal handelssysteem te bevorderen;

B. overwegende dat het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem momenteel een grote crisis doormaakt, die een bedreiging vormt voor de elementaire functies van de organisatie, te weten het vaststellen van de essentiële regels en de structuur voor internationale handel, en het waarborgen van doeltreffende geschilbeslechting en handhaving;

C. overwegende dat de WTO-Beroepsinstantie sinds 11 december 2019 niet meer operationeel is;

D. overwegende dat handel de inspanningen gericht op het bevorderen van duurzame groei, het verhogen van de levensstandaard en het aanzwengelen van de

werkgelegenheid, moet ondersteunen en complementeren;

E. overwegende dat de WTO uit hoofde van de doelstellingen inzake duurzame

ontwikkeling (SDG’s), in concreto doelstelling 14.6, wat betreft de onderhandelingen over visserijsubsidies, over een duidelijk mandaat beschikt om een overeenkomst te sluiten die bepaalde vormen van visserijsubsidies verbiedt;

F. overwegende dat de COVID-19-pandemie het multilaterale handelssysteem voor unieke

9https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2020/january/tradoc_158567.pdf

10http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/september/tradoc_157331.pdf

11https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/february/tradoc_159438.pdf

12https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/february/tradoc_159439.pdf

13WTO WT/GC/223, 24 november 2020.

14https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/june/tradoc_159605.pdf

(4)

PE695.202v01-00 4/8 RE\1235881NL.docx

NL

uitdagingen plaatst, en ervoor heeft gezorgd dat het cruciale onderwerp “handel en gezondheid” op de agenda is komen te staan;

G. overwegende dat handel en het multilaterale systeem, ondanks expliciete of impliciete exportbeperkingen, in het algemeen een positieve rol hebben gespeeld bij het aanpakken van de pandemie;

H. overwegende dat de twaalfde Ministeriële Conferentie van de WTO (MC12) van 30 november t/m 3 december 2021 zal plaatsvinden in Genève, Zwitserland;

1. bevestigt eens te meer volledig toegewijd te zijn aan de permanente waarde van het multilateralisme; spreekt zich uit voor een billijke en op regels gebaseerde handelsagenda ten behoeve van eenieder, die bijdraagt tot economische groei en welvaart, en - in het verlengde daarvan - tot versterking van vrede en veiligheid; benadrukt het belang van het versterken van duurzame ontwikkeling, alsook van het bevorderen van sociale, milieu- en mensenrechten, en van het garanderen dat multilateraal overeengekomen en geharmoniseerde regels voor iedereen op uniforme wijze worden toegepast;

2. waarschuwt dat de toekomst van de WTO gevaar loopt indien niet alle leden zich committeren aan een succesvol resultaat van de MC12; is van oordeel dat de MC12 het officiële begin moet vormen van een proces van reflectie over de rol van de WTO en de wijze waarop zij kan bijdragen aan het aanpakken van de uitdagingen van de 21e eeuw;

verzoekt alle leden in dit verband zich nog meer te concentreren op een aantal essentiële, tastbare resultaten die laten zien dat de WTO opgewassen is tegen de huidige uitdagingen;

verzoekt de leden, als minimum, overeenstemming te bereiken over een multilateraal akkoord inzake duurzame visserij, alsook inzake herstel van en transparantie in de landbouw, én afspraken te maken over het starten van een proces van hervorming;

waarschuwt ervoor dat indien tijdens de MC12 geen substantiële resultaten worden geboekt sommige leden misschien naar alternatieve fora voor het vaststellen van regels zouden kunnen gaan kijken, hetgeen de toekomst van het multilaterale handelssysteem op de helling zou kunnen zetten;

3. benadrukt dat het van het allergrootste belang is overeenstemming te bereiken over een akkoord inzake visserijsubsidies, inclusief een bepaling uit hoofde waarvan het - zonder uitzondering - onrechtmatig is subsidies toe te kennen voor illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, teneinde een duurzaam gebruik van de mariene hulpbronnen te garanderen (waar meer dan drie miljard mensen voor hun bestaan afhankelijk van zijn); beschouwt dit van primordiaal belang, niet alleen voor de

geloofwaardigheid van de WTO, maar ook als voorwaarde om duidelijk te maken dat er een nauwe band bestaat tussen het multilaterale handelssysteem enerzijds en de SDG’s anderzijds;

4. onderkent dat het handelsbeleid een cruciale rol heeft gespeeld tijdens de COVID-19- pandemie; verwijst nogmaals naar zijn resolutie van 10 juni 2021 over de omgang met de uitdaging van de wereldwijde COVID-19-pandemie: gevolgen van een opschorting van de TRIPS-overeenkomst van de WTO voor COVID-19-vaccins en de behandeling, uitrusting en productiecapaciteit in ontwikkelingslanden; benadrukt in dit verband dat het belangrijk is een principeakkoord te bereiken over kwesties als douanerechten op farmaceutische en medische goederen, disciplines inzake exportbeperkingen,

transparantie en wereldwijde samenwerking in tijden van crisis, in een ministeriële

(5)

RE\1235881NL.docx 5/8 PE695.202v01-00

NL

verklaring in overeenstemming met het initiatief inzake handel en gezondheid; is van oordeel dat een dergelijk akkoord van het allergrootste belang is om de relevantie van de WTO duidelijk te maken; dringt aan op de oprichting van een nieuwe commissie inzake handel en gezondheid tijdens de MC12, met als mandaat het opstellen van richtsnoeren voor regeringen betreffende de toepassing van de bestaande uitzonderingen en flexibiliteiten in het internationale handelsrecht, en het leggen van het fundament voor een handelspijler voor onderhandelingen over een toekomstig internationaal verdrag inzake herstel na een pandemie; verzoekt de leden van de WTO de TRIPS- overeenkomst te herzien, teneinde de betaalbare toegang tot gezondheidsproducten te verbeteren; verzoekt de EU actief te participeren in op tekstvoorstellen gebaseerde onderhandelingen om dit te verwezenlijken;

5. verzoekt alle leden van de WTO zich te houden aan hun toezeggingen met betrekking tot transparantie ten aanzien van landbouwsubsidies; beklemtoont dat het belangrijk is een werkplan vast te stellen om binnenlandse steun aan te pakken, inclusief een permanente oplossing voor overheidsvoorraden, met een verplicht systeem van kennisgevingen om ervoor te zorgen dat de programma’s voor het aanhouden van voorraden proportioneel zijn met de doelstelling van voedselbevoorradingszekerheid en de handel niet verstoren; beklemtoont dat het akkoord inzake landbouw moet worden aangepast om tegemoet te komen aan de huidige uitdagingen;

6. beschouwt het urgent de WTO grondig te hervormen, zowel in het licht van de laatste ontwikkelingen alsook gezien het feit dat al langer geen vooruitgang wordt geboekt met de ontwikkelingsagenda van Doha (DDA); verzoekt de leden van de WTO werk te maken van een fundamentele herziening van meerdere aspecten van de organisatie, in het bijzonder haar monitoring-, onderhandelings- en geschilbeslechtingsfuncties, teneinde de doeltreffendheid, inclusiviteit, transparantie en legitimiteit te vergroten;

verzoekt alle leden van de WTO zich te concentreren op een constructief proces van verandering om de WTO te moderniseren en van de instrumenten te voorzien die doeltreffend tegemoetkomen aan de handelsuitdagingen van de 21e eeuw, en tijdens de MC12 een institutioneel mechanisme voor de uitvoering van de hervorming in kwestie vast te stellen (inclusief een helder tijdspad);

7. verzoekt alle leden van de WTO met klem zich volledig in te zetten voor en te werken aan oplossingen om op zo kort mogelijke termijn weer over een goed functionerend geschilbeslechtingssysteem te kunnen beschikken; waarschuwt dat zonder een functionerende beroepsinstantie de WTO tandeloos is en de neiging om zich niet aan multilaterale akkoorden te houden alleen maar verder zal toenemen; steunt met klem de recente initiatieven van de EU om met onze voornaamste handelspartners afspraken te maken over tijdelijke regelingen voor voorlopige oplossingen; herinnert eraan dat de EU-strategie onverminderd gericht moet zijn op een proces op twee niveaus;

beklemtoont dat de hervorming alleen succesvol kan zijn indien rekening wordt gehouden met de gerechtvaardigde zorgen van alle betrokken partijen en

compromisbereidheid aan de dag wordt gelegd;

8. is van oordeel dat de achterliggende oorzaken van de huidige crisis alleen kunnen worden aangepakt indien alle leden ermee instemmen het debat aan te gaan over nieuwe regels, teneinde de hiaten op de gebieden marktverstorende subsidies, staatsbedrijven en gedwongen technologieoverdracht op te vullen, en de regels inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en inzake markttoegang voor investeringen actueel te

(6)

PE695.202v01-00 6/8 RE\1235881NL.docx

NL

houden;

9. is ervan overtuigd dat de huidige differentiatie tussen de ontwikkelde en de

ontwikkelingslanden geen weerspiegeling is van de economische realiteit en dat dit een obstakel vormt voor vooruitgang in het kader van de Doha-ronde; verzoekt de

geavanceerde ontwikkelde landen hun verantwoordelijkheid te nemen en bijdragen te leveren die evenredig zijn aan hun niveau van ontwikkeling; is van oordeel dat het mechanisme voor bijzondere en gedifferentieerde behandeling opnieuw tegen het licht moet worden gehouden, teneinde de menselijke ontwikkelingsindex beter te

weerspiegelen;

10. verwacht dat in het kader van de hervorming van de WTO plurilaterale overeenkomsten in de multilaterale architectuur zullen worden geïntegreerd, teneinde voor vooruitgang te zorgen op gebieden die nog niet rijp genoeg zijn voor alle leden; verzoekt alle leden na te denken over manieren om te komen tot de ontwikkeling van een nieuw systeem voor versterkte samenwerking zoals in de Europese Unie wordt gebruikt, met heldere regels inzake een minimumaantal leden dat in een plurilateraal initiatief zou moeten participeren en een rechttoe-rechtaanmechanisme voor het in de WTO-structuur integreren van de akkoorden die daaruit voortvloeien;

11. verwelkomt het brede lidmaatschap en de ambitieuze onderhandelingsagenda van, en de vooruitgang die tot nu toe is geboekt met betrekking tot de plurilaterale

WTO-overeenkomst inzake regels voor de elektronische handel; herhaalt zijn standpunt dat deze garanties moet bevatten voor markttoegang voor digitale goederen en diensten in derde landen, alsook voor de bescherming van consumenten- en arbeidsrechten;

beklemtoont dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van

persoonsgegevens niet-onderhandelbaar is; beklemtoont dat de deelnemende landen een ministeriële verklaring zouden moeten opstellen waarin zij hun onverminderde steun voor de onderhandelingen kenbaar maken, met een helder tijdspad voor verdere vooruitgang; pleit ervoor het WTO-moratorium op elektronische transmissies permanent te maken, en benadrukt dat duidelijkheid moet worden verschaft over de definitie van elektronische transmissies;

12. is van oordeel dat de MC12 zou moeten resulteren in een op acties stoelende agenda voor handelsbeleid dat de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling 2030 en de Overeenkomst van Parijs schraagt; moedigt de leden van de WTO met klem aan geen enkele maatregel uit te sluiten om een bijdrage te leveren aan het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs, waaronder de opname - in de WTO-regels en in nationale wetgeving - van normen voor

“groen boekhouden” en van maatregelen voor koolstofgrenscorrectie; verwelkomt het initiatief inzake handel en klimaat van de Commissie; benadrukt daarnaast dat

vooruitgang moet worden geboekt in de onderhandelingen over de overeenkomst over milieugoederen;

13. wijst opnieuw op het verband tussen gendergelijkheid en inclusieve ontwikkeling, en beklemtoont dat de versterking van de positie van vrouwen essentieel is voor het uitbannen van armoede, en benadrukt dat het slechten van barrières voor de participatie van vrouwen in het handelsverkeer van cruciaal belang is voor economische

ontwikkeling; spoort alle leden van de WTO aan hun handtekening te zetten onder de verklaring van Buenos Aires van 2017 over handel en economische empowerment van

(7)

RE\1235881NL.docx 7/8 PE695.202v01-00

NL

vrouwen, en roept de 123 landen die dit reeds gedaan hebben op invulling te geven aan hun toezeggingen; verzoekt de Commissie met klem te werken aan een robuuste ministeriële verklaring die als routekaart zou kunnen dienen voor de tenuitvoerlegging van de verklaring van Buenos Aires van 2017;

14. dringt erop aan de plurilaterale gesprekken over regels voor huishoudelijke dienstverlening succesvol af te ronden;

15. vindt dat een ministeriële verklaring moet worden gepresenteerd met een beoordeling van de vooruitgang die geboekt is in de onderhandelingen over de bevordering van investeringen;

16. verwelkomt ook vooruitgang met betrekking tot het in Buenos Aires gelanceerde initiatief inzake mkmo’s; geeft uitdrukking aan zijn steun voor het werkprogramma voor mkmo’s van de WTO, waarmee het “denk eerst klein”-beginsel in de WTO-regels wordt verankerd;

17. verzoekt de Commissie en de Raad met andere leden van de WTO samen te werken om te bewerkstelligen dat de WTO er actief toe bijdraagt dat de rechten van werknemers wereldwijd beter in acht worden genomen, en concrete voorstellen presenteert; juicht het voorstel van de VS inzake dwangarbeid toe als onderdeel van een bredere

inspanning om arbeidsnormen in de WTO op te nemen, waarmee op internationaal niveau een gelijk speelveld tot stand zou worden gebracht, en benadrukt dat er een akkoord nodig is dat daarvoor zorgt; beveelt aan een werkgroep inzake arbeidsrechten in het leven te roepen, als eerste stap om ten aanzien van deze agenda vooruitgang te boeken;

18. benadrukt dat transparantie cruciaal is voor het garanderen van een stabiel handels- en investeringsklimaat; vindt het belangrijk dat ten aanzien van de toezichtsprocedures voor meer transparantie wordt gezorgd door meer stimulansen voor de WTO-leden in te voeren om te voldoen aan de vereisten inzake kennisgeving, door ze minder complex te maken, en door voor capaciteitsopbouw te zorgen, en meent dat opzettelijke niet-

naleving moet worden ontmoedigd en tegengegaan; verzoekt de leden van de WTO te overwegen in dit verband de rol van het WTO-secretariaat te versterken;

19. roept de Commissie en de Raad op ervoor te zorgen dat het Parlement nauw betrokken blijft bij de voorbereidingen van de MC12, en voortdurend op de hoogte wordt

gehouden en wordt geraadpleegd tijdens de Ministeriële Conferentie 2021;

20. verzoekt de leden van de WTO voor democratische legitimiteit en transparantie te zorgen door de parlementaire dimensie van de WTO en de parlementaire conferentie te versterken; beklemtoont het belang van het werk van de gezamenlijke parlementaire conferentie EP-IPU over de WTO; onderstreept de noodzaak ervoor te zorgen dat parlementsleden beter toegang hebben tot handelsonderhandelingen en dat zij worden betrokken bij het opstellen en uitvoeren van besluiten van de WTO;

21. verzoekt de leden van de WTO de uitwisselingen met alle betrokken partijen, waaronder het maatschappelijk middenveld en bedrijfsorganisaties, te verbeteren, en voor meer samenwerking te zorgen met andere internationale organisaties, zoals de IAO; verwacht dat leiders op verschillende niveaus meer communiceren over de voordelen van op

(8)

PE695.202v01-00 8/8 RE\1235881NL.docx

NL

regels gebaseerde handel;

22. steunt de inspanningen die erop gericht zijn de toetredingsonderhandelingen met landen met de status van waarnemer, met name Servië en Bosnië en Herzegovina, nieuw leven in te blazen; dringt erop aan de onderhandelingen over de respectieve ontwerpverslagen van de werkgroepen snel af te ronden;

23. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de directeur-generaal van de WTO.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er is nog geen eerder onderzoek verricht waarin de relatie tussen het voldoen aan groepsnormen en volgerschap wordt onderzocht waarbij het schenden van maatschappelijke normen

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in welke leiderschapspraktijken schoolleiders inzetten om te bevorderen dat geconstrueerde kennis door docentgroepen

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

The study investigated the influence, if any, on the academic performance of secondary school pupils according to the family structure.. The different family structures varied from

Tot slot zullen de onderzoeksgegevens en analyses geïnterpreteerd worden binnen de ruimere archeologische en historische context van de gemeente Asse en zijn Romeinse vicus in

Ook de rol van sociale problemen in de relatie tussen emotionele competentie en de ontwikkeling van psychische problemen (hoofdstuk 4) en de invloed van sociale vaardigheden op de

Door meer betrokken te zijn in het leerproces van hun kinderen verbeteren ouders hun eigen basisvaardigheden en ontwikkelen ze het vertrouwen en de kennis die ze nodig hebben

Andere aanbieders op wie de onderhandelingsplicht ex artikel 6.1 van de Tw rust, kunnen het moment waarop zij in onderhandeling treden met deze dienstenaanbieder niet laten