• No results found

Bouwhistorische opname Hofstede Batestein Kievitstraat 44, Woerden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bouwhistorische opname Hofstede Batestein Kievitstraat 44, Woerden"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bouwhistorische opname Hofstede Batestein Kievitstraat 44, Woerden

April 2016

Behorend bij besluit: OLO3635705 Datum: 30 april 2019

Namens het College van B&W van de gemeente Woerden:

(2)

Colofon

Opdrachtgever :

Stichting Hofstede Batestein Nieuwendijk 52

3443 BM Woerden

Uitgevoerd door:

Arco Architecten BNA Dhr. A.J.M. van Kats Donkere Gaard 1-4 3421 AS Oudewater 0348-561607

www.arcoarchitecten.nl

Arco Architecten is een GEAR gecertificeerd architectenbureau voor restauraties.

Status: definitief Datum: 28 juli 2016

(3)

Inhoudsopgave

1 INLEIDING 4

2 GEGEVENS OBJECT 5

2.1 RAPPORTAGE RIJKSMONUMENT 5

2.2 BESCHRIJVING BESTAANDE SITUATIE 6

3 SAMENVATTING 8

4 BOUW- EN GEBRUIKSGESCHIEDENIS 9

4.1 EIGENAREN 9

4.2 DE FAMILIE BREDIUS 9

4.3 ONTEIGENING 10

4.4 HET LANDGOED ALS STADSPARK 10

4.5 BOUWGESCHIEDENIS 11

4.6 FASERING BOUW 15

4.7 FOTOS BOUWGESCHIEDENIS 17

5 BESCHRIJVING GEBOUWEN 21

5.1 BOERDERIJ EN BIJGEBOUW 21

5.2 GEBOUWSTRUCTUUR 21

6 WAARDESTELLING 24

6.1 ALGEMEEN 24

6.2 WAARDERING 26

7 AANBEVELINGEN VOOR NADER ONDERZOEK 30

8 AANBEVELINGEN VOOR DE RESTAURATIE 31

9 FOTO’S BESTAANDE SITUATIE 32

Bijlagen: Tekening bestaande toestand gevels,16017-001 d.d. 21-04-2016 Tekening bestaande toestand plattegronden,16017-002 d.d. 21-04-2016

(4)

1 Inleiding

In opdracht van de Stichting Hofstede Batestein, heeft ARCO Architecten BNA te Oudewater een bouwhistorische opname verricht van de hofstede Batestein aan de Kievitstraat 44 Woerden.

Aanleiding tot deze opname is de gewenste restauratie en herbestemming van de boerderij.

Het toekomstig gebruik van de hofstede zal samenhangen met de educatieve, recreatieve en maatschappelijke functies van het landgoed, waardoor het landgoed en de hofstede elkaar wederzijds versterken.

Met deze rapportage wordt beoogd om de bestaande situatie na de brand van 2008 zo volledig mogelijk, doch bondig te beschrijven en te tekenen om vervolgens op basis van de bevindingen en de beschrijving een zo objectief mogelijke waardering van het gebouw en haar verschillende onderdelen te formuleren.

Ten behoeve van de bouwhistorische opname is een onderzoek verricht, waarbij literatuur is geraadpleegd en kadastrale gegevens zijn verzameld. Tevens zijn archieven van het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort en van de gemeente Woerden geraadpleegd. Ook is gebruik gemaakt van het Monumenten Inventarisatie Project Utrecht. Een aantal historische foto’s zijn van diverse website’s op internet gedownload.

Hierbij is dank verschuldigd aan dhr. E. van Keimpena en dhr. J. Antonissen die veel historisch materiaal hebben verzameld.

Deze informatie verschaft redelijke duidelijkheid over het gebruik en de diverse verbouwingen in de geschiedenis.

Deze bouwhistorische opname is samengesteld door architect A.J.M. van Kats van Arco- Architecten uit Oudewater.

Voor de brand van 2008, schuur (links) met boerderij (rechts).

(5)

2 Gegevens object

2.1 Rapportage rijksmonument

Naam -

Monumentnummer Status

Inschrijving register Kadaster

39301 Beschermd 07-06-1977 N 2758/35

Plaatselijke aanduiding Kievitstraat 44

Plaats Woerden

Gemeente

Oorspronkelijke functie

Woerden Boerderij Omschrijving

Boerderij in vroeg-neo-gotische trant onder met riet gedekt zadeldak met bewerkte daklijsten. In de gepleisterde voorgevel drie spitsboogramen; de middelste binnen een spitsboogvormige omlijsting met in de sluitsteen het jaartal 1838 (moet zijn 1852 red.). Stalgebouw in dezelfde trant onder met pannen gedekt zadeldak.

Gevelsteen in de top van de voorgevel.

(6)

2.2 Beschrijving bestaande situatie

De boerderij is gelegen aan de Kievitstraat 44 in Woerden.

Het perceel waarop het plan betrekking heeft, staat kadastraal bekend als gemeente Woerden, sectie B, nummers 8485.

Op dit perceel staat momenteel de deels afgebrande boerderij. Aan de noordkant staat een bijgebouw de Brediusschuur. Deze schuur is een centrum voor- natuur- en milieueducatie.

De boerderij is lange tijd in gebruik geweest als woning.

Kadastrale kaart 2016.

(7)

6

3

4

2

1

5

7

Kadastrale kaart 1964.

1. Boerderij 2. Zomerhuis 3. Wagenschuur

4. Hooiberg in hout, later vervangen door een stalen kapberg die inmiddels is gesloopt.

5. Varkensschuur

6. Erf met nog een houten fruitschuur en een betonnen silo, niet aangegeven op deze tekening.

7. Vijver

(8)

3 Samenvatting

De hofstede Batestein is gebouwd in 1852 in neogotische trant, de platte aanbouw is toegevoegd in 1892. Tot 1973 weinig aan de boerderij veranderd. In ieder geval tot de Tweede Wereldoorlog is het geheel van gebouwen en land agrarisch gebruikt.

In 1973 zijn de boerderij met zomerhuis door de gemeente gerenoveerd waarbij het middenhuis beperkt is verbouwd.

In 2003 wordt een groot deel van het interieur er uit gesloopt en komt er een nieuwe invulling met name in het achterhuis.

In 2008 verbrandt de kap en de achterzolder en vanaf toen staat het pand leeg.

Momenteel is bijna al het metselwerk van de gevels en het voorhuis nog aanwezig met daarin de kozijnen. Tevens staat nog een deel van de ankergebinten overeind en zijn enkele zolderbalken nog redelijk in tact. Deze onderdelen zijn ook nog grotendeels oorspronkelijk en daarmee hebben ze ook een hoge monumentwaarde.

De nieuwe betonvloer en de poriso binnenwanden in het achterhuis hebben een indifferente monumentwaarde waarbij de poriso wanden zelfs een negatieve waarde hebben omdat deze de oorspronkelijke ruimtelijkheid van het achterhuis en de constructieve opzet negatief beïnvloeden.

Alle onderdelen met een hoge monumentwaarde verdienen het om te worden gerestaureerd en om zo nodig te worden terug gebouwd. Nieuwe invullingen zijn mogelijk maar met respect voor de oorspronkelijke structuur en onderdelen.

Het is mogelijk de hooiberg terug te bouwen met een eigentijdse invulling en functie, dit komt het agrarische ensemble ten goede. Ook de herinrichting van het erf met daarbij respect voor de oorsprong, verdient aandacht

Voorgevel boerderij, (datum onbekend) .

(9)

4 Bouw- en gebruiksgeschiedenis

4.1 Eigenaren

In de 17e en 18e eeuw waren de gronden die later de basis voor het landgoed Bredius zouden vormen eigendom van met name steenfabrikanten, zoals de families Ploy, Schriek en Swartendijk. In 1797 kocht Abraham Baack een strook land van ca 7 hectare, met daarop een huis, tuinhuizen, waterpartijen en bos. In 1803 kocht Sigismund Ham, wethouder en later burgemeester van Woerden, deze strook land.

4.2 De familie Bredius

In 1824 kwam de strook land in handen van notaris en burgemeester Jacobus Bredius. Na zijn dood in 1826 ging de strook over naar zijn zoon Cornelis Jan Bredius. Cornelis Jan kocht aangrenzende stukken land.

In 1852 liet hij hofstede Batestein bouwen en begon het gebied als landgoed Batestein te beheren.

In 1863 liet de familie de Villa Rijnoord en de bijbehorende theekoepel bouwen. Aanvankelijk vond er alleen landbouw en veeteelt op het landgoed plaats, maar rond 1880 kwam er veel meer fruitteelt en groenteteelt op gang.

Na de dood van Cornelis Jan in 1873 gingen het terrein en de boerderij naar zijn zoons Arnoldus Antonie en Jacobus. In twintig jaar tijd was het landgoed een boerenbedrijf geworden waar veeteelt, fruitteelt, zuivelproductie, aardappelteelt en gras- en houtverkoop voor de inkomsten zorgden. De zoon van Arnoldus Antonie, Cornelis (Cees) Jan Arend Bredius bracht de fruitteelt tot volle bloei en maakte van het landgoed weer een eenheid, nadat het in 1906 door meerdere familieleden was geërfd.

Een jaar na de dood van Cees Bredius in 1946, vestigde Arnoldus Anthonie Bredius zich in 1947 op hofstede Batestein.

Voor de Tweede Wereldoorlog met kolommen onder de luifel en spitsboogroeden in de bovenramen.

(10)

4.3 Onteigening

Aan het begin van de jaren '50 van de vorige eeuw ontwierp de gemeente Woerden de uitbreidingsplannen "Bredius" voor het zuidelijk deel van het landgoed. Arnoldus Anthonie tekende hiertegen bezwaar aan, maar in 1956 werden de plannen toch grotendeels goedgekeurd en volgde het onteigeningsproces dat resulteerde in onteigening van het zuidelijk deel van het landgoed in 1966. In datzelfde jaar ontruimde hij zijn gedeelte, wat bestond uit de hofstede Batestein en een aantal arbeiderswoningen en bedrijfsopstallen. Het noordelijk deel van het landgoed verkocht de hr.

Bredius aan J.W. Bellaar in De Bilt. Deze verkocht het terrein in 1970 aan de gemeente Woerden.

De percelen bij villa Rijnoord bleven in handen van de familie Bredius.

4.4 Het landgoed als stadspark

In 1970 kwam er verzet vanuit de bevolking tegen de plannen van de gemeente voor de bouw van bungalows in de zuidelijke helft van het park. In 1973 is de Kerngroep Bredius opgericht. Door handtekeningenacties en druk vanuit de Kerngroep werden de plannen voor woningbouw tegengehouden. De Kerngroep en de natuurverenigingen IVN en KNNV drongen aan op de

inrichting van het landgoed met boomgaarden, stiltegebieden voor vogels en een educatief gedeelte, toegankelijk voor publiek.

Het landgoed is cultuur-historisch van belang omdat het huidige gebied qua inrichting nog helemaal gelijk is aan hoe het gebied in de loop van de 19e eeuw is ingericht.

Pas in 1985 werd een beheers- en inrichtingsplan voor het landgoed opgesteld.

De hofstede en de bijbehorende schuur werden gerenoveerd en zijn sinds 1977 rijksmonumenten.

De schuur kreeg uiteindelijk een bestemming als Milieu Educatief Centrum.

Wensbeeld landgoed Bredius met midden boven de vijver de boerderij

(11)

4.5 Bouwgeschiedenis

De bouwgeschiedenis van de boerderij is in 3 fasen samen te vatten.

Fase 1:

De gevelsteen van 1852 geeft de bouwtijd aan van de oorspronkelijke langshuisboerderij met zomerhuis en wagenschuur. De gevels van de boerderij dateren uit deze periode m.u.v. de platte aanbouw links.

Voor zover bekend zijn de gevels alleen gewijzigd door toevoeging van de deur in de rechter zijgevel en de deuren in de linkerzijgevel. Zeker is dat de ramen waarvan de spitboogroeden ontbreken niet meer oorspronkelijk zijn, wellicht zijn de kozijnen en ramen met spitsboogroeden wel van 1852.

Verder zijn nog oorspronkelijk: de kelder met opkamer, de binnenmuren van de voorkamer grotendeels, de zolderbalklaag van de voorkamer en enkele spantonderdelen in het achterhuis. De koof in de voorkamer is qua element oorspronkelijk maar qua materiaal wel vernieuwd.

In de directe omgeving zijn in diezelfde tijd vergelijkbare objecten gebouwd: het in de 70-er jaren gesloopte koetshuis aan de Oudelandseweg, het koetshuis van Boschlust aan Geestdorp.

Jagtlust in Kamerik is in dezelfde vroeg neogotische stijl echter zonder de gepleisterde muren.

Vermoedelijke oorspronkelijke plattegrond van 1852

(12)

Fase 2:

De aanbouw linksvoor met het platte dak is in 1892 aangebouwd dit blijkt uit historische documenten maar ook uit de staande voeg in het metselwerk tussen beide bouwdelen en het verschillende stijlen van het gevelstucwerk.

Uitbreiding met zomerverblijf in 1892.

In 1966 is de familie Bredius vanwege de onteigening vertrokken, hierna volgt een periode van leegstand en verval.

In 1973 is de boerderij door de gemeente gerenoveerd en verbouwd tot woning en daarna verhuurd.

Van deze verbouwing zijn geen tekeningen voor publicatie beschikbaar.

Voor zover na te gaan zijn in 1973 de volgende ingrepen gepleegd:

1. Repareren kapconstructie 2. Geheel vernieuwen rieten dak

3. Vervangen stucplafond onder plat dak 4. Vernieuwen dakbedekking plat dak 5. Verbouwing van het middenhuis 6. Nieuwe ramen in de voorgevel 7. Deur in rechter zijgevel 8. Sloop hooiberg

(13)

De boerderij werd in 1997 door de gemeente verkocht aan een particuliere eigenaar de heer Omzigt.

Analyse van de tekeningen van 1973 maakt duidelijk dat de interieurwijzigingen van toen zijn verdwenen bij de verbouwing van 2003.

Nieuwe indeling na verbouwing 1973

Fase 3:

Eind 1997 koopt de familie Van der Wal het pand en start in 2003 een verbouwing volgens een plan van architect Koster uit Woerden. Ook van deze verbouwing zijn geen tekeningen voor publicatie beschikbaar.

Bij deze verbouwing zijn alle vloeren op maaiveldniveau gesloopt met de meeste binnenwanden van de aanbouw en het middenhuis. Waarschijnlijk zijn toen ook de tillen gesloopt.

In 2003 is in de gehele boerderij een nieuwe betonvloer gestort m.u.v. de kelder.

De poriso binnenwanden in het achterhuis dateren ook uit deze periode.

In 2008 wordt het pand in brand gestoken door een nog onbekende dader. Een groot deel van de boerderij wordt hierdoor verwoest zoals de gehele kap en de achterzolder. Ook grote delen van de ankergebinten zijn sinds de brand verdwenen. Vervolgens zijn diverse onderdelen uit de boerderij gesloopt zoals de installaties en de afwerkingen van de wanden en vloeren.

Na de brand vertrekt de familie Van der Wal.

(14)

Huidige situatie na de verbouwing van 2003, de brand en het verwijderen van onderdelen van het interieur.

In 2015 koopt de gemeente het pand met de bijbehorende grond. De boerderij heeft tot in 2016 zonder kap in weer- en wind gestaan, waardoor vele houten onderdelen zijn verrot. Er zijn sinds de brand ook geen voorzieningen getroffen om het pand te beschermen tegen weersinvloeden.

(15)

4.6 Fasering bouw

Blauw: 1e fase, oorspronkelijke bouw 1852 Groen: 2e fase, 1892

Geel: 3e fase, 2003

Begane grond

(16)

Verdieping

Langsdoorsnede

(17)

4.7 Foto’s bouwgeschiedenis

1969: boerderij met in de zijgevel nog een groot venster en de hooiberg.

1969: hooiberg, zomerhuis annex wagenschuur en silo’s en kleine houten schuren.

(18)

Voor de restauratie van 1973: zomerhuis en hooiberg, links achtergevel boerderij.

Rechter zijgevel boerderij tijdens de restauratie van 1973 met zijdeur t.p.v. raamkozijn en zonder hooiberg.

(19)

Tijdens restauratie van 1973: achtergevel boerderij en zonder hooiberg.

Na de restauratie van 1973, voorgevel zonder kolommen onder de luifel en zonder spitsboogroeden in de bovenramen van de schuifvensters.

(20)

Zomerhuis inclusief wagenschuur in 1973.

Brand in 2008.

(21)

5 Beschrijving gebouwen

5.1 Boerderij en bijgebouw

De boerderij had tot de brand een rieten zadeldak met houten sporen, de steens muren hebben een hoog glad gepleisterd plint met daarboven met rietgeslagen pleisterwerk. In de voorgevel is een grote spitsboog gemetseld in schoon metselwerk met de eerste steen als sluitsteen. Ook de spitsvormige vensterbekroningen zijn in schoon metselwerk uitgevoerd. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld met in het midden binnen de grote boog een groot spitsboogvormig roedenschuifvenster, met links en rechts daarvan een kleiner schuifvenster met een spitsboogvormig bovenlicht. In de geveltop is een rond gietijzeren venster geplaatst. Het dak is van origine voorzien van gesneden windveren zoals nu nog aanwezig aan het bijgebouw. De meeste spitsboogvensters zijn nog met spitsboogvormige roeden ingedeeld.

Uit plaatselijk onderzoek naar de fundering op staal blijkt dat deze nog in een goede staat verkeert.

Links voor staat tegen de boerderij een aanbouw met plat dak. De gevels zijn gestukt in een blokkenpatroon dat bekend staat als Willem II- of Stucadoors stijl die populair was in het midden van de 19e eeuw.

Schuin achter de boerderij staat een groot bijgebouw onder een pannen zadeldak in dezelfde stijl als de boerderij. Oorspronkelijk is dit gebouwd als bijbehorende zomerhuis annex wagenschuur. Het zomerhuis werd in de zomer tijdelijk gebruikt door de boer om in te wonen als de familie Bredius zijn intrek nam in de hofstede. Ook hier zijn de gevels ruw bepleisterd en zijn binnen spitsbogen in schoonmetselwerk spitsboogvormige schuifvensters geplaatst. In de zijgevel bevinden zich dubbele inrijdeuren. Het dak is versierd met gesneden windveren en druppellijst.

Voorheen was de boerderij bereikbaar via een lange oprijlaan. Aanvankelijk liep deze in een rechte lijn vanaf de Oudelandsweg. In 1883 werd de weg verlegd en aangesloten op de oprijlaan naar het huis Rijnoord. Deze oprijlaan begint aan de Oostdam. De boerderij is nu alleen bereikbaar via een fietspad door het park.

5.2 Gebouwstructuur

De boerderij is van het langshuistype met een driebeukige structuur. Deze structuur is zelfs na de brand nog zichtbaar in het voorhuis vanwege de voorkamer die met dragende binnenmuren is afgescheiden van de zijkamer en de opkamer en in het achterhuis door de gedeeltelijke aanwezigheid van de 3 houten ankergebinten. In de voor- en achtergevel is deze structuur zichtbaar doordat in het midden nog steeds de grootste gevelopeningen aanwezig zijn. Uit bouwsporen en het gevelstucwerk in blokmotief blijkt dat de aanbouw aan de linkerzijgevel later is gebouwd dan het hoofdgebouw.

De voor- en achtergevel lijken nog geheel origineel, in de rechterzijgevel heeft ter plaatse van de huidige deur een raam gezeten. De nieuwe terrasdeuren in de linkerzijgevel zijn van recente datum en waarschijnlijk bij de restauratie in 1973 of later aangebracht.

De spitsbogen geven het gebouw een neo-gotische sfeer.

Uit de tekening van de bestaande toestand in 2003 en onderstaande foto blijkt dat toen het achterhuis over de achterste 3 spantvakken nog niet was ingevuld met binnenmuren. Ook de structuur van de vloer bestaande uit de deel, zeuningen, boes en gruppen was toen nog aanwezig.

De til boven de koeien staan ook nog op deze foto.

(22)

De oude structuur van vloeren en spanten in het achterhuis.

Naast de zijdeur is aan de binnenzijde van de rechterzijgevel nog een bouwspoor zichtbaar van een binnenmuur. Het is zeer waarschijnlijk dat tussen de brandgevel en het achterhuis hier een ruimte heeft gezeten waar de kelder en de opkamer op uit kwamen.

Alle binnenmuren die nu achter de brandgevel staan in het achterhuis zijn van Poriso steen en dus van de verbouwing in 2003. In het gehele gebouw zijn toen ook de bestaande vloeren op de begane grond gesloopt en vervangen door een nieuwe betonvloer. Alleen de vloer van de kelder en opkamer zijn toen niet vervangen. De kapconstructie is door de brand geheel verdwenen. Een klein deel van de ankergebinten zijn nog aanwezig evenals een deel van de zoldervloer in het voorhuis.

Op de opmetingstekeningen van de bestaande toestand 16017-001 en 002 zijn de restanten van de boerderij aangegeven, zie bijlagen.

(23)

Stapelspant met ‘brandgevel” en schoorsteen.

Het spant met de sporenkap op de achterzolder.

(24)

6 Waardestelling

6.1 Algemeen

De boerderij is een beschermd rijksmonument en is sinds 07-06-1977 ingeschreven in het register met het monumentennummer 39301.

In 1973 is de boerderij door de gemeente gerestaureerd en verbouwd tot woning. In 2003 start wederom een verbouwing waarvan nu nog onderdelen zichtbaar zijn. Door een brand in 2008 zijn de gehele kapconstructie en groten delen van de zolders verloren gegaan. Wat nu nog rest is een deel van de spanten in het achterhuis, een deel van de voorzolder, de oude muren en nieuwe poriso binnenmuren die nog niet afgewerkt zijn op een geheel nieuwe betonvloer.

Voor de waardestelling is de boerderij in de huidige situatie geheel opgemeten en getekend, zie bijlage. Het gebouw was hierbij goed zichtbaar omdat met de brand veel betimmeringen e.d. zijn verdwenen. Oude bouwsporen zijn nauwelijks meer aanwezig omdat alle begane grondvloeren zijn vervangen door 1 nieuwe betonvloer en de brand het meeste houtwerk heeft vernietigd.

2016 na de brand.

(25)

Bouwmassa: blauw

De bouwmassa van het hoofdgebouw is van belang vanwege haar ouderdom en bijdrage aan het beeld van het Brediuspark. Maar ook het gehele ensemble van hoofdgebouw met de stenen schuur draagt bij aan de hoge monumentenwaarde. De aanbouw linksvoor is vanwege zijn vermoedelijke ouderdom eveneens van belang.

Exterieur: blauw, groen en geel

Aansluitend bij hetgeen is gezegd met betrekking tot de bouwmassa, mag verder gesteld worden dat vrijwel alle kozijnen en ramen een hoge monumentale waarde vertegenwoordigen, dit geldt niet voor de deuren in de linker zijgevel (geel).

De bovenramen in de voorgevel van het hoofdgebouw vallen in de categorie groen omdat de spitsboogroeden ontbreken. Het riet geslagen stucwerk van de buitengevels is van groot monumentaal belang vanwege de unieke afwerking.

Constructie: blauw en geel.

De balklagen in het voorhuis zijn van een hoge monumentale waarde omdat het bijna de enige originele houten onderdelen zijn die nog aanwezig zijn. Dit geldt ook voor de delen van de ankergebinten in het achterhuis.

De brandgevel en beide draagmuren in het voorhuis zijn bepalend voor de structuur van de boerderij (blauw).

De betonvloer, stalen liggers en de nieuwe houten spantdelen in het achterhuis hebben geen monumentale waarden, geel.

Interieur: Geel

Op de onderdelen na die hierboven zijn genoemd is er weinig van het interieur over. De poriso wanden in het achterhuis zijn storend.

Achterhuis rechts: ankergebintstijlenmet schoor en rechtsboven een deel van de ankergebintligger.

De trekbalken naar de muurplaat zijn vernieuwd en hoger gelegd dan de oorspronkelijke til.

De poer en de vloer zijn ook vernieuwd in 2003.

(26)

6.2 Waardering

Middels deze bouwhistorische verkenning is een waardestelling gemaakt van de boerderij. Het gaat hierbij om de ruimtelijke structuur, de gevels, constructies en indeling.

Dit is met kleur aangegeven op de plattegronden en doorsnede:

Blauw: hoge monumentwaarden, deze zijn van cruciaal belang voor de structuur en betekenis van het object.

Groen: positieve monumentwaarden, deze zijn van belang voor de structuur en betekenis van het object.

Geel: indifferente monumentwaarden, deze zijn van relatief weinig of geen belang voor de structuur en betekenis van het object.

Begane grond

(27)

Verdieping

Dwarsdoorsnede

(28)

Langsdoorsnede

Brandgevel voorkamer: nieuw metselwerk en nieuw stalen bint tussen oud metselwerk en oude houten balken. Balkeinden ongeschilderd vanwege voormalige kast en of schouw.

(29)

Koof in voorkamer.

Buitendeuren in linkerzijgevel en aanzetten til op de muur.

(30)

7 Aanbevelingen voor nader onderzoek

Door de vorige verbouwingen en door de brand is het gebouw nagenoeg geheel gestript waardoor bijna alles goed zichtbaar is.

De kelder staat vol water dus is het belangrijk om de keldervloer, wanden en mogelijke inrichting nader te onderzoeken op hun historische waarden.

Wanneer het pand geheel in de steigers staat moet goed worden beschouwd wat de technische kwaliteit is van het gevelmetselwerk en het stucwerk. Ook is het van belang de kwaliteit van de resterende oude houtconstructies in beeld te brengen, vooralsnog lijken veel balken geschikt voor geheel of gedeeltelijk hergebruik.

Voor het bepalen van de kapconstructie met overstekken maar ook waarschijnlijk ook voor het interieur kan het zomerhuis als voorbeeld dienen.

Opkamer met toegang tot kelder vol met water.

(31)

8 Aanbevelingen voor de restauratie

Hoewel door de diverse verbouwingen en de brand veel verloren is gegaan, biedt het object voldoende kwaliteit om te conserveren voor het nageslacht. Deze kwaliteit valt niet te zoeken in afzonderlijke monumentaal waardevolle onderdelen, maar te meer in de buitenschil.

De buitenschil is bijna geheel authentiek en geeft een goede indruk van hoe de boerderij er oorspronkelijk heeft uitgezien en heeft gefunctioneerd.

1. De hoofdstructuur van het gehele pand zou zo veel mogelijk gehandhaafd moeten blijven. Zeker de voor- en achtergevel en oorspronkelijke gedeelten van de zijgevels dienen vanuit authentieke overwegingen ongewijzigd te blijven. De zijgevel van de aanbouw is minder gevoelig voor wijzigingen. Voor het bestaande oude metselwerk geldt het restauratie principe dat herstel gaat voor vernieuwen. Als er vernieuwd moet worden dan zoveel mogelijk met hergebruik van bestaande materialen.

2. Het verdient sterk de voorkeur om de bovenramen in de voorgevel te vervangen door ramen met een spitsboogindeling zoals oorspronkelijk.

3. De gebint- zolder- en kapconstructie van de gehele boerderij is grotendeels verdwenen. Ook hier is het van belang wat nog goed is te behouden en dit aan te vullen als oorspronkelijk. Het zomerhuis kan hierbij als voorbeeld dienen.

Om de gevolgen van eventuele brandstichting op deze plek met weinig sociale controle te minimaliseren is een schroefdak van riet een goed alternatief voor het gebonden dak.

4. Voor de nieuwe indeling is de oorspronkelijke ruimtelijke structuur die nog goed herkenbaar is het uitgangspunt.

5. Zo mogelijk het bestaande gevelstucwerk handhaven en waar nodig dit repareren, nader deskundig onderzoek is hier nodig. Het schilderwerk op het stucwerk dient vervangen te worden omdat het dampdicht is en dus bladdert.

6. Om het agrarische ensemble van gebouwen en erf weer compleet te maken is het denkbaar de hooiberg terug te bouwen en deze een eigentijdse functie en invulling te geven. Bij de inrichting van het erf en de tuin dient rekening gehouden te worden met de oorspronkelijke indeling en gebruik.

(32)

9 Foto’s bestaande situatie

Voorgevel.

Voorgevel aanbouw met stucwerk in blokmotief en rechts daarvan rietgeslagen stucwerk.

(33)

Rechter zijgevel.

Achtergevel.

(34)

Linker zijgevel.

Aanbouw.

(35)

De binnenzijde van de aanbouw.

De voormalige zijkamer naast de aanbouw met dichtgemetselde deur naar voorkamer.

(36)

De voorkamer met raam en koof.

De voorkamer met toegang naar de opkamer.

(37)

Het opkamer.

De achtergevel met sporen van de til op de muur.

(38)

Het achterhuis met porisowanden.

Achtergevel met restanten van een balklaag.

(39)

Werkomschrijving van 1880 met offerte van de aannemer voor de aanbouw voor aan de boerderij.

(40)
(41)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Staat te dicht op bomensingel en in zichtlijn naar zomerhuis. 1 blaasjesboom (Koelreuteria) Met

Gezien

Status Versie Schaal Formaat Blad. Datum

Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het

[r]

Behorend bij besluit: OLO3635705 Datum: 30 april 2019. Namens het College van B&W van de

Onderdeel Hierin worden alle gebouwonderdelen genoemd, bij enkele onderdelen wordt verwezen naar de dakplattegrond. De nummers corresponderen met de nummers op de

Aangezien in het park ook oude bomen voorkomen is ingeschat dat het voorkomen van holten (en daarmee verblijfplaatsen voor vleermuizen) niet kan worden uitgesloten..