Evert Masdorp
bron
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger. J.J. van Brederode, Haarlem 1881
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/masd001piet01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
PIET DURF,
HOE WONDERLIJK HET HEM VERGING BIJ HET OPLATEN VAN ZIJN VLIEGER,
DOOR
M.P. ROSMADE.
HAARLEM, - J.J. VAN BREDERODE.
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Piet Durf houdt veel van groote zaken.
Hier ziet gij hem een vlieger maken,...
Een ding, wel eens zoo groot als hij!
Dat is wat veel gewaagd, dunkt mij!
Maar, och! hij vreest voor geen gevaren, Al is hij nog slechts jong van jaren!
Met smaak beplakt toch onze Piet Zijn vlieger hier, gelijk gij ziet,
En Barend Bang, zijn buurmans zoontje, Houdt vasten grond en knipt een kroontje.
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Zonneschijn en een goed windje,...
't Is, wat men verlangen kan, Wil men vliegers laten opgaan!...
Piet nu maakt gebruik er van.
Barend houdt den mooijen vlieger Stevig vast, ondanks den wind.
Pieter haspelt reeds de lijn af, En loopt achterwaarts gezwind.
Maar dat 's alles niemendal!...
Laat ons zien, wat volgen zal!
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
De vlieger steeg zoo prachtig in de lucht, Maar trok meteen zoo krachtig en geducht, Dat Piet, zoo lang het mooglijk was, de lijn Moest vieren, om de baas er van te zijn!
Maar nu de lijn is afgeloopen,... ach!
Nu raakt ons arme Pietjen in beklag!
De vlieger trekt nog steeds met groote kracht, En deze gaat ver boven Pieter's macht.
Al houdt zijn vriend hem nog zoo vast om 't lijf...
Ons Pietje gaat de vaart in buiten kijf!
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
‘De zaak is niet richtig! Ik waag me er niet aan!
Denkt Barend!... ‘Wie weet toch, waarheen wij nu gaan!’
Dus laat hij zich los... en daar gaat onze Piet.
Of Barend al ‘help!’ roept, het baat hem wis niet!
De vlieger trekt Pieter met spoed over 't land.
En Pieter denkt: ‘Wat ik eens heb in mijn hand, Dat laat ik niet los; want die vlieger heeft tijd En moeite gekost; dus ik wil hem niet kwijt!’
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Door het golvende meer trekt de vlieger hem voort.
Of schippers al schreeuwen,... zij blijven aan boord.
Of de molenaars gaan naar den kant van den wal,...
Ach, het baat onzen Piet toch zoowat niemendal!
Is het noodig, dan zwemt hij zoo vlug als een visch;
Maar de vlieger trekt hard; dus met 't zwemmen is 't mis;
Want veel sneller dan 't schip, met zijn zeilen in top, Trekt de vlieger den waaghals door 't golvende sop.
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Uit het meer op den wal, over 't dak van het huis, Sleept de vlieger den jongen maar meê!
Zoo gaat het de lucht in met vreeslijk gedruisch...
Wie 't geval ziet, roept: ‘ach!’ en roept ‘wee!’
En Piet zelf, schoon het pijn doet, die schok tegen 't dak, Houdt den vlieger maar altijd in 't oog.
En hij zegt: ‘'k Laat niet los bij een enkelen smak!
Ja! al gaat het dan ook nog zoo hoog!’
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
De vlieger trekt hem hooger op.
De lijn schuilt tusschen staart en kop Van 't haantjen op den torentop...
Snel, als een rijpaard in galop, Stijgt Pieter naar dien hoogen top!
Al zijt gij nog zoo vlug en koen, Ik raad u: 't nooit hem na te doen!
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Maar Pieter is een slimme gast!
Hij houdt zich aan het haantje vast.
Den haspel om den hals gedaan, - 'k Bedoel den hals toch van den haan - Doet hij een greep, een kunstnaar waard, En zit op 't haantje, als op een paard.
Hij roept: ‘Ik ben gered!... Hoezee!’
En wie het ziet, juicht met hem meê
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger
Evert Masdorp, Piet Durf, hoe wonderlijk het hem verging bij het oplaten van zijn vlieger