Vraag nr. 99
van 20 februari 2001
van de heer JOACHIM COENS
Nitraatrichtlijn – Afbakening kwetsbare gebieden De Europese Commissie heeft reeds twee met re-denen omklede adviezen geformuleerd tegen Bel-gië in verband met de Nitraatrichtlijn.
Eén van de discussiepunten betreft de afbakening van zogenaamde kwetsbare gebieden voor nitraat-vervuiling.
1. Wat is in dit verband de stand van zaken ? Wat zijn de eisen van de Commissie, en welke timing verbindt ze daaraan ?
2. Heeft de Commissie sancties in het vooruitzicht gesteld indien Vlaanderen niet tijdig of niet vol-ledig aan deze eisen tegemoetkomt ?
Antwoord
1. Op de laatste vergadering van het Nitraatco-mité (28.2.2001) werd een stand van zaken van de implementatie van de Nitraatrichtlijn voor-g e l e voor-g d . Het Nitraatcomité is een volvoor-gens artikel 9 van de Nitraatrichtlijn opgericht adviesorgaan van vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie.
Uit deze stand van zaken blijkt dat België alle verplichte taken in het kader van de Nitraat-richtlijn heeft uitgevoerd: de monitoring van de w a t e r k w a l i t e i t , de aanduiding van kwetsbare ge-b i e d e n , het opmaken van een code van goede l a n d b o u w p r a k t i j k e n , het opmaken van actiepro-gramma's en de vierjaarlijkse rapportering. E r wordt echter duidelijk bij vermeld dat dit niet betekent dat de Commissie deze omzettingen heeft goedgekeurd ("excercise performed but not necessarily approved by the Commission"). Verder vermeldt het overzicht dat een inbreuk-procedure voor België hangende is. Er werden reeds twee met redenen omklede adviezen ge-formuleerd.
Navraag bij de vertegenwoordigers van de Commissie leerde dat de Europese Commissie in de loop van dit jaar een beslissing zal nemen over een eventuele procedure voor het Hof van Ju s t i t i e. Eenzelfde procedure loopt voor Neder-land.
2. Een procedure voor het Hof van Justitie kan naargelang de omvang van de zaak tussen één en twee jaar in beslag nemen. Na een veroorde-lingsarrest kan de Commissie de procedure op grond van artikel 228 van het EG-verdrag op-s t a r t e n . De precontentieuze (ingebrekeop-stelling, met redenen omkleed advies) en de contentieu-ze procedures (Hof) samen duren dan ongeveer drie tot vier jaar. In deze laatste procedure kan de Commissie aan het Hof de oplegging van een geldboete of een dwangsom ten laste van de lid-staat vorderen.