• No results found

Vraag nr.51van 15 december 2000van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.51van 15 december 2000van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 51

van 15 december 2000

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Interlandelijke adoptie – Onderzoek buitenlandse contacten

Het besluit van 20 oktober 1998 inzake interlande-lijke adoptie bepaalt in artikel 11, § 2 dat de Vlaamse Centrale Autoriteit de buitenlandse con-tacten onderzoekt en goedkeurt. De kostprijs van dit onderzoek is bij besluit vastgelegd op 25.000 frank.

1. Waaruit bestaat het onderzoek naar het buiten-lands kanaal ?

2. Doet Kind en Gezin dit onderzoek volledig zelf, of doet zij een beroep op derden, b i j v o o r b e e l d ambassades ?

3. Indien Kind en Gezin een beroep doet op der-den om dit buitenlands kanaal te onderzoeken, vergoedt zij deze derden dan voor hun hulpver-lening ?

4. Wat is de precieze kostenstructuur van dit on-derzoek ?

5. Hoeveel onderzoeken naar buitenlandse kana-len deed Kind en Gezin in 1998 en 1999 ? 6. Hoeveel buitenlandse kanalen werden na

on-derzoek goedgekeurd en niet goedgekeurd voor de jaren 1998 en 1999 ?

7. Hoelang duurt zo'n onderzoek (gemiddeld, kortste en langste onderzoek) ?

Antwoord

1. Het onderzoek van een buitenlands kanaal be-helst drie stappen :

– melding van het buitenlands contact aan Kind en Gezin ;

– onderzoek : samenstelling inlichtingendos-sier door de kandidaten met informatie over het buitenlands contact en het herkomstland ; formulier "aangifte buitenlandse contacten z e l f d o e n e r s " ; evaluatie van het inlichtingen-dossier door de diplomatieke post en door Kind en Gezin;

– Kind en Gezin bepaalt zijn eindoordeel op grond van de beoordeling van het inlichtin-gendossier en verstrekte documenten, h e t formulier "aangifte buitenlandse contacten zelfdoeners" en de informatie vanwege de diplomatieke post.

2. Het onderzoek geschiedt steeds via de ambassa-d e s, ambassa-die inambassa-dien noambassa-dig een beroep kunnen ambassa-doen op derden ter plaatse. De kosten van dit onder-zoek door derden worden aangerekend aan Kind en Gezin.

3. Ja.

4. Het is een forfait, gebaseerd enerzijds op het forfait dat ook in Nederland werd aangerekend toen zelfdoeners nog werden toegelaten in de Nederlandse wetgeving en anderzijds op de ge-middelde kostprijs van dergelijk onderzoek door derden (meestal advocaten) in de her-komstlanden.

5 en 6. In 1998 keurde Kind en Gezin één buiten-lands kanaal goed, in 1999 ook één en in 2000 drie.

Twee aanvragen werden geweigerd, r e s p e c t i e v e-lijk vanwege een negatief advies van de Belgi-sche ambassade en vanwege de vaststelling dat het herkomstland geen zelfdoeners toelaat. 7. Kortste onderzoek : drie maanden. Langste

on-derzoek : vijf maanden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Of er effectief een kind kan worden geplaatst, hangt af van een aantal concrete elementen zoals de leeftijd, de burgerlijke staat, de al dan niet aan- wezigheid van kinderen

Hoe betrekt de minister de verzekeringsmaat- schappijen en banken bij de uitvoering van het decreet op de zorgverzekering in afwachting van de opheffing van artikel 43ter van

Hoeveel jongeren (opgedeeld volgens geslacht) werden de voorbije drie jaar op basis van artikel 53 (wet van 8 april 1965) voor maximum veer- tien dagen in de gevangenis geplaatst..

Artikel 11, § 2 van dit decreet bepaalt dat, nadat de k a n d i d a a t-adoptant een keuze heeft gemaakt tus- sen een adoptie via gehele of gedeeltelijke bemid- deling van een

Evenwel moet erop worden gewe- zen dat de grootste kosten bestaan in het opzetten van het onderzoeksproject (het selecteren van een representatief staal, het opstellen van vragen

In welke alternatieve opvang van kinderen ouder dan zes jaar voorziet de minister indien wordt vastgehouden aan de afbouw van de op- vang binnen

Wordt de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r- ziening niet aangespoord om versneld over te gaan tot de toepassing van membraanfiltratie voor het zuiveren van

Bij besluit van de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 10 april 1997 werd aan de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r- voorziening (VMW) toelating