• No results found

Vraag nr. 44van 29 november 1995van de heer WILLY KUIJPERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 44van 29 november 1995van de heer WILLY KUIJPERS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 44

van 29 november 1995

van de heer WILLY KUIJPERS

Decreet volksontwikkelingswerk – Kritiek Hoge Raad Ongetwijfeld nam de minister reeds kennis van het unanieme advies, gedateerd op 18 oktober 1995, van de Hoge Raad voor de Volksontwikkeling (HRV) omtrent het ontwerp van programmadecreet met betrekking tot het volksontwikkelingswerk in Vlaanderen.

Daarbij stelde de HRV onder meer vast :

1. dat de voorgelegde teksten niet alle artikels bevat-ten die in het ontwerp van programmadecreet 1996 betrekking hebben op het volksontwikkelingswerk, onder andere bepalingen met betrekking tot de ver-enigingssector en bepalingen inzake invoering van een enveloppesysteem ;

2. dat de regeringsverklaring van de Vlaamse regering van 21 juni 1995 uitdrukkelijk stelt dat de recente vernieuwing die werd doorgevoerd in de sector van het volksontwikkelingswerk, in de komende jaren alle kansen moet krijgen.

De Hoge Raad voor Volksontwikkeling betreurt : 1. dat de Vlaamse regering het wetgevend werk van de

Vlaamse Raad op essentiële punten uitholt en wei-gert de nodige kredieten uit te trekken om de decreten uit te voeren ;

2. dat de overlegbesturen voor het volksontwikke-lingswerk, onder meer wege ns t ijdsdruk, niet behoorlijk hebben kunnen functioneren en dat der-halve over de oorspronkelijke uitvoeringsbesluiten en over de overgangsmaatregelen van de decreten nauwelijks overleg met de sector heeft plaatsgehad 3. dat door de administratieve verplichtingen de

papierberg van administratieve formaliteiten hallu-cinante vormen heeft aangenomen, en dat door de tegenstrijdige richtlijnen van de overheid in de sec-tor veel onduidelijkheid, verwarring en vooral onproduktiviteit is ontstaan. De sector is het slacht-offer van deze onzekerheid en grote chaos ;

4. dat de adviesraad van de minister dermate de uit-holling en de afslanking van de 5 maanden geleden gestemde decreten inhoudt, dat de voorgestelde maatregelen niet rechtvaardig en niet relevant zijn, met als gevolg dat ze op de voorliggende advies-vraag van de minister niet kan ingaan ;

5. dat het ontwerp van programmadecreet-1996 arti-kels bevat die de organieke regels van de decreten inzake het volksontwikkelingswerk wijzigen, wat een oneigenlijk gebruik inhoudt van de techniek van een programmadecreet.

In welke mate heeft de minister deze kritiek van de HRV in zijn beleid verwerkt ?

Antwoord

De adviestaak van de Hoge Raad voor de Volksont-wikkeling werd door mij ten volle gerespecteerd, zowel ten aanzien van de uitvoeringsbesluiten bij de decreten

van 15 april 1995 als ten aanzien van bet ontwerp van programmadecreet.

De implementatie – met terugwerkende kracht – van deze decreten en uitvoeringsbesluiten verliep inder-daad niet zonder moeilijkheden en leidde, althans wat het decreet-instellingen betreft, tot de vaststelling van de onbeheersbaarheid van de financiële weerslag. De Vlaamse regering achtte dientengevolge enkele wij-zigingen noodzakelijk.

In het ontwerp van programmadecreet worden aldus een aantal maatregelen voorgesteld om de instellingen aan te sporen sneller werk te maken van de samenwer-king en de schaalvergroting. Tevens wenst het pro-grammadecreet de financiële beheersbaarheid van het instellingendecreet te waarborgen, zonder afbreuk te doen aan de fundamentele doelstellingen die aan de basis liggen van de herordening van het volksontwikke-lingswerk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het aantal opvangplaatsen in het arrondissement Leuven voor volwassenen met een matig tot diep mentale handicap met eventueel bijkomende pro- blemen :2. – in de loop

– er ook rekening moet worden gehouden met de economische gevolgen voor alle direct én indirect betrokken ondernemers bij het gebruik van over- heidssteun voor

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegd- heid van mevrouw Wivina Demeester-De Me y e r , Vlaams minister van Financiën, Begroting en

Zoals reeds in mijn beleidsbrief "Het Leef- milieu in Vlaanderen" van oktober 1996 werd gesteld, zal op termijn een algeheel verbod voor het storten van huisvuil

Het antwoord op de tweede paragraaf van bovenver- melde vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, naar wiens antwoord

Tijdens het paasweekeinde van 7-8 april 1996 dreef er opnieuw een meterhoge schuimlaag op de Velpe vanaf Roosbeek (Boutersem), merkbaar tot in Kortenaken en verder. Naar verluidt

Op de eerste plaats acht ik het nodig dat een Vlaams integraal wateroverlegcomité (VIWC), dat ondertussen werd opgericht, als forum dient met het oog op de realisatie van

Het is immers de bedoeling op basis van de experimenten te komen tot organisatievormen en een pedagogische aanpak die én aansluit bij de noden van de doelgroep