• No results found

Vraag nr. 35 van 17 januari 1995 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 35 van 17 januari 1995 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 35 van 17 januari 1995

van de heer JEAN-MARIE BOGAERT Inzagerecht gemeenteraadsleden – Modaliteiten In antwoord op een vraag van de heer Jos De Meyer van 24 februari 1995, antwoordde de toenmalige fede-rale minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenaren-zaken dat "het inzagerecht van gemeenteraadsleden zich eveneens uitstrekt tot de dossiers die nog niet afge-werkt zijn, met uitzondering van de persoonlijke nota's van ambtenaren, schepenen of burgemeester die nog in bewerking zijn of die nog ter studie liggen bij het colle-ge van burcolle-gemeester en schepenen."

De toenmalige Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden Theo Kelchtermans antwoordde evenwel op dezelfde vraag : "Luidens artikel 3, para-graaf 2, in fine, van het decreet geldt, wat de bestuurs-documenten betreft die worden opgesteld ter voorbe-reiding van administratieve beslissingen, de openbaar-heid niet zolang in de betrokken aangelegenheden geen eindbeslissing is genomen" (vraag nummer 218 van 2 maart 1995, Bulletin van Vragen en Antwoorden num-mer 12 van 11 april 1995, blz. 622-623).

Wat is het standpunt van de minister over deze materie ? Heeft de minister reeds initiatieven genomen om in een omzendbrief een overzicht te geven van alle modalitei-ten in verband met het inzagerecht en het nemen van afschriften, met behandeling van volgende vragen : 1. wie mag er juist inzage hebben en afschrift nemen ; 2. wanneer (in de verschillende stadia van de

procedu-res) ;

3. betreffende welke stukken (onder andere al dan niet verplichte adviezen, bezwaarschriften) ? Antwoord

1. Luidens artikel 84 van de Nieuwe Gemeentewet mag geen akte, geen stuk betreffende het bestuur aan het onderzoek van de raadsleden worden ont-trokken.

Uit het arrest nr. 18.008 van 21 december 1976 (Raad van State, Geel/Belgische Staat, 18.008, 21 december 1976, Verzameling der arresten van de Raad van State, 1976, blz. 1.101) kon worden afge-leid dat het door artikel 84 aan de gemeenteraadsle-den toegekende prerogatief niet enkel slaat op stuk-ken in verband met de door de gemeente uitgevoer-de taken van louter gemeentelijk belang, maar ook op stukken in verband met taken van "gemengd" belang, dat wil zeggen aangelegenheden die zowel van algemeen als van gemeentelijk belang zijn (de zogenaamde "medebewindsopdrachten" die door de hogere overheden aan de gemeentelijke organen worden opgedragen). In datzelfde arrest wordt tevens gesteld dat het recht op inzage zowel geldt voor de in behandeling zijnde als voor de afgehan-delde dossiers.

De hierboven vermelde rechtspraak, die werd over-genomen in de federale omzendbrief van 19 januari

1990 betreffende het inzagerecht van de gemeente-raadsleden, geldt nog steeds onverkort wat de inza-ge van stukken betreft van inza-gemeentelijk of van federaal "gemengd" belang.

De door de heer De Meyer aan mijn voorganger gestelde vraag nr. 218 van 2 maart 1995 (Vlaamse Raad, Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 12 van 11 april 1995, blz. 622) had evenwel, in tegen-stelling tot de in algemene bewoordingen gestelde vraag nr. 741 van 24 februari 1995 die hij tot de federale minister richtte (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 156, blz. 8.245), uitsluitend betrekking op de inzage van individuele bouwaanvraagdossiers en afgegeven bouwvergunningen, dat wil zeggen, documenten waarover een gemeente beschikt in een aangelegenheid waarvoor het Vlaams Gewest bevoegd is.

Wat de inzage betreft van dergelijke documenten, die in opdracht van de Vlaamse overheid worden opgesteld in het kader van een zogenaamde mede-bewindsopdracht, moet de vroegere rechtspraak van de Raad van State worden herzien in het licht van het decreet van 23 oktober 1991 betreffende de openbaarheid van bestuursdocumenten in de dien-sten en instellingen van de Vlaamse regering, met name in de mate dat dit decreet de openbaarheid verbiedt of beperkt van de bestuursdocumenten waarover de gemeenten beschikken in aangelegen-heden waarvoor het Vlaams Gewest of de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is.

Vermits luidens artikel 3, par. 2, in fine, van het decreet de openbaarheid niet geldt zolang in de betrokken aangelegenheid geen eindbeslissing is genomen, mag een gemeenteraadslid dus inderdaad slechts inzage nemen van een bouwvergunningsdos-sier zodra het college van burgemeester en schepe-nen ter zake een beslissing heeft genomen.

In tegenstelling tot hetgeen het Vlaamse parle-mentslid uit de door hem geciteerde antwoorden van de federale minister van Binnenlandse Zaken en van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aan-gelegenheden meent te kunnen afleiden, vullen deze antwoorden mekaar eerder aan, dan dat ze mekaar tegenspreken.

2. Enkel de federale wetgever is bevoegd om een alge-mene wettelijke regeling inzake de openbaarheid van bestuur vast te stellen ten aanzien van gemeen-ten en provincies.

Op 22 december 1995 keurde de federale minister-raad een voorontwerp van wet goed dat de open-baarheid van bestuur in de gemeenten en provincies regelt en dat, na te zijn toegestuurd aan de Raad van State voor advies, zal neergelegd worden voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Ik acht het dan ook niet aangewezen om thans nog een omzendbrief in verband met het inzagerecht en het nemen van afschriften op het gemeentelijk vlak uit te vaardigen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze bijkomende informatie wordt dus reeds ter beschikking gesteld van het grote publiek vanaf de eerste werkdag van de maand.. Wel is het zo dat in de pers de stijgingen

Bovendien zal er voor de vaste leveringen een bij- komende prijsvermindering worden toegepast voor de contracten van minimum 5 jaar, afgesloten vóór 31 december 2001, in die zin dat

Naar aanleiding van een interpellatie van de heer Etienne Van Vaerenbergh op donderdag 7 maart 1996 betreffende de werking van de V DA B, s t e l d e de minister dat hij vanaf

De uitrustingen langs de autosnelwegen, beheerd door mijn departement, w o r d e n gevoed door het hoogspanningsnet van de plaatselijke elektrische

Opmerking : indien het een lening betreft van een publiekrechtelijke rechtspersoon onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeen- schap/het Vlaams Gewest wordt principieel

Als we het financieringsmechanisme van de gewesten en de verdeling van het toegewe- zen gedeelte van de opbrengst van de personenbe- lasting voor de gemeenschappen onder de loep

Welke maatregelen heeft de minister genomen om de verdere verloedering van het eigendom Buiten de Dampoort 1 in Brugge tegen te gaan2. Welke beslissingen werden

De keuze voor vier maanden werd bij consensus door de begeleidingscommissie genomen en volstaat om de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen