Vraag nr. 129 van 5 januari 1998
van de heer JEAN-MARIE BOGAERT
M i l i e u b e l e i d s overeenkomst geneesmiddelen – Implementatie
Op 1 januari 1998 wordt normaliter de milieube-leidsovereenkomst van kracht betreffende de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen in V l a a n d e r e n , dit in opvolging van de convenant van 29 januari 1996.
1. In het decreet betreffende de milieubeleids-overeenkomsten van 15 juni 1994 is gestipu-leerd dat alle partijen jaarlijks bij het V l a a m s Parlement verslag dienen uit te brengen over de uitvoering van de overeenkomst. Dit is niet ver-der uitgewerkt in het ontwerp. Welke vormen en voorwaarden gelden terzake ?
2. De ontwerpmilieubeleidsovereenkomst legt de opzeggingstermijn op vier maanden, terwijl het decreet betreffende de milieubeleidsovereen-komsten uitdrukkelijk bepaalt dat de opzeg-gingstermijn minimaal zes maanden moet be-dragen. Hoe rijmt de minister een en ander ? 3. Hoe staat de minister tegenover de instelling
van een meldpunt voor klachten terzake of een steekproefsgewijze controle van het huisvuil in dit verband ?
4. Hoe wordt de financiering van de begeleidings-commissie geregeld ? Wat zijn haar taken ? 5. Deelt de minister de mening van de SERV
(Sociaal-Economische Raad van V l a a n d e r e n ) dat de beoordeling van het ontwerp sterk zou worden vergemakkelijkt indien de overeen-komst vergezeld zou zijn van een behoorlijke toelichting ? Werden terzake initiatieven geno-men ?
6. Waarom werd in de ontwerpmilieubeleidsover-eenkomst niet geopteerd voor kwantitatieve doelstellingen voor de verzameling ?
7. De SERV merkt nog op dat deze milieubeleids-overeenkomst niet past in "een hogere schakel in de beleidsketen". Wordt dit euvel rechtgezet in een uitvoeringsplan van het milieubeleids-plan of in het milieujaarprogramma ?
Antwoord
1. Het decreet van 15 juli 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten stipuleert dat er jaarlijks een verslag wordt voorgelegd aan het Vlaams Parlement. De vorm en de inhoud van dit verslag werd nog niet door de Vlaamse rege-ring vastgelegd in een uitvoerege-ringsbesluit. D e begeleidingscommissie zal jaarlijks een verslag voorleggen dat de werking en de resultaten van de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen beschrijft.
2. Artikel 9 van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten vermeldt omtrent de opzeggingstermijn het vol-gende : "Behoudens andersluidend beding in de overeenkomst bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. In geen geval mag de in de over-eenkomst bepaalde opzeggingstermijn langer zijn dan één jaar".
De opzeggingstermijn van de milieubeleids-overeenkomst kan dus worden vastgesteld op vier maanden.
De keuze voor vier maanden werd bij consensus door de begeleidingscommissie genomen en volstaat om de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen te beëindigen. 3. Naar aanleiding van de opmerkingen van de
S E RV op de milieubeleidsovereenkomst werd de maatregel met betrekking tot de controle op de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen uitgebreid met een klachten-meldpunt en de huisvuilsorteeranalyse. D e z e bijkomende controles werden expliciet opgeno-men in de milieubeleidsovereenkomst naast de reeds bestaande, zoals de steekproefsgewijze controle van de opgehaalde recipiënten door de begeleidingscommissie.
4. De financiering van de begeleidingscommissie moet niet worden geregeld. Alle werkzaamhe-den van de lewerkzaamhe-den gebeuren binnen hun opdracht voor de respectievelijke vereniging. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) stelt steeds een vergaderzaal ter beschikking van de begelei-d i n g s c o m m i s s i e. Het secretariaat van begelei-de bege-leidingscommissie wordt verzorgd door de OVAM.
De begeleidingscommissie coördineert de selec-tieve inzameling van oude en vervallen
genees-middelen zoals bepaald in artikel 10 van de milieubeleidsovereenkomst.
5. Bij de adviesvraag aan de SERV werd uitslui-tend de milieubeleidsovereenkomst voorgelegd zonder toelichting. Bij de vraag tot goedkeuring van de milieubeleidsovereenkomst aan het Vlaams Parlement werd een toelichtende nota opgesteld door de begeleidingscommissie ten behoeve van het Vlaams Parlement.
6. Er wordt in de milieubeleidsovereenkomst inderdaad geen kwantitatieve resultaatsverbin-tenis gesteld bij de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen.
Het beperken van de hoeveelheid van oude en vervallen geneesmiddelen is evenwel ook een doelstelling van de betrokken verenigingen, via het bevorderen van de therapietrouw voor de geneesmiddelen door de patiënt/consument. Dit leidt ertoe dat mogelijke verspilling van geneesmiddelen tot een minimum wordt her-leid.
Op het vlak van de preventie worden vanuit het oogpunt van de volksgezondheid al ruime inspanningen geleverd, die in het kader van deze milieubeleidsovereenkomst echter niet kunnen worden omgezet in een kwantitatieve r e s u l t a a t s v e r b i n t e n i s. Artikel 10, § 1 van de milieubeleidsovereenkomst voorziet echter wel in een referentiekader voor de evaluatie van de resultaten van de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen.
7. Een duidelijk verband tussen deze milieube-leidsovereenkomst en het milieubeleidsplan wordt niet aangegeven.
Op vraag van de beroepsvereniging van de apo-thekers werd in 1985 door de OVAM gestart met de selectieve inzameling van oude en ver-vallen geneesmiddelen via de voor het publiek opengestelde officina's. Deze actie werd ingege-ven door het feit dat oude en vervallen genees-middelen zowel vanuit het oogpunt volksge-zondheid als vanuit het standpunt milieu een bijzondere aandacht en behandeling vereisen. Deze bewustwording kwam er nog voordat er sprake was om de selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval (KGA) in te voeren. D e decreetgeving van het Vlaams Gewest daarom-trent dateert immers van 1991. Gezien het spe-ciale karakter van oude en vervallen genees-middelen en ook gezien de steun van de
beroepsverenigingen van apothekers, werd van in het begin ook door de OVAM de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmidde-len via de apotheken voortgezet, met goede resultaten.
Daarom werden noch in het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 1997-2001, noch in het Milieubeleidsplan 1997-2001 expliciete nieu-we acties met betrekking tot oude en vervallen geneesmiddelen opgenomen. Ook het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en zijn uitvoerings-besluiten, gebundeld in het Vlarea, voorziet niet in bijkomende richtlijnen specifiek gericht op de inzameling van oude en vervallen genees-middelen.