• No results found

Vraag nr. 254 van 19 mei 1998 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 254 van 19 mei 1998 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 254 van 19 mei 1998

van de heer JEAN-MARIE BOGAERT

Niet-zuilgebonden welzijnszorg – Objectiviteit ambachtelijke adviezen

Nogal wat erkende voorzieningen in de welzijns-en gezondheidssector, welzijns-en vooral kleinere onafhan-kelijke organisaties, hebben vaak te maken met een "zekere vooringenomenheid" vanwege leden van de inspectie en bevoegde administratie.

De term "nieuwe politieke cultuur" mag dan onder meer als ideale doelstelling hebben een volledige depolitisering van de ambtenarij, toch is de huidige ambtenarij hoofdzakelijk bevolkt met ambtenaren die onder de "oude politieke cultuur" (vaak partij-politiek) zijn benoemd.

Benadeling van niet-zuilgebonden diensten is dan ook vaak het gevolg van een "politiek getinte administratie" die, bijvoorbeeld in geval van advies inzake uitbreidingen van erkende voorzieningen, vaak een voor de minister welgevallig advies afle-v e r t , waarop deze dan "gelet op het adafle-vies afle-van de administratie" beslissingen treft hoofdzakelijk in het voordeel van de grote zuilgebonden diensten. 1. Over welke mogelijkheden beschikt een

erken-de voorziening die zich benaerken-deeld voelt door een advies van de administratie dat een onder-deel vormt van een beslissingsprocedure van de minister, om dit advies te betwisten ?

2. Worden dergelijke ambtelijke adviezen inzake subsidiëring en uitbreiding van de werking beschouwd als een substantieel onderdeel van een bestuurshandeling en vallen zij derhalve onder de motiveringsplicht van de wet van 29 juli 1991 ?

3. Worden deze ambtelijke adviezen als een bestuursdocument beschouwd, en vallen zij der-halve onder de wet inzake openbaarheid van bestuur ?

4. Op welke wijze kunnen leidinggevende ambte-naren individueel ter verantwoording worden geroepen voor afgeleverde adviezen die bepaal-de voorzieningen kunnen benabepaal-delen ?

Antwoord

Als minister van Cultuur, Gezin en Welzijn strekt mijn bevoegdheid zich uit tot de welzijnsvoorzie-ningen en niet tot de gezondheidssector.

Uit de aanhef van de vraagstelling meen ik te mogen afleiden dat kleinere onafhankelijke organi-saties inzake aanvragen en behandeling van erken-ning een andere benadering zouden krijgen vanwe-ge de administratie en de inspectie dan de zovanwe-gehe- zogehe-ten zuilgebonden zorg, waardoor mogelijk benade-ling zou ontstaan. Tenzij de Vlaamse volksverte-genwoordiger met concrete bewijzen zou komen, die ik dan ook onverwijld zou laten onderzoeken, wil ik formeel stellen dat deze visie pertinent niet met de werkelijkheid strookt.

1. Voor alle sectoren in de welzijnszorg bestaat een specifieke sectorale regelgeving, w a a r i n wordt vastgelegd :

a) de modaliteiten van indienen van de aan-vraag ;

b) de voorwaarden tot het verkrijgen van de erkenning ;

c) de te volgen procedureregels, waarin even-eens zijn opgenomen :

– de adviesverstrekking ;

– de beroepsmogelijkheden van organisa-ties die bij een erkenning worden gewei-g e r d , of waarvan de erkenningewei-g wordt ingetrokken of geschorst.

2. Voor de adviesprocedure was in meerdere raden voorzien :

a) de Vlaamse Hoge Raad voor Personen met een Handicap, opgericht bij koninklijk besluit van 16 december 1981 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 december 1982 en 10 januari 1990 ; b) de Vlaamse Hoge Raad voor Migranten,

opgericht bij besluit van de Vlaamse regering van 3 maart 1982 ;

c) de Vlaamse Hoge Raad voor de Derde Leef-t i j d , opgerichLeef-t bij besluiLeef-t van de V l a a m s e regering van 27 oktober 1982 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 9 oktober 1991 ;

d) de Vlaamse Hoge Raad van het Gezin,opge-richt bij besluit van de Vlaamse regering van 25 november 1997 ;

(2)

samenstelling en werkwijze is bepaald bij besluit van de Vlaamse regering van 12 okto-ber 1988, gewijzigd bij besluit van de Vlaam-se regering van 10 mei 1989,12 oktober 1994, 5 april 1995 en 23 april 1996.

f) de Hoge Adviescommissie inzake Maat-schappelijk Opbouwwerk, opgericht bij besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1991 ;

g) de Vlaamse Hoge Raad van het A l g e m e e n We l z i j n s w e r k , opgericht bij besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1991. Het decreet van 15 juli 1997 houdende de oprich-ting van een Gezins-en Welzijnsraad leidde tot de opheffing van al deze afzonderlijke raden. I n hoofdstuk III, artikel 13 tot en met 16 wordt een adviserende beroepscommissie ingesteld, b e s t a a n-de uit zeven len-den, die precies als opdracht heeft advies te verlenen met betrekking tot ingediende beroepen en bezwaar- en/of verweerschriften tegen een formeel geuite beslissing of een formeel bete-kend voornemen tot weigering van een vergunning of verlenging ervan, weigering van een erkenning, weigering van verlenging van erkenning, e v e n a l s schorsing of intrekking van erkenning en ten slotte ook sluiten van een voorziening.

3. Toekennen van een erkenning is niet altijd lou-ter en alleen gebaseerd op het formeel voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden. B i j k o m e n d e erkenningen zijn soms afhankelijk van program-maties en budgettaire ruimte. In bepaalde secto-ren (zoals het algemeen welzijnswerk) zijn beleidslijnen ontwikkeld naar schaalvergroting en samenwerkingsverbanden. Dit is niet alleen ingegeven door de wil om de middelen effectief en efficiënt in te zetten, maar ook om een toe-gankelijke zorg en een zorg op maat van de hulpvrager te ontwikkelen.

In het raam van de kwaliteitszorg is ook binnen het departement We l z i j n , Volksgezondheid en Cultuur een departementaal integratieproject ontwikkeld dat alle procedures inzake erken-ning harmoniseert. Het realiseert een vast en eenduidig stramien van behandeling van erken-ningaanvragen, met opgelegde behandelingster-m i j n e n . Deze inspanningen behandelingster-moeten leiden tot een transparantie in de dossierbehandeling en ook de rechtszekerheid van de organisatie ver-groten.

In dezelfde optiek verplicht het decreet op de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen de

overheid om in samenwerking met alle sectoren uiterlijk tegen 31 december 1999 alle erken-ningsprocedures te herzien. De voorbereiding van dit proces is thans volop aan de gang. 4. Met betrekking tot de inspectie meen ik te

mogen stellen dat zowel de inspectie van de administratie Gezin en Maatschappelijk We l-z i j n , van Kind en Gel-zin, als van het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap borg staat voor deskundigheid en a u t o n o m i e. Ingevolge de bepalingen van het bovenvermelde decreet op de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen worden voor de inspecties bijzondere inspanningen geleverd opdat zij hun opdracht in de nieuwste ontwikke-lingen optimaal zouden vervullen.

Opleiding, het werken met objectieve beoorde-lingsinstrumenten en het hanteren van technie-ken van externe audit waarbij de conclusies van elk inspectiebezoek met het management van de voorziening worden besproken, m o e t e n daartoe een ernstige bijdrage leveren. De her-structurering van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, door de Vlaamse rege-ring bekrachtigd,gaat trouwens uit van het prin-cipe van een scheiding tussen begeleiding en t o e z i c h t , precies om rolverduidelijking na te streven en een autonome controle te verrichten op de door de voorzieningen geleverde kwali-teit van hulp- en dienstverlening.

5. Beslissingen genomen in het kader van een e r k e n n i n g s a a n v r a a g, nadat alle procedurestap-pen zijn afgehandeld, inbegreprocedurestap-pen het verplichte a d v i e s, vallen onder de bepalingen van de wet van 29 juni 1991. Documenten die worden ont-wikkeld in de loop van de procedure vallen daar niet onder.

Er moet echter hierbij ook worden aangestipt dat de vernieuwde werking van de inspectie ook zal inhouden dat de inspecteur de conclusies van zijn toezichtsbezoek kenbaar maakt aan de voorziening, hetzij schriftelijk, hetzij tijdens een gesprek met de leiding.

(3)

inge-diende beleidsnota. De aanstelling gebeurt met een mandaat van zes jaar. Ook de procedure voor de leidinggevende ambtenaren in de gra-den van directeur-generaal en secretaris-gene-raal is gebaseerd op dezelfde zeer strenge crite-ria.

De beoordeling van hun prestaties gebeurt jaar-lijks door middel van een evaluatie : voor de secretarissen-generaal en directeurs-generaal door een extern bureau en door de minister zelf, voor de afdelingshoofden door de secreta-ris-generaal en de directeur-generaal. Daarnaast is de invoering van een bottom-up-appreciatie, waarbij medewerkers ook hun meerderen mogen beoordelen, een verder zeer belangrijk instrument om de kwaliteit van de administra-tieve werking te optimaliseren. Ten slotte is ook gebleken uit diverse klantenbevragingen dat de Vlaamse administratie zeer goed scoort. In de jaardoelstellingen wordt bovendien sterk werk gemaakt van de klantgerichtheid door het voe-ren van een beleid inzake integrale kwaliteits-zorg, met verbeteracties die voortvloeien uit de analyse van de klantsatisfactieonderzoeken. Het mag daarom ook duidelijk zijn dat, m o c h t e n klanten blijk geven van ernstige onvrede (in casu welzijnsorganisaties), dit zonder enige twij-fel mee zou worden genomen in de beoordeling van de leidinggevenden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Opmerking : indien het een lening betreft van een publiekrechtelijke rechtspersoon onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeen- schap/het Vlaams Gewest wordt principieel

De keuze voor vier maanden werd bij consensus door de begeleidingscommissie genomen en volstaat om de selectieve inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen

Met de beroepscommissie zoals vermeld in arti- kel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van

Het beplantingsperk op de hoek Maalse Steenweg (N9) en Vossesteert geeft een verwaarloosde indruk door enige spontaan hoog opgeschoten zaailingen en her en der ingewaaid

Bij de administratie Waterwegen en Zeewezen, standplaats Vlissingen, worden de wedden van de personeelsleden omgezet in Nederlandse gulden tegen de dagkoers verminderd met vier

Inmiddels werd alles in het werk gesteld om de planning te respecteren, waardoor de brug vanaf 25 november 1998 opnieuw voor het verkeer kon wor-

Aan de NV Henco Industries uit Herentals werd bij beslissing van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 expansiesteun toegekend van- wege het strategisch belang voor Vlaanderen van

Uit de statistieken blijkt duidelijk dat het aantal begunstigden elk jaar in stijgende lijn gaat : ter- wijl er tijdens het eerste kwartaal 1996 3.700 begunstigden werden