• No results found

Besluit OPTA over ter beschikkingstellen abonneegegevens gehandhaafd 6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit OPTA over ter beschikkingstellen abonneegegevens gehandhaafd 6"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Augustus 2001 nr.

6

Met de uitspraak lijkt een einde te zijn gekomen aan de lange procedure tussen Denda, KPN en OPTA over artikel 43 Besluit ONP huurlijnen en telefonie (Boht). In de beroepszaak tegen OPTA stonden vijf geschilpunten op grond van artikel 43 Boht centraal: de omvang en de aard van de gegevens die KPN beschikbaar dient te stellen, de prijs die zij daarvoor in rekening mag brengen, de relatie tussen de aanspraak op de gegevens en de universaliteit van de telefoongids, de beperking van de download-mogelijkheden en de uitsluiting van het omgekeerd zoe-ken. Omgekeerd zoeken is het zoeken op telefoonnummer

of adres in plaats van op naam en adres. Ten aanzien van deze geschilpunten stelde de rechter OPTA in het gelijk.

OMVANG VAN DE GEGEVENS

Voor het tot stand brengen van een gelijk speelveld op de markt voor gidsdiensten, een level playing field, is het ver-eist dat alle aanbieders kunnen beschikken over dezelfde gegevens, zodat deze kunnen dienen als ‘grondstof’ voor telefoongidsen. KPN dient deze abonneegegevens, ‘num-mers met bijbehorende informatie’, te leveren. Het gaat hierbij om gegevens die een telecomoperator bij het aan-vragen van een aansluiting aan de toekomstige abonnee vraagt en waarover die telecomoperator derhalve kan beschikken: de basisvermeldingsgegevens. Dat KPN daarbij ook gegevens aan de abonnee vraagt die niet noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de telefoondienst is niet rele-vant. Onder basisvermeldingsgegevens wordt in ieder geval verstaan:

 alarmnummers;

 het telefoonnummer van de aansluiting;

 de naam en voorletters van de abonnee, eventueel de bedrijfsnaam;

 het volledig adres met postcode;

Beroepen KPN en Denda ongegrond

Besluit OPTA over ter beschikking

stellen abonneegegevens gehandhaafd

KPN moet haar abonneegegevens ter beschikking stellen aan Denda multimedia voor minder dan een halve cent per gegeven. Denda wil met deze gegevens universele telefoongidsen vervaardigen, gidsen waarin alle abonnees van Nederland vermeld staan. Het besluit van OPTA van 4 december 2000 over het leveren van abonneegegevens door KPN aan Denda blijft in stand. Aldus luidt de uitspraak van de rechter in de beroepszaken die Denda en KPN aanspanden tegen het besluit.

N

IEUWSBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

OPTA TENMINSTE VIER JAAR ZELFSTANDIG VERDER

2

PRIJSSQUEEZE

OP-GELOST

4

ABONNEE-INFORMATIEDIENST DENDA DIRECTORY SERVICES

7

NIEUWE EISEN INFORMATIENUMMERS

9

POST: TOEGANG TOT DE

POST-BUSSEN - CONCESSIERAPPORTAGE

12

TIJDELIJKE VERBINDING XOIP

14

STANDAARD PROCESREGLEMENT OPTA

16

(2)

Colofon

Eindredactie: Jolanda Hendriksen Redactie:

Jasper van Delft Rob van Eijl Gertrude Langedijk Bernd de Nijs Stefan Wijers Fotografie: Kelle Schouten Illustraties: Arend van Dam Grafische productie: Herbschleb & Slebos Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige con-currentie in de telecommunicatie- en postmarkten. Dat wil zeggen: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eind-gebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot-standkomt door effectieve markt-prikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.  een eventuele extra vermelding van het

telefoonnummer onder een andere naam;  een vermelding of de aansluiting als

fax-lijn of uitsluitend hiertoe wordt gebruikt;

 een extra vermelding van mobiel(e) telefoonnummer(s);

 een extra vermelding van beroep;  extra vermeldingen in andere gemeenten.

KOSTEN

De prijs die KPN in rekening mag brengen voor het leveren van de abonneegegevens moet gebaseerd zijn op de werkelijke kos-ten die met de levering gemoeid zijn, plus een redelijke winstopslag. De kosten van het genereren en het verzamelen van de gegevens moeten buiten beschouwing wor-den gelaten. De berekeningen van OPTA wezen destijds uit dat de prijs lager dient te zijn dan ƒ 0,005 per gegeven.

UNIVERSALITEIT

Alleen bedrijven die duidelijk voornemens zijn een universele telefoongids uit te geven die voldoet aan de eisen van artikel 2, onder c, jo. artikel 5 Besluit universele dienstverlening, kunnen rechten ontlenen

aan artikel 43 Boht. Volgens de rechter is hiervan sprake bij Denda. Hierdoor kan Denda een beroep doen op de uitgangs-punten van artikel 43 Boht, bijvoorbeeld kostenoriëntatie.

Denda mag de abonneegegevens van KPN niet ‘ruimer gebruiken’ dan KPN dat doet. De gegevens van de CD-Rom van Denda mogen daarom niet onbeperkt gedownload kunnen worden. Evenmin mag Denda tele-foonnummers verstrekken op basis van enkel een adres en vice versa. Telefoon-nummers mogen alleen gegeven worden indien zowel naam als adres van de abon-nee bekend zijn.

Ondanks de civielrechtelijke aard van de licentievoorwaarde is OPTA in deze zaak volgens de rechter bevoegd over de zeker-heidsstelling (een soort bankgarantie) van KPN te oordelen omdat deze niet kostenge-oriënteerd is en daarmee in strijd met arti-kel 43 Boht.

Meer lezen over het besluit van OPTA van 4 december 2000 in: Connecties nr. 10 2000 en nr. 5 2001. 

Het kabinet wil OPTA over vier jaar wellicht als kamer onderbrengen bij de NMa. OPTA stelt als voorwaarde dat dit ‘kamermodel’ werkbaar moet zijn. Het kabinet volgt dit advies. Tevens is OPTA van mening dat er aandacht moet zijn voor de instelling van een brede ‘communicatietoezichthouder’, net als dat in vele andere landen het geval is. Een toezichthouder voor zowel telecommunicatie, ether-frequenties als media. In een wereld waarin de markten van vaste en mobiele telecommunicatie, internet en audiovisuele media steeds meer in elkaar vervloch-ten raken, is dat een logische stap die zou passen in de internationale

ontwikkeling.

Lees verder op pagina 3.

OPTA kan haar werk in de huidige organisatievorm voortzetten. Zij gaat in ieder geval nog vier jaar zelfstandig door met het stimuleren van effec-tieve concurrentie in de telecommunicatie- en postsector en het beschermen van consumentenbelangen.

(3)

Toekomsten van

telecom-toezichthouders: een

internationaal perspectief

Begin juli stuurde het kabinet zijn standpunt inzake de eva-luatie van OPTA naar de Tweede Kamer. Opta heeft het goed gedaan en ‘gaat over’ naar een tweede periode van vier jaar. In 2005 moet Opta van het kabinet wel een ‘Kamer’ worden van de NMa, tenminste als het NMa-kamermodel zich dan bewezen heeft. Denk hierbij aan de voorgestelde Vervoerskamer, die sectorregels ter waarborging van de grote publieke belangen bij o.a. de NS en (een geprivatiseerd) Schiphol moet handhaven. Of de DTe straks ook als voor-beeld van een energie-specifieke NMa-kamer zal kunnen die-nen, wordt niet duidelijk in het wetsvoorstel ter verzelfstan-diging van de directeur-generaal van de NMa.

Reeds bij de benoeming van het college van OPTA per 1 augustus 1997 voor een periode van vier jaar, was er poli-tieke zorg over onze toekomstige relatie met de, destijds nog niet ingestelde, NMa. Wellicht begrijpelijk, want in de meeste andere EU-lidstaten was de volgorde juist omge-keerd. Daar was immers al lang een nationale mededin-gingsautoritet ingesteld; pas daarna kwam, conform de Europese ONP-regelgeving, een (onafhankelijke) telecom-toezichthouder tot stand. Slechts in de Bondsrepubliek Duitsland ontstonden er zichtbare schermutselingen tussen de nieuwe post- en telecomtoezichthouder en het oude Kartellamt. Volgens insiders lag dat vooral in de persoonlijke gemoedssfeer tussen twee illustere bazen en moest de Euro-pese Commissie hen herinneren aan hun verschillende ver-antwoordelijkheden en toezichtsinstrumenten. Tot op heden kent Duitsland overigens geen sectorspecifieke toezichthou-der voor de elektriciteitssector. Dit is in strijd met de Europese richtlijnen.

Zo ging het niet in Nederland. Samenwerking tussen NMa en OPTA werd snel bezegeld door de directeur-generaal en het college in een openbaar protocol, dat door de Commissie een voorbeeld voor andere lidstaten werd genoemd. Op gebie-den waar de huidige ONP-regels tekortschieten, bij de kabel-en internettoegang kabel-en prijssqueeze, zijn nuttige gezamkabel-enlij- gezamenlij-ke beleidsregels tot stand gekomen. Terzijde: NMa en OPTA hebben zelfs een daadwerkelijke, en een geheel geoorloofde, samenwerking als team in de hockeycompetitie.

Met de nieuwe ONP-regelgeving wordt vanaf 2003 de weg ingeslagen naar een meer mededingingsmatige markt-analyse. Op dat gebied dient de samenwerking met de NMa dus te worden uitgebouwd. OPTA’s ex-ante regels gaan zo

beter aansluiten op de toenemende dynamiek en convergen-tie van ICT-markten. Daardoor wordt een betere dosering van marktinterventies mogelijk: lichter waar dat kan, zwaar-der waar dat moet. Convergentie met gewone mededingings-regels betekent uiteraard dat er meer energie gestoken moet worden in de onderbouwing en motivering van interventies in specifieke markten. Hoewel niet verkeerd, levert dat risi-co’s op voor tijdigheid - van cruciaal belang in dynamische netwerkmarkten, niet in het minst bij geschilbeslechting.

Belangrijk vind ik daarom ook dat de specifieke toezicht-houders hun internationale samenwerking verder uitbouwen. OPTA heeft al veel geïnvesteerd in Europese samenwerking – het gebied waarop wij de hoogste cijfers in de evaluatie scoorden. De Europese regels geven ons immers een zekere bestuursruimte: denk aan het vaststellen van kostentoereke-ningsmodellen of aan geschilbeslechting. Voor het realiseren van een interne EU-markt zullen toezichthouders hun optre-den veel beter moeten afstemmen. In een bestuursrechts-zaak kapittelde de Raad van State onlangs het Commissari-aat van de Media over onvoldoende internationale coördina-tie van Europees-rechtelijk gefundeerd toezicht op een nationale markt. Dit internationale aspect bleef in de natio-nale discussie over de toekomst van OPTA en het mededin-gingstoezicht tot dusver nogal onderbelicht.

In geen ander Europees land is zoveel politieke energie gestopt in jarenlange discussies over de juiste relatie tussen sectorspecifiek en algemeen mededingingstoezicht als in Nederland. Men moet naar het zuidelijk halfrond om derge-lijke beginseldiscussies aan te treffen: in Australië en Nieuw Zeeland heeft de politiek jarenlang volgehouden dat ex-post toezicht, gestoeld op het mededingingsrecht, concurrentie in de telecommunicatiesector garandeert. Inmiddels is de regering in Nieuw Zeeland om en zoekt zij nu internationaal naar een Commissioner voor sectorspecifieke ex-ante regule-ring. Opvallend veel professionele of bevriende relaties heb-ben mij tijdens de totstandkoming van het kabinetsstand-punt over OPTA daarop gewezen. Maar een tweede termijn bij een zelfstandige OPTA lijkt mij eigenlijk aardiger dan opnieuw aan te moeten tonen dat een monopolistische net-werkmarkt niet open gaat, alleen omdat het in de wet staat.

(4)

Zowel de interconnectietarieven als de eindgebruikerstarieven moeten kosten-georiënteerd zijn. Dat wil zeggen: geba-seerd op de kosten van KPN, inclusief een redelijk rendement. De tarieven mogen dus niet te hoog zijn, maar ook niet te laag. Indien het verschil tussen eindgebruikers-tarieven en interconnectieeindgebruikers-tarieven te klein wordt, dreigt er prijssqueeze en kan een bedrijf ‘klem’ komen te zitten. De squeeze houdt veel marktpartijen in de greep. KPN is sinds lange tijd (nagenoeg) de enige aanbieder op de markt voor lokaal tele-foonverkeer.

INTERCONNECTIETARIEVEN

De tarieven voor het afwikkelen van tele-foonverkeer, de terminatingtarieven, zijn voor het eerst volgens een nieuwe metho-diek vastgesteld. Voor originating dien-sten, het ophalen van verkeer, blijft het Embedded Direct Cost (EDC)-model van KPN uitgangspunt. De terminatingtarieven zijn gebaseerd op de samen met marktpar-tijen ontwikkelde BULRIC-methodiek. BULRIC staat voor Bottum Up Long Run Incremental Costs. De BULRIC-methode neemt als uitgangspunt de kosten die een efficiënte operator zou maken. Een effi-ciënte operator die op het punt staat de markt te betreden zal andere beslissingen nemen ten aanzien van de uitrol van het netwerk dan KPN, aangezien een starter niet uitgaat van in het verleden gedane investeringen. Door het gebruik van deze nieuwe methodiek vallen de interconnec-tietarieven lager uit.

Voor het bepalen van de originating tarie-ven, via het EDC-model, blijven de feite-lijke door KPN gemaakte kosten bepalend. OPTA maakt het onderscheid tussen termi-nating en origitermi-nating omdat de mate van

concurrentie bij deze diensten verschillend is. Voor originatingdiensten kunnen markt-partijen de keuze maken om via KPN, via een andere aanbieder of via eigen infra-structuur een gesprek op te halen. Dit geldt niet voor het termineren van het ver-keer. Een KPN-abonnee is alleen te berei-ken via het netwerk van KPN.

CORRECTIE WHOLESALESPECIFIEKE KOSTEN De interconnectietarieven zijn gebaseerd op een aantal elementen, waaronder de wholesalespecifieke kosten. De originating interconnectietarieven zijn mede lager geworden doordat een correctie op deze kosten heeft plaatsgevonden. KPN koopt op dit moment geen interconnectie bij zichzelf in zodat zij niet met deze whole-salespecifieke kosten geconfronteerd wordt, kosten die zij wél bij alternatieve aanbieders in rekening brengt. Andere telecombedrijven worden daardoor met

hogere kosten geconfronteerd dan KPN. Dit leidt tot ‘oneerlijke’ concurrentie.

De verwachting is dat de Europese Com-missie, met de nieuwe ONP regels, naar een systeem wil waarbij de incumbent net-werkdiensten inkoopt bij zichzelf, tegen precies dezelfde voorwaarden als haar con-currenten dat moeten doen. Voor een der-gelijk inkoopmodel is een systeem nodig waarbij de onderneming juridisch of boek-houdkundig gesplitst wordt in een retail en een wholesale deel. OPTA neemt alvast een voorschot op dit toekomstige beleid van de Commissie door een situatie na te bootsen alsof KPN bij zichzelf inkoopt, op precies dezelfde wijze als de andere operators bij haar inkopen. Met andere woorden, KPN retail koopt in bij KPN wholesale. Dit leidt tot gelijkwaardige concurrentie, omdat KPN retail in een vergelijkbare positie komt als de andere partijen die van het net van KPN wholesale gebruik maken.

De prijssqueeze op lokaal telefoonverkeer is opgelost. De concurrentie binnen dit deel van de markt neemt daardoor toe. Prijssqueeze ontstaat als de winstmarge van telecomaanbieders te klein is om effectief te kunnen concurreren met KPN. Voor de oplossing van de squeeze stelde OPTA per 1 juli 2001 nieuwe interconnectietarieven vast en keurde zij nieuwe eindgebruikerstarieven voor het lokale telefoonverkeer goed.

Meer concurrentie op lokaal telefoonverkeer

(5)

Toezicht op de eindgebruikerstarieven vindt plaats door middel van het price cap systeem. Dit systeem bepaalt de hoogte waarmee de eindgebruikerstarieven per jaar moeten dalen. Als KPN retail interconnec-tie inkoopt, en daardoor bijdraagt aan de wholesale specifieke kosten, nemen haar kosten toe. Door dit nieuwe inkoopmodel neemt de kostenbasis waar de price cap op gebaseerd is, toe. Het stelsel van price cap-afspraken wordt daarom gecorrigeerd voor de toegenomen kosten. Deze correctie dient vorm te krijgen door een dusdanige verlaging van de price cap verplichting van KPN dat zij geen voor- of nadelig effect ondervindt van het nieuwe inkoopmodel. De gewijzigde kostentoerekening blijft daardoor omzetneutraal. Het gevolg is dat de eindgebruikerstarieven minder zullen dalen dan eerder is vastgesteld.

EINDGEBRUIKERS

Om de squeeze geheel op te lossen, heeft OPTA een herbalancering van de lokale eindgebruikerstarieven voorgesteld: een verlaging van het starttarief en een verho-ging van het verkeerstarief. Dit vermindert de prijssqueeze. De herbalancering is omzet- en kostenneutraal. De kosten blij-ven voor de gemiddelde klant gelijk, net als de omzet van KPN.

De starttik daalt van 10 cent naar 7,7 cent.

De verkeerstarieven gaan met ongeveer 10 procent omhoog. Dit heeft tot gevolg dat gesprekken in de piek die korter zijn dan drie-en-eenhalve minuut goedkoper zijn dan voorheen. Gesprekken in de dal zijn goedkoper tot 9 minuten en gesprekken in de nacht of het weekend zijn goedkoper tot een kwartier. Alleen eindgebruikers die lang bellen, zoals internetters, zullen een klein nadeel ondervinden. Kortbellers gaan er op vooruit. Door de herbalancering zul-len zij niet meer de internetters en andere langbellers ‘subsidiëren’.

INTERNET

Door de herbalancering van de eindgebrui-kerstarieven voor lokaal telefoonverkeer hoeft internetten per saldo niet automa-tisch duurder te worden. Of dit gebeurt, hangt af van de reactie van de

internetpro-viders. Het leeuwendeel van het internet-verkeer wordt afgewikkeld via het termina-ting model. Veel aanbieders van internet (ISP’s) ontvangen van de telco’s kick backs, vergoedingen voor het aanleveren van telefoonverkeer. Deze kick backs wor-den gefinancierd uit de terminating ver-goedingen. Een verlaging van deze vergoe-ding leidt tot lagere kickbacks, waardoor ‘gratis’ internet nog meer onder druk komt te staan. OPTA vindt dit geen slechte ont-wikkeling. Immers, bij gratis internet is er sprake van vormen van subsidie door andere bellers. Telefonerende klanten betalen mee aan goedkope internetdiensten, ook de klanten die helemaal geen gebruik maken van internet.

De tariefsverandering van terminating acces leidt er tevens toe dat het voor ISP’s voordeliger kan zijn om over te stappen naar een speciaal internet-inbelnummer (06760). Dit nummer is sinds ongeveer een jaar beschikaarr. OPTA heeft onlangs aan KPN aangegeven geen bezwaar te hebben ten aanzien van een voorstel over nieuwe 06760-tarieven. De opbrengsten van andere aanbieders zullen hierdoor hoger zijn dan tot nu toe mogelijk was. De afweging om andere internetproducten aan te bieden wordt door veel factoren bepaald en kan per aanbieder anders uitpakken. Nieuwe producten zullen in de praktijk er toe lei-den dat aanbieders van internetdiensten geheel onafhankelijk van KPN kunnen zijn in de facturering van de eindgebruiker. Daarmee worden alternatieve tariefsche-ma’s en innovatieve diensten voor de con-sument mogelijk. Denk aan een internet-tende scholier die op woensdagmiddag minder betaalt dan op andere dagen.

STARTTARIEF in centen VERKEERSTARIEF in centen oud nieuw euro oud nieuw euro

Piek 10 7,71 3,5 5,62 6,25 2,84

Dal 10 7,71 3,5 3,05 3,31 1,50

Weekend 10 7,71 3,5 2,05 2,20 1,00

De tarieven voor lokaal verkeer (binnen de regio).

(6)

De tarieven van KPN in de belangrijke categorie huur-lijnen van 64 kilobit/s tot en met 2 Megabit/s liggen boven het Europese gemiddelde. De tarieven zijn de laatste drie jaar met slechts gemiddeld twee tot drie procent gedaald. In een markt die sterk groeit zou men op grond van schaalvoordelen grotere tarief- en kos-tendalingen verwachten. Dat is niet gebeurd. De mate van concurrentie is kennelijk nog onvoldoende stimu-lans tot kosten- en tariefverlaging.

KOSTENGEORIËNTEERDE TARIEVEN

Vanwege haar aanmerkelijke macht op de markt voor huurlijnen tot en met 2 Megabit, is KPN verplicht kos-tengeoriënteerde tarieven in rekening te brengen. OPTA beoordeelt deze tarieven. Het beoordelingscriterium hierbij is het rendement op activa. Deze rendements-regulering stelt een onder- en bovengrens aan KPN’s tarieven. De ondergrens is een tarief waarbij de omzet gelijk is aan de kosten. De bovengrens is een tarief waarbij de omzet gelijk is aan het redelijk rendement. Dit is een rendement dat noodzakelijk is om kapitaal aan te trekken voor investeringen. Een nadeel van ren-dementsregulering is dat deze methode KPN niet stimu-leert de kosten te verlagen. De extra winst die KPN met kostenverlaging en gelijkblijvende tarieven zou kunnen maken, wordt met rendementsregulering telkens afge-roomd doordat het maximale rendement begrensd is.

PRICE CAP-REGULERING

Een alternatieve tariefreguleringsmethode die wel

kos-OPTA startte eind juli 2001 met een consultatie over het reguleren van de tarieven van huurlijnen van KPN. Regulering is nodig om te hoge tarieven voor eindgebruikers te voorkomen en concurrentie te bevorderen. OPTA overweegt een price-cap regu-lering toe te passen op huurlijnen, de reguregu-lering die ook bij de tarieven voor vaste telefonie wordt gebruikt. Momenteel worden de tariefvoorstellen door OPTA beoordeeld aan de hand van het behaal-de renbehaal-dement. Met behaal-de consultatie wil OPTA markt-partijen betrekken bij de keuze voor de toekom-stige tariefreguleringsmethode voor huurlijnen.

Consultatie

MEER KEUZE

De nieuwe interconnectie- en eindgebruikerstarieven leiden tot betere concurrentieverhoudingen en dus tot een betere positie van de consument. Door de tariefwijziging zullen nieuwe modellen ont-staan voor uitkoppeling van internetverkeer via een 06760 tele-foonnummer. Daarmee worden alternatieve tariefschema’s en inno-vatieve diensten voor de consument mogelijk. Voor de gemiddelde consument is het effect van de verandering van de tarieven op korte termijn neutraal, op langere termijn zal er meer keuze ont-staan.

Het college heeft, in samenwerking met de NMa, in februari 2001 richtsnoeren uitgebracht waarin wordt aangegeven wanneer er spra-ke is van prijssqueeze. In april 2001 presenteerde OPTA richtsnoeren over de bepaling van de interconnectietarieven per 1 juli van dit jaar.

Voor de richtsnoeren, de prijssqueeze en de speech van collegevoor-zitter J. Arnbak over dit onderwerp tijdens het nationaal telecom-congres, zie: www.opta.nl

Terminating acces (EDC BULRIC)

Tarieven in centen Starttarief Verkeerstarief per minuut Piek Dal Wnt

Nationaal 2,4 2,1 1,1 0,8

Regionaal 1,7 1,7 0,8 0,6

Lokaal 1,3 1,3 0,6 0,5

Originating acces (EDC)

Tarieven in centen Starttarief Verkeerstarief Piek Dal Wnt Carrier Select Nationaal 3,2 2,8 1,4 1,0 Regionaal 2,3 2,3 1,1 0,8 Lokaal 1,8 1,8 0,9 0,7 Carrier Preselect Nationaal 3,2 2,8 1,4 1,0 Regionaal 2,4 2,3 1,1 0,8 Lokaal 1,8 1,8 0,9 0,7

De nieuwe interconnectietarieven. Deze zijn van kracht vanaf 1 juli 2001. Voor een aantal marktpartijen kan een overgangs-termijn tot uiterlijk 1 oktober 2001 gelden.

(7)

tenverlaging stimuleert lijkt daarom gewenst. Zo’n methode is de price cap-regulering, die ook wordt toegepast bij de regulering van tarieven voor vaste telefo-nie van KPN. Bij price cap-regulering wordt voor een meerjarige periode een tariefpla-fond, de cap, vastgesteld. Dit plafond ver-andert met een bepaald percentage per jaar. Meestal geldt dit percentage niet voor

één tarief maar voor het gewogen gemid-delde van een aantal tarieven van diverse typen huurlijnen. Het percentage wordt vastgesteld op basis van de verwachte kos-tenontwikkeling. Indien sprake is van een verwachte kostenverlaging, dienen de tarieven jaarlijks minimaal met een bepaald percentage dalen. Het resultaat van price cap-regulering is dat de

daadwer-kelijk tijdens de looptijd van de price cap gerealiseerde rendementen niet meer wor-den beoordeeld. Indien de daadwerkelijke gerealiseerde kosten lager zijn dan de ver-wachte kostenontwikkeling, behoudt KPN het daardoor verkregen hogere rendement. Hierdoor ontstaat de gewenste stimulans voor kostenverlaging. 

tariefreg ulering huurlijnen

De abonnee-informatiedienst is een dienst waarmee telefoonnum-mers van abonnees kunnen worden opgevraagd. Voorbeelden hier-van zijn de diensten die onder 0900-8008 en onder andere door KPN onder het nummer 118 worden aangeboden. Het nummer 118 is populair om zijn eenvoud.

Aanbieders van een openbare telefoondienst, zoals mobiele tele-fonie en carrier selectie, dienen ervoor te zorgen dat hun klanten toegang hebben tot een algemene abonnee-informatiedienst. Omdat andere aanbieders van een dergelijke dienst ontbreken, is KPN Telecom tot op heden wettelijk verplicht deze algemene abonnee-informatiedienst te bieden. Een aantal aanbieders maakt dan ook gebruik van de dienstverlening van KPN of biedt nog geen toegang tot een algemene abonnee-informatiedienst.

RESTRICTIES

Tot voor kort was het aanvragen van een 118 nummer op grond van een ministeriële regeling voorbehouden aan aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en - diensten. Een andere restrictie is dat het technisch niet eenvoudig is om het nummer

118 door meer dan één aanbieder op een zelfde netwerk te laten exploiteren. Door deze restricties was concurrentie tussen aanbie-ders van een abonnee-informatiedienst nagenoeg onmogelijk. Op 8 mei 2001 is de ‘Regeling beperking toekenning nummers’ gewijzigd, zodat nu ook partijen die geen aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of -dienst zijn in aanmerking kunnen komen voor toekenning van het nummer 118. Door deze wijziging in de regelgeving zijn er in elk geval ruimere mogelijk-heden om toe te treden tot deze specifieke markt voor abonnee-informatiediensten. Doordat de technische beperkingen nog niet zijn opgelost is dit echter nog maar een beperkte toename van de concurrentie. Men kan immers vooralsnog nog steeds maar één-maal 118 op een netwerk exploiteren.

ONDERZOEK

Naar aanleiding van herhaalde verzoeken om oplossingen te zoe-ken voor de technische beperkingen rond het aanbieden van dien-sten via het nummer 118 heeft DGTP een onderzoek uitgezet. Hierbij wil DGTP een antwoord vinden op de vraag of het nummer 118 in zijn huidige vorm op de markt voor abonnee-informatie-diensten concurrentiebeperkende belemmeringen opwerpt. Het onderzoek, dat in het derde kwartaal van 2001 afgerond moet zijn, zal moeten uitwijzen welke daadwerkelijke belemmeringen er bestaan en zo ja, op welke wijze deze weggenomen kunnen wor-den. Indien er voldoende grond voor is, kan dit leiden tot een wijziging van het nummerplan.

In connecties nr. 1 en nr. 4 2001, heeft OPTA aandacht besteed aan de klacht van DDS aan het adres van KPN voor de weigering om abonneegegevens ter beschikking te stellen. 

Op 22 mei 2001 is het nummer 118 voor het aanbieden van een abonnee-informatiedienst toegekend aan Denda Direc-tory Services (DDS). DDS kan hiermee de eerste aanbieder worden van een abonnee-informatiedienst via het 118-nummer, zonder zelf te beschikken over een openbaar tele-communicatienetwerk of -dienst. DDS kan nu met het 118-aanbod van andere partijen concurreren.

Meer concurrentie in de toekomst

(8)

Met name de elektronische postbusdien-sten (084) en persoonlijke nummerdien-sten (087) zijn niet voor iedereen oproepbaar. Dit geldt ook voor gratis diensten (0800) en betaalde informatie-diensten (0900, 0906 en 0909). De oor-zaak van de onbeschikbaarheid ligt in het feit dat men toegang krijgt tot het netwerk van dienstaanbieders, van bij-voorbeeld Unified Messaging diensten, die niet altijd toegang hebben tot het netwerk van KPN en Libertel. De dienst-aanbieders kunnen daardoor hun klanten, veelal abonnees van KPN en Libertel, niet van dienst zijn.

RICHTLIJNEN

Om de dienstverlening bij de klant te krijgen, moeten de netwerken van KPN en Libertel toegankelijk zijn voor de dienstaanbieders. Dat vergt veelal lang-durige onderhandelingen. De nieuwe beleidsregels van OPTA geven richtlijnen bij eventuele geschillen tussen de dien-staanbieders en netwerkexploitanten over de toegankelijkheid van het net-werk.

Volgens OPTA moeten partijen met aan-merkelijke marktmacht, zoals KPN Mobile en Libertel, voldoen aan elk verzoek van dienstaanbieders om 084, 087, 0800 en 090x nummers aankiesbaar te maken. De dienstaanbieders die deze nummers gebruiken hebben immers anders geen enkele reële mogelijkheid om hun dien-sten aan te bieden aan eindgebruikers. Voor het vaste net van KPN gelden soort-gelijke regels. OPTA vindt het redelijk als

Hoe is het mogelijk dat vanaf de meest gebruikte netwerken in Nederland, van KPN en Libertel, niet alle nummers gebeld kunnen worden? Met name vanaf mobiele telefoons zijn veel nummers niet aankiesbaar, waardoor diensten onbe-reikbaar zijn voor eindgebruikers. Volgens de beleidsregels die OPTA op 6 juli 2001 heeft gepubliceerd moeten telecom-aanbieders met aanmerkelijke marktmacht meewerken aan het toegankelijk maken van bepaalde nummers voor consu-menten, vanaf zowel mobiele als vaste telefoon.

Meer keus voor eindgebruikers

(9)

De erkenning van de STIC heeft gevolgen voor zowel aanbieders van diensten die via een informatienummer bereikbaar zijn, de platformaanbieders als de bellers van de nummers. Platformaanbieders zijn tele-communicatie-aanbieders die in opdracht van de aanbieders van informatiediensten de nummers toegankelijk maken voor de bellers.

EISEN EN VOORWAARDEN

Exploitanten van diensten die via een informatienummer bereikbaar zijn moeten de tarieven voor hun diensten duidelijk en vooraf vermelden. Ook mogen hun dien-sten niet in strijd zijn met inhoudelijke eisen. Zo mogen bijvoorbeeld pornografi-sche diensten niet gericht zijn op minder-jarigen. Daarnaast moeten de aanbieders van informatienummers de juiste (sub)-nummerreeks gebruiken. In de presentatie van het nummer moeten de eerste vier cijfers apart waarneembaar zijn. In het geval van erotische diensten is dit de cij-fercombinatie 0906. Als de

informatie-diensten niet aan deze eisen voldoen kun-nen er sancties volgen. Bij overtreding kan de dienst drie maanden worden stop-gezet en in uiterste instantie kan de STIC aan OPTA vragen het betreffende nummer in te trekken. Bij nieuwe aanvragen voor informatienummers moet voortaan tegen-over OPTA verklaard worden dat de num-merhouder bereid is zich aan de door de STIC vastgestelde gedragscode te houden. Platformaanbieders dienen zich bij de STIC aan te sluiten en de stichting te bekosti-gen. Zij moeten op aanwijzing van de STIC meewerken aan het effectief maken van de eventueel door STIC opgelegde sancties, bijvoorbeeld door gedurende een zekere periode bepaalde nummers ontoe-gankelijk te maken.

SAMENWERKING

Daar waar bevoegdheden elkaar overlap-pen zullen OPTA en STIC samenwerken. Bijvoorbeeld om aanbieders van informa-tiediensten de juiste nummerreeks te laten gebruiken. Ook zullen STIC en OPTA

informatie uitwisselen en zonodig naar elkaar verwijzen. De STIC zal de gedrags-code actueel houden en voldoen aan eisen van onpartijdigheid en transparan-tie.

Bellers naar informatienummers krijgen door de nieuwe eisen meer rechten en bescherming. Voor hen ontstaat de moge-lijkheid om over een verkeerd gebruik van informatienummers te klagen bij de STIC. Ook zullen zij van tevoren beter geïnfor-meerd zijn over de verschillende soorten informatiediensten en over de kosten ervan. De nieuwe eisen zorgen voor meer transparantie in de markt voor informatie-nummers.

De erkenning van de STIC is gepubliceerd in de Staatscourant nr. 111 dd 13 juni 2001.

www.STIC-Nederland.nl

zoektermen <oude site> en <tekst code>

Op 6 juni 2001 is de Stichting Informatiedienstencode (STIC) erkend door Staatssecretaris De Vries van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit heeft gevolgen voor de markt voor informatiediensten. Partijen binnen deze markt moeten aan nieuwe eisen voldoen. Informatiediensten zijn te bereiken via de nummers 0800, 0900, 0906 of 0909. Verwacht wordt dat door het nieuwe eisenpakket de herkenbaarheid en de betrouwbaarheid en dus het imago van informatiedien-sten verbetert.

Stichting Informatiedienstencode erkend

Nieuwe eisen informatienummers

KPN op het vaste netwerk naast bovengenoemde nummers ook carrier-selectienummers (16xy en 10xyz), internettoegangnum-mers (06760) en virtual private network numinternettoegangnum-mers (082-xyz) op verzoek aankiesbaar maakt. Als dienstaanbieders deze diensten willen aanbieden aan de eindgebruikers van KPN-vast, moeten zij hiertoe bij KPN een verzoek om bijzondere toegang indienen.

TOEGANG AFDWINGEN

Met de nieuwe beleidsregels wil OPTA bevorderen dat eindgebrui-kers meer keus krijgen in het aantal aangeboden diensten. Met de beleidsregels kunnen dienstaanbieders sneller toegang afdwingen tot de netwerken van aanmerkelijke marktmachtpartijen. OPTA

verwacht dat de eindgebruikers van aanbieders zonder aanmerke-lijke marktmacht, zowel van mobiele als vaste netwerken, van dezelfde dienstverlening gebruik willen maken. Door de invoe-ring van de nieuwe regels is de verwachting dat die aanbieders daartoe makkelijker kunnen overgaan.

www.opta.nl

zoektermen <aanmerkelijke marktmacht>, <richtsnoeren>, <beleidsregels>, <aankiesbaarheidsdiensten>.

(10)

Ontbundeling van de lokale aansluitlijn is van groot belang voor de

tele-communicatiemarkt. Met name op het gebied van de lokale telefonie en breedbandtoegang bestaat vooralsnog beperkte concurrentie. Een gron-dige en tijgron-dige beoor-deling van het refe-rentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnet en bijbehorende faci-liteiten, het zogehe-ten RA ULL, is een belangrijk hulpmid-del bij de bevorde-ring van concurren-tie op deze markten. RA ULL is de

afkor-ting van Referentie Aanbod Unbundelled Local Loop, en levert een bijdrage aan het scheppen van transparante en niet-discri-minerende marktvoorwaarden. Hierdoor kunnen concurrerende aanbieders gelijk-waardig geïnformeerd onderhandelen over ontbundelde toegang tot het aansluitnet en de bijbehorende faciliteiten.

EISEN

In het RA ULL-oordeel heeft OPTA gesigna-leerd dat het huidige referentieaanbod van KPN lang niet op alle punten voldoet aan de gestelde eisen. Zo constateert OPTA dat een aantal diensten in het huidige aanbod ontbreekt of aangepast dient te worden. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de gedeelde toegang tot het aansluitnet, ook wel linesharing genoemd, het aanbieden

van kaal koper, het ontbundelen van ongebruikte aansluitlijnen en (gedeelde) toegang tot het subnetwerk. Verder oordeelt OPTA onder meer dat KPN expliciet kwaliteits- en serviceniveaus van dienstverlening in het RA ULL dient op te nemen en deze te ver-melden in de zogenoemde Service Niveau Overeenkomsten (SNO). OPTA heeft KPN met klem verzocht om de noodzakelijk geachte wijzigingen voor 15 september 2001 door te voeren.

Het doel van het bekendmaken van deze beoordeling over het RA ULL is om KPN en andere aanbieders reeds nu inzicht te geven in het oordeel van OPTA hierover, vooruit-lopend op haar formele bevoegdheid om te beoordelen en wijzigingen op te leggen.

VERORDENING ENTELECOMMUNICATIEWET OPTA is op basis van de huidige

Telecom-municatiewet (Tw) reeds bevoegd om op te treden inzake ontbundelde toegang. Ont-bundelde toe-gang is volgens OPTA namelijk een vorm van bijzondere toe-gang. In het RA ULL-oordeel wordt door OPTA naast een uiteenzet-ting van de van belang zijn-de artikelen uit zijn-de Tw en zijn-de Ver-ordening tevens een uiteenzetting gegeven van de door OPTA uitgebrachte beleidsregels met betrekking tot ontbun-delde toegang tot de aansluitlijnen, collo-catie, standpunten spectraalmanagement, geschilbesluiten en het RIA-oordeel. KPN legde op 9 mei 2001 het ‘KPN Telecom Referentieaanbod Toegang tot het Aansluit-net, versie 2.0, mei 2001’ aan OPTA voor. Onderzocht werd of deze strijdig is met de Tw en de Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk. Naar aan-leiding van het van kracht worden van de Verordening is er door de Staatsecretaris van Verkeer & Waterstaat een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Tw met betrekking tot de ontbundelde toegang tot het aansluitnet. Deze wetswijziging, die nog niet in werking is getreden, heeft onder andere tot doel OPTA formeel bevoegd te maken het RA ULL te beoorde-len op strijdigheid met de Verordening.

Ontbundelde toegang tot aansluitnet

Referentieaanbod KPN onvoldoende

(11)

Referentie Interconnectie Aanbieding aangepast

KPN neemt collocatiediensten op

KPN heeft haar Referentie Interconnectie Aanbieding (RIA) conform de door OPTA opgelegde last ‘collocatie in samenhang met interconnectie’ aangepast. De RIA moet een volledige catalogus zijn van mogelijkheden, voorwaarden en tarieven die KPN op het gebied van interconnectie aan haar dochterondernemingen en concurrenten kan leveren. KPN kreeg een last onder dwangsom opgelegd als gevolg van het ontbreken van collocatiediensten in de RIA die worden geleverd ten behoeve van interconnectie. De aangepaste RIA staat inmiddels op de website van KPN.

Het door de Staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet is op donderdag 5 juli 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. Zodra de Eerste Kamer zich ook positief hierover heeft uit-gesproken en de wetswijziging in werking is getreden, is het college van OPTA bevoegd om wijzigingen in het RA ULL af te dwingen. OPTA zal dan ook het oordeel over het nieuwe, aangepaste RA ULL van KPN zo spoedig mogelijk bekend maken, waarna KPN nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld de door OPTA noodzakelijk geachte wijzigingen door te voeren. Voor meer informatie over het RA ULL-oor-deel, de beleidsregels ontbundelde toegang tot de aansluitlijnen, collocatie, standpun-ten spectraalmanagement, geschilbesluistandpun-ten en het RIA-oordeel, kunt u terecht op de website van OPTA: www.opta.nl

Bij gedeelde ontbundeling wordt de aansluitlijn ‘gedeeld’ door KPN en een andere aanbieder. KPN biedt in dit geval de telefoondienst aan, de andere aanbieder kan breedbanddiensten aanbieden. Dit in tegenstelling tot volledi-ge ontbundeling waarbij een andere aanbieder van KPN controle krijgt over de aansluitlijn, waarmee een telefoondienst en/of breedbanddienst aangebo-den kan woraangebo-den.

De Verordening stelt dat in geval van volledige- en gedeelde toegang tot het aansluitnet, toestemming wordt verleend voor het gebruik van het volledig frequentiespectrum van de metalen aderparen. Dit wordt met de term ‘kaal’ bedoeld.

Met toegang op het niveau van het subnetwerk wordt bedoeld toegang op een lager niveau dan de hoofdverdeler die in de centrale van KPN staat: toe-gang tot de kabelverdeelkast.

Service Niveau Overeenkomsten zien toe op de exploitatie en levering van

diensten. Zij bevatten onder andere parameters voor de kwaliteit van dienst-verlening en een procedure voor het bijhouden van en rapporteren over de behaalde kwaliteitsniveaus. Uit deze bepalingen blijkt op welke wijze de aan-bieder voornemens is de minimum kwaliteitsniveaus te garanderen en daar-over te rapporteren, alsmede welke sancties gelden als deze gestelde kwali-teitsniveaus niet worden nagekomen.

Volgens OPTA behoren collocatiediensten die worden geleverd ten behoeve van interconnectie tot het begrip interconnectie. Daarom horen collocatiediensten in het dienstenaanbod van de RIA van KPN thuis. De last onder dwangsom leidde ertoe dat KPN in haar RIA de nieuwe interconnectiedienst ‘KPN Telecom Collocation Service for Interconnection’ onder de 'Interconnect Services' heeft opgenomen. Ook op deze interconnectiedienst, welke nu is opge-nomen in de RIA, zijn de beginselen van transparantie, non-dis-criminatie en kostenoriëntatie uit de Telecommunicatiewet van toepassing.

ANDERE VOORAANKONDIGINGEN

OPTA heeft dit jaar nog twee andere vooraankondigingen ‘last onder dwangsom’ in het kader van de aanpassing van de RIA aan

KPN uitgevaardigd: met betrekking tot interconnectie op het niveau van nummercentrales en interconnecterende huurlijnen. KPN heeft tot 1 augustus 2001 de tijd om de RIA hierop aan te passen. Als dat niet gebeurt, zal OPTA ook ten aanzien van deze twee onderwerpen een last onder dwangsom opleggen.

Voorts heeft OPTA in juni 2001 opnieuw drie vooraankondigingen ‘last onder dwangsom’ aan KPN verstuurd. De RIA moet in deze aangepast worden op het gebied van bi-directionele verbindingen, zeekabeltoegang en nummerportabiliteit. Inmiddels heeft KPN haar zienswijze op deze onderwerpen aan OPTA gegeven. OPTA beraadt zich hierover.

(12)

Op basis van artikel 2d van de Postwet dient de concessiehou-der PTT Post anconcessiehou-dere aanbieconcessiehou-ders van postvervoer tegen redelij-ke, objectief gerechtvaardigde en non-discriminatoire voor-waarden toegang tot de postbussen te verlenen. In artikel 2d wordt ook bepaald dat wanneer partijen geen overeenstem-ming kunnen bereiken over de te hanteren voorwaarden, OPTA op verzoek van een partij de voorwaarden die tussen partijen gelden, vaststelt. In september 2000 heeft OPTA invulling gegeven aan het artikel en de daarbij toegekende bevoegd-heden door het vaststellen van beleidsregels. MailMerge en PTT

Post hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over de voorwaarden die PTT Post aan de toegankelijkheid van de post-bussen stelt. Volgens MailMerge hanteert PTT Post voorwaarden die onredelijk en discriminatoir zijn en die de toegang tot de postbussen beperken. OPTA heeft de door PTT Post gestelde voorwaarden beoordeeld en nieuwe voorwaarden vastgesteld die tussen MailMerge en PTT Post gelden.

NIEUWE VOORWAARDEN TOEGANG TOT DE POSTBUSSEN

De nieuwe voorwaarden die OPTA opstelde hebben betrekking op

OPTA stelt nieuwe voorwaarden op

PTT Post moet toegang

PTT Post moet toegang tot haar postbussen verlenen tegen redelijke en niet discriminatoire voorwaarden. Dit is essen-tieel voor het tot stand komen van effectieve concurrentie op de postmarkt. Via de postbussen op de postkantoren, beheerd door PTT Post, ontvangen particulieren en bedrijven post. MailMerge Nederland BV wil ook gebruik maken van de postbussen om haar klanten te kunnen bedienen, maar zou daarin worden gedwarsboomd door PTT Post. Naar aanleiding van een verzoek van MailMerge Nederland stelde OPTA de voorwaarden vast voor toegang tot de

postbussen.

Leemte in concessierapportage TPG

TPG (TNT Post Groep) heeft in haar concessierapportage 2000 niet gerapporteerd over het gemiddeld geïnvesteerd vermo-gen en het hieraan gerelateerde rendement. TPG wijkt hiermee af van haar voorgaande concessierapportages. OPTA heeft TPG verzocht om op korte termijn de ontbrekende gegevens aan te vullen.

Volgens de postregelgeving is TPG verplicht tegen uniforme tarieven post te bezorgen in geheel Nederland. Om de kwaliteit en het niveau van de dienstverlening te waar-borgen moet TPG aan een aantal verplich-tingen voldoen, zoals brieven binnen een dag bezorgen en een minimumniveau aan diensten verlenen met betrekking tot brie-venbussen en postkantoren. In de conces-sierapportage, die openbaar is, geeft TPG hiervan verslag. In deze rapportage staan ook de financiële resultaten van het post-vervoer plus het hierop behaalde rende-ment.

Met het financiële gedeelte van de conces-sierapportage legt TPG publieke verant-woording af van de financiële resultaten

die zij met de concessie-activiteiten behaalt. Zo blijkt uit de rapportage het rendement dat TPG realiseert op die gebie-den waarop zij bijzondere rechten en plich-ten heeft (d.w.z. de opgedragen dienstver-lening, waaronder de exclusieve concessie voor het vervoer van brieven t/m 100 gram). Aangezien TPG de rendementscijfers thans achterwege heeft gelaten, valt niet na te gaan of sprake is van een ‘redelijk’ rendement.

TARIEFBEHEERSINGSSYSTEEM

Het geïnvesteerde vermogen van TPG en het rendement hierop is ook van belang voor de evaluatie van het tariefbeheer-singssysteem van de postdiensten. De eva-luatie van dit systeem vindt volgend jaar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als toezichthouder als bedoeld in artikel 14b, eerste lid, van de Postwet in samenhang gelezen met artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht worden aangewezen de ambtenaren

Gezien deze wettelijke verplichting inzake nummerportabiliteit en de commerciële keuze van de aanbieders om verkooppunten in te schakelen, is het college van oordeel dat de

In de ‘Beleidsregels nummerportabiliteit mobiele telefonie’ 1 (hierna: de beleidsregels) heeft het college aangegeven op welke wijze deze verplichting voor aanbieders van

Voor zover verkeer op verkeerscentrale-niveau (hierna: EVKC-niveau) uitgekoppeld wordt, mag KPN in beginsel niet tot differentiatie overgaan indien de andere aanbieder KPN

Als er grote verschillen in (de snelheid van) uitrol zouden zijn, bijvoorbeeld volledig nationale uitrol van de kabel en een uitrol van xDSL die beperkt blijft tot de

• Doorrekening van dit venster leidt uiteindelijk tot een bedrag van XXXX Euro per lijn aan projectkosten dat in het eenmalige tarief voor ASL lijnen dient te worden toegevoegd. In

Daar- om heeft OPTA in de voorbereiding van het openstellen van de nieuwe nummerreeks bedrijfsnummers bij de Minister van Economische Zaken aangegeven dat bij dubbele aanvragen

de hoofdregel bij de uitgifte van aanvragen voor meer dan honderd nummers voor toegang tot ondernemingen en instellingen is dat dit zoveel mogelijk plaatsvindt in